Archief van april 2015

Esther Gerritsen en het Boekenweekgeschenk 2016

woensdag, 29 april 2015

Ze was onlangs uitgebreid in het nieuws: auteur Esther Gerritsen (1972). Zij wordt de auteur van het Boekenweekgeschenk 2016. Voor het eerst sinds 2002, toen deze eer te beurt viel aan Anna Enquist, is er weer eens een vrouw uitgenodigd door de CPNB om de jaarlijkse editie te schrijven. Dat is verheugend nieuws. Dat de keuze op haar is gevallen puur om haar schrijverskwaliteiten is natuurlijk zonneklaar. Maar dat er in de afgelopen veertien jaar geen enkele andere vrouwelijke auteur was die deze kwaliteit kan bieden, kan ik me niet voorstellen. Er zijn genoeg Nederlandse schrijfsters, van alle leeftijden, die prachtige en gelaagde verhalen en romans schrijven.

Maar laat ik niet zeuren, het is een vrouw dit jaar, eindelijk! Esther Gerritsen debuteerde in 2000 met de verhalenbundel Bevoorrecht bewustzijn en werd direct gezien als een van de grote, jonge literaire talenten. Ze schreef sindsdien, naast columns, filmscenario’s en theaterteksten, nog zeven romans.

normaledagenObsessievelijk gedrag

Met Tussen een persoon (2002) en Normale dagen (2005), bevestigde ze de verwachtingen. In 2008 verscheen haar vierde, veel geprezen roman De kleine miezerige god. Vaak terugkerende thema’s in Gerritsens werk zijn obsessievelijk gedrag, overgevoeligheid en depressiviteit. Het leverde haar al de bijnaam ‘chroniqueur van de gekte’ op.

In 2014 ontving Gerritsen de Frans Kellendonk-prijs, die driejaarlijks wordt toegekend aan een Nederlandstalige auteur met een literair oeuvre, dat getuigt van een onafhankelijke en originele kijk op maatschappelijke of existentiële problematiek. Met haar scherpe observaties, haar tragikomische stijl en de in haar boeken even herkenbare als schrijnende thema’s, wordt ze algemeen beschouwd als een uniek auteur in het literaire landschap.

Libris Literatuurprijs

Haar laatste drie romans Superduif (2010), Dorst (2012) en Roxy (2014), werden genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs, een van de grootste Nederlandse literatuurprijzen. Van het laatstgenoemd boek is nog niet duidelijk of ze de prijs gaat winnen. Concurrenten zijn o.a. Adriaan van Dis, Peter Terrin en Kees ’t Hart. De bekendmaking van de prijs vindt al snel plaats: op 11 mei 2015.

boekenbonGerritsen heeft een populaire, wekelijkse column in de VPRO Gids. Ze is regelmatig te gast in radioprogramma’s en op literaire festivals. Bovendien is ze, samen met Tommy Wieringa, sinds oktober 2014 het nieuwe gezicht van de Nederlandse Boekenbon. Nog een wapenfeit: vertaalrechten van de roman Dorst werden verkocht aan Engeland, Duitsland, IJsland, Argentinië, Zuid-Korea en Tsjechië.

Begaafd

Bovenstaande opsomming van feiten rondom Esther Gerritsen, mag duidelijk maken dat zij een begaafd auteur is en ook dat ze een gestaag groeiende populariteit bij de Nederlandse lezer geniet. Twee jaar geleden sprak het maandblad Opzij (mei, 2013) haar uitgebreid naar aanleiding van haar nominatie voor de Opzij Literatuurprijs. In het interview vertelt ze dat ze anders is gaan schrijven sinds haar echtscheiding: hijgeriger én met rauwe seksscènes, wat haar jubelende kritieken opleverde.

