Archief van april 2009

Rokjesdag

donderdag, 23 april 2009

Martin Bril:  inspiratiebron voor veel bloggers

Dit is een zonovergoten maar trieste dag voor Brilminnend Nederland. Gisteren overleed de bedenker van “de oppervlakte is diep genoeg” op 49-jarige leeftijd in zijn woonplaats Amsterdam, deze week nog bekroond met de VPRO Bob den Uyl-prijs voor zijn boek “ de kleine keizer”.

images2

Wie van Frankrijk houdt, kan niet om hem heen: Napoleon Bonaparte. Al ruim honderdtachtig jaar dood, en toch is hij nog overal. Martin Bril maakte vier jaar geleden kennis met Napoleon toen hij Corsica bezocht. Daarna las hij een paar boeken over de Franse keizer en ineens was hij Napoleon-gek. Zoals altijd als hij zijn verbeel-ding wil voeding, ging Bril vervol-gens op pad. Hij bezocht slag-velden, archieven, monumenten en musea, in Frankrijk, Oostenrijk, Tsjechië, België en Nederland. De kleine keizer vertelt niet alleen het verhaal van Napoleon, maar ook het verhaal van een passie.

De plek rechtsboven in het tweede katern van de Volkskrant was jarenlang het domein van de enige man die met behoud van fatsoen kon berichten over rokjesdag: die ene dag in het voorjaar dat alle vrouwen als bij toverslag met rok en blote benen over straat gaan”.

Met graagte schilderde hij de toestand in de wereld voorbij Amersfoort, een universum van de Wibra, C&A en Peek en Cloppenburg. Sudderlapjes en eenmaal per jaar naar Lebbis & Jansen of Youp van ’t Hek. “Er zit natuurlijk een element van treurigheid in, maar it breaks my heart” zei hij eens in een interview.

Het Parool vroeg hem aanvankelijk voor een dagelijkse column op pagina 3 rechts bovenaan – de plek van illustere voorgangers Carmiggelt en Ischa Meijer. Hij heeft nooit veel voor hen gevoeld. Carmiggelts Kronkels vond hij ‘te melancholiek, te veel ellende in cafés en mannen met rode neuzen. Jenevertragiek.’ En Meijer? ‘Nooit veel mee op gehad. Ik vond die Dikke Man te veel op ideetjes leunen, en te weinig op emotie.’

Zware literatuur was evenmin aan hem besteed. Te gewichtig. Melville, Conrad, Thomas Bernhard: hij las ze, en ‘vond er geen moer aan’. Bril hield van ‘literatuur waarin meer werd weggelaten dan er wordt gezegd’. De oppervlakte was hem diep genoeg, zei hij zelf bij zijn aantreden als Volkskrant-columnist. Die oppervlakte is namelijk niet oppervlakkig, je kunt er een hoop aan aflezen, vond hij.

Zijn inspiratie vond hij in Amerikaanse schrijvers: Joseph Mitchell, A.J. Liebling, Truman Capote, maar vooral E.B. White. Met zijn overstap naar de Volkskrant verruimde hij zijn blikveld van de grachtengordel naar de rest van het land. Waar hij ook was, het procedé bleef gelijk: Bril zocht de kleine, maar typerende zijdelingse observaties, koppelde ze vaak aan een persoonlijke bespiegeling. Zijn schrijfstijl werd steeds soberder. Minder is meer: bijvoeglijke naamwoorden werden zo veel mogelijk vermeden; korte, simpele zinnetjes moesten het werk doen.

De laatste jaren werd hij gedreven door een aanzwellende werklust. Zijn productie werd gigantisch: naast zijn dagelijkse column op de Voorkant stond hij wekelijks nog in het zaterdagmagazine, in Vrij Nederland schreef hij het wekelijkse feuilleton Evelien, dat later succesvol werd verfilmd voor Net 5; hij werkte voor de tijdschriften Schipholland en Noorderbreedte en in menig glossy verschenen al dan niet erotische verhalen van hem. Veel van zijn stukjes en verhalen verschenen later in bundels. Op tv was hij af en toe sidekick in De wereld draait door, onderwijl trok hij met Ronald Giphart en Bart Chabot langs theaters in het hele land.

Gelezen werd hij, gewaardeerd ook. In navolging van Het Parool, die het ooit rond Simon Carmiggelt deed, organiseerde de Volkskrant in 2006 een Bril-imitatiewedstrijd. Er kwamen meer dan vijftienhonderd reacties binnen. Het tekende niet alleen zijn populariteit, het legde ook haarfijn bloot dat zijn ogenschijnlijk simpele stijl onnavolgbaar is en vol zit met valkuilen, zodra de pen niet in handen is van de vakman. Zoals hij zelf het geheim achter zijn stukjes eens samenvatte: ‘Geen particuliere prietpraat, geen grachtengordelruzies.’

