Archief van 2015

Maestro

dinsdag, 22 december 2015

Maestro komt weer op de buis en wat is Maestro nu precies? Maestro is een van oorsprong Brits amusementsprogramma van de BBC. Het programma wordt sinds 2012 ook in Nederland uitgezonden en is een grote tv-hit geworden.

In dit programma gaat een groep bekende Nederlanders zonder dirigeerervaring in acht weken leren om een symfonieorkest te dirigeren. De kandidaten worden begeleid door het Balletorkest, ze worden gecoacht door professionele dirigenten en een jury beoordeelt het eindresultaat.

Maestro 2

Onlangs las ik in de nieuwsbrief voor muziekbibliothecarissen een interessant betoog van een collega uit het land die nauw betrokken is geweest bij dit programma. Hieruit bleek dat het welslagen van een uitzending voor een groot deel afhankelijk is van de bibliothecaris.

Begin 2016 wordt seizoen drie uitgezonden op NPO 1 en het zal ongetwijfeld weer 8 weken lang mooie televisie opleveren. Ik heb in ieder geval met veel plezier gekeken naar de voorgaande seizoenen en ga zeker weer kijken naar seizoen 2016!

Maestro

De rol van de bibliothecaris
Wat is dan die belangrijke bijdrage van de muziekbibliothecaris?
Achter de schermen van een dergelijke uitzending gebeurt er heel veel waar de bibliothecaris aan bijdraagt. Omdat alle kandidaten aan de beurt komen worden er maar korte stukjes muziek gebruikt.

Het is daarom zaak om de oorspronkelijke composities in te korten en dit gebeurt onder leiding van de orkestbibliothecaris. Fragmenten van ca. 60 muziekstukken moeten bewerkt worden. Dit neemt heel veel werk met zich mee waarbij de tijdsdruk hoog is omdat de orkestleden hun partij op tijd moeten hebben om te oefenen.

Maestro1

Iedere aflevering heeft een thema en een bijbehorende repertoirelijst. Gemiddeld mag elke stuk ca. 1.30 minuut duren. Dit is kort maar tv-technisch nodig omdat de lengte van het programma gelimiteerd is en de aandachtsboog van de kijker kort. Bovendien is vertraging één van de valkuilen bij amateurdirigenten. Tv-technisch is er dan nog ruimte voor wat uitloop. Als de repertoirelijst bekend is, gaat de bibliothecaris ervoor zorgen dat de oorspronkelijke muziek in “huis” komt.

Wanneer het orkestmateriaal gearriveerd is begint het grote knip- en plakwerk. Alles wat niet gebruikt wordt, wordt uit de partij geknipt. De noten die gespeeld gaan worden, worden weer achter elkaar geplakt. Gemiddeld kost het ca. 7 uur werk voor één stukje muziek van anderhalve minuut.
Per uitzending moeten er acht muziekstukken klaar zijn. Tijdens de enige repetitie wordt duidelijk of het knip en plakwerk goed is uitgevoerd of dat er nog wat aan veranderd moet worden…

Een repetitie

Per uitzending is er één orkestrepetitie van drie uur gepland. Het kan zijn dat er minder tijd nodig is, het gaat tenslotte maar om 12 minuten muziek, maar musici hebben hun beroepseer om het geheel zo goed mogelijk te laten klinken. Dit wringt wel met het principe van Maestro waarbij als gevolg van de onervaren dirigent wanklank kan ontstaan… (wat wel vermakelijk kan zijn). Het is een zeer sympathiek orkest. De spelers vinden dat alles moet staan als een huis.

maestro_medium

Voor veel kijkers geeft het programma een hele nieuwe kijk op het symfonie-orkest.
Waar welke instrumenten zich bevinden, het belang van tempo en inzetten, waarom de rol van een dirigent zo cruciaal is. Het programma vervult ook een belangrijke functie voor de promotie van de klassieke muziek.

Waarschijnlijk heeft de producent van dit programma niet in de gaten hoeveel werk de bibliothecarissen hebben verricht en hoe belangrijk hun rol in deze is. Hiervoor zou een “the making of Maestro” erg goed zijn.

Rea Bensch,
Domeinspecialist muziek
Bron: Nieuwsbrief NVMB (februari 2015)

Schrijven met een boodschap

donderdag, 3 december 2015

banner heel walcheren schrijft

De Aula van ZB was dinsdagavond 1 december gevuld met verhalenschrijvers en hun fans. Het echtpaar Mullié, schrijvers van de Zeeuwse roman Ick Roelant, had in november een verhalenwedstrijd uitgeschreven met de titel ‘Heel Walcheren schrijft’. Het is de bedoeling dat zij met deze wedstrijd door heel Nederland trekken. De verhalen van alle winnaars worden tenslotte gepubliceerd in de door Uitgeverij Maan uit te geven bundel ‘Heel Nederland schrijft’.

Ick Roelant

Meer dan 40 Walcherse aspirant schrijvers stuurden een verhaal in, wat een geweldig resultaat is. Uit de inzendingen werden door de jury vijf verhalen gekozen die duidelijk beter zijn dan de andere inzendingen. Deze genomineerde verhalen werden voorgelezen door de auteurs. Na het juryberaad in de pauze, tijdens welk moment ook het publiek een stem mocht uitbrengen, werd de winnaar bekend gemaakt.

jury-schrijfwedstrijd

Erwin van de Linde (41) uit Vlissingen was de gelukkige met zijn verhaal Ik geef je je vrijheid. Ik had de eer in de jury te zitten en was geraakt door zijn verhaal dat gaat over een Syrische vluchteling, die in Nederland terecht komt en door een duif herinnerd wordt aan zijn eigen duif in Syrië, die hij toen hij met zijn vrouw op de vlucht sloeg voor de oorlog, de vrijheid heeft gegeven. Het verdriet om het achterlaten van huis, haard en herinneringen is groot. De duif wordt het symbool van dit verdriet, maar ook van de tocht naar de vrijheid.

Erwins verhaal wordt woensdag 9 december gepubliceerd in huis-aan-huisblad De Faam. Lees het, want het is meer dan een mooi verhaal. Het wijst ons op het gegeven dat alle vluchtelingen mensen zijn met individuele verhalen. Zij zijn niet voor niets op de vlucht gegaan, komen uit oorlogsgebieden waar ze dagelijks werden geconfronteerd met beschietingen, geweld en andere ellende. Gebieden waar je niet meer normaal kunt leven, waar je niet meer normaal je kinderen kunt grootbrengen…

Een gesprekje na afloop van de prijsuitreiking leerde dat Erwin lesgeeft aan de ISK Walcheren. Een school die tot doel heeft om gevluchte kinderen tussen de 12 en 18 jaar Nederlands te leren en  ze voor te bereiden op een ‘normale’ middelbare schooltijd. Met nieuwe kansen om hun plaats in onze samenleving in te nemen. En wie gunt ze dat niet! Hij heeft een leerling in zijn klas die thuis in Syrië duiven hield en daarover vertelde. Hij mist ze. Erwin vatte het plan op om met deze leerling naar een duivenmelker uit zijn straat te gaan, om hem iets van het plezier van zijn hobby terug te geven. Dit bezoek moet nog plaatsvinden, maar het verhaal dat hij schreef is wel op dit voorval gebaseerd.

Erwin is een man met hart voor zijn werk, hij ziet zijn leerlingen zoals ze zijn. Enerzijds ‘gewone’ pubers, met puberintresses en pubergedrag. Maar ook als jonge mensen met nare, soms afschuwelijke ervaringen achter de rug. Met trauma’s en verdriet. Ontheemd en ‘gekleurd’ door hun herinneringen. Petje af voor deze schrijver in de dop. Voor zijn dagelijkse inzet om jonge mensen te begeleiden en weer een stuk vertrouwen terug te geven. Vertrouwen in mensen en in al het goede dat het leven ook voor hen in petto heeft.

