KennisCafé e-health

Afgelopen vrijdag, 29 november 2013, was het weer tijd voor het KennisCafé. Deze keer ging het over de medialisering van gezondheid en de zorgsector. Deze trend is onder andere te zien in de vele medische apps die tegenwoordig te verkrijgen zijn voor op je smartphone of tablet. Andere verschijnselen zijn het online spreekuur of de website SENSE van de GGD. Er zijn op deze avond drie functies van medische apps geïdentificeerd: ten eerste zijn er medische apps die dingen vergemakkelijken, zoals bijvoorbeeld het stoppen met roken. Ook zijn er apps die de uitwisseling van informatie tussen verschillende mensen stimuleren; dit kunnen bijvoorbeeld doktoren en patiënten zijn. Als laatste ondersteunen en stimuleren medische apps mensen om zelf naar een oplossing te zoeken.

Kenniscafe 29 nov 011

Er zat weer een breed scala aan gasten om te vertellen over hun visie en achtergrond. Allereerst aan het woord was Joost Plattel, medeoprichter van Quantified self. Dit is niet zozeer enkel een app of website, maar meer nog een wereldwijde beweging die draait om het opslaan van data over jezelf. Dit kan gedaan worden op allerlei vlakken; slaap is een thema wat vaker genoemd werd deze avond, maar ook dingen als het niveau van glucose in het bloed kunnen worden bijgehouden. De data die wordt opgeslagen kan gebruikt worden als zelf verrijking (“Mijn eigen onderzoekje heeft uitgewezen dat ik beter slaap als ik deze specifieke instellingen voor mijn telefoon gebruik”) maar zou ook gebruikt kunnen worden voor grotere onderzoeken (“Waar hebben de meeste mensen in de stad last van?”).

Kenniscafe 29 nov 039

Dennis van Overbeeke, van origine maatschappelijk werker, ziet het nut van medische apps ook. Hij heeft zelf een app ontwikkeld die vooral goed werkt voor autistische kinderen. Bijvoorbeeld bij het geven van trainingen in gewenst maatschappelijk gedrag worden door de app plaatjes en icoontjes gekoppeld aan de stap in de training. Hierdoor zijn kinderen beter in staat om de lessen te onthouden.  Ook kunnen ze de informatie op de app altijd terug halen, waardoor het meer gaat om het toepassen van de geleerde vaardigheden, in plaats van de regeltjes uit het hoofd leren.

Ook de GGD gebruikt het internet om jongeren te bereiken. Zo worden onder andere social media gebruikt om jongeren in te lichten over bijvoorbeeld seksualiteit. Hiervoor heeft de GGD ook een speciale website, SENSE. Leo Meijaard, representant van de GGD op deze avond, zegt dat er veel apps worden gebruikt en aanbevolen door de GGD, maar dat de GGD ze niet zelf ontwikkelt.

Kenniscafe 29 nov 077

Een interessant punt wat werd aangesneden ging over de ‘supercomputer’ Watson, die veel data kan verzamelen en analyseren. Tot nog toe is er altijd een expert nodig geweest voor de interpretatie van die analyse; het is de vraag hoe lang het duurt voor Watson de interpretatie ook kan maken. Desalniettemin was er een algemeen geluid dat de menselijkheid niet te missen is, waardoor een dokter of expert altijd nodig zal blijven. Dit is bijvoorbeeld omdat een dokter de data in jouw specifieke situatie kan plaatsen, en deze context is belangrijk in het stellen van een diagnose. Hier tegenover staat de realisatie dat jongeren toch al in een digitale wereld leven, dus als er informatie via internet kan worden verkregen zullen ze dat ook doen, omdat het makkelijker is en veelal anoniem.

Kenniscafe 29 nov 046

Ook werd er gesproken over de betrouwbaarheid van de medische apps, waarvan het wel handig is om het soms even te controleren. Professor Dr. Frans van Overveld opperde het idee om medische apps ook te kalibreren, zoals nu met andere (medische) apparatuur in ziekenhuizen en laboratoria wordt gedaan. Verder is het altijd belangrijk om de achtergrond van een app te checken, voornamelijk de vraag “Wie heeft het gemaakt of laten maken?”.  Zeker de farmaceutische industrie kan soms een app laten ontwikkelen met de achterliggende bedoeling om de gebruiker meer medicijnen te laten kopen.

Peter van den Berg, van het Klaverblad (een patiëntenorganisatie), geeft aan dat ook privacy een belangrijk punt is om op te letten. Waar wordt uw informatie voor gebruikt, en aan wie wordt het doorgegeven? Het is misschien niet helemaal wenselijk als bijvoorbeeld de zorgverzekeraars alle informatie over uw gebruik van medische apps te weten komt.

De huisarts aan tafel, Peter de Doelder, gaf aan graag apps te gebruiken en ze ook aan te raden bij zijn patiënten, bijvoorbeeld als het gaat om stoppen met roken of afvallen. Dit kan echt helpen voor mensen, onder andere als extra stok achter de deur. Ook is hij voorstander van de website thuisarts.nl, waar patiënten onder meer diagnoses kunnen nazoeken.

Kenniscafe 29 nov 017

Op de vraag of e-health de kosten van de gezondheidzorg zal verlagen kan niemand een eenduidig antwoord geven. Het zou kunnen van wel, als de medische apps proactief zouden worden gebruikt en ze daardoor voorkomen dat iemand ernstig ziek wordt. Aan de andere kant zou het weleens zo kunnen zijn dat mensen zo veel data gaan verzamelen en zo druk met hun gezondheid in de weer gaan dat alle verwerkingen van die data meer tijd en geld gaat kosten, zo ook voor het kalmeren van ongeruste medische-app gebruikers.

Uiteindelijk is de conclusie dat e-health een leuke uitdaging is en een bijzondere verrijking. We zullen er de goede dingen uit moeten halen, en het moet altijd een vrije keuze zijn om een app te gebruiken. Of het een echt grote rol gaat spelen? Zodra de samenleving er klaar voor is, zal het opkomen! En als dat gebeurt, zou het zomaar kunnen dat we nóg ouder kunnen worden.

En laat dat laatste nou precies zijn waar het volgende KennisCafé op 20 december over gaat: Gezond 100 worden! Met onder andere prof. Dr. Ger Rijkers, ZorgSaam en andere zorginstellingen.

Tessa van Hoorn
Studente University College Roosevelt

Laat uw reactie achter

*