Archief van oktober 2015

Training interactief voorlezen

donderdag, 29 oktober 2015

Voor de derde keer op rij organiseerde de VoorleesExpress Walcheren de training interactief voorlezen voor een nieuwe lichting (vrijwillige) voorlezers. Alle dertig voorlezers in spé waren op hun vrije zaterdag, én voor velen ook de eerste dag van de herfstvakantie, voor deze training naar de bibliotheek gekomen, waaruit maar weer blijkt hoe serieus ze hun vrijwillige voorleestaak opvatten! Natuurlijk hebben we het eerst over het belang van (voor)lezen gehad, en dat (voor)lezen heel belangrijk is, en tegelijk ook nog eens heel erg plezierig is, werd vanzelfsprekend door allen onderschreven, anders zat men er immers niet.

mensen volgen de cursus interactief voorlezen

Dat je ’t liefst al vanaf babyleeftijd kunt beginnen met boekjes “voorlezen” En dan gaat het er uiteraard niet om zo’n boekje van begin tot eind voor te lezen, dat moge duidelijk zijn, het is gewoon iets waarmee je samen met het kindje plezier beleeft, je vertelt erbij, en je zegt wat het doet “ja, dat vind jij leuk he, om het boek op de grond te gooien”, of als het kind toevallig bij de bladzijde met daarop het eendje komt, zeg je “kwak, kwak, eendje”, en zing je uit volle borst “alle eendjes zwemmen in het water” en negen van de tien keer zal het kind daarop reageren door z’n hoofdje naar je toe te draaien, zo van, hee, das leuk, dat heb ik meer gehoord (want dat liedje zingt de juf bij de crèche ook). De klanken, ritme en rijm van de woorden vinden jonge kinderen leuk om te horen.

En heel belangrijk, vanaf jonge leeftijd ben je bezig met het opbouwen van een voorleesroutine, een goede dagelijkse gewoonte met het omgaan met boeken, belangrijk voor de taal- en spraakontwikkeling van kinderen. Het leidt ook tot een sterkere leesmotivatie (de wil om te (leren) lezen). Juist in boeken komen allerlei woorden voor, die het kind in de dagelijkse spreektaal niet zo vaak zal horen. Wist je dat kinderen door 15 minuten per dag te lezen (voorgelezen te worden) zoveel woorden lezen/horen (1 miljoen per jaar) dat ze uiteindelijk 1000 nieuwe woorden per jaar erbij leren!

Bij de training ligt de focus op het interactief voorlezen, dat is iets anders dan een boek er doorheen jassen. De kunst van interactief voorlezen is om dat zo te doen dat kinderen oplossingsgericht gaan na- en meedenken over wat er gebeurt in het verhaal, dat ze onder woorden brengen wat ze beleven bij het verhaal en wat ze kennen uit eigen ervaring.
Daar zijn een aantal tips en trucs voor, bijv. het stellen van open vragen, waarop je als kind dan vrijelijk kan reageren, mits je natuurlijk al over redelijk wat actieve taal beschikt.
Maar ook heel jonge kinderen, die nog in twee-woord-zinnen praten, of kinderen met een andere moedertaal, die nog te weinig Nederlandse woorden/taal tot hun beschikking hebben, kun je betrekken bij het verhaal d.m.v. aanwijsvragen en ja/nee vragen te stellen of adequaat te reageren op hun lichaamstaal: “ja, Muis poetst ook zijn tanden, net als jij, he. Laat maar eens zien, hoe jij dat doet” (of, pak je tandenborstel maar eens, en andere voorwerpen uit het boek).

Door daarnaast ook met de kinderen naar de voorkant van het boek te kijken, de titel van het boek voor te lezen en hen vervolgens te laten voorspellen waar het boek over zal gaan, en door hardop denkend voor te doen hoe je oplossingen bedenkt voor “het probleem” in het verhaal bereid je hen op een speelse manier voor op begrijpend lezen in de basisschool (het toekennen van betekenis aan geschreven taal), een vaardigheid die ze ook in hun latere leven goed moeten beheersen (denk aan allerlei overheidsinformatie, die we als volwassene voorgeschoteld krijgen).

cursussituatie waarbij een prentenboek wordt voorgelezen aan de cursisten

Het zal duidelijk zijn dat je juist met interactief voorlezen aan (jonge) kinderen nog meer effect bereikt op het gebied van onder meer de taalvaardigheid en woordenschat. Ook onderzoek toont deze effectiviteit aan, en dan met name door het dagelijkse voorlezen. Daarom hechten wij bij de VoorleesExpress veel waarde aan het model staan voor de ouders van het voorleeskind (er wordt twintig keer voorgelezen), want we streven ernaar dat de ouders gaandeweg het stokje overnemen (of een ouder broertje of zusje). Met z’n allen zorgen we ervoor dat we van die kleintjes grote lezers maken, waar zij heel hun leven profijt van zullen hebben!

Gastblogger Leni Beijer, Bibliotheek Vlissingen.
De training vond plaats op zaterdag 24 oktober 2015 in ZB.

Meer informatie over

Aaron Copland

dinsdag, 20 oktober 2015

Dit jaar is het 25 jaar geleden dat de componist Aaron Copland is overleden. Copland wordt als de belangrijkste vertegenwoordiger van de ‘Amerikaanse modernen  beschouwd. Het leek mij een goede reden om wat meer over hem te weten te komen en mijn weblog aan hem te wijden.

aaron copland

Aaron Copland is geboren in 1900 en gestorven in 1990. Hij was een Amerikaanse componist, muziekpedagoog, dirigent en pianist. Hij behoorde tot de ‘Amerikaanse modernen’ die een voorliefde voor theatermuziek hadden.