Anya Marinissen, bibliothecaris ZB

 

Boeken die je niet wilt lezen (VI)

maandag, 30 november 2015

Inmiddels zijn we alweer toe aan het zesde deel van een serie waar zich steeds meer materiaal voor aandient in zowel bibliotheek als op het web.
Ditmaal wordt de blik weer gericht op de volwassen studieboeken en de literatuur; dat wil zeggen; boeken die veronderstellen dat we interesse zouden moeten veinzen voor de thema’s die de auteurs naar voren brengen. Gemakshalve heb ik voor de lezer een ander weer netjes categorisch ingedeeld.

Hobby
Arne en Carlos kenden we al uit vorige edities als de Noorse nichten die onvermoeid door blijven geitenbreien én schrijven, want net als op tv doen nichten-zonder-boodschap het erg goed in de media. Vandaar dat Arne Nerjordet en Carlos Zachrison inmiddels de volgende (vertaalde) titels aan hun oeuvre hebben toegevoegd: Noors breien, Poppen breien en ze Breien de bloemetjes buiten. Nu is er dan een zoveelste nutteloze uitgave die het goed moet gaan doen onder de kerstboom in Nederland en Noorwegen: Arne en Carlos Breien ditmaal op hun sloffen. ’Waarom heb ik dat niet bedacht?’, denk je als je net als iedereen ook op je sloffen rijk wilt worden. Ik durf er aardig wat onder te verwedden dat zelfs die brillen van Arne en Carlos door Hans Anders gesponsord zijn.

Arne en Carlos breien op hun sloffen

Dan van de vrouwen- naar de mannenhobbies. Als student geloofde Bart Huges (Amsterdam, 1934 – 2004) dat je eeuwig high kon zijn, door een gaatje in je schedel te boren. Hij deed het, vijftig jaar geleden op 6 januari 1965 in zijn woning in Amsterdam. In het archief van fotograaf Cor Jaring werden onlangs kleurenfoto’s gevonden van dit spektakel, waarin vooral de kleur rood veel expressiever naar voren komt dan in de, tot nu toe bekende, zwart-wit foto’s. Huges is met deze zelfoperatie zeventig geworden en overleed aan een hartkwaal, dus je kunt niet zeggen dat het ongezond voor je is om een gat in je schedel te boren, maar het geeft ook aan dat medische kennis en vooral precisie toch wel noodzakelijk zijn. Of Stewart Cowley die kennis ook bezit en of hij in Huges een inspiratiebron zag is mij niet bekend, maar het omslag van zijn Do-it-yourself brain surgery vind ik er toch iets te huis-tuin-en-keuken-achtig uitzien om nu met een beitel enige schilfers bot van mijn schedel af te gaan splinteren.

Omslag boek: Do it yourself brainsurgery

Krijgswetenschap
De krijgswetenschap is een vakgebied waarbij je al snel verdwalen kunt in deelgebieden van een zeer specifieke krijgswetenschappelijke afdeling. Helaas kon ik er geen plaatje bij vinden, maar Sir Francis Chichester schreef ooit de poëtische titel, ‘Bombing by star navigation. What can the air sextant do?’ Nu zou je je hierbij nog voor kunnen stellen dat dit een post fin-de-siècle verhandeling zou zijn met het oog op oorlogvoering in de lucht zoals die in de Eerste Wereldoorlog werd bedreven, maar niets is minder waar. Dit artikel stamt gewoon uit het atoomtijdperk. Ik mag hopen dat de wetenschapper zijn proeven met dummies uitvoert.

Toch kan het nog wat ongemakkelijker door ook je paard in de krijgsexercities te betrekken. Dat bewees Sergeant Rick Pelicano die in 2004 Bombproof your horse: teach your horse to be confident, obedient, and safe no matter what you encounter schreef. Dat de koek nog niet op was bewees hij in 2010 door het nog eens dunnetjes over te doen met Better than bombproof. New ways to make your horse a solid citizen and keep you safe. Nu zou je nog kunnen denken dat het hier om heuse ‘warhorses’ gaat en dat dit standaardliteratuur is voor het Cavalerie Ere-Escorte die op Prinsjesdag met een regiment van 53 Huzaren te allen tijde rustig moet blijven te midden van rookbommen- en theelichtjesgooiers, maar de lezer krijgt hier toch echt het idee dat het hier om een cursus voor tieners gaat.

Voorzijden boeken: Bombproof your horse en Better than bombproof

En dat terwijl we helemaal niet bang hoeven te zijn, tenminste, volgens het Ground Zero project! (maar wel al in 1982 gepubliceerd) dat Nuclear War, what’s in it for you? Uitgaf en daarbij de vraag stelde: Why do you feel scared with 10,000 nuclear weapons protecting you? Misschien dat Amerikanen er vanuit gaan dat bommen je altijd beschermen en je niet bedreigen, maar ik voel toch de twijfel knagen bij het lezen van dit soort als hypothetische vragen bedoelde schisma’s in de samenleving.

voorzijde boek: nuclear war: what's in it for you

Biologie
Snel over naar de bloemen en de bijtjes dan maar, dat lijkt een stuk gezelliger, hoewel het schijnt dat er heuse psychologische trauma’s schuil gaan achter ons groente en fruit. Het volgende boek lijkt een directe loot afkomstig van de Freud boom te zijn. Je zou ook denken dat het door een Dolle Mina is geschreven, maar wat met The anger of Aubergines: stories of women and food van Bulbul Sharma uitgegeven in New Delhi in 1997 aan te vangen is me niet duidelijk, tenzij het onvermijdelijke thema seks weer om de hoek komt kijken.

Voorzijde boek: the anger of aubergines

Dat de hoeveelheid literatuur over dat onderwerp nog lang niet eindig is bewijst de interesse van James K. Wangberg voor het seksleven van zesvoetigen in Six-legged sex. The Erotic lives of Bugs. Ook bij deze schrijver bevinden we ons weer op een dusdanig gespecialiseerd niveau dat het simpelweg weer lollig wordt dat er iemand is die daar honderden pagina’s over uitwijdt en dat die interesse door nog drie andere mensen op deze bol met zes miljard mensen wordt gedeeld.

Voorzijde boek: Six legged sex

Psychologie
Minder lollig zijn dan weer de vraagstukken in het leven die zo ernstig zijn dat je er liever helemaal niet over na zou willen denken, laat staan een boek over lezen. Toch schreef David Benatar Better never to have been. The harm of coming into existance. Nee, beter dan je dit soort levensvragen te stellen is het dan maar om dood te zijn zonder dat je het zelf door hebt.

voorzijde boek: Better never to have been

Ongetwijfeld kent u zelf een paar van die gevallen in uw omgeving, maar Gary Leon Hill wist er een complete studie aan te wijden met People who don’t know they’re dead. Nog belangrijker zijn natuurlijk zijn tips voor omstanders over het ‘hoe om te gaan’, met deze zombies. Hij wist overigens een passende omslag bij zijn publicatie te vinden.

