Berichten met tag ‘metamorfoze’

De geschiedenis van Ghana in Zeeland – bijzondere documenten in de Zeeuwse Bibliotheek

donderdag, 5 juni 2014

Bijna niemand weet het. In de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg ligt een bron van informatie over de 19e eeuwse geschiedenis van Ghana.

Tot 1872 hoorde het gebied ‘Nederlandsche Bezittingen ter kuste van Guinea’ bij Nederland. Een van de laatste gouverneurs was C.J.M. Nagtglas (1814-1897). Een deel van zijn persoonlijke archief, waaronder brieven, notities, tekeningen, kaarten, West-Afrikaanse, Nederlandse en Engelse kranten en ambtelijke rapporten heeft hij geschonken aan het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Nagtglas’ broer Frederik (1821-1902), bestuurslid, bibliothecaris en conservator van het genootschap, speelde waarschijnlijk een bemiddelende rol. En zo kwam een prachtige documentatie over het West-Afrikaanse gebied in Zeeland terecht.

Wiki internet Cornelis_Nagtglas

C.J.M. Nagtglas. (Foto: Wikipedia)

Het nationale belang van deze bijzondere collectie wordt onderschreven door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Bij het programma Metamorfoze, dat door het ministerie is opgericht voor het behoud van het papieren erfgoed in Nederland, is een subsidie aangevraagd én toegekend om alle documenten te conserveren en te digitaliseren. De originele papieren worden nu verantwoord opgeborgen en kunnen daardoor langer behouden blijven. Iedere belangstellende kan straks de digitale versie van de verzameling bestuderen.

Nederlanders in West-Afrika

Op zoek naar nieuwe handelsgebieden verschenen de Nederlanders in het begin van de 17eeuw aan de kust van Guinea, West-Afrika. Ze wisten dat de Portugezen daar een zeer winstgevende handel in goud hadden opgezet. Voor de handel waren er aan de kust – de Goudkust – verschillende forten gebouwd. In 1637 kregen de Nederlanders voet aan wal door de verovering van het Portugese fort Elmina en vanaf die tijd werd het fort (ook wel kasteel genoemd) hét bestuurscentrum voor de Nederlanders. Van daaruit handelden zij met de lokale machthebbers.

ElminaIMG_9836

Tekening van het kasteel Elmina. (Zeeuwse Bibliotheek, collectie C.J.M. Nagtglas)

 DSC01710-eigen foto Elmina

Kasteel Elmina, binnenplein, 2009. (Foto: privécollectie)

De handel in goud, later gevolgd door de handel in slaven, was zeer succesvol. De West-Indische Compagnie bouwde nog meer forten aan de kust voor het verschepen van slaven naar de Caribische plantages. Na het verbod op de slavenhandel in 1814, nu 200 jaar geleden, verschoof de aandacht naar andere handelsactiviteiten, maar de grote economische bloei was voorbij. Aan het einde van de 19e eeuw was het gebied zelfs niet interessant meer voor de Nederlanders en ruilden zij het land met de Engelsen.

Marcel van Engelen heeft een heel interessant boek geschreven over deze geschiedenis, over de slavenhandel en het fort Elmina: Het Kasteel van Elmina, in het spoor van de Nederlandse slavenhandel in Afrika, (Amsterdam, De Bezige Bij, 2013)

Gouverneur C.J.M. Nagtglas

In 1851 vertrok Nagtglas als militair naar het gebied van de ‘Nederlandsche Bezittingen ter kuste van Guinea’. Het land was niet populair bij de Nederlandse ambtenaren. Niemand ging er graag naar toe, niet alleen omdat het salaris laag was, maar ook vanwege het ‘moordende’ klimaat. Het werd niet voor niets ‘het graf der blanken’ genoemd. De meeste ambtenaren probeerden met eigen handeltjes hun inkomsten te verbeteren, maar dat leidde tot problemen met de plaatselijke bevolking.

Toen Nagtglas in 1857 tot gouverneur was benoemd poogde hij de toestand te verbeteren, niet alleen door een loonsverhoging voor de ambtenaren, maar ook door verbeteringen in de gezondheidszorg en het onderwijs voor de inwoners. Om een goed beeld te krijgen van de Nederlandse bezittingen stuurde hij zijn ambtenaren het land in om dorpen of krommen, minutieus in kaart te brengen. Dat leverde veel informatie op over de samenstelling van de bevolking, de verschillen tussen de stammen, het dagelijks leven, gewoonten, familieleven, de positie van vrouwen, vormen van slavernij, ceremonies, religie, bestuur en regels, huizenbouw, fysische gesteldheid van het gebied en opbrengsten uit de landbouw. In het zoutkrom Adjenim vlakbij Elmina stonden bijvoorbeeld 64 huizen. De mensen leefden er van de ‘zoutkokerij’ en handelden met inwoners uit het noorden. Een ijverige ambtenaar meldde dat er een “grijsaard van nagenoeg honderd jaren” woonde. Soms werd zelfs de breedte van de paden gemeten.