De componist en dirigent Leonard Bernstein heeft zich erg voor de muziek van Copland ingezet. Aaron was een zoon van een joods echtpaar dat uit Litouwen, respectievelijk Polen gemigreerd was.

Aaron Copland groeide op als jongste van het gezin. De oorspronkelijke naam van zijn vader was echter Kaplan. Coplands vader had voordat hij naar de Verenigde Staten emigreerde, de Engelse naam Copland aangenomen.

Alle kinderen uit het gezin kregen muziekles en op elfjarige leeftijd schreef Aaron Copland zijn eerste compositie, zeven maten van een opera met de naam ‘Zenatello’.

Aaron-Copland-Quotes-1

Toen hij 15 jaar was besloot Aaron na een concert van Ignacy Jan Paderewski dat hij  componist wilde worden. Zijn moeder stelde hem in de gelegenheid om in Parijs muziek te gaan studeren. Hij verbleef drie jaar in Parijs, eerst als leerling van Paul Vidal, daarna van Nadia Boulanger.

In de zomermaanden van 1924 en 1925 kwam hij in Berlijn, Salzburg en Wenen met de Europese avant-garde in contact. In 1925 en 1926 kreeg hij een studiebeurs van de Guggenheim Foundation zodat hij in deze jaren door Europa kon reizen. Met Roger Sessions organiseerde hij een concertreeks met nieuwe muziek in New York City, de Copland-Sessions Concerts ( 1928-1931).

Tijdens zijn studie in Parijs was zijn interesse in jazz ontstaan. Jazzritmes en de harmonie van de blues vindt men terug in zijn vroege werken zoals het ‘Scherzo’ van de Symfonie voor orgel en orkest (1924), de suite ‘Music for the Theatre’ (1925) en het tweede deel ‘Essay in Jazz’ uit het Concert voor piano en orkest.

In 1932 maakte Copland een reis naar Mexico en daardoor ontstond het muziekstuk ‘El Salon Mexico‘ (1933-1936) voor orkest.

fanfare copland

Het bekendste werk van Copland is zijn ‘Fanfare for the Common Man voor koperblazers en slagwerk uit 1942, dat later zelfs bewerkt werd door de Britse popgroep Emerson, Lake & Palmer.

Het werd als openingstune van de Nationale Conventies van de Democratische partij gebruikt en de fanfare werd eveneens gebruikt als hoofdthema in het vierde deel van zijn Symfonie nr.3.

Appalachian Spring

In 1944 componeerde  Copland het werk  ‘Appalachian Spring‘ waarvoor hij in 1945 de Pulitzer-prijs voor muziek ontving. In de jaren vijftig sloot Copland zich aan bij de experimentele werken van de late jaren twintig, composities met de dodecafonie ( twaalftoontechniek). Na de Tweede Wereldoorlog kwam het Schönberg-syndroom en jonge componisten namen geleidelijk afstand van Copland.

In de laatste jaren van zijn leven componeerde hij nauwelijks, hij werd als ’the grand old man’ van de Amerikaanse muziek gezien.

De boekentafel muziek op het plein van ZB| Planbureau en Bibliotheek van Zeeland is gewijd aan Aaron Copland. Op de tafel liggen cd’s, bladmuziek en boeken over en van Aaron Copland die u kunt lenen of beluisteren in de strandhokjes op de muziekafdeling.

Rea Bensch, Domeinspecialist muziek

 

(Bron: Wikipedia)

Wetenschapsdag 2015: Huis van de techniek

maandag, 19 oktober 2015

De Wetenschapsdag 2015 in de ZB was een groot succes. Het Huis van de Techniek was aanwezig met “Ontdek hoe mooi techniek is”. Drie Techniek Ambassadeurs gingen met jonge bezoekers aan de slag met een activiteit die te maken heeft met hun beroep.

wetenschapsdag-2015-mary-remijnseWETENSCHAPSDAG 20152

Bij Techniek Ambassadeur Rogér Platjouw van chemisch bedrijf Trinseo konden kinderen plastic bekertjes omsmelten tot iets nieuws. Roger: “Het was echt geweldig om te zien hoe verbaasd kinderen en ouders reageren op het smelten van de bekertjes om er vervolgens iets anders van te kunnen maken. De kinderen waren creatief, niet alleen werden schaaltjes maar ook bloemen en frisbees gemaakt. Het was voor hen echt kennismaken met de wondere wereld van plastic.”

WETENSCHAPSDAG 20153

Techniek Ambassadeur Yolanda de Jong van Rijkswaterstaat maakte er een wedstrijd van: Wie bouwt de hoogste toren van spaghetti? Yolanda: “Iedereen ging vol enthousiasme aan de slag, de vaders waren erg fanatiek. Leuk om te zien dat de opdracht voor alle verschillende leeftijdsklassen een uitdaging was.”

Techniek Ambassadeur Bas Hamelink van agro-industrieel bedrijf Cargill liet de kinderen voorspellen in welke van de lekkere dingen die hij had meegenomen zetmeel zit. Vervolgens mochten ze testen of hun voorspelling klopte. Bas: “Leuk om te zien hoe enthousiast de kinderen waren en hoeveel sommigen eigenlijk al wisten!”

WETENSCHAPSDAG 20155WETENSCHAPSDAG 20154

Bij elkaar hebben de Techniek Ambassadeurs rond de 500 kinderen én hun ouders laten ervaren hoe mooi en verrassend techniek is.

Mary Remijnse

(Tekst en foto’s)