Voorzijde boek: People who don't know they're dead

Nu we toch in de hoek van de schizofrene medemens beland zijn pakken we er nog maar een boek bij over mensen die in zichzelf praten. Lastig voor de omstanders, maar nog lastiger voor jezelf als je niet weet waar je het over hebben moet. Dat probleem is nu opgelost met het boek van Shad Helmstetter die met What to say when you talk to your self een. Er zijn kennelijk nog een kleine miljard potentiële zelftwijfelaars want zijn boek werd ook in het Hindi en Japans vertaald. Vervelender vind ik overigens dat ik regelmatig de bus moet delen met een persoon die ook niet weet wat hij zeggen moet en zijn dagelijkse beslommeringen die er al veertig jaar hetzelfde uitzien daarom met de buschauffeur deelt –die immers niet wegvluchten kan- maar die desondanks wel vijf kwartier in een uur weet te ouwehoeren.

Voorzijde boek: what to say when you talk to yourself

Dan zijn de volgende titels toch een stuk luchtiger van toon. Beide hypothetische vragen zijn eenvoudig te beantwoorden. Desalniettemin had Ian Punnett toch een kleine 190 pagina’s nodig voor het beantwoorden van de vraag How to pray when you’re pissed at God? terwijl iedereen weet dat bidden en boos zijn een combi is die beter vermeden kan worden; een en ander houd verband met het derde gebod.

Voorzijde boek: How to pray when you'r pissed at God

De volgende diagnose, gesteld door Hans-Joachim Neumann en Henrik Eberle is onderbouwd in 250 pagina’s en had evengoed de naam van een nieuw Discovery programma kunnen zijn. Over het Derde Rijk en de führer zijn natuurlijk al bibliotheken vol geschreven, maar met Was Hitler ill? A final diagnosis voegden beiden toch een geheel nieuwe dimensie toe aan een man van wie het toch al niet aan biografieën ontbreekt. Ook het complotdenken is beiden niet vreemd, want Adolf wordt hier voor een afgeleefde drugsverslaafde psychopaat versleten, terwijl de lezers van Time hem toch tot de man van de eeuw verkozen (de redactie haastte zich vervolgens snel om de wat politiek neutralere FDR die eer te gunnen). Het boek past natuurlijk wel perfect in het intellectuele klimaat van de jaren-nu, waarin we de zaken graag zwart-wit voorgespiegeld zien en de vraag beantwoord willen voordat we zelf na hebben moeten denken.

Voorzijde boek: was Hitler ill?

Seksuologie
Ook het seksuele aspect mag natuurlijk weer niet ontbreken in dit rijtje boeken. De omslag van het boek The lesbian s/m safety manual geeft in ieder geval precies wat je van de inhoud verwachten mag, maar of het ook veel lezers buiten de doelgroep aantrekt waag ik wederom te betwijfelen. Het gaat hier toch immers om een handboek waarin we de nodige technische vocabulaire en tekeningen mogen verwachten. Wat je dan weer niet verwachten zou is dat het boek door Patrick Califia geschreven is; een man dus. Al heb ik wel eens begrepen dat de Bouquetreeks ook door twee Arne & Carlos achtige types werd geschreven.

Voorzijde boek: Lesbian safety manual

Eigenlijk is ‘the manual’ nog een doorsnee boek als we Jon G. Hughes mogen geloven die met Celtic sex magic: for couples, groups, and solitary practitioners een voor de meeste mensen volstrekt onbekende wereld opent. Daarin lijkt het of de behoeften van de moderne mens rechtstreeks afstammen van tweeduizend jaar oude voorvaderen uit de Keltische wereld die met zijn allen naakt in de tuin achter hun plaggenhut een dansje deden rond de zonnewijzer.

Voorzijde boek: celtic sex magic

Diversen
Alweer enige jaren geleden besloten diverse backpackende auteurs dat de thematische reisgids wel door alle onderwerpen heen was, op eentje na, die van de toerist die de meest primaire van alle levensbehoeften moet uitvoeren en zich in het buitenland plots voor de meest bizarre en onsmakelijke situaties geplaatst ziet. In Het WC-boek; een onderhoudende reis langs toiletten over de hele wereld ziet de lezer het verschil tussen een toilet in Oeganda, Liechtenstein en Alaska; helaas laat dit boek vooral niet zien hoé die toiletten er vanbinnen uitzien en meer in het bijzonder ontbreekt de exotische geur aan de pagina’s.

Voorzijde boek: WC boek

Een ander boek in deze categorie exotische onderwerpen gaat over de urban jungle; over verdwaalde winkelwagentjes, meer in het bijzonder de exemplaren van oostelijk Noord-Amerika. Dat doet vermoeden dat er een hele reeks over de gehele VS van zou bestaan, maar auteur Julian Montague heeft na zijn eigen heemtuin te hebben afgestruind tot nu toe vermeden met nieuwe publicaties op de proppen te komen. Wellicht dat een archeoloog uit het jaar 2465 bij het vinden van deze ijzeren vehikels met vier kleine wieltjes veel steun heeft aan dit boekje bij het determineren van zijn of haar vondst, wat mij betreft worden er kerstservetten van deze papierpulp gemaakt.

Voorzijde boek: Stray shopping carts

Logopedie/Dramaturgie
Een boek waarbij titel en omslag weer bijna perfect bij elkaar komen is Italian without words van Don Cangelosi en Joseph Delli Carpini. Vooral het houthakkersbloesje met daaroverheen een stoffen vestje doet het erg goed in combinatie met de snor van de nep-Italiaan die duidelijk uit oostelijker streken dan de Adriatische Zee komt. Iedereen die wel eens een slechte b-film over de maffia, zoals Mickey Blue eyes, heeft gezien weet precies wat hiermee bedoeld wordt. Zo goed zelfs dat je na de omslag de rest van het boek niet meer hoeft te lezen.

Voorzijde boek: Italian without words

Boeken en context
Tot besluit nog een aantal boeken die op zich helemaal niet zo vreemd zijn, maar dat in de context waarin ze worden gelezen wel zijn. Zo stond onderstaand boek met de wervende jaren ’10 titel; Why men love bitches, waarschijnlijk een paar plankjes te laag in de boekwinkel, waar het voor deze kleuter die het alfabet net machtig is een mooie prooi vormde, want één woord kende hij via MTV natuurlijk al. Inmiddels heeft auteur Sherry Argov ook Why men marry bitches het licht doen zien, maar ook daarmee wil ik niet in de metro gezien worden.

Voorzijde boek: Why men love bitches

Verder blijkt er heuse poëzie voor je huisdier te zijn; meer in het bijzonder de hond. Sterker nog honden zijn er zo verzot op dat ze de poëzie letterlijk verslinden. Of de inhoud van het boek ook enige invloed heeft op deze leeshonger waag ik echter te betwijfelen. Waarschijnlijk zet deze hond met evenveel liefde zijn tanden in het boek van Sinterklaas.

Voorzijde boek: I could chew on this

Eentje die valt in de categorie “mijn naam is Dick de Cock, maar zoek mij niet op internet” is de volgende boektitel, waarvan de omslag nog strikt neutraal is, en de tekst dat ook kan zijn, maar in de Angelsaksische wereld wordt I love Dick door de meesten niet als verwijzing naar een naam maar als verwijzing naar een zelfstandig naamwoord geïnterpreteerd. Nu kun je dit boek op je gemak thuis lezen, maar als je het meeneemt in de metro kun je op blikken wachten zoals de buurvrouw van deze dame die op het slachtoffer werpt. Of zou het jaloezie zijn?

Voorzijde boek; I love Dick

Ook verwacht je van sommige mensen gewoonweg bepaalde interesses niet. Het is al vreemd dat mannen van boven de vijftig zich interesseren voor problemen van meisjes, maar als je onderstaande man gebiologeerd in White girls problems over de shopverslaving van een blanke tiener ziet lezen ga je jezelf toch afvragen welk beroep of mogelijk welke niet-zo-frisse hobbies hiermee verband kunnen houden.

