Is er nog leven na de STCN?

 Het moet zelfs even het landelijke nieuws gehaald hebben: STCN-PROJECT AFGESLOTEN. Een heus bibliotheekproject in de vaderlandse schijnwerpers, wie had daarop gerekend?

STCN is een afkorting van wat in onze moerstaal heet: ‘Short Title Catalogue Netherlands’.

Logo STCN

Logo STCN

Bijna dertig jaar lang is gewerkt aan een Nederlandse nationale bibliografie vanaf de 15e eeuw tot het jaar 1800, dus de periode die ‘de Brinkman’ maar in zeer beperkte mate dekt. Het bureau van de STCN vond huisvesting in de Koninklijke Bibliotheek (KB). De resultaten zijn te vinden in een aparte database, geleverd door OCLC, internationaal leverancier van bibliotheeksystemen.

Maar nu zijn dan alle Nederlandse drukken uit die periode in alle Nederlandse universiteitsbibliotheken en een aantal andere toonaangevende bibliotheken in kaart gebracht. Waaronder, op het laatste nippertje, de Zeeuwse Bibliotheek. In beginsel zijn niet alleen alle Nederlandse zetsels geïnventariseerd, maar staan er bovendien de vindplaatsen van alle bekende exemplaren bij vermeld.

Alle? Dat is te zeggen … Jarenlang zat Middelburg in de wachtkamer om behandeld te worden. Toen werd in 2007 plotseling aangekondigd, dat STCN binnen twee jaar afgerond zou worden. Het is ons dus niet meer gelukt om ons hele Nederlandse bezit tijdig in die database te krijgen. Dank zij medewerking van projectleider Jan Bos, hebben we nog enkele onderdelen van de collectie kunnen aanbieden. Dat is alleen van oorsprong Zeeuws materiaal, dus boeken, pamfletten en gelegenheidsgedichten uit het toenmalige gewest Zeeland. Aan overheidsdrukwerk zijn we niet toegekomen. Oude boeken uit andere delen van Nederland die in onze kluis aanwezig zijn, staan dus ook niet in de database van de STCN vermeld.

Wat is nu het verschil tussen de STCN en de Nederlandse Centrale Catalogus (NCC), die het publiek vooral als ‘Picarta’ kent? De naam zegt het al: ‘short titles’ zijn verkorte titels. De titelbeschrijvingen zijn dus niet compleet. Dat blijkt bijvoorbeeld bij gelegenheidsgedichten: vele daarvan zijn feestbundels bij trouwerijen. De namen van de echtelieden komen pas verderop in de titel voor. Bij STCN betekent dat dikwijls, dat die namen helemaal wegvallen. Terwijl eventuele nazaten nu juist daarin geïnteresseerd zijn. Bij herdrukken van boeken staat in de STCN niet van wanneer de eerste druk was, en bij vertalingen staat niet wat de titel en de eerst bekende uitgave in de grondtekst was.

STCN is eigenlijk een drukkerscatalogus. Je zoekt tevergeefs naar het aantal pagina’s, want dat is niet wezenlijk. Het gaat om het zetsel. Er kunnen meerdere oplagen van dezelfde titel zijn. Het drukwerk wordt onderscheiden door een ingewikkelde collatieformule waarbij het aantal katernen geteld wordt, en een zogenaamde vingerafdruk die aangeeft hoe het katern zich van andere zetsels onderscheidt. Voor specialisten een onbetaalbaar hulpmiddel, maar voor gewone gebruikers een onoverkomelijke barrière.

Er is wel sprake van om de STCN samen te voegen met de nationale catalogus Picarta. Immers, overal is sprake van verdubbeling: vrijwel iedere Nederlandse titel komt in beide bestanden voor. Alleen, Picarta maakt geen onderscheid naar verschillende zetsels bij dezelfde druk. In feite ging de STCN al buiten ‘zijn boekje’ door exemplaren toe te voegen. Een bibliografie hoort boeken namelijk onafhankelijk van hun vindplaats te beschrijven, en een catalogus vermeldt juist alleen boeken uit een bepaalde collectie. Om deze bibliografie nu op te laten gaan in Picarta, zou in feite iedere bibliotheek al haar exemplaren moeten toetsen aan de formulering in de STCN. Maar dat is een gigantisch werk, waarvoor vanzelfsprekend de tijd ontbreekt.

Is het nu uit met het project? De grote universiteitsbibliotheken zijn inderdaad klaar, maar neem bijvoorbeeld Middelburg, daar staat nog een hele hoop niet in. Dat ‘moet’ nog een keer. De KB blijft bereid ondersteuning te bieden, en ontbrekende drukwerken zelfs toe te voegen aan het bestand. Dat moet ook wel, want de markt van het oude boek is nog niet gesloten Ook grote bibliotheken schaffen nog steeds nieuwe oude boeken aan, en dan wel vooral graag bijzondere exemplaren. Voor de gebruiker verdient het aanbeveling om gewoon op Picarta te blijven zoeken. Dat bestand is gebaseerd op traditionele gegevens, en daardoor vlotter te hanteren voor de alledaagse gebruiker.

 Marinus Bierens

vakreferent & assistent conservator

Tags: , ,

One Response to “Is er nog leven na de STCN?”

  1. alinda schreef:

    Hoi Marinus,

    Worden die titels uit STCN nu ook in worldcat opgenomen of zitten die daar niet in? Ben ik even nieuwsgierig naar!

    groetjes,
    Alinda

Laat uw reactie achter

*