Direct naast de Nederlandse bezittingen lagen de Engelse koloniën. De grenzen tussen beide delen vormden grote obstakels. Nagtglas was om die redenen voorstander van het ruilen van gronden. Onderhandelingen daarover werden tot tweemaal toe afgebroken en in 1862 ging hij met pensioen. Toen in 1865 opnieuw gesprekken werden gevoerd, reisde Nagtglas op verzoek van de Nederlandse regering, naar Londen. Samen met de gezant in Groot-Brittannië, mr. baron A.A. Bentinck, legde hij de basis voor een ‘Traktaat’ waarin de uitruil van de gebieden en de nieuwe grenzen werden vastgesteld.

Het Traktaat had rampzalige gevolgen, vooral omdat de bevolking aan de Goudkust niet was ingelicht over de veranderingen. Om de toestand te normaliseren werd Nagtglas in 1869 gevraagd opnieuw gouverneur te worden. Hij kreeg te maken met ernstige ongeregeldheden en oorlogsdreigingen met name in het krom Commenda. In de collectie Nagtglas zijn stukken te vinden waarin de schermutselingen worden beschreven en op een handgetekende kaart is aangegeven waar het allemaal gebeurde.

IMG_7737-Commenda JPEG

Tekening krijgsverrichtingen bij Commenda, 1869-1870. (Zeeuwse Bibliotheek, collectie C.J.M. Nagtglas)

De situatie veranderde door het aantreden van een nieuwe minister van Koloniën die het Traktaat ter discussie stelde en wilde bezuinigen. De kosten voor de kolonie aan de Goudkust liepen veel te hoog op. Ook dat is in de aantekeningen van Nagtglas terug te lezen. De minister wilde het gebied aan Groot-Brittannië overdragen en in ruil daarvoor uitbreiding van het gezag op Sumatra. In 1871 werd het ´Goudkust traktaat´ gesloten en in 1872 volgde de overdracht. Dat was ook de tijd dat Nagtglas Elmina moest verlaten vanwege zijn gezondheid. De laatste documenten in zijn collectie dateren van dat jaar. Hij moest de officiële ondertekening van het nieuwe traktaat overlaten aan zijn opvolger Ferguson.

Conserveren van belangrijke collecties en archieven in Nederland

De collectie C.J.M. Nagtglas is nauw verbonden met andere collecties en archieven in Nederland en Engeland. Het officiële archief van de ‘Directie van de Nederlandse Bezittingen ter kuste van Guinea (1658-1872)’ wordt bewaard in het Nationaal Archief in Den Haag. Delen van dit officiële archief zijn ook te vinden in The National Archives in Londen. Engelse kapers hebben een deel van de administratie, dat per schip van de Goudkust naar Nederland werd verzonden, buitgemaakt en vervolgens is het in het archief in Londen opgeborgen. Er is ook een C.J.M. Nagtglas-collectie in het Nationaal Militair Museum te Soesterberg (voorheen: Legermuseum). Daar worden vooral militaire documenten bewaard. Een collectie opgezette vogels uit de Goudkust, is terecht gekomen bij het museum Naturalis Biodiversity Center in Leiden en enkele etnografische voorwerpen, geschonken aan het Zeeuws Genootschap, in de collectie van het Zeeuws Museum in Middelburg.

DSC01117Andrews

Brief van Edward B. Andrews, Engels gouverneur, aan C.J.M. Nagtglas, 1861. (Zeeuwse Bibliotheek, collectie C.J.M. Nagtglas)

De conservering van de documenten in de Zeeuwse Bibliotheek is inmiddels uitgevoerd en nu wordt hard gewerkt aan de digitalisering. Het is de bedoeling dat de inhoud ervan volgend jaar digitaal beschikbaar is op de grote archieven-site www.europeana.eu.

Dan kan iedereen kennis nemen van de gedetailleerde beschrijvingen van de krommen en van alle andere documenten uit de collectie, zoals het ‘Verslag van inlandsche wetten en gebruiken op Neerlandsch grondgebied ter kuste van Guinea’, het verzoek van koning Kudjo Diaho om beloond te worden voor bewezen diensten en een lijst met geneesmiddelen, die nodig waren in de garnizoensapotheek van kasteel Elmina.

Liesbeth van der Geest, conservator bijzondere collecties

 

Aanvullende tips:

Op de eerste verdieping van de Zeeuwse Bibliotheek is een tentoonstelling ingericht ‘Bedenckinge over den slaef-handel 1814-2014: 200 jaar afschaffing slavenhandel’.

Op 13 juni a.s. is in de Zeeuwse Bibliotheek een symposium over ‘De Zeeuwse belangen in de slavenhandel’. Zie voor verdere informatie: Zeeuwse Bibliotheek en www.wchzeeland.nl 

Verder lezen:

G.E.W. Visscher-Passmann, ‘C.J.M. Nagtglas, gouverneur en diplomaat aan de Goudkust’. In: Tijdschrift Zeeland (2003) jrg. 12, nr. 2, p. 62-68.

J.R. Verbeek, ‘De expeditie naar de kust van Guinea in 1869-1870 en haar voorgeschiedenis (I)’. In: Mars et Historia (1981) jrg. 15, nr. 6, p. 103-110.

