Lies, damned lies and statistics

Op donderdagavond 20 maart vond er wederom een KennisCafé plaats in het Leescafé van de Zeeuwse Bibliotheek. De titel van het café luidde “Lies, damned lies and statistics”. Statistiek dus, een vakgebied wat weinig “sexy” lijkt en dat redelijk vaak negatief in het nieuws is.

De gasten deze avond waren Nel Verhoeven (professor statistiek bij het UCR en onderzoekster), Ger Rijkers (departementsleider en professor op het UCR), en Joop Maas (senior adviseur bij BOOM communicatie). De muziek werd verzorgt door Geert van Oorschot, die met veel enthousiasme aan het spelen was.

Nel Verhoeven kreeg als eerste het woord, om de leek het één en ander te vertellen over statistiek. Wat Verhoeven zo mooi vindt aan statistiek is dat je er altijd je nieuwsgierigheid mee kan bevredigen. Veel mensen vinden het echter een immens moeilijk vak, en mevrouw Verhoeven moet dus ook vaak verhalen aanhoren over hoe men “statistiek nooit heeft begrepen”.

KennisCaféStatistiek

Wat statistiek zo moeilijk maakt zijn de vaak lange formules, die vroeger droog werden voorgeschoteld en maar uit het hoofd geleerd moesten worden. Dus, om statistiek behapbaar te maken moeten de lange formules per stukje worden uitgelegd, zodat de formule niet een ding wordt om te onthouden, maar echt wordt begrepen. Dit is dan ook wat Nel Verhoeven doet in haar lessen op het University College Roosevelt.

Statistiek wordt ontzettend veel gebruikt, en we komen het dus vaak tegen in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld onderzoek gedaan door overheidsinstanties, de media die rapporteren over onderzoek (hier later meer over) en ga zo maar door. Bij al deze statistische onderzoeken is het belangrijk om op verschillende dingen te letten; bijvoorbeeld de methode van steekproef trekken. Zo gebruiken veel instanties panels/panelleden. Dit is een probleem omdat het vaak een specifieke groep is, dus moeilijk voor het generaliseren van de onderzoeksresultaten. Ook worden er vaak “willekeurige” mensen op straat aangesproken om mee te doen aan een onderzoek. Echter is dit vaak niet willekeurig, omdat de onderzoekers zich vaak comfortabeler voelen om op de één af te stappen, dan op de ander. Dit hoeft echt niet altijd bewust te zijn, ook onbewuste keuzes beïnvloeden de willekeur van de benaderde mensen.

Dat je op moet passen met statistische onderzoeken of de berichtgeving daarvan, bleek ook uit een voorbeeld dat werd genoemd deze avond. Zo las Nel Verhoeven ooit over een onderzoek waaruit de schijnbare conclusie was dat de kans op borstkanker pér glas wijn per dag met 5% zou stijgen. Mevrouw Verhoeven zag de leuke avondjes al aan haar neus voorbij gaan, en dus zocht ze het originele onderzoek op. Wat bleek? Per wijnglas zou er 0.5% kans op borstkanker bijkomen, bovenop de al bestaande kans op borstkanker die werd beïnvloed door een groot aantal andere factoren. Nel Verhoeven is dus maar gewoon wijn blijven drinken, gezien de bijgekomen kans zo verwaarloosbaar klein was.

Ook professor Ger Rijkers zegt voorzichtig te zijn met de informatie die je krijgt. De heer Rijkers zit zelf meer in de chemie en biologie, waar statistiek ook veel voor wordt gebruikt “statistiek van de kleine getallen”. Hij citeert een professor die zijn colleges altijd begint met “de helft van wat ik jullie ga vertellen is waar, ik weet alleen niet welke helft”. Er worden verschillende voorbeelden gegeven van statistiek in DNA onderzoek. Bijvoorbeeld de vraag van een moeder die een kindje kreeg met een ernstige en zeldzame longziekte, hoe groot de kans was dat het volgende kindje de ziekte ook zou krijgen. Nu bleek bij deze mevrouw dat haar wettelijke echtgenoot niet de vader van het kind kon zijn, omdat zijn genetisch materiaal niet overeen kwam; in dit geval was het dus 100% zeker dat het volgende kindje de longziekte niet zou krijgen, mits ze het kindje kreeg met haar wettelijke echtgenoot. Toch is het vaak zo dat er nagenoeg geen zekerheid bestaat bij vragen als deze. Zelfs al is de kans 25% op een aandoening en 75% kans op een gezond kindje, dan nog is de kans heel erg groot dat het kindje de aandoening krijgt.

