Berichten met tag ‘Nagtglas’

P.S. Hamel en de stenen olifant

donderdag, 20 november 2014

In 1884 schenkt consul-generaal P.S. Hamel uit Bangkok een beschilderd stenen beeldje van een olifant aan het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen in Middelburg. Het is een flink exemplaar met een bruin gekleurde huid en kleine oren die zo typerend zijn voor de Aziatische olifant.

tropenjarenomslag

Een foto van het beeldje verscheen zaterdag 15 november jl. in de Provinciale Zeeuwse Courant bij een artikel van Jan van Damme over het nieuw verschenen boek ‘Tropenjaren’ van oud-journalist Hans Walraven.

Walraven schrijft over het leven van zijn voorouder, de in Breskens geboren Pieter Simon Hamel. Zie hiervoor ook de column van Jan van Damme op zijn blog ‘Zeeland Geboekt’ en het blog van Hans Walraven ‘Terug naar Elmina’.

De olifant ziet er vandaag waarschijnlijk anders uit dan in 1884. Zijn linkervoorpoot is afgebroken en een ivoren slagtand is losgeraakt. Het heeft de tand des tijds niet ongeschonden doorstaan. Sinds de schenking maakt de olifant deel uit van de volkenkundige verzameling van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. De collectie is ondergebracht in het Zeeuws Museum in Middelburg. In de ‘Wonderkamers’ van het museum zijn veel van deze voorwerpen te zien.

Aan het einde van de negentiende eeuw was het gebruikelijk dat de leden van het genootschap schenkingen deden. Zo ontstonden verzamelingen van schelpen, opgezette dieren, munten en penningen, meubels en schilderijen, gesteenten en mineralen, boeken en handschriften, enzovoort. De meeste etnografische voorwerpen kwamen van Zeeuwen in het buitenland. Ze geven een tijdsbeeld van andere culturen, inzicht in gebruiken, gewoonten en ideeën en dienen (nog steeds) als object voor wetenschappelijk onderzoek.

Pieter Simon Hamel (Breskens 1845 – Berndorf am Rhein 1900)

Door het grondige onderzoek van Hans Walraven naar zijn voorouder zijn we meer te weten gekomen over deze tot nu toe onbekende Zeeuw. De schenker van de olifant blijkt een bijzondere man geweest te zijn.

Pieter Simon Hamel is de zoon van schipper Simon Hamel uit Breskens en Catharina Calandt uit Retranchement. Hij krijgt een unieke kans om verder te studeren en wordt onderwijzer, eerst in Dordrecht en later in Groede.

In 1869 trekt hij de wereld in en wordt benoemd tot hulponderwijzer in Elmina, de hoofdplaats van de Nederlandsche Bezittingen ter kuste van Guinea, aan de West-Afrikaanse kust: het huidige Ghana. Elmina is bekend vanwege het grote witte slavenfort aan de kust en het is de bestuurshoofdstad van het overzeese gebied.

ElminaIMG_9836

Tekening van het kasteel/fort Elmina (collectie Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen/Zeeuwse Bibliotheek)

Hamel maakt snel carrière en wordt er uiteindelijk consul. In 1880 volgt zijn benoeming tot consul-generaal in Siam (het latere Thailand) en in 1890 wordt hij consul-generaal voor Zuid-China en Formosa. Zijn standplaats is de Chinese vrijhaven Amoy. Er is nog veel meer te vertellen, zoals zijn belevenissen op zijn geheime reis door West-Afrika in 1877. Het originele reisverhaal, in bezit van auteur Walraven, vormde de inspiratie voor het boek ‘Tropenjaren’. Het is een bijzonder spannend verhaal. Maar ook de ontmoetingen met koning Chulalongkorn in Siam zijn bijzonder. Deze koning is de zoon van de koning uit het beroemde verhaal van Anna and the King of Siam.