J.R. Verbeek, ‘De expeditie naar de kust van Guinea in 1869-1870 en haar voorgeschiedenis (II)’. In: Mars et Historia (1982) jrg. 16, nr. 1, p. 6-12.

J.R. Verbeek, ‘De expeditie naar de kust van Guinea in 1869-1870 en haar voorgeschiedenis (III)’. In: Mars et Historia (1982) jrg. 16, nr. 2, p. 44-51.

 

 

 

De kinder(schat)kamer van de Zeeuwse Bibliotheek

maandag, 17 januari 2011

Kinder- en jeugdboeken zijn vroeger door bibliotheken van welk type ook, nooit systematisch verzameld. Het werd gezien als een niet volwaardig onderzoeksobject. Het was immers maar voor kinderen, was een gebruiksvoorwerp dat, na kapot gelezen te zijn, bij het oud papier terechtkwam.

Enig snobisme en dédain op dit gebied was de bibliotheken niet vreemd en zo zijn vele nu zeer waardevolle materialen verloren gegaan. Er waren alleen particuliere verzamelaars die het belang ervan wel inzagen, maar dikwijls is hun collectie na hun dood verspreid geraakt of verstrooid terecht gekomen in al bestaande particuliere collecties en tegenwoordig ook in bibliotheken.drietal

De drie kleine katjes. Amsterdam [ca. 1900].

Sinds de jaren zeventig, toen het kinder- en jeugdboek, volgens Kees Fens, werd ingelijfd bij de literatuur zijn ook bij bibliotheken de ogen opengegaan. De collecties die daarvoor een zeer lage prioriteit hadden wat betreft ontsluiting en conservering werden tot leven gewekt, en zo is ook op mijn instigatie onze collectie wakker gekust.

Op het eind van mijn loopbaan als conservator herinner ik me nog de situatie in onze toenmalige Provinciale Bibliotheek van Zeeland eind jaren zestig. Weggestopt achter in het magazijn op de roostervloer in een donker hoekje, een niet toegankelijk en doods bezit. Dat is door de ontsluiting, het maken van exposities, opname in het Centraal Bestand Kinderboeken en zeker ook door de digitalisering wel anders geworden. Gerenommeerde onderzoekers en verzamelaars als het echtpaar Buijnsters en de beide Fritsen, Huiskamp (helaas overleden) en Booy, hebben onze collectie bezocht en onderzocht voor hun respectievelijk baanbrekende studies en artikelen. En zij vonden er ware unica.

Aan de basis van onze collectie staan twee Middelburgse heren: Willem Henri Tak (1844-1910) en Willem Hendrik Bal (1880-1962). Zij legateerden hun omvangrijke verzameling, alles bij elkaar een paar duizend voornamelijk 19de eeuwse geïllustreerde kinderboekjes.

En zo heb je, zonder er wat voor te hoeven doen, met zulke heren gelijk een mooi startpunt voor een verdere uitbouw van je collectie die nu zo’n 16.000 bandjes omvat en circa 1600 kinderprenten.

Vele andere schenkingen volgden in de daaropvolgende jaren. Ik noem de Zeeuwse kinderboeken uit de collectie Meertens en de honderden 18de en 19de eeuwse kinder- en schoolboekjes uit het bezit van de voormalige Pedagogische Academie te Middelburg, die wegens verhuizing eind jaren zeventig op het punt stonden te worden weggegooid (!).

nicholaes

A.B.C. uit: Nieuwen aengenaemen en nuttigen St. Nicolaes Almanach voor het jaer ons Heere Jesu-Christi 1798.

De jaren 2006 en 2007 waren topjaren wat betreft aanwinsten met respectievelijk zo’n 800 18de, 19de en vroeg 20ste eeuwse kinderboekjes en ruim 550 kinderprenten uit de collectie Landwehr en het legaat Marchien Hof, circa 6000 protestants-christelijke kinderboekjes uit de periode 1850-1950. Een kwalitatief hoogstaande verrijking van de collectie, want een behoorlijk aantal komt niet in een andere openbare collectie in Nederland voor.

Metamorfoze heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontsluiting: in 1999 zijn ca. 1000 kinderprenten gedigitaliseerd en de collectie Landwehr was in 2008 aan de beurt. Uit de collectie Marchien Hof zijn in 2008 de 800 meest opvallende en belangrijke boekjes beschreven en ontsloten en momenteel worden er, op verzoek van Metamorfoze, zo’n 4000 geïllustreerde kinderboeken uit de periode 1850-1950 gedigitaliseerd.

De eens gesloten schatkamer is definitief geopend.

Ronald Rijkse, Ex-conservator Oud Bezit en Bijzondere Collecties

*Dit artikel is eerder verschenen in: Metamorfoze Nieuws / Koninklijke Bibliotheek, veertiende jaargang nr. 3, 2010

In 2010 is de Zeeuwse Bibliotheek begonnen met de digitalisering van de kinderboekencollectie in het kader van Metamorfoze. In december 2010 is de kinderboekensite onzekinderboeken online. De collectie kinderboeken van de Zeeuwse Bibliotheek wordt hierop ook beschikbaar gesteld.