Samen met collega Liesbeth van der Doe ben ik bezig met het beschrijven van de handschriften die de Zeeuwse Bibliotheek in haar collectie heeft. Dat doe ik met veel plezier en dat komt vooral door de verrassingen die elke keer uit de enveloppes komen.
De laatste maanden waren dat 200 handschriften van dokter Jacobus de Puyt. Hij leefde van 1740-1812 en was een tijdgenoot van de bekende Vlissingse dokter David Henri Gallandat.
De Puyt leefde en werkte in Middelburg, was wat bescheidener dan dokter Gallandat maar zeker niet minder kundig. Ook hij legde zich toe op de verloskunde. Van de 200 handschriften zijn er 160 ‘observaties’ over zware bevallingen waarvan 14 van tweelingen.
Hij beschrijft steeds waar hij naartoe gaat: Op 25 mei geroepen bij een bevalling op de Kousteensedijk. De ene keer met een goede afloop: “Moeder en kinders waren de 9e dag seer welvarende”. Andere keren werd er een dood kind geboren of overleefde de moeder de bevalling niet.
Ook bijzonder zijn de brieven van Abraham Beeckman, de vader van Isaac Beeckman, de bekende natuurwetenschapper uit de 17e eeuw. Abraham Beeckman kwam uit Engeland en was kaarsenmaker. Verder was hij actief in de nog jonge protestantse kerk van Middelburg. Hij had een uitgesproken mening over het dopen van kinderen. Er zijn brieven van Philips van Landsberghe en Antonius Walaeus aan Abraham Beeckman. Brieven van Abraham Beeckman aan o.a. Herman Faukelius, aan Antonius Walaeus en aan de Kerkenraad. Walaeus speelde een bemiddelende rol bij een conflict met de kerkenraad met als gevolg dat Abraham Beeckman tot ouderling benoemd werd.
Ertussen zat ook het oudste handschrift dat wij tot nu tegenkwamen: Een brief uit 1597, weliswaar zwaar beschadigd, maar toch… erg bijzonder om in handen te hebben! (HS 5067)
Het toetje is een mooi cahier met daarin tekening van tafelschikkingen bij dinées en soupées. Op de getekende schotels staan de gerechten: gestoofde ‘cabeljouw’, ‘desert’, eendeborst, duifjes, etcetera.
Cocky Klaver, Zeeuws Documentatiecentrum