Een sector in crisis. Niet zeuren, niet klagen: uitdagingen scheppen vernieuwingen en bieden kansen tot ontplooiing van initiatieven. Verandering is goed.
Eigenlijk is er natuurlijk maar één doel: naast een groot aantal andere voorzieningen waarvan de economische winst in praktische zin onmeetbaar is, moet ook de sector kunstzinnige vorming zelf aan de slag om met minder kosten overeind te blijven.
Onze economie is namelijk gebaseerd op winst die in cijfers uitgedrukt kan worden. En daarom moeten we nadenken over het overleven van een cultuurbeeldenstorm, en condities scheppen voor een toekomst waarin zowel muziek als beeldende en andere kunstvormen een rol kunnen spelen in de belevingswereld van alle mensen in onze samenleving, vanaf de wieg tot het graf. Ik wil het hier een moment over muziekeducatie hebben.
In recente decennia is heel veel onderzoek gedaan naar de gunstige invloed van muziek op de hersenen, op het welbevinden en de creativiteit van mensen. Dat is goed nieuws: google simpelweg: gunstige invloed muziek en je vindt onmiddellijk een groot aantal artikelen dat de laatste jaren over dit onderwerp is gepubliceerd. Van emotioneel beladen teksten tot wetenschappelijk onderzoek, het scala aan publicaties is breed én breed toegankelijk.
En de conclusie in al deze epistels is hetzelfde: muziek is goed voor de mens!
Actieve muziekbeoefening draagt op een groot aantal vlakken bij aan de ontwikkeling van kinderen. Niet alleen kinderen; iedereen die op de één of andere manier bezig is met muziek, zij het door het leren bespelen van een instrument, zij het door actief te luisteren (in tegenstelling tot het draaien van ‘muzak’ als achtergrond- wat juist een tegenovergesteld effect heeft) stimuleert gebieden in de hersenen die de gezondheid gunstig beïnvloeden.
Aan de andere kant: de geldkraan is dichtgedraaid. De overheid vindt dat zij niet langer verantwoordelijk is voor de bescherming en de toegankelijkheid van muziekeducatie, -beoefening en -beleving. Muziekscholen zijn in een rap tempo ingekrompen en in veel gevallen zelfs helemaal opgeheven als gevolg van de stijgende kosten door de verdwenen subsidies. Bij het publiek heeft publiciteit hierover tot gevolg gehad dat een idee zich heeft vastgezet: “muziekles is duur, concerten zijn duur”. Dat idee, samen met een in verschillende lagen van de bevolking groeiende aversie tegen de kunstcultuur in het algemeen, maakt dat het klimaat is verzuurd, en dat knokken voor de toegankelijkheid van muziek creativiteit vergt, een lange adem en in veel gevallen een boterham met tevredenheid.
Deze creativeit, bij musici nu eenmaal vaak volop aanwezig (vanwege het beoefenen van muziek, zie de onderzoeken) heeft een explosie van kleine, middelgrote en grote initiatieven teweeg gebracht. Zonder de coördinerende inbreng van overheid en instituten is er een wirwar ontstaan van prachtige uitwerkingen, projecten, websites, zzp’ers en collectiefjes. Vrije markt-werking alom, maar wie vindt nog zijn weg in dit grote online aanbod? En hoe onderscheid je kwalitatief goede leraren van de minder goede? En ís die muziekschool eigenlijk wel zo duur?
Muziek in de basisschool
Het basisidee dat privélessen op muziekscholen te duur zijn, en dit inmiddels voor een grote groep mensen inderdaad is geworden, heeft er de afgelopen jaren voor gezorgd dat men aan de slag moest gaan met het concept “Instrumentale lessen in de basisschool”.
De campagne “Muziek telt!”, vanaf 2009 vormgegeven door het Fonds voor Cultuurparticipatie samen met Kunstfactor en Muziekcentrum Nederland, heeft het pionierswerk dat verricht moest worden op een intensieve manier ondersteund.
Aanvankelijk ontstond er aardig wat onrust bij instrumentale docenten omdat er geen op-maat-lesprogramma voorhanden was. Om te kunnen voldoen aan de nieuwe eis, klassikaal lesgeven, zijn andere competenties nodig, evenals het bijstellen van verwachtingen en werken met een ander lesprogramma.