Hij was nog maar net werkzaam voor de Volkskrant, of darmkanker sloeg toe. Hij durfde en wilde niet verzaken, en was maar kort uit beeld. Hij leek genezen, in interviews sprak hij haast met onverschilligheid over het drama. ‘Het is een van die dingen die kunnen gebeuren. Shit happens, zeg ik altijd.’ De dood boezemde hem geen angst in, zei hij. Eind juni 2008 sloeg het noodlot toe. Wat eerst op rsi leek, bleek slokdarmkanker. ‘Ik ben er nog, maar medisch gezien is de situatie tamelijk beroerd’, schreef hij de collega’s na de diagnose. ‘Technisch gesproken ben ik ongeneeslijk ziek. Wanneer die ongeneeslijkheid overgaat in de dood (mijn enige genezing) is evenwel niet bekend.’

En: ‘Ik heb nog nooit voor hetere vuren gestaan, maar vuur trekt mij aan (nog altijd fiets ik als een dolle achter de brandweer aan als die door de straat davert, het zal mijn journalistieke instinct zijn, waar zie je dat nog), dus spannend is het ook.’

Afgelopen maanden schreef hij steeds openlijker over zijn ziekte, waardig, zonder larmoyant te worden. De vakman toonde zijn meesterschap. Hij eindigde op een felbegeerde plek, waar ooit Stoker en CaMu hem waren voorgegaan en bloggers als ik alleen van dromen: op de voorpagina.

(bewerkt uit de Volkskrant:  Jean-Pierre Geelen   bril1
gepubliceerd op 22 april 2009)

Op de begane grond in de Zeeuwse Bibliotheek is een boekentafel ingericht met het (zo compleet mogelijke) oeuvre van Martin Bril.

Waar bemoeit Europa zich mee?

dinsdag, 21 april 2009

Persartikel

democratie in actie

Informatie over de Europese Unie: u vindt het al sinds jaar en dag op de eerste verdieping van de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg op het Infoplein. Al vanaf 1996 is de Zeeuwse Bibliotheek actief in het Europees Netwerk. Eerst als Info Point Europa, de laatste jaren beter bekend onder de naam Europe Direct.

Europese Unie
Waarom eigenlijk? is waarschijnlijk de meest voor de handliggende vraag. Waar bemoeit Europa zich mee? De informatiecentra zijn in het leven groepen om de informatiekloof tussen Europese burger en Unie te overbruggen. Onbekend maakt onbemind, zo redeneerde men begin jaren negentig, vandaar de opzet van een informatienetwerk. Een toegangspoort dus tot het hart van het Europees systeem.

Om bovenstaande kloof te dichten treft men in het Europe Direct Informatiepunt allerhande brochures en folders aan die gratis zijn mee te nemen, verder is er een uitgebreide uitleenbare collectie boeken, rapporten en verslagen. Daarnaast organiseert Europe Direct lezingen, debatten, thema-avonden, schoolbezoeken en tentoonstellingen. U kunt er tevens terecht voor een antwoord op uw vraag rondom het thema Europa en tot slot biedt het internet een schat aan informatie over Europa: van vakantie tot werken, van voedselveiligheid tot wetgeving.www.europedirect.nl

Informatiecentra
Niet alleen in Nederland zijn deze infodesks te vinden. In alle lidstaten van de Europese Unie zijn dergelijke informatiecentra actief (soms in bibliotheken, maar veel vaker nog in Kamers van koophandel, Universiteiten of Gemeentekantoren) om de informatiekloof tussen Unie en burger te overbruggen. In totaal bestaat er een netwerk van ruim 300 relays. Inmiddels is een groot gedeelte daarvan in het voormalige Oost-Europa gevestigd.

Verkiezingen.
Op 4 juni 2009 kiest Nederland voor een nieuw Europees Parlement. Informatie rondom deze verkiezingen is te vinden op het Infoplein, bovendien worden er extra activiteiten georganiseerd.

Naast het stembureau dat die dag op de begane grond van de Zeeuwse Bibliotheek is gevestigd, is de rondreizende tentoonstelling “Grote Voorwerpen” te zien. Deze expositie bestaat uit een vijftal metershoge voorwerpen die elk een aspect van de Europese Unie verwoorden. Te zien van 28 mei tot en met 4 juni. Op 28 mei is er een lezing in de aula door voormalig commissaris van de Koningin van Zeeland, dhr. W. van Gelder , aanvang 20.00 uur, kosten 2,50 euro waarin hij met het oog op de verkiezingen zijn (Zeeuws) licht zal laten schijnen over de importantie van Europa binnen Zeeland, dit alles onder de noemer, u raadt het waarschijnlijk al: Waar bemoeit Europa zich mee?