Gerritsen ging door tijdgebrek wat ze zelf noemt ’efficienter’ schrijven. Toen ze Dorst schreef lag ze in scheiding. “Ik moest driehonderd dingen regelen voor die scheiding en ben in korte tijd twee keer verhuisd. Ik zette om zes uur de wekker, zodat ik ’s ochtends nog een uur kon schrijven voordat mijn dochtertje opstond. Heel mijn rustige leventje was weg. Mijn schrijfstijl is wat hijgeriger geworden”.

superduifVrouwen tellen

Met Dorst overkwam het haar ook om wéér als enige vrouw te worden genomineerd voor de shortlist van de Libris Literatuurprijs, net als in 2010 met Superduif. Gerritsen: “Natuurlijk viel me dat meteen op. Ik tel altijd vrouwen, overal. De Librisnominatie geeft me toch het krachtige gevoel van mee te mogen doen met de jongens, maar ik zou dat sentiment liever niet hebben. Ik zou willen dat ik het níét als een onbewust compliment zag. Jongens zeggen toch ook nooit trots: “ik mag meedoen met de meisjes”. Ik weet bijna niet beter dan dat er altijd maar één vrouw tussen staat bij die lijstjes. De mannelijke dominantie heerst nog altijd op allerlei terreinen: economie, cultuur, de media. Het verandert vanzelf wel, maar het gaat nog lange tijd duren voor vrouwen net zo dominant zijn in onze maatschappij als mannen”.

En dat is dan weer merkbaar aan het grote aantal jaren (tussen 2002 en 2016) waarin geen enkele vrouw het Boekenweekgeschenk schreef. Daarom deze aanbeveling: lees Esther Gerritsen! Ze schrijft prachtige romans en dat heeft niets met mannelijk of vrouwelijk te maken. Zo is dat ook met de boeken van vele andere vrouwelijke auteurs. Ze verdienen het om te worden gelezen en de waardering te ontvangen waar ze recht op hebben.

Ik kijk nu al uit naar het Boekenweekgeschenk 2016, ik ben heel benieuwd wat voor juweeltje dat wordt!

Anya Marinissen
Webredacteur en bibliothecaris

Smakelijk rondje Zeeland

donderdag, 23 april 2015

terroirwalcherenennoordbeveland
Op 22 april verscheen Terroir Walcheren en Noord Beveland. Een boek over bijzondere, lokale producten van Walcheren en Noord-Beveland met adressen, recepten, fietsroutes en tips voor onderweg.

De rode draad is steeds bijzondere, smakelijke en eerlijke producten en de adressen waar je deze producten kunt zien groeien, proeven en ervaren. Maar ook adressen van ondernemers die graag met deze mooie producten werken.

De presentatie van het boek vond plaats bij het Aspergepunt aan de Abeelseweg in Middelburg. In het boek staan dan bijvoorbeeld een aantal restaurants waar je deze asperges kunt eten. En andere producten die bij het aspergepunt te koop zijn zoals aspergewijn en zoute boter van boerderij Hoogelande.zeeuwseknop

De Zeeuwse Bibliotheek heeft in het Zeelandpaviljoen een ruim aanbod met boeken over Zeeuwse koks en recepten. Van het Zeeuws Archief een boekje met oude familierecepten. Als je wilt weten wat ‘Pannevis mi wanten’ is, kijk dan in dit boekje met de titel Aan tafel!

Het Zeeuwse Knop Bakboek mag natuurlijk niet ontbreken in dit rijtje. Tinka Leene verzamelde recepten en verhalen uit Zeeland en de rest van de wereld. Wat dacht je van een Griekse yoghurttaart? Uiteraard in de vorm van de Zeeuwse Knop.

Over Zeeuwse zilte zaligheden verscheen Het oesterboek oesterboeken voor liefhebbers van zoetigheden is er Zeeuws zoet.

Zeeland kent veel goede restaurants, met en zonder Michelinsterren. Edwin Vinke van De Kromme Watergang bracht een boek met recepten uit: Zilt en een boek met verhalen en  foto’s van Zeeland afgewisseld met recepten: Zilte klei.

Ludo Haers schreef een culinaire biografie Bloewoste mee juun en een boek met korte verhalen en gerechten van (h)eerlijke producten: #meermoetaniezijn.

puurzeelandVan de hand van Sergio Herman zijn er inmiddels veel boeken verschenen. Puur Zeeland is er één van. Hierin neemt hij ons mee op een culinaire ontdekkingsreis langs lokale ingrediënten uit de duinen, schorren en polders en natuurlijk uit de zee en de Oosterschelde.

