Archief van april 2013

De wereld door een Zeeuwse verrekijker

donderdag, 25 april 2013

Elke keer als ik een catalogus van een antiquariaat of veilinghuis binnen krijg, dan blader ik het meteen door op zoek naar een unieke oude Zeeuwse druk. Ook al is de collectie groot, er ontbreken toch boeken met een bijzonder Zeeuws onderwerp of boeken van Zeeuwse auteurs of gemaakt door Zeeuwse drukkers.

IMG_9849De Zeeusche verre-kyker, 1649. (Collectie Zeeuwse Bibliotheek, 1115 D 228)

Niet zo lang geleden had ik geluk. De titel valt meteen op: De Zeeusche verre-kyker. Het is een pamflet uit 1649. In die tijd heette dat een blauwboekje, libel of paskwil. Het is een klein gedrukt werkje over een actueel onderwerp. In dit geval in het jaar 1649. Het is een manier om een mening te verkondigen of een publiek debat te voeren en meestal gaat het over politiek of godsdienst. De drukwerken worden verspreid op plaatsen waar veel mensen samen komen, zoals markten of kermissen. Ze zijn niet duur, maar toch heeft niet iedereen geld om een exemplaar te kopen en ook niet iedereen kan lezen, dus worden de teksten vaak voorgelezen of zelfs gezongen. Om het publiek aan te spreken zijn de teksten soms satirisch of spottend geschreven. Het is tenslotte ook amusement.

De nieuwe aanwinst voor de collectie heeft een blauwe omslag en op het titelblad wordt geen drukker vermeld. In plaats daarvan is een kort rijmpje gedrukt: ‘Ghedruckt tot Vlissingen in ’t Groene Wout, Daermen soo veel vande Capers Hout’. Dat zet meteen de toon van het werkje, want dit is spottend bedoeld. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat het ook niet in Zeeland is gedrukt, maar in Den Haag.

IMG_9850-tkstVerrekykerHet titelblad van De Zeeusche verre-kyker uit 1649. (Collectie Zeeuwse Bibliotheek, 1115 D 228)

Het pamflet leest als een spannend verhaal. De West-Indische Compagnie (WIC) heeft een kolonie gesticht aan de kust van Brazilië om de handel te bevorderen en grote winsten te maken. De Compagnie heeft geld nodig. Vooral de Zeeuwse kamer van de WIC ziet de voordelen en de Zeeuwse kapers profiteren er als eersten van. Ook de Portugezen zijn in Brazilië aanwezig om dezelfde redenen en regelmatig breken er gevechten uit om het eigen gebied en de forten, die er gebouwd zijn, te behouden en te verdedigen. In 1646 zijn, op verzoek van de kamer Zeeland, duizenden soldaten naar het gebied gestuurd om de problemen op te lossen. De kolonie blijkt veel te veel geld en soldatenlevens te kosten. De schrijver van De Zeeusche verre-kyker heeft kritiek op de Zeeuwse opvattingen. Om dat te vertellen laat hij twee mannen, Brilleman en Borger, met elkaar praten over de chaos in Brazilië en de tegenvallende handel.

Het gesprek tussen Borger en Brilleman begint met een vreselijke droom:

Goeden dach Buir-man / hoe so vroegh uyt het Bed /

Omdat een swaeren droom mijn ’t slapen heeft belet/

En dat soo schrickelijck / ick sach ter neder vallen door den swaerde /

De braeve officieren en soldaten allen / Die van hier zijn ghevaeren /

met een soo goede wil /

Om te recouvereren / het Hollandsche Brasil.

Borger koopt van Brilleman, een marskramer, een kristallen bril of verrekijker, want hij wil nu wel eens echt zien hoe het er aan toegaat in Brazilië. Borger vertelt wat hij ziet en samen geven ze commentaar. De rijke heren van de WIC moeten het ontgelden. Ze beschuldigen hen van “brave pracktijcken om haer blauwe sacken te vullen”. Ze hebben medelijden met de arme soldaten die weinig verdienen en nauwelijks te eten hebben, alleen “wat meel om pap van te koken”, terwijl de hoge heren “glat en vet” zijn. En de Zeeuwen, die zo nodig nog meer soldaten naar het gebied willen sturen en nog meer geld in deze onderneming willen steken, zien het helemaal verkeerd.

Brilleman-1De brilleman op een centsprent, 19e eeuw. (Collectie Zeeuwse Bibliotheek, pla 416 A 28)

Borger kan met zijn verrekijker zelfs terugkijken in de tijd. In 1647 ziet hij in de Republiek een vloot klaar liggen met de “frayste” officieren en soldaten aan boord. Het is een lust om te zien. Iedereen denkt dat Portugal verslagen zal worden. “Hier is de huyt al verkogt, eer de Beer gevangen was”. Daarna volgt hij verschillende veldslagen. Met blazende trompetten, slaande trommels en vliegende vaandels gaan de soldaten “de Duyvel bannen”. Borger en Brilleman hebben er geen vertrouwen in. Veel gevechten worden inderdaad verloren en soldaten sneuvelen. “Dode soldaten hoef je niet te betalen”, zeggen de hoge heren. Er volgen nog meer debacles en het duurt te lang voordat er weer nieuwe troepen gearriveerd zijn. De bezittingen in Brazilië zijn niet meer te verdedigen.