Niet zelden werden docenten die bij verschillende instituten werden aangewezen om deze lessen uit te gaan voeren, overgeslagen als het ging om de vormgeving en indeling van de lessen (aantal, logistiek, inhoud). Ze werden plotseling met een vaag kader in het het diepe gegooid. “Ga 12 lessen koperen blaasinstrumenten verzorgen bij basisschool X, elk kind krijgt een instrument van de plaatselijke vereniging.” Wel eens in een klaslokaal 15 tot 20 kinderen tegelijkertijd op trompetten horen toeteren? Of op djembé’s horen rammen? Paniek!
Aantal lessen x aantal kinderen x verwachting x resultaat x …
Twaalf lessen kunnen -voor een kind dat enthousiast begint- genoeg zijn om elke vorm van muziekbeoefening voorgoed af te zweren. Omdat de groep te groot is, de techniek van het instrument te moeilijk, of het geluid dwars door je heen gaat, de docent niet is getraind op het omgaan met groepen, geschikt lesmateriaal niet voorhanden. Omdat het kind niet zelf mag kiezen uit een breed instrumentenaanbod, maar 3 maanden lang vastzit aan een instrument waar het misschien fysiek geen enkele aanleg voor heeft, nauwelijks geluid uit krijgt, of waarvan het geluid doet schrikken. Dat kan geen gunstige kennismaking zijn, net zo min als de pianolessen van de strenge pianojuf uit vroeger jaren, die met opgelegde toonladders en drieklanken menig kind tot tranen bracht.
Begrijp me goed, ik ben een enorme voorstander van muzische lessen op de basisschool, vocaal, instrumentaal, én dans. Ik denk wel dat de lessen pas effect hebben, wanneer docent en klas zich happy voelen met hun activiteit.
Het faciliteren van ondersteuning van de docent, goed luisteren naar diens uitleg over de specifieke eigenschappen en (on)mogelijkheden van zijn instrument, en vertrouwen schenken aan de deskundigheid van de docent: dit alles legt de basis voor een goed werkend systeem. In persoonlijke gesprekken met diverse docenten heb ik toch wel regelmatig gemerkt dat in veel gevallen het proces van de lesontwikkeling met medewerking van de uitvoerende docenten eenvoudigweg is overgeslagen. De voorwaarde om kinderen te kunnen inspireren is een enthousiaste docent, die het leuk vindt om zijn instrument te laten horen, die het leuk vindt om erover na te denken hoe hij of zij alle kinderen kan betrekken bij de lessen, óók de kinderen met ‘rugzakjes’.
Samen muziekmaken, samen klanken ontdekken, hoe werkt het instrument werkt, zelf mogen experimenteren, componeren, knutselen- het brengt het kind aan het rekenen, praten, voelen, bewegen, kijken, voorstellen, en vooral: luisteren. Luisteren naar klanken van zichzelf, van anderen, de natuur, de stad, alles in beweging en zelf hieraan meedoen. Je stem vinden, gebruiken. Lekker dansen.
Deze ervaring hoort een kind te inspireren, een zaadje te planten voor binnenkort of later. Wordt er eigenlijk wel genoeg geluisterd naar wat kinderen willen, naar hun dromen en wensen met betrekking tot een instrument bespelen?
Diverse conservatoria hebben de laatste jaren bijscholingsprogramma’s ingericht voor de instrumentale docent, en langzaamaan ontstaat er een nieuwe werkelijkheid die hoop biedt voor de toekomst. De idealistische wens om mensen van alle leeftijden in aanraking te brengen met muziek, ondersteund door wetenschappelijk en empirisch bewijs, houdt musici op de been. Ze geeft waarde aan de vele uren bloed, zweet en tranen die worden besteed aan het studeren van het instrument, aan het nadenken over communicatievormen (anders dan taaie toonladders) om deze liefde over te brengen, om jong en oud actief te laten omgaan met muziek op elk niveau. Een verzamelplek voor goed materiaal, een indexering van betrouwbare informatieve en ondersteunende websites zou geen overbodige luxe zijn: daarin ligt nog een mooi project!