Adriënne Withagen,
Informatiespecialist

 

Wie was Pieter Paulus toch?

dinsdag, 7 april 2015

Woensdagochtend 1 april om negen uur trad de heer Perry Moree als nieuwe directeur aan, met een toespraak in de aula voor het voltallige personeel van de Zeeuwse Bibliotheek en SCOOP. Al die tijd had hij een afbeelding geprojecteerd op het scherm achter hem. Het was een zwart-witportret van een meneer uit de pruikentijd. “Weet iemand wie dit is?” vroeg hij. Helaas was er niemand die het portret herkende. Het bleek om de van oorsprong Zeeuwse staatsman Pieter Paulus te gaan. Een figuur die de directeur duidelijk fascineert. Hij heeft dit portret zelfs in zijn werkkamer hangen. De politicus Paulus speelt een belangrijke rol in Moree’s proefschrift ‘Met vriend die God geleide’, over het Nederlands-Aziatisch postvervoer in de 18e eeuw.

Portret van man met pruik. Pieter Paulus, Secretaris van de Admiraliteit der Maas, 1754-1796

Pieter Paulus, Secretaris van de Admiraliteit der Maas, 1754-1796
Bron: Wikimedia commons

Pieter Paulus werd op 9 april 1753 in Axel geboren, als oudste telg uit een regentenfamilie. Hij ging op zijn twaalfde naar een kostschool in Den Bosch, kwam enkele jaren later terug naar Zeeland waar hij de Latijnse school in Vlissingen bezocht. Hij heeft op de universiteiten van Utrecht en Leiden voor advocaat gestudeerd. Dat vak heeft hij in Zuid-Holland uitgeoefend. Hij was verder vooral uiterst actief in de politiek, en eindigde in 1796 als eerste voorzitter van de Nationale Vergadering, die tijdens de Bataafse Republiek de Staten-Generaal verving.

Hij is een nationale bekendheid geworden. Het is niet nodig om hier zijn levensbeschrijving te geven. Die staat heel kort in de Encyclopedie van Zeeland, iets uitgebreider op de Wikipedia, en nog beter in ‘Levensberichten van Zeeuwen’ door F. Nagtglas. De meeste informatie is te vinden in: ‘Pieter Paulus (1753-1796), patriot en staatsman’ door E.J. Vles, uitgegeven door De Bataafsche Leeuw in 2004.

Korte Weststraat markt Axel. De markt uit Axel op een prentbriefkaart van honderd jaar geleden; het huis van de familie Paulus is het zesde pand van links met de verhoogde gevel.

De markt uit Axel op een prentbriefkaart van honderd jaar geleden; het huis van de familie Paulus is het zesde pand van links met de verhoogde gevel. Bron foto: Beeldbank Zeeland, Zeeuwse Bibliotheek

Axel was destijds een kleine stad, met nog geen duizend inwoners, maar wel met stadsrechten. Het nabijgelegen Terneuzen was toen nog maar een gehucht. Axeler Ambacht viel in de 18e eeuw onder de Generaliteitslanden, dat wil zeggen dat zij binnen de Republiek der Verenigde Nederlanden geen zelfstandig gewest konden vormen. Zeeuws-Vlaanderen, dat toen Staats-Vlaanderen heette, werd rechtstreeks vanuit Den Haag bestuurd. Het dagelijks bestuur over het Land van Axel werd echter waargenomen door de Staten van Zeeland. De bevolking was protestants, en voor een deel oorspronkelijk afkomstig van Walcheren.

De Nederlandse samenleving was in die tijd in twee kampen verdeeld: de patriotten en de prinsgezinden. ‘Patriot’ betekent eigenlijk ‘vaderlandslievend’. Nu waren beide partijen dat. Alleen zagen de prinsgezinden dat in samenhang met een belangrijke rol voor het Huis van Oranje, terwijl de patriotten die juist wilden beperken en uiteindelijk afschaffen. De prinsgezinden hadden hun aanhang vooral in de randgewesten, onder de oude aristocratie en bij het gewone volk in de grote steden. Beroemde types uit de prinsgezinde beweging waren twee volksvrouwen uit Rotterdam, die als Kaat Mossel en Ruige Keet de geschiedenis ingegaan zijn.

