“Elke natie heeft het recht om zelf fouten te maken. Ook Zuid-Afrika.”
Vanuit dit gezichtspunt opent Adriaan van Dis de literaire avond in een steenkoude Nieuwe Kerk te Middelburg op 14 januari 2011. Hij debatteert de eerste minuten met interviewster Lidewijde Paris over de organisatie van de Wereldkampioenschappen Voetbal van het voorgaande jaar. Het enorme budget en de verlaten stadions ten spijt: grootheidswaanzin hoort nou eenmaal bij globalisering volgens van Dis. Ook het Zuid-Afrikaanse volk verlangt brood en spelen. Of is wellicht brood òf spelen hier beter op zijn plaats? Van Dis zag persoonlijk liever glas in de ramen van scholen en betere schoolboeken.
Leidraad bij deze discussie wordt eigenlijk gevormd door twee boeken: Tikkop, zijn nieuwste roman over een verstikkend vissersdorp en het redden van een verslaafde jongen en Het beloofde land, een reis door de Karoo, een boek dat twintig jaar eerder verscheen. De morele verontwaardiging van toen blijkt te hebben plaatsgemaakt voor een wat berustender mening ten aanzien van onrechtvaardigheid bij de schrijver. Naar dat laatste wil hij slechts nog met verbazing kijken.
Is Tikkop een soort afrekening met ons eeuwige Westerse paternalisme? Het lijkt er wel op. Tikkop blijkt een roman over verraad, maar ook over vriendschap en liefde voor een taal en een land. Het vertelt de geschiedenis van twee blanke mannen – de Nederlander Mulder (het alter ego van van Dis, ook bekend uit zijn boek De Wandelaar) en de Zuid-Afrikaan Donald – die als student betrokken raakten bij het internationale verzet tegen de Apartheid. Na veertig jaar halen ze de banden weer aan en verkennen hun gevoelens van weleer: er is een liefde gedeeld, er zijn vrienden verraden en idealen verloochend. De werkelijkheid van het nieuwe Zuid Afrika lijkt anders dan de droom van toen.
De in Parijs wonende Mulder vestigt zich een tijd in de Kaap, waar Donald zijn strijd voortzet in een vissersdorp waar de lokale bevolking zich aan alle kanten verraden voelt. Hun visrechten zijn verkwanseld door corrupte leiders, er is geen werk en hun kinderen vluchten in de tik – een goedkope drug die naast je geheugen ook je geweten aantast. De twee mannen ontfermen zich over een talentvolle verslaafde die zij een toekomst willen bieden. Ontluisterende taferelen en geknakt idealisme, uitstekende ingrediënten dus voor een slechte afloop.
Deze teloorgang van illusies, pessimisme is verpakt in laconieke, bijna vrolijke woorden, doordacht en aangrijpend opgetekend. Een terecht Amen vanaf de kansel. Het publiek in de Nieuwe Kerk maakt (wederom) kennis met de worsteling van een complex land, vormgegeven in een prachtig, lichtvoetig en pakkend verhaal. Met dank aan Van Dis’ immer elegante taalgebruik.
Janette Zuydweg, Vakreferent Kunst, Recht- en Literatuurwetenschappen
Bronnen: Parool Website Adriaan van DisTags: Adriaan van Dis, Nieuwe Kerk, Tikkop, Zuid-Afrika