Voorzijde boek: white girls problems

Tot besluit nog enkele merkwaardige stunts van collegae bibliothecarissen in het buitenland, zoals een geheel nieuwe wijze van presentatie voor de SISO 909 rubriek, die, dat kan niet ontkend worden, bijzonder veel recht doet aan de inhoud van deze boekenrubriek.

Boeken met de strek naar voren geplaatst. De rugtitels zijn onleesbaar. Er hang een bord mysterie boven de kast.

Dat bibliotheken kennisinstituten zijn die ook allerlei cursussen geven op het gebied van bijvoorbeeld analfabetisme is bekend. De vraag is alleen hoe je daarmee adverteert. Persoonlijk lijkt een radiospotje me daarvoor de aangewezen manier, maar daar dachten de medewerkers van de Openbare Bibliotheek van Burbank (Los Angeles) anders over. Een dergelijke banier valt natuurlijk wel op, tenminste … als je lezen kan.

Voorzijde boek: Never too late to read

Dit was voorlopig de laatste blog in deze reeks, maar zeg nooit nooit, de hoeveelheid tekstuele diarree die geproduceerd wordt lijkt vooralsnog een niet te stoppen stroom, waartegen het prettig roeien is.

Johan Francke
Informatiespecialist

Training interactief voorlezen

donderdag, 29 oktober 2015

Voor de derde keer op rij organiseerde de VoorleesExpress Walcheren de training interactief voorlezen voor een nieuwe lichting (vrijwillige) voorlezers. Alle dertig voorlezers in spé waren op hun vrije zaterdag, én voor velen ook de eerste dag van de herfstvakantie, voor deze training naar de bibliotheek gekomen, waaruit maar weer blijkt hoe serieus ze hun vrijwillige voorleestaak opvatten! Natuurlijk hebben we het eerst over het belang van (voor)lezen gehad, en dat (voor)lezen heel belangrijk is, en tegelijk ook nog eens heel erg plezierig is, werd vanzelfsprekend door allen onderschreven, anders zat men er immers niet.

mensen volgen de cursus interactief voorlezen

Dat je ’t liefst al vanaf babyleeftijd kunt beginnen met boekjes “voorlezen” En dan gaat het er uiteraard niet om zo’n boekje van begin tot eind voor te lezen, dat moge duidelijk zijn, het is gewoon iets waarmee je samen met het kindje plezier beleeft, je vertelt erbij, en je zegt wat het doet “ja, dat vind jij leuk he, om het boek op de grond te gooien”, of als het kind toevallig bij de bladzijde met daarop het eendje komt, zeg je “kwak, kwak, eendje”, en zing je uit volle borst “alle eendjes zwemmen in het water” en negen van de tien keer zal het kind daarop reageren door z’n hoofdje naar je toe te draaien, zo van, hee, das leuk, dat heb ik meer gehoord (want dat liedje zingt de juf bij de crèche ook). De klanken, ritme en rijm van de woorden vinden jonge kinderen leuk om te horen.

En heel belangrijk, vanaf jonge leeftijd ben je bezig met het opbouwen van een voorleesroutine, een goede dagelijkse gewoonte met het omgaan met boeken, belangrijk voor de taal- en spraakontwikkeling van kinderen. Het leidt ook tot een sterkere leesmotivatie (de wil om te (leren) lezen). Juist in boeken komen allerlei woorden voor, die het kind in de dagelijkse spreektaal niet zo vaak zal horen. Wist je dat kinderen door 15 minuten per dag te lezen (voorgelezen te worden) zoveel woorden lezen/horen (1 miljoen per jaar) dat ze uiteindelijk 1000 nieuwe woorden per jaar erbij leren!

Bij de training ligt de focus op het interactief voorlezen, dat is iets anders dan een boek er doorheen jassen. De kunst van interactief voorlezen is om dat zo te doen dat kinderen oplossingsgericht gaan na- en meedenken over wat er gebeurt in het verhaal, dat ze onder woorden brengen wat ze beleven bij het verhaal en wat ze kennen uit eigen ervaring.
Daar zijn een aantal tips en trucs voor, bijv. het stellen van open vragen, waarop je als kind dan vrijelijk kan reageren, mits je natuurlijk al over redelijk wat actieve taal beschikt.
Maar ook heel jonge kinderen, die nog in twee-woord-zinnen praten, of kinderen met een andere moedertaal, die nog te weinig Nederlandse woorden/taal tot hun beschikking hebben, kun je betrekken bij het verhaal d.m.v. aanwijsvragen en ja/nee vragen te stellen of adequaat te reageren op hun lichaamstaal: “ja, Muis poetst ook zijn tanden, net als jij, he. Laat maar eens zien, hoe jij dat doet” (of, pak je tandenborstel maar eens, en andere voorwerpen uit het boek).

Door daarnaast ook met de kinderen naar de voorkant van het boek te kijken, de titel van het boek voor te lezen en hen vervolgens te laten voorspellen waar het boek over zal gaan, en door hardop denkend voor te doen hoe je oplossingen bedenkt voor “het probleem” in het verhaal bereid je hen op een speelse manier voor op begrijpend lezen in de basisschool (het toekennen van betekenis aan geschreven taal), een vaardigheid die ze ook in hun latere leven goed moeten beheersen (denk aan allerlei overheidsinformatie, die we als volwassene voorgeschoteld krijgen).

cursussituatie waarbij een prentenboek wordt voorgelezen aan de cursisten

Het zal duidelijk zijn dat je juist met interactief voorlezen aan (jonge) kinderen nog meer effect bereikt op het gebied van onder meer de taalvaardigheid en woordenschat. Ook onderzoek toont deze effectiviteit aan, en dan met name door het dagelijkse voorlezen. Daarom hechten wij bij de VoorleesExpress veel waarde aan het model staan voor de ouders van het voorleeskind (er wordt twintig keer voorgelezen), want we streven ernaar dat de ouders gaandeweg het stokje overnemen (of een ouder broertje of zusje). Met z’n allen zorgen we ervoor dat we van die kleintjes grote lezers maken, waar zij heel hun leven profijt van zullen hebben!

Gastblogger Leni Beijer, Bibliotheek Vlissingen.
De training vond plaats op zaterdag 24 oktober 2015 in ZB.

Meer informatie over

Aaron Copland

dinsdag, 20 oktober 2015

Dit jaar is het 25 jaar geleden dat de componist Aaron Copland is overleden. Copland wordt als de belangrijkste vertegenwoordiger van de ‘Amerikaanse modernen  beschouwd. Het leek mij een goede reden om wat meer over hem te weten te komen en mijn weblog aan hem te wijden.

aaron copland

Aaron Copland is geboren in 1900 en gestorven in 1990. Hij was een Amerikaanse componist, muziekpedagoog, dirigent en pianist. Hij behoorde tot de ‘Amerikaanse modernen’ die een voorliefde voor theatermuziek hadden.

De componist en dirigent Leonard Bernstein heeft zich erg voor de muziek van Copland ingezet. Aaron was een zoon van een joods echtpaar dat uit Litouwen, respectievelijk Polen gemigreerd was.

Aaron Copland groeide op als jongste van het gezin. De oorspronkelijke naam van zijn vader was echter Kaplan. Coplands vader had voordat hij naar de Verenigde Staten emigreerde, de Engelse naam Copland aangenomen.

Alle kinderen uit het gezin kregen muziekles en op elfjarige leeftijd schreef Aaron Copland zijn eerste compositie, zeven maten van een opera met de naam ‘Zenatello’.

