Op donderdag 20 april 2016 werd alweer voor de achttiende maal de Four Freedoms Award in Middelburg uitgereikt. Nog even resumerend om alles weer helder voor de geest te krijgen: de Four Freedoms Award is een prijs voor een persoon die zich op een bijzondere wijze heeft ingezet voor het waarborgen van de vier vrijheden van de Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt (1882-1945), nog altijd de grootste president die de VS ooit had. Hij heeft er zelf voor gezorgd dat hij dat wel zal blijven ook, want na zijn ambtsperiode werd het onmogelijk gemaakt nog langer dan twee presidentiële termijnen in het Witte Huis te vertoeven.
Roosevelt benoemde de vier vrijheden aan het Amerikaans Congres in zijn zogenoemde Four freedoms-toespraak tijdens de State of the Union van 6 januari 1941. Die vier vrijheden zijn in respectievelijke volgorde: de vrijheid van spreken en meningsuiting, de vrijheid van elk persoon om een god te aanbidden op zijn eigen manier, de vrijwaring van gebrek en de vrijwaring van vrees.
Four freedoms 1990, foto: Jaap Wolterbeek
In het kader van de honderdste geboortedag van FDR en de tweehonderdjarige diplomatieke betrekkingen tussen de VS en Nederland werd in 1982 de uitreiking voor het eerst georganiseerd. Die tweehonderd jaar waren er toen 203, want de Republiek was het eerste land dat in 1779 de VS als onafhankelijk land had erkend, maar short-memory is niet alleen een gebrek van de tegenwoordige mens.
In principe worden jaarlijks vijf prijzen uitgereikt in afwisselend Middelburg in Nederland en Hyde Park in New York. Waarom dan toch het nietige Middelburg samen naast het grote New York? Wel omdat de voorvaderen van de Roosevelts – ook die van Teddy (1858-1919) – uit Oud-Vossemeer op Tholen kwamen. De Roosevelts hebben dus Zeeuwse roots.
Mooi dus dat Middelburg zich op deze wijze in de picture kan spelen en dat nog wel met een evenement dat eigenlijk een beetje het kleine zusje van de Nobelprijzen is. Mooi ook dat het om prijzen gaat die de basis vormen van een democratisch politiek bestel, dus louter positief nieuws zou je zeggen. Daarin schuilt echter een venijnige adder onder het gras. Want hoewel het gros van de inmiddels uitgedeelde prijzen naar personen en organisaties ging die zich geheel vrijwillig voor hun medemens hebben ingezet blijken er in de loop der jaren toch ook aardig wat politieke laureaten geweest te zijn. Dat begon al meteen in 1982 door koningin Juliana de Algemene Vrijheidsprijs toe te kennen. Nu zal ik niet ontkennen dat koningin Juliana haar hele leven voor wereldvrede heeft gepreekt en in de tijd van de Koude Oorlog een warm vredespleidooi voor het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden hield dat ronduit memorabel genoemd mag worden. Het is echter niet zo kies om bij de allereerste uitreiking maar meteen het staatshoofd van het organiserende land –die daar qualitate qua toch al aanwezig moest zijn- de prijs te overhandigen.
Four Freedoms, 1984
foto: J. Wolterbeek
Dan haal je als organisatie op zijn minst de schijn van partijdigheid op je hals. Een nog grotere flater was het daaropvolgende jaar uitgerekend Robert McNamara de prijs voor vrijwaring van gebrek toe te kennen. Dat is net zoiets als Freddie Heineken de orde van de Blauwe knoop opspelden. McNamara had nog geen tien jaar daarvoor nu juist enkele honderdduizenden Vietnamezen dakloos gemaakt door een bommentapijt over hun land uit te laten strooien. En daar bleef het niet bij, want ook de Israëlische premier Shimon Peres kreeg in 1996 de prijs voor vrijwaring van vrees. Nu heeft de man zich best moeite getroost de toestand in het land te verbeteren, maar om nu te zeggen dat de Palestijnse bevolking daar een goede nachtrust van kreeg of niets meer te vrezen had zou ik toch niet voor mijn rekening willen nemen.