Borger en Brilleman kijken naar de jaren 1648 en 1649. Misschien helpt het om samen te spannen met Spanje? Borger stelt voor alles te verkopen: het wordt echt niets meer. Geen mens wil nog naar Brazilië. Hij pleit voor het vreedzaam optrekken met de Portugezen. De Republiek en Portugal hebben elkaar nodig. Het is duidelijk, Borger verkondigt het standpunt van de Amsterdamse kooplieden. In tegenstelling tot de Zeeuwen zien zij, net als Borger, niets in het avontuur in Brazilië.

Met de wereld die Borger en Brilleman zien door de Zeeuwse verrekijker hopen zij de publieke opinie te beïnvloeden. Zou dat gelukt zijn? Het effect van De Zeeusche verre-kyker is moeilijk in te schatten. De afloop kennen we, want in 1654 worden de Nederlanders door de Portugezen verslagen. De kolonie overzee is verloren gegaan.

Liesbeth van der Geest, conservator bijzondere collecties

 

Verder lezen:

– Clazina Dingemanse en Marijke Meijer Drees, ‘‘Praatjes’ over de WIC en Brazilië: literaire aspecten van gesprekspamfletten uit 1649’, in : De zeventiende eeuw, jaargang 21, nr. 1 (2005) p. 112-127.

– Doeke Roos, Zeeuwen en de Westindische Compagnie, Hulst 1992.

 

 

Googelen met statistiek

donderdag, 18 april 2013

 

 

Goochelen doe ik al een tijdje niet meer, googelen des te meer. Toch was ik deze week aan het goochelen tijdens het googelen; met de interpretatie van cijfers welteverstaan. Als historicus ben ik, net als de meeste economen, iemand van de analyse van de statistiek; een school waarvan de meest fervente rabbi’s tot de zogenaamde econometrie worden gerekend. Met google analytics kun je de bezoekersstromen van je website dunner fileren dan de visboer tegenwoordig zijn gerookte paling snijdt.

Krantenbank 2012Sinds de start van Krantenbank Zeeland genereert de site een groeiend aantal bezoekers, dat bij de lancering van de PZC, nu inmiddels drie jaar geleden zelfs rokende servers opleverde in het commandocentrum van de digitale Zeeuwse Bibliotheek (ZB). Sinds de gehele PZC tot het laatste jaar raadpleegbaar is, heeft de site qua bezoekersaantallen alle concurrentie van ZB-sites ver achter zich gelaten en volgt de allerlaatste slag die nog gewonnen moet worden, maar tegelijk eigenlijk onmogelijk moet zijn, omdat die site juist de bezoekers voor de krantenbank genereert: die van de ZB zelf. Dat zou zijn alsof het koekoeksjong het nest van de ouders leegrooft. Onmogelijk is het echter niet. De ZB zelf ontving over het eerste kwartaal van 2013 nog 69.457 bezoekers, terwijl de Krantenbank het er met 49.190 moest doen.

Het zijn echter de cijfers die hierachter liggen die mij doen jubelen. Verwacht mag worden dat de gemiddelde bibliotheekbezoeker zijn tijd spendeert aan het checken van activiteiten, openingstijden en vooral het zoeken naar materiaal in de catalogus. Alles bij elkaar 2:39 minuten gemiddeld, hetgeen al ruim meer is dan het gemiddelde van 8 seconden dat de jongere op een site doorbrengt. Dat is niets vergeleken met de Krantenbank, waar de bezoeker niet minder dan 17:13 minuten op rondsurft voordat een andere site wordt opgezocht. Enig narcisme is hier niet aan vreemd, een site waar je op je eigen naam kan zoeken en ook nog treffers vindt verleidt de mens immers al snel. Wat me echter nog meer verblijdt is dat de site tot in alle krochten wordt doorzocht. Had de site van de ZB in het eerste kwartaal nog een kleine 218.000 pageviews, die van de Krantenbank meer dan 1,27 miljoen (!), terwijl er ongeveer anderhalf miljoen pagina’s inzitten. In alle artikelen in heemkundige tijdschriften en historische publicaties kom ik tegenwoordig krantenbezoeken tegen, niet in de laatste plaats in de PZC zelf, die de site als archiefkast voor zijn eigen reportages raadpleegt. Nu zijn er internetpuriteinen die menen dat google analytics niet het zuivere aantal pageviews geeft, maar dat marginale verschil kan mij niet zoveel schelen.