Aaron-Copland-Quotes-1

Toen hij 15 jaar was besloot Aaron na een concert van Ignacy Jan Paderewski dat hij  componist wilde worden. Zijn moeder stelde hem in de gelegenheid om in Parijs muziek te gaan studeren. Hij verbleef drie jaar in Parijs, eerst als leerling van Paul Vidal, daarna van Nadia Boulanger.

In de zomermaanden van 1924 en 1925 kwam hij in Berlijn, Salzburg en Wenen met de Europese avant-garde in contact. In 1925 en 1926 kreeg hij een studiebeurs van de Guggenheim Foundation zodat hij in deze jaren door Europa kon reizen. Met Roger Sessions organiseerde hij een concertreeks met nieuwe muziek in New York City, de Copland-Sessions Concerts ( 1928-1931).

Tijdens zijn studie in Parijs was zijn interesse in jazz ontstaan. Jazzritmes en de harmonie van de blues vindt men terug in zijn vroege werken zoals het ‘Scherzo’ van de Symfonie voor orgel en orkest (1924), de suite ‘Music for the Theatre’ (1925) en het tweede deel ‘Essay in Jazz’ uit het Concert voor piano en orkest.

In 1932 maakte Copland een reis naar Mexico en daardoor ontstond het muziekstuk ‘El Salon Mexico‘ (1933-1936) voor orkest.

fanfare copland

Het bekendste werk van Copland is zijn ‘Fanfare for the Common Man voor koperblazers en slagwerk uit 1942, dat later zelfs bewerkt werd door de Britse popgroep Emerson, Lake & Palmer.

Het werd als openingstune van de Nationale Conventies van de Democratische partij gebruikt en de fanfare werd eveneens gebruikt als hoofdthema in het vierde deel van zijn Symfonie nr.3.

Appalachian Spring

In 1944 componeerde  Copland het werk  ‘Appalachian Spring‘ waarvoor hij in 1945 de Pulitzer-prijs voor muziek ontving. In de jaren vijftig sloot Copland zich aan bij de experimentele werken van de late jaren twintig, composities met de dodecafonie ( twaalftoontechniek). Na de Tweede Wereldoorlog kwam het Schönberg-syndroom en jonge componisten namen geleidelijk afstand van Copland.

In de laatste jaren van zijn leven componeerde hij nauwelijks, hij werd als ’the grand old man’ van de Amerikaanse muziek gezien.

De boekentafel muziek op het plein van ZB| Planbureau en Bibliotheek van Zeeland is gewijd aan Aaron Copland. Op de tafel liggen cd’s, bladmuziek en boeken over en van Aaron Copland die u kunt lenen of beluisteren in de strandhokjes op de muziekafdeling.

Rea Bensch, Domeinspecialist muziek

 

(Bron: Wikipedia)

Wetenschapsdag 2015: Huis van de techniek

maandag, 19 oktober 2015

De Wetenschapsdag 2015 in de ZB was een groot succes. Het Huis van de Techniek was aanwezig met “Ontdek hoe mooi techniek is”. Drie Techniek Ambassadeurs gingen met jonge bezoekers aan de slag met een activiteit die te maken heeft met hun beroep.

wetenschapsdag-2015-mary-remijnseWETENSCHAPSDAG 20152

Bij Techniek Ambassadeur Rogér Platjouw van chemisch bedrijf Trinseo konden kinderen plastic bekertjes omsmelten tot iets nieuws. Roger: “Het was echt geweldig om te zien hoe verbaasd kinderen en ouders reageren op het smelten van de bekertjes om er vervolgens iets anders van te kunnen maken. De kinderen waren creatief, niet alleen werden schaaltjes maar ook bloemen en frisbees gemaakt. Het was voor hen echt kennismaken met de wondere wereld van plastic.”

WETENSCHAPSDAG 20153

Techniek Ambassadeur Yolanda de Jong van Rijkswaterstaat maakte er een wedstrijd van: Wie bouwt de hoogste toren van spaghetti? Yolanda: “Iedereen ging vol enthousiasme aan de slag, de vaders waren erg fanatiek. Leuk om te zien dat de opdracht voor alle verschillende leeftijdsklassen een uitdaging was.”

Techniek Ambassadeur Bas Hamelink van agro-industrieel bedrijf Cargill liet de kinderen voorspellen in welke van de lekkere dingen die hij had meegenomen zetmeel zit. Vervolgens mochten ze testen of hun voorspelling klopte. Bas: “Leuk om te zien hoe enthousiast de kinderen waren en hoeveel sommigen eigenlijk al wisten!”

WETENSCHAPSDAG 20155WETENSCHAPSDAG 20154

Bij elkaar hebben de Techniek Ambassadeurs rond de 500 kinderen én hun ouders laten ervaren hoe mooi en verrassend techniek is.

Mary Remijnse

(Tekst en foto’s)

Branding Europe: een Zeeuwse Meet Up

donderdag, 24 september 2015

De aantrekkingskracht van het IS-kalifaat op jonge moslims, de sterke PR-machine van het Kremlin en de onstuitbare stroom migranten aan de poorten: Europa voelt aan alle kanten de hete adem van dreiging in de nek. Het wordt steeds noodzakelijker om het bestaansrecht van Europa helder te formuleren en er is dringend behoefte aan een duidelijk en emotioneel verhaal over wat wij zijn en wat dat ons waard is.

Dit uiterst actuele en tevens precaire onderwerp wordt op 13 oktober onder leiding van Bart Krull uitvoerig bediscussieerd in een volgepakt Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. Hoogleraar Maurits Berger zal onder andere een van de gasten in het programma zijn.

Pakhuis de Zwijger

Pakhuis de Zwijger

Al ruim 13 jaar zet VPRO Tegenlicht, het informatieve programma waarin nieuwe ideeen en trends worden onderzocht binnen de wereld van politiek, economie, sociologie en wetenschap, aan tot discussie. Zowel in de media, de laatste jaren in Pakhuis de Zwijger en ook thuis in de huiskamers.

Reden te meer voor de VPRO om een format te bedenken die de geïnteresseerde kijker in de gelegenheid stelt om actief mee te discussiëren en zo werd in het najaar van 2013 de lokale Tegenlicht Meet up geboren. In het kort komt het er op neer dat de fans van het programma zelf bijeenkomsten organiseren in het hele land. Van Hornhuizen via Zwolle en Amersfoort tot Leeuwarden. In buurthuizen, universiteiten, poppodia en theaters. En soms ook in bibliotheken.

logo tegenlicht meet up

tegenlicht meet up

ZB organiseert namelijk in samenwerking met Europe Direct Middelburg op dinsdagavond 13 oktober 2015 om 19.30 uur de tweede lokale Tegenlicht Meet Up ZLD. Naar aanleiding van de uitzending op 11 oktober NPO 2, zal het onderwerp ‘Branding Europe’ verder worden uitgediept.

Europe direct

Europe direct

Hou je van debatteren, wil je je kijk op de wereld delen met je medeburgers, of behoor je gewoon tot de schare fans van Tegenlicht: eenieder die graag wil mee wil praten en denken over de toekomst van Europa is van harte welkom.