KoningAmatifou

Op 10 augustus 1877 bezoekt Pieter Simon Hamel koning Amatifou in Krinjabo (Ivoorkust) (collectie Hans Walraven)

In 1900 overlijdt Hamel in Duitsland. Hij is enkele jaren daarvoor ziek terug gekomen uit China en krijgt een medische behandeling in Berndorf am Rhein. Zijn vrienden in Middelburg horen pas na enkele maanden van zijn dood.

En nu, sinds 15 november 2014, is Hamel is geen onbekende Zeeuw meer. Dat zag Frederik Nagtglas al veel eerder in 1901. Hij schreef een ‘in memoriam’ bij het overlijden van Hamel in de Middelburgsche Courant  van 5 januari: “Onder de merkwaardige Zeeuwen, die een voetstap nalieten in het zand van den Tijd, verdient Hamel een plaats”. Anno 2014 zouden we zeggen dat zijn naam opgenomen moet worden in de nieuwe digitale versie van de ‘Encyclopedie van Zeeland’.

IMP.S.Hamel

Het ‘In memoriam’ voor P.S. Hamel door F. Nagtglas in de Middelburgsche Courant, 1901 (collectie Zeeuwse Bibliotheek)

Handschriftencollectie

In de handschriftencollectie van het Zeeuws Genootschap, die bewaard wordt in de Zeeuwse Bibliotheek, zijn twee brieven van Pieter Simon Hamel te vinden.

In 1869 schrijft de 23-jarige onderwijzer uit Groede een brief aan de eerdergenoemde Nagtglas in Middelburg. Via de inspecteur van het Lager Onderwijs in Zeeland, C.M. van Visvliet, heeft hij hem een keer ontmoet.

Frederik Nagtglas (1821-1902) is in die tijd een bekend man in Zeeland. Maar Nagtglas is ook de broer van C.J.M. Nagtglas, gouverneur in het gebied van de Nederlandsche Bezittingen ter kuste van Guinea. Hamel is daar benoemd tot hulponderwijzer en staat op het punt naar Afrika te vertrekken. Hij vraagt of “WelEdel Heer” Nagtglas een goed woordje voor hem wil doen bij de gouverneur.

De tweede brief is uit 1884. Het is een emotionele brief en ook gericht aan Frederik Nagtglas. Hamel schrijft over het overlijden van zijn jonge vrouw, de Middelburgse Marie den Bouwmeester. Hamel en Nagtglas zijn in de tussenliggende jaren goede vrienden geworden. Hamel begint zijn brief nu met “Geachte Heer & Vriend”.

vrouweninelmina

Vrouwen in Elmina (collectie Hans Walraven)

In dezelfde handschriftencollectie zijn meer documenten te vinden uit de tijd dat Hamel in West-Afrika verbleef. Dat is te danken aan de schenking van een groot deel van het privé-archief van gouverneur C.J.M. Nagtglas aan het Zeeuws Genootschap. Naast brieven, kaarten, notities, prenten en kranten is ook een rapport van enkele Nederlandse ambtenaren te vinden, met een beschrijving van het Nederlandse gebied in Afrika. Over Elmina is te lezen hoe de omgeving er uit zag, welke mensen er woonden en waarvan zij leefden, hoeveel huizen er stonden en welke landbouwproducten er geteeld werden.

De stenen olifant uit Siam

Het moet beslist Frederik Nagtglas zijn geweest die Hamel heeft geattendeerd op het Zeeuws Genootschap. Nagtglas was naast bestuurslid ook bibliothecaris en conservator van de eerdergenoemde bijzondere verzamelingen. Telkens als Hamel op verlof is in Nederland bezoekt hij zijn familie en vrienden in Zeeland. In 1881 wordt Hamel lid van het genootschap en in 1884 volgt de schenking van de olifant. Heeft Hamel het beeldje zelf meegenomen en is het onderweg al kapot gegaan?

Hamel schenkt het genootschap nog meer voorwerpen waaronder een Chinees mandje van gevlochten bamboe, een verguld Boeddha-beeldje en een houten model van een op water drijvend Siamees winkelhuis. Dat laatste is te zien in de ‘Wonderkamers’ van het Zeeuws Museum.