De Zeeuwse Bibliotheek bezit een grote collectie pamfletten juist ook uit die periode. Beide kampen bevochten elkaar soms met vuisten, maar meestal met papier. Ondergetekende is al jaren bezig om deze geschriften opnieuw te beschrijven en te voorzien van een onderwerpsontsluiting. Hopelijk zal over een paar jaar de complete collectie pamfletten op een degelijke catalogus terug te vinden zijn. Het is soms moeilijk om te onderscheiden uit welk kamp een pamflet komt. Meestal zijn ze anoniem. Soms lijkt een tekst de stadhouder-prins te verheerlijken, maar dan blijkt het uiteindelijk patriottische spot te zijn, geschreven door iemand die doet alsof hij prinsgezind is, maar die gezindheid eigenlijk belachelijk maakt. Lezers uit die tijd hadden het onmiddellijk door, maar wij in onze tijd moeten ons goed inleven.

De patriot Pieter Paulus trad in Den Haag tegen een andere belangrijke Zeeuw op, de prinsgezinde raadpensionaris Laurens Pieter van de Spiegel, die de carrière van zijn tegenstander tijdelijk wist te breken. Paulus heeft een beroemd pamflet geschreven: ‘Het nut der stadhouderlyke regering’, waarin hij juist het tegendeel trachtte aan te tonen. In feite was hij een van de theoretici van de patriottische beweging. Hij was welgemanierd en hoog ontwikkeld. Daardoor kreeg hij, zowel bij leven als lang na zijn dood, waardering van voor- en tegenstanders. Zelfs prins Willem V en zijn vrouw prinses Wilhelmina van Pruisen verdroegen hem vanwege zijn belezenheid, maar verwierpen zijn democratische denkbeelden. Hij, van zijn kant, had echter weinig behoefte om het prinselijke paar regelmatig te bezoeken.

Pieter Paulus heeft tijdens zijn Haagse carrière Zeeland niet vergeten. De strekking van zijn proefschrift was deze dat Zeeland bewester Schelde (het huidige Midden-Zeeland) krachtens middeleeuws recht bij Vlaanderen hoorde, en niet bij Holland. In de zelfde tijd schreef hij ‘Betoog van Zeelands regt tot het stigten eener hoogeschole’. Daarmee bedoelde hij een universiteit. Tevoren waren alleen pogingen gedaan om een ‘illustere school’ op te richten, wat we tegenwoordig een bachelor opleiding zouden noemen, maar deze zijn keer op keer gestrand. Ook zijn pleidooi leverde geen resultaat op. Voorts was Paulus een groot voorstander van de gelijkheid onder de mensen. Die overtuiging legde hij vast in: ‘Verhandeling over de vrage: in welken zin kunnen de menschen gezegd worden gelyk te zijn?’. Zijn antwoord was: alleszins. Dat betrof wat hem aanging, ook de slaven in de Nieuwe Wereld. In een tijd waarin Afrikaanse zwarten vooral als koopwaar gezien werden, legde hij er de nadruk op dat het mensen waren. Het spreekt vanzelf dat alle genoemde geschriften in meervoud in de Zeeuwse Bibliotheek aanwezig zijn.

Op de 1e maart 1796 werd Pieter Paulus tot eerste voorzitter van het democratische parlement gekozen. Dat ging gepaard met een optocht door de stad, waarbij hij blootshoofds door de nog winterse straten van Den Haag liep. Voor iemand die zijn hele leven een pruik gedragen had, bleek dit funest. Hij liep een longontsteking op, waar hij zestien dagen later aan bezweek. Directeur Perry Moree ziet Pieter Paulus als een lichtend voorbeeld. Het is alleen heel erg te hopen dat hij hem niet letterlijk navolgt …

Marinus Bierens
Conservator