  • 13 oktober 2015
  • 19.30 uur
  • Foyer ZB, Kousteensedijk 7 in Middelburg
  • Gratis toegang
  • #meetupzld

Janette Zuydweg,

Europe Direct Middelburg

 

 

 

 

 

Kinderboeken die je niet wilt lezen

donderdag, 3 september 2015

We zijn inmiddels alweer toe aan het vijfde deel over boeken die je liever niet zou lezen; ditmaal in zijn geheel gewijd aan het kinderboek. Om meer precies te zijn: aan het kinderboek waar volwassen schrijvers illustratieve of taalkundige ingrepen hebben gedaan die een nogal dubbele bodem hebben. Ergo; die een kind argeloos leest, maar waar de volwassene de (meestal seksistische) expliciete boodschap meteen in ziet. Ook zijn er schrijvers die het relativeringsniveau en de verstandelijke vermogens van de kinderen kennelijk iets te hoog inschatten door de kleuters levensgevaarlijke, educatief onverantwoorde experimentjes voor te schotelen. Een grote hoeveelheid missers wordt doorgaans geproduceerd door schrijvers en illustrators die niet de moeite nemen elkaars werk door te spreken. Een en ander is weer netjes categorisch voor u ingedeeld:

Teksten die in de volwassen wereld een heel andere betekenis hebben

Wie het in de VS over A big D… heeft, hoeft dat niet verder uit te leggen. Men noemt de laatste drie letters van het D-woord vaak niet eens, omdat de censuur in het land van de begrensde mogelijkheden dat nu eenmaal gebiedt. Het is dan ook obsceen om, zoals Margot Finke deed in haar serie met boeken over de avonturen van Horatio Humble hem The Big “D” te laten verslaan.

Big D

Kinderen hebben allerlei knuffels in bed. En ja, ook van een bever kun je een heel leuk knuffelbeestje maken. Maar als de bever het beste speelmaatje in bed wordt voor meisjes die niet kunnen slapen, ga ik toch een beetje aan andere soorten speelgoed denken.

beaver

Er is natuurlijk altijd verschil tussen de letterlijke en figuurlijke betekenis van woorden, maar in het volgende geval loert het misverstand wel heel erg om de hoek: als meneer Rogers ‘iets in haar mond legt’ waar ze heel stil van wordt, zodat meneer Rogers vergeet om boos te worden.

MrRogers

In de al vaker aangehaalde categorie: verkeerde titel bij het verkeerde plaatje, is daar het Roodkapje verhaal van William Steig, waarbij we in het grote enge bos een als Roodkapje verkleed varkentje door het bos zien slenteren en meneer Vos haar achter een boom opwacht in The Amazing Bone. De tekening op de omslag doet in combinatie met de titel van het boek toch echt verwachten dat die brave meneer Vos een heuse potloodventer is.

Amazing bone

In diezelfde categorie boeken treffen we een illustratie uit een Peter Pan verhaal met een onderschrift waarbij Pleasure Island het nieuwe Thailand lijkt voor pedofielen. Een vrijbuiter met een zak geld probeert in de kroeg jongetjes te ronselen om ze naar het eiland te ontvoeren.

Pleasure island

 

Educatief niet verantwoorde teksten over dieren

Kon bij de vorige boeken nog sprake zijn van dubbelzinnigheid, dat is bij de volgende categorie absoluut niet meer aan de orde. Hier is simpelweg sprake van educatief totaal onverantwoorde tekst, waarbij je mag hopen dat de kinderen die dit lezen het geleerde niet in de praktijk gaan brengen. Zo heb ik de rijmpjes van Moeder de Gans altijd nogal onschuldig gevonden, tot ik onderstaande tekst las. De kinderen van het lieveheersbeestje zitten opgesloten in hun huis dat in brand staat. Zij komen allemaal om in de vlammen…

mother Goose

Het afschieten van een kreupel paard om het vervolgens te verwerken als diervoeder en het weer aan de andere dieren te geven, is een cyclus van het huisdier die ons in de volwassen wereld wel bekend is, maar die we onze kinderen tot in de puberjaren liever besparen. Misschien is dit boek wel stiekem gesponsord door de National Rifle Association. Die moeten immers jong leden werven om over twintig jaar nog bestaansrecht te hebben.

dead horse

Om even bij de dieren te blijven, kan ik er ook het nut niet van inzien om kinderen te enthousiasmeren hun vinger in het achterste van hun huisdier te steken. Wie ooit zijn of haar kat wel eens per ongeluk op een verkeerde plaats heeft geaaid weet welke repercussies daar op staan. Het beestje is niet mals in het ogenblikkelijk uitdelen van straffen.

Sticking your finger

Ook het gebruik van drugs of toxische stoffen door dieren of mensen zou ik het liefst bij scheikunde in de examenklas van het voortgezet onderwijs behandelen. Daar dacht deze schrijver echter anders over, toen hij het aapje George eens flink uit de fles Ether liet snuiven om daar vervolgens de gevolgen erg illustratief van in beeld te brengen. Je zou hier ook bij zestienjarigen nog een sticker verwachten met ‘Don’t try this at home’, maar die ontbreekt toch echt.

Ether

 

Boekillustraties die een beetje te expliciet zijn

‘Achteraf is het de koe in de kont kijken’ vind ik een heel mooi Nederlands spreekwoord, dat ook zeker van toepassing is op de volgende illustratie uit een boek met uitvouwbare illustraties. Tegenwoordig zouden we dat een 3D-boek of een pop-up boek noemen. Dit soort boeken kunnen erg leerzaam zijn, maar als het om de anatomie van mens en dier gaat kun je ook te expliciet zijn. Zo is de mond van onderstaande koe nog leuk gevonden, maar om ditzelfde stukje karton voor de achterzijde van de koe te gebruiken, was dan weer een wat minder geslaagd idee dat nogal grotesk uitgevallen is.

cow's milk

Toegegeven, het is even zoeken op onderstaand plaatje, maar de blokkentoren met letters vormt een beetje vreemd woord voor een kinderboek. Tenzij je arts bent, zul je dit liever niet aan je kind uit gaan leggen. Sommigen denken misschien dat het gewoon toeval is dat die letterblokken zo staan, maar een kleine berekening leert dat het toeval dat het woord hepatitis hier staat, neerkomt op een kans van 1 op 1.112.214.746.

Hepatitus

De volgende is er eentje in de categorie ‘waarom had dat perspectief niet een beetje anders gekund?’ Nu begrijp ik dat men hier de anatomie van de ledematen van de mens met die van het paard wil vergelijken, maar had de houding en de plaats van het lichaam misschien iets gelukkiger gekozen kunnen worden? Gelukkig is het boek in het Frans verschenen.

AnatomiepaardAnatomiepaard2

Op het moment van schrijven draait de film Ted 2 in de bioscoop, en je zou denken dat het hier om een teddybeer met dezelfde subversieve geest gaat. Opnieuw hebben tekstschrijver en illustrator waarschijnlijk niet samen aan het boek gewerkt en heeft de drukker tekst en plaatjes pas bij elkaar gevoegd zonder er verder nog naar te kijken.

Teddybear

Datzelfde zou het geval kunnen zijn bij het volgende boekje over schildpadden. Nu zie ik niet dagelijks slapende schildpadden, maar dat die niet de houding aannemen die op het volgende plaatje wordt getoond, weet ik wel zeker.

Schildpaddenslapen

 

Poep en plas

Iedereen heeft het wel eens gedaan, al was het alleen maar om het natuurkundige proces van een gasbubbel onder water te zien: een wind laten in de badkuip. Dit je kroost van onder de zeven aanleren in een boek is wat minder subtiel.

farth in bath

Dat je met het laten van een flukse wind ook andere resultaten kunt bereiken, wordt in de volgende karate-instructie getoond. Nu weet ik niet wat deze karateka gegeten heeft, maar het lijkt er op dat deze zijn dojo in een loods naast het bedrijventerrein van Tianjin heeft gehad. Want om bakstenen te pletten met windkracht twaalf moet je toch meer dan een droog sneetje brood gegeten hebben.