Om je site succesvol te maken moet je weten wie je bezoekers zijn. Je kunt het zo gek niet bedenken of van elk onderzoeksgegeven kun je een hele aparte statistiek krijgen. Zo wordt de site niet alleen door Zeeuwen uit Zeeland bekeken, maar ook ver daarbuiten. Na België zijn de VS en Duitsland ook druk surfende krantenfans. Wat blijkt? Die bezoekers zijn enerzijds oude Zeeuwse emigranten (omgeving North-Carolina en Grote Merengebied) en anderzijds toeristen uit Noord-Rijn Westfalen.

Genoeg gejubeld, echter, want ik kwam er ook achter dat de Krantenbank de veldslag al had kunnen winnen met de juiste wapens. Het systeem waarop de Krantenbank momenteel draait nadert zijn grenzen en dreigt een potentieel grote groep geïnteresseerden te missen. De Krantenbank wordt voor 62% door gebruikers van Internet Explorer geraadpleegd. Dat is net zoiets als een band die anno 1995 nog cassettebandjes verkoopt terwijl iedereen al cd’s draait. Andere browsers ondersteunen de benodigde Flash Player namelijk niet zo goed als Internet Explorer. Erger nog; Macs doen dat helemaal niet. Nu valt dat nog op te lossen met een download, maar vervelender wordt het als we kijken naar het gebruik van mobiele telefoons en tablets. Het gebruik daarvan neemt hand over hand toe en de meeste jongeren raadplegen internet inmiddels niet meer op de pc. Krantenbank Zeeland is helemaal niet klaar voor deze groep. Een schrikbarend getal mobiele gebruikers van 68% iOS bezitters (van de iPods en iPads dus) heeft naar de site gezocht. Tegelijkertijd weet ik dat men die niet heeft kunnen gebruiken. Die mensen zijn dus afgehaakt. Ook de Android gebruikers (31% van de mobiele gebruikers) kunnen met de huidige omgeving even snel zoeken als een schaatser die op slap omgebonden Friese doorlopers achter een stoel over het ijs probeert vooruit te schuifelen.

Met de nieuwe webomgeving van het programma Memorix Maior moeten we die doelgroep tegemoet kunnen komen. Dit had al pakweg een jaar geleden klaar moeten zijn, maar wacht op dit moment nog op oplevering door andere toepassingen als de digitale Encyclopedie van Zeeland, tijdschriftenbank en boekenbank. Want wie de oorlog wil winnen moet wel op tijd over de juiste nieuwe wapens beschikken.

Johan Francke, projectmanager Krantenbank Zeeland

Europa om de hoek

dinsdag, 9 april 2013

Dat Europa ons klauwen met geld kost, daar worden we door de pers dagelijks aan herinnerd. Dat Europa ons daarnaast ook behoorlijk wat oplevert, daar zwijgen de media doorgaans over. Jammer is dat. Heel wat projecten in Nederland worden namelijk gefinancierd met Europees geld, maar meer dan een bouwbord met een Europees vlaggetje erop langs de snelweg krijgen we als Europese burgers daarover niet te zien, zo lijkt het. Laat staan te lezen of te bekijken.

Sinds een aantal jaren vindt de burger op de site Europa om de hoek informatie over diverse projecten die met Europees geld worden betaald. Projecten op het gebied van innovatie en natuurbehoud blijken goed vertegenwoordigd, maar tevens een internationaal sportcentrum voor topsporters, een re-integratietraject voor jongeren en een energieloket voor MKB’ers blijken rechtstreeks met klinkende euro’s vanuit Brussel te worden gefinancierd.  Ook in onze eigen regio blijkt de Europese financiering niet achter te blijven, zo blogde collega Edwin Mijnsbergen  in 2010 al eens over de blauwe lupine als vleesvervanger die gewoon in Goes wordt ontwikkeld. Een eye-opener voor al wie gelooft dat alle Europese innovatiegelden massaal verdwijnen in de door de media gebombardeerde bodemloze put Cyprus. Er gaan dus net zo goed centen naar Goes. En naar Breskens. Zelfs naar het eurosceptische oorden als Yerseke. Je moet het alleen even weten.

Europa is dus dichterbij dan je zou denken als je de gemiddelde krant openslaat. Om dat wat zichtbaarder te maken heeft de Europese Commissie in navolging van de website de zogenaamde Europese Kijkdagen georganiseerd. Projecten die tot stand zijn gekomen met hulp van Europese subsidies openen hun deuren voor het publiek en de burger krijgt zodoende een kijkje in de keuken van bedrijven die innovatief bezig zijn met Europees gemeenschapsgeld.  Op 10, 11 en 12 mei kunnen in het hele land tientallen projecten worden bezocht, ook in de nabije regio. Bij het Portaal van Vlaanderen in Terneuzen kun je bijvoorbeeld een wandeling over het sluizencomplex maken en vanaf het terras de zeeschepen bijna aanraken. Zo kun je zelf zien en voelen dat het alom verguisde Europa ook daadwerkelijk bijdraagt aan het versterken van de economie in de regio. Hoe leuk is dat?

 

Janette Zuydweg,

coördinator Europe Direct Middelburg