Tentoonstelling ‘De tropenjaren van Pieter Simon Hamel’

Over het leven van Hamel is in het Zeelandpaviljoen van de Zeeuwse Bibliotheek een tentoonstelling ingericht. Daar ligt het originele reisverslag uit 1877, een negentiende-eeuwse jeneverfles als voorbeeld van de partij flessen die Hamel op zijn reis meenam om betalingen te doen, prenten over het leven aan de Goudkust, de brieven aan Fredrik Nagtglas en zijn familie en het rapport over Elmina. Ook liggen er schenkingen aan het Zeeuws Genootschap van zijn zwager H.P. den Bouwmeester, later wethouder van Middelburg, en natuurlijk die van Hamel zelf, waaronder de stenen olifant met zijn afgebroken poot en losse slagtand.

schatkamervitrinekast

De expositie is tijdens de openingsuren van de Zeeuws Bibliotheek in Middelburg te bezichtigen, tot en met 27 december 2014.

 

Liesbeth van der Geest, conservator oude drukken en bijzondere collecties

De geschiedenis van Ghana in Zeeland – bijzondere documenten in de Zeeuwse Bibliotheek

donderdag, 5 juni 2014

Bijna niemand weet het. In de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg ligt een bron van informatie over de 19e eeuwse geschiedenis van Ghana.

Tot 1872 hoorde het gebied ‘Nederlandsche Bezittingen ter kuste van Guinea’ bij Nederland. Een van de laatste gouverneurs was C.J.M. Nagtglas (1814-1897). Een deel van zijn persoonlijke archief, waaronder brieven, notities, tekeningen, kaarten, West-Afrikaanse, Nederlandse en Engelse kranten en ambtelijke rapporten heeft hij geschonken aan het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Nagtglas’ broer Frederik (1821-1902), bestuurslid, bibliothecaris en conservator van het genootschap, speelde waarschijnlijk een bemiddelende rol. En zo kwam een prachtige documentatie over het West-Afrikaanse gebied in Zeeland terecht.

Wiki internet Cornelis_Nagtglas

C.J.M. Nagtglas. (Foto: Wikipedia)

Het nationale belang van deze bijzondere collectie wordt onderschreven door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Bij het programma Metamorfoze, dat door het ministerie is opgericht voor het behoud van het papieren erfgoed in Nederland, is een subsidie aangevraagd én toegekend om alle documenten te conserveren en te digitaliseren. De originele papieren worden nu verantwoord opgeborgen en kunnen daardoor langer behouden blijven. Iedere belangstellende kan straks de digitale versie van de verzameling bestuderen.

Nederlanders in West-Afrika

Op zoek naar nieuwe handelsgebieden verschenen de Nederlanders in het begin van de 17eeuw aan de kust van Guinea, West-Afrika. Ze wisten dat de Portugezen daar een zeer winstgevende handel in goud hadden opgezet. Voor de handel waren er aan de kust – de Goudkust – verschillende forten gebouwd. In 1637 kregen de Nederlanders voet aan wal door de verovering van het Portugese fort Elmina en vanaf die tijd werd het fort (ook wel kasteel genoemd) hét bestuurscentrum voor de Nederlanders. Van daaruit handelden zij met de lokale machthebbers.

ElminaIMG_9836

Tekening van het kasteel Elmina. (Zeeuwse Bibliotheek, collectie C.J.M. Nagtglas)

 DSC01710-eigen foto Elmina

Kasteel Elmina, binnenplein, 2009. (Foto: privécollectie)

De handel in goud, later gevolgd door de handel in slaven, was zeer succesvol. De West-Indische Compagnie bouwde nog meer forten aan de kust voor het verschepen van slaven naar de Caribische plantages. Na het verbod op de slavenhandel in 1814, nu 200 jaar geleden, verschoof de aandacht naar andere handelsactiviteiten, maar de grote economische bloei was voorbij. Aan het einde van de 19e eeuw was het gebied zelfs niet interessant meer voor de Nederlanders en ruilden zij het land met de Engelsen.