Japanesefart

Misschien dat de illustrator van onderstaande tekening aan een tante dacht die je niet zo graag kust, maar als ik de tekening van een afstandje bekijk, zie ik er toch een ander lichaamsdeel in dan het hoofd van een gevreesde tante. Om het eufemistisch uit te drukken zou ik hier eerder iets anders dan een plakkerige zoen verwachten. Ook hier geldt weer dat een klein beetje verandering van perspectief wonderen had verricht met de tekening.

Mouth

 

Het liefdesleven van de leeuw en de poes

Tenslotte de groep van de katachtigen. Omdat sommige van deze dieren als metafoor dienen voor bepaalde menselijke lichaamsdelen is het altijd uitkijken als je tekst en illustratie bij elkaar brengt. Sowieso dient de schrijver kritisch naar zijn tekst te kijken, hetgeen in onderstaande gevallen wederom niet is gebeurd. The secret of being a good lover is…not knowing when to stop. De campagne ‘You can’t always get what you want, is in ieder geval duidelijk  aan de schrijver voorbijgegaan.

Good lover

In de Disney studio’s grossiert men er in om dieren het karakter en de motoriek van mensen mee te geven. Nu zijn fabels enigszins geloofwaardig zolang de dieren nog dierenmanieren houden. De twee liefkozende leeuwen op het Junglebook plaatje hieronder zijn die grens al lang gepasseerd. De illustrator had er net zo goed een bed onder kunnen tekenen.

Lioness

Ook niet zo handig is het om kinderen taal aan te leren, die volwassenen in een andere context gebruiken. Dat is vragen om vuilbekkerij. Of zoals de leeuw het op onderstaand plaatje verwoordt: “Suck it!

suck it lion

Nu u uitgebreid bent voorgelicht over hoe een kinderboek er niet uit moet zien, gaan we volgende keer weer verder bij de wetenschappelijke boektitels en omslagen waar niet zo goed over is nagedacht.

Johan Francke, Informatiespecialist

 

Zeeuwse Boekenprijs 2015

donderdag, 27 augustus 2015

De Zeeuwse Boekenprijs groeit, dit jaar zijn er met 86 inzendingen alweer 9 aanmeldingen meer dan de 77 uit 2014. Dat is veel, zeker als je weet dat het eerste jaar dat de prijs werd uitgereikt er ‘slechts’ 37 inzendingen waren. Ons dunbevolkte Zeeland zit blijkbaar vol met actieve en enthousiaste schrijvers en uitgevers. Bovendien wordt er ook buiten Zeeland veel over onze provincie geschreven in fictie en non-fictie, daar kunnen we trots op zijn. De prijs wordt ook in de landelijke pers steeds vaker vermeld en besproken.

ZBP 2015 logo 1 oranje rood HR jpg

In 2003 nam hoofdredacteur Paul van der Velde van het Zeeuws Tijdschrift, het initiatief tot het instellen van de Zeeuwse Boekenprijs, met als doel meer aandacht en waardering voor het Zeeuwse boek te genereren. Van der Velde, die tevens secretaris van de ZBP-jury is, stelt elk jaar een (inter)nationale deskundige jury samen. Vaste voorzitter van de jury is Commissaris van de Koning Han Polman.

Organisatie

Voor de organisatie van de prijs wordt nauw samengewerkt met de Zeeuwse Bibliotheek. De afgelopen jaren zette collega Machteld zich daar deskundig en enthousiast voor in, vanaf dit jaar mag ik deze mooie taak uitvoeren, en daar ben ik erg blij mee.

Om te beginnen mocht ik alle ingezonden boeken uitpakken. Aan uitgeverijen en auteurs wordt gevraagd om de boeken in zesvoud in te zenden. Dat is niet zomaar. De juryleden ontvangen elk een exemplaar om het boek goed te kunnen beoordelen en zij mogen dit boek ook houden. Terecht vind ik: 86 boeken doornemen en beoordelen is niet niks. De jury doet dit geheel vrijwillig en ontvangt daar verder geen vergoeding voor. Bovendien is één exemplaar van de zes bestemd voor de collectie van de Zeeuwse Bibliotheek, zodat alle titels daar te raadplegen en te leen zijn.

Behalve dat ik vanaf 2015 de prijs en de prijsuitreiking samen met Paul van der Velde en andere betrokkenen mag organiseren, ben ik gevraagd om dit jaar namens de Zeeuwse Bibliotheek/Scoop in de jury plaats te nemen. Daarmee ben ik zeer vereerd natuurlijk en het maakt me bewust van mijn grote verantwoordelijkheid om elk boek zorgvuldig te beoordelen.

Verrassingspakketten

Tussen 15 juni en 15 juli kwamen er vrijwel dagelijks pakketten binnen. Het was elke keer weer een verrassing voor mij wat er in zou zitten en spannend om zo’n pakket open te maken. Sommige schrijvers of uitgeverijen deden er een begeleidend briefje bij, wat nog eens extra duidelijk maakte dat zo’n boek niet zomaar wordt aangemeld. Schrijvers hebben er veelal lang en intensief mee geleefd en aan gewerkt, onderzoek gedaan en zich uitputtend in hun onderwerp of thema verdiept. Kortom: zo’n boek is een soort kind dat soms moeizaam wordt losgelaten. Een extra reden voor de jury om haar taak zeer serieus te nemen.

Uit de boeken die voor de ZBP in aanmerking komen, kiest de jury, tijdens het zogenoemde beslissingsdiner in de Auberge Campveerse Toren (al jaren hoofdsponsor van de prijs) te Veere, ten slotte één boek dat naar haar oordeel het meest waardevol is. Dit boek wordt bekroond met de ZBP. De schrijver ontvangt 1000 euro.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Zeeuws Meisje

(foto: Mieke Meijer)

Alle genomineerden van de Zeeuwse Boekenprijs ontvangen bovendien een prachtige keramische tegel met Zeeuws meisje, maar alleen de tegel van de eerste prijswinnaar heeft gouden oorijzers en draagt een gouden boekje. Het ontwerp van de tegel is van beeldend kunstenaar/dichteres Eva Crebolder.

Vanaf 2013 deelt de jury ook een aantal zogenaamde ‘Accolades’ uit. Dit zijn extra waarderingen van de jury voor bijvoorbeeld het beste debuut, het beste jeugdboek en het mooist of origineelst uitgegeven boek. Elk  ingezonden boek komt hiervoor in aanmerking, ook al staat het niet op de short- of longlist. Persoonlijk vind ik dit een hele mooie uitbreiding van de prijs. Behalve de genomineerden en de uiteindelijke winnaar, zijn er immers nog meer titels die het verdienen om aandacht en waardering te krijgen.

Prijs van de Zeeuwse Boekhandels en PZC-Publieksprijs

Behalve de Zeeuwse Boekenprijs en de Accolades zijn er jaarlijks nog twee prijzen te verdelen: de Zeeuwse boekhandels kennen unaniem een oeuvreprijs toe. Winnaar kan zowel een Zeeuwse auteur, recensent of een uitgever zijn, maar ook bijvoorbeeld een journalist die veel over Zeeuwse boeken publiceert.

En natuurlijk is er de PZC-Publieksprijs. Bij deze laatste kan het publiek stemmen op het favoriete Zeeuwse boek, wat vaak leidt tot een spannende eindrace. Met ingang van maandag 5 oktober kan er via de website van de Provinciale Zeeuwse Courant voor de Publieksprijs worden gestemd. Alle aangemelde boeken komen in aanmerking. Er kan ook per post worden gestemd via een briefkaart naar het adres van de PZC o.v.v. PZC-Publieksprijs: Postbus 5046, 4380 KA Vlissingen. De stembus sluit op vrijdag 6 november om 12.00 uur.