Het blijkt dus dat het lezen en interpreteren van statistisch onderzoek om de nodige voorzichtigheid vraagt. Joop Maas bracht hier nog een andere dimensie in; het is zijn taak om de gegevens, uitslagen en conclusies over te brengen naar het grotere publiek. Hierbij komen vaak belangen kijken van de overheid of andere (vaak commerciële) opdrachtgevers. Zo moet Joop Maas nadenken over vragen als ‘wat gaan we vertellen’,  ‘hoe gaan we dat doen’ en ‘wat laten we weg, waar leggen we het accent’? Daar zit natuurlijk ook een stuk moraal in, wat is verantwoord en wat niet meer? Nu is het zeker niet altijd negatief om over deze vragen na te denken, maar het is wel belangrijk om in uw achterhoofd te houden bij het lezen over statistische onderzoeken. Dit is bijvoorbeeld ook erg belangrijk in reclames die gebruik maken van statistische uitkomsten, zoals “als beste getest!” Dit zegt eigenlijk helemaal niets over de kwaliteit van het product, en het is dus niet verkeerd om vraagtekens te zetten bij zulk soort reclameleuzen.

Ook kwamen kwesties als de ING en de AH bonuskaart aan bod. De heer Maas snapt niet zo goed waarom mensen het lastig vinden als een bank winst wil gaan maken uit de waardevolle informatie die ze hebben, als de bank belooft het vetorecht altijd bij de klant te houden (als klant kunt u dus bepalen wat er met uw gegevens gaat gebeuren). Is het namelijk niet bijna onze dagelijkse bezigheid geworden om informatie over onszelf prijs te geven, bijvoorbeeld bij de AH bonuskaart, Facebook, Twitter en dergelijke. We zijn maar weinig bezig met de privacy die we daarvoor opgeven. Een belangrijke motivatie voor het prijsgeven van persoonlijke informatie is wat men er voor terug kan krijgen. Bij de AH bonuskaart is het zo dat er kortingen worden gegeven in ruil voor gegevens. De ING heeft deze mogelijke voordelen te weinig benadrukt, waardoor er verontwaardiging is ontstaan, aldus de heer Maas. De professoren zeggen hier ook mee te maken te hebben in onderzoeken; het is voor onderzoekers verboden om welke informatie dan ook commercieel te gebruiken. Hier moeten ze veel moeite doen in het anonimiseren van de gegevens. Toch zeggen zij ook dat we eigenlijk al zo veel persoonlijke gegevens prijs geven, dat het nauwelijks verschil zou maken.

Als laatste werd er gesproken over het slechte beeld wat mensen hebben over statistiek. De gasten waren het ermee eens dat de media een grote rol spelen in dit slechte beeld. In onderzoeken wordt er geprobeerd fraude zo moeilijk mogelijk te maken; waar een onderzoek eerst alleen werd gelezen als het af was, voordat het gepubliceerd werd, is het nu zo dat onderzoekers een plan moeten inleveren om überhaupt kans te maken op publicatie. Ook moeten zij hun onderzoeksmethoden verantwoorden.

Al met al was het dus een interessante avond, met veel inzichten en achtergronden over statistiek, en wat het nou zo moeilijk maakt. Het advies blijft: wees altijd kritisch op wat u leest.

Tessa van Hoorn, UCR

 

Tags: , , ,

Laat uw reactie achter