Marcel van Engelen heeft een heel interessant boek geschreven over deze geschiedenis, over de slavenhandel en het fort Elmina: Het Kasteel van Elmina, in het spoor van de Nederlandse slavenhandel in Afrika, (Amsterdam, De Bezige Bij, 2013)

Gouverneur C.J.M. Nagtglas

In 1851 vertrok Nagtglas als militair naar het gebied van de ‘Nederlandsche Bezittingen ter kuste van Guinea’. Het land was niet populair bij de Nederlandse ambtenaren. Niemand ging er graag naar toe, niet alleen omdat het salaris laag was, maar ook vanwege het ‘moordende’ klimaat. Het werd niet voor niets ‘het graf der blanken’ genoemd. De meeste ambtenaren probeerden met eigen handeltjes hun inkomsten te verbeteren, maar dat leidde tot problemen met de plaatselijke bevolking.

Toen Nagtglas in 1857 tot gouverneur was benoemd poogde hij de toestand te verbeteren, niet alleen door een loonsverhoging voor de ambtenaren, maar ook door verbeteringen in de gezondheidszorg en het onderwijs voor de inwoners. Om een goed beeld te krijgen van de Nederlandse bezittingen stuurde hij zijn ambtenaren het land in om dorpen of krommen, minutieus in kaart te brengen. Dat leverde veel informatie op over de samenstelling van de bevolking, de verschillen tussen de stammen, het dagelijks leven, gewoonten, familieleven, de positie van vrouwen, vormen van slavernij, ceremonies, religie, bestuur en regels, huizenbouw, fysische gesteldheid van het gebied en opbrengsten uit de landbouw. In het zoutkrom Adjenim vlakbij Elmina stonden bijvoorbeeld 64 huizen. De mensen leefden er van de ‘zoutkokerij’ en handelden met inwoners uit het noorden. Een ijverige ambtenaar meldde dat er een “grijsaard van nagenoeg honderd jaren” woonde. Soms werd zelfs de breedte van de paden gemeten.

Direct naast de Nederlandse bezittingen lagen de Engelse koloniën. De grenzen tussen beide delen vormden grote obstakels. Nagtglas was om die redenen voorstander van het ruilen van gronden. Onderhandelingen daarover werden tot tweemaal toe afgebroken en in 1862 ging hij met pensioen. Toen in 1865 opnieuw gesprekken werden gevoerd, reisde Nagtglas op verzoek van de Nederlandse regering, naar Londen. Samen met de gezant in Groot-Brittannië, mr. baron A.A. Bentinck, legde hij de basis voor een ‘Traktaat’ waarin de uitruil van de gebieden en de nieuwe grenzen werden vastgesteld.

Het Traktaat had rampzalige gevolgen, vooral omdat de bevolking aan de Goudkust niet was ingelicht over de veranderingen. Om de toestand te normaliseren werd Nagtglas in 1869 gevraagd opnieuw gouverneur te worden. Hij kreeg te maken met ernstige ongeregeldheden en oorlogsdreigingen met name in het krom Commenda. In de collectie Nagtglas zijn stukken te vinden waarin de schermutselingen worden beschreven en op een handgetekende kaart is aangegeven waar het allemaal gebeurde.

IMG_7737-Commenda JPEG

Tekening krijgsverrichtingen bij Commenda, 1869-1870. (Zeeuwse Bibliotheek, collectie C.J.M. Nagtglas)

De situatie veranderde door het aantreden van een nieuwe minister van Koloniën die het Traktaat ter discussie stelde en wilde bezuinigen. De kosten voor de kolonie aan de Goudkust liepen veel te hoog op. Ook dat is in de aantekeningen van Nagtglas terug te lezen. De minister wilde het gebied aan Groot-Brittannië overdragen en in ruil daarvoor uitbreiding van het gezag op Sumatra. In 1871 werd het ´Goudkust traktaat´ gesloten en in 1872 volgde de overdracht. Dat was ook de tijd dat Nagtglas Elmina moest verlaten vanwege zijn gezondheid. De laatste documenten in zijn collectie dateren van dat jaar. Hij moest de officiële ondertekening van het nieuwe traktaat overlaten aan zijn opvolger Ferguson.