Nog meer data

Op 5 september wordt de longlist (tien titels) van de aangemelde boeken bekend gemaakt. Je kunt de lijst vanaf deze datum bekijken op de website van de Zeeuwse Bibliotheek.

Op vrijdag 18 september wordt door Paul van der Velde de shortlist bekend gemaakt, tijdens het Festival Film by the Sea in de literaire salon van Wim Brands (van het VPRO-programma ‘Brands met Boeken’). De shortlist bestaat uit vijf titels.

De prijsuitreiking van de dertiende editie van de ZBP valt dit jaar op zaterdag 7 november en vindt plaats tijdens een diner in de Zeeuwse Bibliotheek. Alle 86 inzendingen zijn nu te zien op de website van het Zeeuws Tijdschrift. Ook de verdere samenstelling van de jury 2015 is daar te vinden.

Tentoonstelling Zeeland Paviljoen

ZBPtentoonstelling

In de maanden september en oktober zijn alle aangemelde boeken uitgebreid te bekijken in een tentoonstelling en een presentatie op een beeldscherm. Plaats: het Zeeland Paviljoen op de eerste verdieping van de Zeeuwse Bibliotheek.

Meer weten over de Zeeuwse Boekenprijs en over de winnaars tot nu toe? Lees dan het dossier over de ZBP op Zeeland Geboekt.

Spannende maanden

We gaan spannende maanden tegemoet, waar ik me erg op verheug. Zeeuwse boeken en hun schrijvers, ze verdienen het om al die extra aandacht te krijgen. Volg de ontwikkelingen van de ZBP 2015 via onze website en via het PZC-boekenblog Zeeland Geboekt.

Anya Marinissen, Zeeuwse Bibliotheek/SCOOP

 

 

Over minibiebs, leeskastjes en little free libraries

maandag, 17 augustus 2015

Vlissingen heeft al twee jaar een kleine gratis bibliotheek, in Meliskerke is vorige maand een minibieb geopend en in Middelburg-Zuid zijn drie leeskastjes in gebruik genomen.
Kleine gratis bibliotheken, leeskastjes en minibiebs: drie namen voor hetzelfde verschijnsel: een kastje aan een gevel van een huis of op een paal in een tuin waar mensen, 24 uur per dag, onder het motto ‘haal een boek, breng een boek’ gratis boeken kunnen lenen, ruilen, en achterlaten. Voor het gemak gebruik ik hier de term minibieb.

Little free library
Het systeem van gratis boeken ruilen is niet nieuw. In hotels, vakantiewoningen en op campings zijn vaak kastjes of planken met ruilboeken te vinden. Eén van mijn collega’s trof een kist met ruilboeken aan bij de plaatselijke boulanger in een Frans dorp. Ook zijn er zwerf– en kinderzwerfboeken. Het fenomeen minibieb in zijn huidige vorm is echter overgewaaid uit de Verenigde Staten, waar de little free library sinds 2009 bestaat.

Waarom beginnen mensen een minibieb?
Op www.minibieb.nl lees ik: ‘Minibieb werkt vanuit het idee dat je de samenleving met elkaar leuker kunt maken.’ De initiatiefneemsters van de minibieb in Meliskerke vertellen dat ze het lezen van papieren boeken willen bevorderen omdat ze zelf een grote liefde hebben voor het papieren boek. Zij delen de boeken die ze hebben gelezen liever met anderen dan dat zij ze op een plank stof laten vergaren. Anderen noemen de sluiting van (wijk)bibliotheken en boekhandels als reden.

Leeskastje Matthiasstraat Middelburg

Dat mag dan zo zijn, maar waarom zijn er dan minibiebs geopend in Meliskerke, Middelburg en Vlissingen? De plaatsen beschikken alle drie over een boekhandel (De Boekenmolen, De Drvkkery en ’t Spui). De bibliobus stopt in Meliskerke, Vlissingen heeft een bibliotheek met meerdere vestigingen en Middelburg heeft de Zeeuwse Bibliotheek plus de Biblioservicebus die elke vrijdagmiddag in drie wijken (waaronder de wijk met de leeskastjes!) staat. Met de boekvoorziening zit het daar dus wel snor.
Blijkbaar spreekt vooral de mogelijkheid om gratis veel boeken te kunnen lenen aan, en past de minibieb bij de deeleconomie die in opkomst is en bij burgerparticipatie.

De minibieb en de openbare bibliotheek
Sluiting van boekhandels en (wijk)bibliotheken worden genoemd als aanleidingen voor het starten van minibiebs. Die minibiebs kunnen echter nooit de plaats van een openbare bibliotheek innemen omdat ze afhankelijk zijn van wat gebruikers achterlaten: de zwakte van de minibiebs zit hem in de kwaliteit van het aanbod. Gelukkig pretenderen minibiebhouders niet dat zij een alternatief voor de openbare bibliotheek willen zijn.

Leeskastje Amnestylaan Middelburg

Tijdens mijn fietsrondje langs de Middelburgse leeskastjes trof ik naast een goed uitziende Inferno van Dan Brown, en Eten bidden en beminnen van Elizabeth Gilbert veel oude, versleten exemplaren en afgeschreven bibliotheekboeken aan. Dat vind ik jammer. Delen van boeken is één ding, maar je doet niet aan leesbevordering met oude –excusez le mot- meuk. De bibliotheek schrijft die boeken niet voor niets af. Dus minibiebhouders: kijk kritisch naar de inhoud van je kastje, en minibiebgebruikers: gebruik de minibieb niet als dumpplek voor oude boeken. Tot zover de boeken voor volwassenen.

Kinderboeken
Over naar de kinderboeken. Van dit plaatje op Twitter (van een minibieb ergens in Nederland) word ik heel verdrietig:

Twitter plaatje minibieb

De kinderboeken in het leeskastje op Kinderboerderij de Klepperhoeve (tevens Kinderzwerfboek-station) zagen er niet aantrekkelijk uit, in het leeskastje in de Matthiasstraat stonden afgeschreven bibliotheekboeken. Dat had Prinses Laurentien vast niet voor ogen toen ze het startsein gaf voor de actie Kinderzwerfboek.

Leeskastje kinderboerderij

Beste mensen, kinderen hebben recht op mooie boeken, en wil of kun je die niet kopen kom dan met je kind naar de openbare bibliotheek. Kinderen en jongeren tot 18 jaar kunnen gratis lid worden van de bieb, er lopen deskundige medewerkers rond die uw kind aan het juiste boek kunnen helpen. Het is namelijk één van onze –door de overheid vastgestelde- kerntaken om voor hen ‘een doorlopende leeslijn en een daarop aansluitende collectie’ te bieden. (De Bibliotheek van de toekomst).

Tot slot:
1. Beste wethouders en andere politici: lees het gedeelte over de vijf kerntaken in het document ‘De bibliotheek van de toekomst’ nog eens goed door. U zult beseffen dat de aanwezigheid van minibiebs in uw gemeente geen aanleiding kan zijn om te bezuinigen op de openbare bibliotheek in uw gemeente.

2. De minibieb is een willekeurige verzameling met boeken, daar is niks mis mee, misschien vind je er een leuk boek. Voor deskundig advies en een door professionals samengestelde collectie ga je naar de ‘maxibieb’, oftewel de openbare bibliotheek.

Henk Kosters
Afdeling Dienstverlening