En dit is nu precies mijn probleem met de Four Freedoms Award uitreikingen: waarom toch tal van die politieke leiders een laureaat verlenen terwijl je niet weet wat voor smeerlapperij dezen in het verleden hebben uitgehaald, of sterker nog in de toekomst nog gaan uitvoeren. Want de meeste van deze laureaten zijn gewoon nog politiek actief. Dat betekent alleen maar dat je als organisatie keihard onderuit kan gaan. Zo kreeg het echtpaar Clinton in respectievelijk 2005 en 2009 de Algemene Vrijheidsprijs, terwijl Bill zich nu dik laat betalen om een vorkje met hem te mogen prikken of hem een al tientallen malen herhaalde en herkauwde lezing te laten voordragen om de partijkas van zijn vrouw te spekken. Zijn vrouw zelf staat nota bene op het punt om tot president benoemd te worden en wie weet welke beslissingen met betrekking tot de defensie zij in de toekomst nog moet gaan nemen? Dan sta je er toch gekleurd op als organisatie?
In het geval van de uitreiking van 2016 werd de organisatie zelfs onaangenaam door de actualiteit ingehaald. De Duitse bondskanselier Angela Merkel krijgt de Algemene vrijheidsprijs voor haar optreden bij het binnenhalen van oorlogsvluchtelingen in Duitsland, maar lijkt onder druk van een dictator nu te zwichten om de vrijheid van meningsuiting in te perken. Toen de Duitse komiek Jan Böhmermann eind maart op de publieke televisie een schimpgedicht tegen de Turkse president Erdogan voordroeg waarin hij vragen stelde over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting voelde de president zich voor de miljoenen Turken die in Duitsland wonen in zijn hemd gezet. Nu kon Erdogan gewoon een strafzaak wegens belediging aanspannen tegen Böhmermann, iets dat hij ook gedaan heeft, maar om nog een pfennig in het zakje te stoppen verklaarde Merkel die juist een akkoord met Erdogan had bereikt doodleuk dat de regering ook nog eens toe zou staan dat Böhmermann strafrechtelijk wordt vervolgd, waarmee ze zich politiek duidelijk in de rechtsstaat manoeuvreerde; eigenlijk een doodzonde in de democratie waar de trias politica hoog in het vaandel hoort te staan. Merkel werd hiervoor terecht gekapitteld, waarbij ze door meerdere cartoonisten afgebeeld werd terwijl ze voeten van Erdogan aan het kussen was; een man die nu juist die scheiding van machten liever gecentraliseerd ziet. Ondertussen moest ook de Middelburgse burgervader Harald Bergmann over eieren lopen. Het in een vrolijk voorjaarszonnetje suffende provinciestadje zou zomaar eens een kruitvat kunnen worden en de zondagsrust moest natuurlijk gekoesterd worden. Zoals tegenwoordig wel vaker gebeurt, wordt het wel toegestaan te demonstreren, mits dat op een zo-ver-mogelijk-weg-locatie is waar zelfs de koeien geen aanstoot aan de protesterenden nemen. Gelukkig werd tijdig beseft dat het nogal krom zou zijn indien er juist bij de uitreiking van de prijzen voor de vier vrijheden geen vrijheid van demonstratie zou zijn. De rechts radicale Voorpost en Pegida konden daarom op de Dam demonstreren met de niet geringe aanhang van wel vijftien personen. Minus één dan ook nog, want ik zag nog een bomberjack met kaal hoofd in een blauwe ME-bus afgevoerd worden. Wellicht had hij zijn tong op het verkeerde moment naar Bromsnor uitgestoken.
Four freedoms 1986, foto: J. Wolterbeek
Het meest zielige van de geheel geregisseerde poppenkast is nog wel dat onze eigen goedlachse premier de prijs aan Merkel mocht overhandigen. Voor zover het laureaat nog geen politiek statement was maakt de organisatie zich hiermee volkomen belachelijk. Niet in de laatste plaats omdat het aantal hoge politieke kopstukken in de Nieuwe kerk opvallend hoog is ten aanzien van de overige genodigden. Dat maakt dat de uitreiking een wel erg politieke boodschap wordt waarbij de grenzen van de partijdigheid gevaarlijk dicht genaderd en soms overschreden worden terwijl het allemaal zo simpel en nobel zou kunnen zijn: haal die politieke angel voor eens en altijd uit die uitreiking. Nodig geen politieke leiders in de zaal uit en benoem vooral geen laureaten die nog een actieve politieke loopbaan bewandelen, dat scheelt meteen veel onnodige beveiligingskosten en je voorkomt dat Zeeland jaarlijks het lachertje van de klas wordt. Op de huidige voet doorgaan heeft hetzelfde effect als juichen voor de Tour de France winnaar: pas na tien jaar weet je wie er eigenlijk recht op de eerste prijs heeft gehad.
Johan Francke
Informatiespecialist