Met de aanwinst van een tekstdocument uit Birma beschikt ZB weer over een grotere rijkdom aan uiteenlopend schriftelijk materiaal. We hebben hier een soort waaier van langwerpige bladen, die slechts door een oranje touwtje bij elkaar gehouden worden. Je kunt het geschrift opvouwen of uitleggen, zoals je bij een waaier doet. Het bestaat uit 15 palmbladeren van 15 bij 52 cm, die tussen twee houten planken gevat zijn.
Behalve boeken, die uit een of meer katernen bestaan, zijn er wereldwijd veel verschillende schriftdragers ontwikkeld. Van sommige daarvan hebben wij in ZB een of meer voorbeelden. Zo heb je de boekrol, waarvan wij twee voorbeelden uit Ethiopië en India bezitten. De Hebreeuwse boekrol is vooral bekend uit de synagoge, waarvan wij helaas geen exemplaar meer kunnen tonen: onze Esther-rol is aan de plaatselijke synagoge geschonken. Bij de codex of leporello zijn de bladen aan elkaar geplakt, zodat het geheel maar van een kant leesbaar is. Ook hiervan hebben wij een voorbeeld uit India. Van Java is er een lontar, een manuscript op recht gesneden palmbladeren, aan weerskanten beschreven en bijeengehouden door twee touwtjes, en gevat tussen twee eenvoudige houten plankjes.
Aan het geschrift uit Birma is echter veel meer werk besteed. De palmbladeren zijn gelakt, waardoor ze heel stevig zijn. De bladen en de houten platten zijn uitbundig in rood en goud versierd, met abstracte bloemenmotieven en voorstellingen van hemelse figuren: godheden of engelen. De zwarte tekst in grote letters op de bladen is gesteld in het Pali, volgens de Birmese schriftvorm. Het Pali was in het oude India een vorm van Prakrit. Daar was het Sanskriet de taal van de officiële literatuur, waarin de geschriften van het Hindoeïsme gesteld zijn. Prakrits waren regionale dialecten. Boeddha heeft een dergelijke streektaal gesproken.
Het boeddhisme kent meerdere stromingen. In het Westen zijn het Zenboeddhisme uit Japan en het lamaïsme de bekendste. Deze laatste vorm wordt beleden in Tibet, Mongolië en bij de inheemse volkeren van Siberië. Vanaf Ceylon verspreidde zich echter rond het begin van de gebruikelijke jaartelling het Theravada-boeddhisme over Zuidoost-Azië. Deze stroming bewaarde in het Pali de overgeleverde toespraken van Boeddha, in een officiële tekst die ‘Ti-pițaka’ (drie manden) genoemd wordt.
Onderdeel daarvan is de monastieke code genaamd ‘Vinaya pițaka’ (de ‘regel-mand’). Enkele teksten daaruit, de zogenaamde negen ‘khandhaka’s’ (paragrafen), zijn op het bewuste Birmese handschrift overgeschreven. In Birma was het een traditie, dat wanneer een jongeman novice in een klooster werd, zijn familie een exemplaar van deze ‘Kammavâcâ’ (uitgesproken als ‘kommovaatsjaa’, en het betekent zoveel als acte) aan de instelling schonk. Dit bleef gebruikelijk tot de verovering van Birma door de Britten in 1885.
Het was heel boeiend om al deze achtergronden uit te zoeken. Het blijkt dat er nogal wat ‘Kammavâcâ’s’ in omloop gebracht zijn. Zo uitzonderlijk is deze aanwinst dus niet. De parate kennis hierover was echter niet aanwezig bij het veilinghuis Burgersdijk & Niermans, die dit kavel op 10 mei 2017 aanbood. Daar kwam men niet verder dan Birmees ritueel handschrift. Dank zij eigen speurwerk kan ik de belangstellenden van ZB de bovenstaande bevindingen melden.
Het handschrift is tot het eind van dit jaar 2017 in de vitrine met aanwinsten bijzondere collecties op de 1ste verdieping van de ZB te zien.
Marinus Bierens,
Conservator ZB
Tags: Birma, boeddhisme, Handschriften, handschriftencollectie, waaier
[…] Lees verder bij bron beheerder […]
[…] Lees verder bij bron beheerder […]