Welke rol kan de bibliotheek bij deze ontwikkelingen spelen?
Bibliotheek.nl heeft op haar website een etalage Muziekmaken, waar veel tips te vinden zijn over uiteenlopende onderwerpen zoals muziekgenres, apps voor de tablet, nieuws over (digitale) bladmuziek en informatie over muziek voor en met kinderen. Bovendien is er een overzicht te vinden van alle bibliotheken in Nederland waar een muziekcollectie is, handig!
Hopelijk wordt de etalage uitgebreid met nog veel meer onderwerpen. Het is al een fijne plek aan het worden, neem eens een kijkje!
Plaatselijke collectie
Een bezoek aan de Zeeuwse Bibliotheek met de uitgebreide muziekcollectie kan de docent op zijn of haar plaats weer inspireren tot net even andere insteek. Bladeren in liedbundels, luisteren naar liedjes in één van de luistercabines via Muziekweb , cd’s uit de collectie van zowel jeugd- als muziekafdeling, cd’s die bij bladmuziekboeken horen (tip: véél is bruikbaar materiaal als backing track!), liedjes uit vroeger tijden uit het magazijn opvragen omdat je een bepaald thema hebt gekozen. Illustraties meenemen uit fotoboeken, tijdschriften, prentenboeken, knutselboeken. Het zelf lessen ontwikkelen is enorm tijdrovend, maar ook enorm leerzaam. Inspiratie daarbij is onontbeerlijk, in digitale vorm én op papier.
Samenwerking tussen school en bibliotheek kan een plaatselijke dynamische muziekpraktijk tot stand brengen, een kruisbestuiving van ontdekking en uitvoering.
Meer dan basisschool
Natuurlijk is bovenstaand concept op veel meer muzikale gebieden toe te passen dan het basisonderwijs. Van kleuteropvang tot universitair niveau, van beginner tot professionele musicus, van luisteraar tot componist, voor iedereen die belangstelling heeft voor welke vorm van muziek dan ook, is er materiaal te vinden in de bibliotheek. De ontdekking van muziek uit andere culturen kweekt tevens begrip voor elkaar. Muziek als therapie voor een betere samenleving is geen utopie, het is slechts een idee dat uitvoering nodig heeft om zichzelf te mogen bewijzen. Begin gewoon ergens, en kijk waar het pad van ontdekking naartoe leidt.
In gebieden waar oorlogstrauma’s en armoede de orde van de dag bepalen, beweegt Musicians without Borders mensen hun gevoelens te verwerken door middel van muziek. Ik zou ervoor willen pleiten de visie van deze organisatie te adopteren ook voor onze eigen samenleving. Wedden dat ook onze kinderen door muziek maken, opgroeien tot evenwichtige, creatieve, minder stressvolle volwassenen? Minder ziekteverzuim, minder concentratiestoornissen, betere motoriek en een beter analytisch vermogen dragen uiteindelijk vast bij tot economische winst.
En zo is ook de investering in individuele instrumentale lessen als opvolger voor de kennismakingsklassen in de basisscholen, wellicht toch een uitstekende keuze, die het geld dubbel en dwars waard is. En ook dáár zijn we goed voor uitgerust bij de muziekafdeling, met een uitgebreide collectie voor bijna elk denkbaar instrument.
Els van de Wijdeven-Millenaar
Muziekspecialist
Bronnen, verder lezen en nuttige websites:
- Music Education in crisis – Ed. Peter Dickinson, Boydell Press, 2013
- Er zit muziek in ieder kind – Fonds voor cultuurparticipatie – eindred. Tynke Hiemastra, 2013
- Music and the brain – studies in the neurology of music – ed. Macdonald Critchley & R.A. Henson
- Ons muzikale brein – de wetenschap van een menselijke obsessie – Daniel J. Levitin, vert. R. Vernooy, Atlas 2013
- Musicofilia – Oliver Sacks 2007
- http://www.musicianswithoutborders.org/
- http://www.artez.nl/conservatorium
- http://www.ahk.nl/
- http://www.zingkikker.nl
- foto’s: eigen bestand, docent ZMS Met toestemming