Conserveren van belangrijke collecties en archieven in Nederland

De collectie C.J.M. Nagtglas is nauw verbonden met andere collecties en archieven in Nederland en Engeland. Het officiële archief van de ‘Directie van de Nederlandse Bezittingen ter kuste van Guinea (1658-1872)’ wordt bewaard in het Nationaal Archief in Den Haag. Delen van dit officiële archief zijn ook te vinden in The National Archives in Londen. Engelse kapers hebben een deel van de administratie, dat per schip van de Goudkust naar Nederland werd verzonden, buitgemaakt en vervolgens is het in het archief in Londen opgeborgen. Er is ook een C.J.M. Nagtglas-collectie in het Nationaal Militair Museum te Soesterberg (voorheen: Legermuseum). Daar worden vooral militaire documenten bewaard. Een collectie opgezette vogels uit de Goudkust, is terecht gekomen bij het museum Naturalis Biodiversity Center in Leiden en enkele etnografische voorwerpen, geschonken aan het Zeeuws Genootschap, in de collectie van het Zeeuws Museum in Middelburg.

DSC01117Andrews

Brief van Edward B. Andrews, Engels gouverneur, aan C.J.M. Nagtglas, 1861. (Zeeuwse Bibliotheek, collectie C.J.M. Nagtglas)

De conservering van de documenten in de Zeeuwse Bibliotheek is inmiddels uitgevoerd en nu wordt hard gewerkt aan de digitalisering. Het is de bedoeling dat de inhoud ervan volgend jaar digitaal beschikbaar is op de grote archieven-site www.europeana.eu.

Dan kan iedereen kennis nemen van de gedetailleerde beschrijvingen van de krommen en van alle andere documenten uit de collectie, zoals het ‘Verslag van inlandsche wetten en gebruiken op Neerlandsch grondgebied ter kuste van Guinea’, het verzoek van koning Kudjo Diaho om beloond te worden voor bewezen diensten en een lijst met geneesmiddelen, die nodig waren in de garnizoensapotheek van kasteel Elmina.

Liesbeth van der Geest, conservator bijzondere collecties

 

Aanvullende tips:

Op de eerste verdieping van de Zeeuwse Bibliotheek is een tentoonstelling ingericht ‘Bedenckinge over den slaef-handel 1814-2014: 200 jaar afschaffing slavenhandel’.

Op 13 juni a.s. is in de Zeeuwse Bibliotheek een symposium over ‘De Zeeuwse belangen in de slavenhandel’. Zie voor verdere informatie: Zeeuwse Bibliotheek en www.wchzeeland.nl 

Verder lezen:

G.E.W. Visscher-Passmann, ‘C.J.M. Nagtglas, gouverneur en diplomaat aan de Goudkust’. In: Tijdschrift Zeeland (2003) jrg. 12, nr. 2, p. 62-68.

J.R. Verbeek, ‘De expeditie naar de kust van Guinea in 1869-1870 en haar voorgeschiedenis (I)’. In: Mars et Historia (1981) jrg. 15, nr. 6, p. 103-110.

J.R. Verbeek, ‘De expeditie naar de kust van Guinea in 1869-1870 en haar voorgeschiedenis (II)’. In: Mars et Historia (1982) jrg. 16, nr. 1, p. 6-12.

J.R. Verbeek, ‘De expeditie naar de kust van Guinea in 1869-1870 en haar voorgeschiedenis (III)’. In: Mars et Historia (1982) jrg. 16, nr. 2, p. 44-51.