BBook of Kells

maandag, 6 april 2009

book of Kells

 

 

 

 

 

 

 

 Onlangs was ik in Dublin.  Als bevlogen bibliothecaris had ik the Old Library van Trinity College als hoogste op mijn prioriteitenlijstje genoteerd en mijn argeloze reisgenoten ervan overtuigd dat ze dit niet mochten missen. Mijlenver buiten dit imposante universiteitencomplex was reeds zichtbaar hoe trots de Ieren zijn op hun cultureel erfgoed: overal zijn winkels, kroegen, restaurant, hotels en zelfs pizza’s calzone vernoemd naar het meesterstuk van deze bibliotheek:  Het boek van Kells. In de etalage van een tattooshop ontwaarden we tevens de mogelijkheid om diverse illustraties uit het boek op allerhande lichaamsdelen te vereeuwigen. Het paradepaardje dus van Dublin, de ontelbare pubs daargelaten.

 

book of Kellsbook of Kells

Het Book of Kells (of Columba) werd geschreven door Keltische monniken rond het jaar 800 en geldt als een meesterwerk van de westerse kalligrafie in insulaire stijl. De teksten van de evangeliën zijn grotendeels overgeschreven van de Vulgaat, hoewel het ook een aantal passages bevat van eerdere versies van de Bijbel, de Vetus Latina. De ongeëvenaarde rijkelijke versiering bestrijkt onder meer tien paginagrote afbeeldingen en pagina’s met levendige hoofdletters met tussen de regels door kleine miniaturen.

 

Ik had mij al dagen in stilte verheugd op de aanblik van een 9e eeuws manuscript en had visioenen van  een kalfslederen halfvergane omslag en veel kleurrijke illustraties. Verder had ik mij helaas niet in de materie verdiept. Na een studentikoze rondleiding van een vierdejaars over de eclectische campus mocht ik voor 10 Euro het walhalla betreden. De gids beloofde ons plechtig met een stem vol eerbied  dat dit een bijzondere en enige ware ontmoeting met het Ierland uit een ver verleden zou worden. Zelf bleef hij buiten om de volgende groep toeristen te verwelkomen.

 

Een langdradige tentoonstelling, die betrekking had op alle ins en outs van het manuscript, leidde de volgzame bezoeker tenslotte naar een stille donkere ruimte waar het wonder van Columba in een vitrine te bewonderen is.  Daar aangekomen werd ik overspoeld door een golf van teleurstelling: in plaats van ingebonden in eeuwenoud kalfsleder lag op grauw grijs karton  een aantal A-viertjes met een compleet onleesbare tekst uit het evangelie van Lucas, opgeleukt met wat treurig versierde hoofdlettertjes in plaats van de oogverblindende Keltische kunst in insulaire stijl waar ik mij op had verheugd. En in diezelfde ruimte nog precies zo’n vitrine met nog meer A-viertjes op karton, ook met het onderschrift: Book of Kells (MS 58)  . “Zijn er dan 2 boeken van Kells?” , mijn reisgenoten keken verwachtingsvol naar mij, ik als bibliothecaris zou wel met het verlossende antwoord komen. Verward keek ik nog eens in mijn reisgids, maar door de spaarzame lichtinval werd ik daar niet veel wijzer van. “Replica’s” hoorde ik mezelf zeggen, “Kopieen. Het echte manuscript is op dit moment waarschijnlijk niet hier. En  MS58 is gewoon een plaatskenmerk. Ja hoor es, ik ben geen historicus, laat staan een conservator”. Bedrukt liepen we verder naar de indrukwekkende  long room alias the Old Library om daar te midden van 450.000 oude drukken een geestige expostitie over de geschiedenis van het detectiveverhaal te bekijken (The Body in the Library – the great detectives 1841 to 1941).

 long room

 

 

 

Eenmaal teruggekeerd op Nederlandse bodem  liet het raadsel van de 2 boeken van Kells mij niet los.  Na enige research (lees: wikipedia-en) kwam ik erachter dat ik wel degelijk oog in oog had gestaan met het echte wonder van Columba, zij het dan met een laagje glas ertussen:

Het manuscript bevat 340 folio’s en is sinds 1953 gebonden in vier delen. De naam van het manuscript komt van de Ierse Abdij van Kells, waar het manuscript eeuwenlang bewaard werd. De bibliotheek van de Universiteit van Dublin toont het permanent onder de referentie MS 58 zonder omslag. De bibliotheek toont gewoonlijk twee delen tegelijk van de bestaande vier. Elke ochtend wordt er rond dezelfde tijd een bladzijde van het boek omgeslagen.

