De poëzie van Martinus Nijhoff

Zeeland Nazomerfestival 2014 is weer voorbij. Dit jaar met een record aantal bezoekers. In samenwerking met de PZC is er tijdens ZNF een publieksenquête gehouden. Daaruit blijkt dat van de locatievoorstellingen het stuk De schrijver, zijn vrouw, haar minnares het hoogst scoorde.

Voorstelling

Het verhaal handelt over de dichter Martinus Nijhoff (roepnaam Pom) en zijn vrouw Netty, ook schrijfster. Ze hadden hun levens goed verdeeld: een half jaar woonde Netty samen met Nijhoff en het andere halve jaar verbleef ze in Parijs bij haar minnares, de schilderes Marlow Moss. Dat was in de jaren dertig natuurlijk hoogst ongebruikelijk.

Het stuk werd opgevoerd in de duinen van het Zeeuwse Dishoek, waar Nijhoff en zijn vrouw in die tijd woonden. Netty Nijhoff wil een driehoeksverhouding beginnen. Ze vertelt dit niet eerst aan haar echtgenoot en haar vriendin, want die zullen het idee meteen afwijzen. Netty neemt Marlow Moss mee naar Dishoek, waar Martinus Nijhoff al verblijft. Hij verheugt zich op de terugkomst van Netty.

De rest van het stuk brengen Pom en Marlow ruziemakend door, waarbij Pom Nijhoff voor het grootste gedeelte naakt in een dampend bad zit. Dit gaf tijdens de voorstelling, met een schitterend wit decor van een opengeklapt huis, tegen de achtergrond van het steeds donkerder wordende duinlandschap, een surrealistische sfeer.
Nijhoff en Moss houden het geruzie bijna tot het einde van het stuk vol. Moss doet dat behoorlijk grof, voor Nijhoff blijkt het heel lastig en pijnlijk om op haar te reageren. Netty blijft lief tegen beide partijen. Ze is vastbesloten om haar ideaalbeeld over hoe het leven moet zijn, te laten slagen. Uiteindelijk ziet ze in dat ze misschien wel gewaardeerd wordt als inspiratiebron voor beide kunstenaars, maar zelf niet meer aan schrijven toekomt.

nijhoff

Boerse Vlaming

Ik vond het een prachtige voorstelling met hele goede acteurs, hoewel ik eerst vond dat je Nijhoff niet kunt laten spelen door een wat boers uitziende Vlaming met de bijbehorende Vlaamse tongval. Ik heb de echte Nijhoff natuurlijk niet gekend, maar stel me toch een wat ander type mens voor. Dat was dus even wennen, maar in de loop van het stuk vergat ik mijn bezwaren. Hoofdrolspeler Stefaan Degand is een hele goede acteur, die zijn rol overtuigend speelde. Als toeschouwer werd ik echt het verhaal ingezogen en daarin stond ik, gezien de positieve reacties van de vele toeschouwers, niet alleen.

Bewondering

Ik ben een groot bewonderaar van het werk van Martinus Nijhoff (1894-1953). Hij heeft onvergetelijke gedichten geschreven. Denk maar aan het beroemd geworden Awater en het verhalende gedicht Het uur u. Nog zo’n poëzieklassieker is Het lied der dwaze bijen. Wie kent niet die prachtige openingsregels: “Een geur van hooger honing verbitterde de bloemen, een geur van hooger honing verdreef ons uit de woning”. Ook het zintuiglijke, verstilde gedicht De moeder de vrouw, waarvan zeker de openingsregel menigeen bekend zal voorkomen blijft prachtig:

De moeder de vrouw

Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
die elkaar vroeger schenen te vermijden,
worden weer buren. Een minuut of tien
dat ik daar lag, in ’t gras, mijn thee gedronken,
mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd –
laat mij daar midden uit de oneindigheid
een stem vernemen dat mijn oren klonken.

Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
Zij was alleen aan dek, zij stond bij ’t roer,

en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.

Misschien wel het meest bekend van Nijhoffs hand, is het gedicht De wolken:

De wolken

Ik droeg nog kleine kleren, en ik lag
Lang-uit met moeder in de warme hei,
De wolken schoven boven ons voorbij
En moeder vroeg wat ‘k in de wolken zag.

En ik riep: Scandinavië, en: eenden,
Daar gaat een dame, schapen met een herder –
De wond’ren werden woord en dreven verder,
Maar ‘k zag dat moeder met een glimlach weende.

Toen kwam de tijd dat ‘k niet naar boven keek,
Ofschoon de hemel vol van wolken hing,
Ik greep niet naar de vlucht van ‘t vreemde ding
Dat met zijn schaduw langs mijn leven streek.

– Nu ligt mijn jongen naast mij in de heide
En wijst me wat hij in de wolken ziet,
Nu schrei ik zelf, en zie in het verschiet
De verre wolken waarom moeder schreide –

nijhoff2

Ontroering

Ik heb dit laatste gedicht al vele malen herlezen en altijd weer weet Nijhoff mij te ontroeren. Tijdens mijn studie Nederlands was zijn bundel Vormen (1924) verplichte kost en toen al vond ik dit gedicht prachtig. Ik vind het ook erg passen in deze tijd: het verlies van de onschuld. Met de volwassenheid wordt het leven in onze complexe maatschappij er niet leuker op. Ik word er ook weemoedig van en vraag me af of het mogelijk is om als volwassene iets van die onschuld en puurheid te bewaren. Ik ben bang dat het voor de meesten van ons niet is weggelegd.

Wie na het lezen van dit blog zin heeft gekregen om meer van Nijhoff te lezen, in de collectie van de Zeeuwse Bibliotheek is heel veel poëzie en ander werk van hem te vinden. Ik hoop dat je het werk van Nijhoff net zo gaat waarderen als ik.

 

Anya Marinissen,
Webredacteur en bibliothecaris

 

* Afbeeldingen:

Boekomslag Awaters spoor. Literaire omzwervingen door het Utrecht van Martinus Nijhoff, Niels Bokhove, Uitgeverij Bas Lubberhuizen.

Boekomslag Dit zijn de daden waar ik mens voor was, Gedichten van Martinus Nijhoff, samengesteld door Thomas Möhlmann, uitgeverij Prometheus.

Tags: , , ,

Laat uw reactie achter

*