 

Mijn reisgenoten heb ik met schaamrood op de wangen plechtig beloofd dat ik bij het volgende culturele tripje mijn huiswerk beter zal voorbereiden. En uit een soort misplaatste loyaliteit beloofden zij op hun beurt over deze BB(Blunder van de Bibliothecaris) te zwijgen.

Darwin in Zeeland

vrijdag, 3 april 2009
Darwin

Charles Darwin (1809-1882)

 

Inmiddels is het Darwin-jaar goed van start gegaan. In alle media wordt hieraan zeer frequent aandacht besteed: Op televisie prachtige documentaires en discussies, en hier bij de Zeeuwse Bibliotheek veel nieuwe, maar ook hernieuwde, boeken.

In 1860 verscheen de eerste editie van “Het Ontstaan der soorten”, de Nederlandse vertaling van het Darwin’s boek “The origin of species”, waarmee de evolutietheorie voor het eerst op de kaart werd gezet.

Maar met de jaren zijn de inzichten toegenomen, en dit heeft geleid tot een bijzondere bewerking van het originele boek door Steve Jones, hoogleraar in de Genetica. De titel van zijn boek luidt: “Als een walvis: Darwin voor de 21ste eeuw”.
Het mooie van zijn boek is dat de opzet conform het originele werk van Darwin is, maar de inhoud is aangepast aan de huidige inzichten. Eigenlijk vang je zo 2 vliegen in 1 klap: Enerzijds volg je het spoor van Darwin’s oorspronkelijke verhaal, anderzijds ben je na lezing helemaal ‘bij de tijd’.

De evolutietheorie kent veel aanhangers, maar ook veel andersdenkenden. Bijvoorbeeld de creationisten, en de aanhangers van de “Intelligent Design”- theorie. Ook deze partijen laten nu regelmatig van zich horen. Zou deze verdeeldheid de reden zijn, dat, ondanks alle inspanningen van de media, het Darwin-jaar toch tamelijk lauw wordt ontvangen?

Dat maakt ook nieuwsgierig naar hoe Darwin’s ideeen destijds in Zeeland werden ontvangen. De Krantenbankzeeland biedt daarbij uitkomst. Met name de Zierikzeesche Courant en Zierikzeesche Nieuwsbode leveren bij zoeken op ‘Darwin’ een behoorlijk aantal hits op.

In een aantal artikelen wordt serieus op de theorie ingegaan:
Op 25/10/1871 in de Zierikzeesche Courant een artikel over Darwin’s boek, waarin wordt gesteld: “Het is noodig dat ieder die de tegenwoordig de hoogte der wetenschap wil meeten, dit werk kenne”.
En op 29/4/1888 resp 6/5/1888 biedt deze krant een uitgebreide uiteenzetting in twee katernen over Darwin’s evolutietheorie.

Naast serieuze berichtgeving ook ludiekere stukjes over hoe mensen met deze nieuwe theorie om gingen, en er ook creatief gebruik van wisten te maken. Darwins theorie bleek bijvoorbeeld nuttig bruikbaar in argumenten tegen zowel werkgever als wetsdienaar:
De Zierikzeesche Nieuwsbode van 20/1/1872 schrijft:

“is hij die het woord aap beleedigend gebruikt strafbaar? Die vraag werd behandeld voor de arr.-regtbank te Rotterdam. Zeker iemand aldaar had een dienaar van policie aap genoemd. De verdediger van den aangeklaagde beweerde, dat sedert de leer van Darwin en Vogt, waarbij aangenomen wordt dat de mensch van het apengeslacht is, zooveel aanhangers telt, het woord aap, tot een mensch gerigt, geen scheldwoord meer kan worden genoemd.”

En op 19/7/1888 bevat de rubriek “Gemengde Berigten” van de Nieuwsbode het volgende nieuwtje:

“Onder de kellners te Weenen heerscht groote ontevredenheid over de verpligting, die hun in vele hotels en café’s wordt opgelegd, om baard en knevel af te scheren. Een hunner heeft hierover eene brochure geschreven en na vele aanhalingen uit Darwin eindigt hij met de verklaring, dat deze laatste zijne afstamming van den mensch vermoedelijk heeft gegrondvest op het feit, dat heden ten dage zoovele kellners met “geschoren apengezichten” omloopen.”

Ten besluite: 

Tegenwoordig krijgen we foldertjes in de bus en tv-debatten voorgeschoteld, maar in de 19e eeuw werd een woordenstrijd vaak letterlijk uitgevochten, getuige de Zierikzeesche Courant dd. 21/7/1883:

 “Om een woordentwist over de theorieën van Darwin heeft de jonge graaf Andrassy te pest, geduellleerd met graaf Paul testetics. Andrassy ontving twee ernstige sabelhouwen”.

Binnenkort nog meer over Darwin!