Berichten met tag ‘Kranten’

Bijvangst

dinsdag, 28 juni 2016

Bijvangst is volgens de Van Dale ‘de vangst van andere vissen dan waarop werd gevist.’ Meestal wordt die bijvangst weer overboord gekieperd, tenminste, als deze niet teveel waarde bezit. Als historicus, of liever als archiefonderzoeker, heb je soms ook zulke bijvangst. Zozeer zelfs dat de bijvangst soms belangrijker wordt dan de hoofdvangst. Graag laat ik hier wat van die vreemde, soms Zeeuwse, vissen zien die ik aan de oevers van de Thames naar boven hengelde.

Heron of Kew

Voor het Zee(uw)post project ben ik al enige malen in the National Archives (TNA) in Kew geweest. Daar wordt onder meer het archief van de High Court of Admiralty bewaard. Onderdeel daarvan zijn de zogenaamde Prize Papers: in oorlogstijd in beslag genomen papieren aan boord van buitenlandse of vijandelijke schepen. Aangezien De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in de 17de en 18de eeuw meerdere oorlogen met Engeland heeft uitgevochten, zijn er heel wat Nederlandse schepen door de Engelsen buitgemaakt. Daarbij werden niet alleen de scheepsjournalen in beslag genomen, maar werkelijk alle papierwerk aan boord: brieven, rekeningen, kasboeken, almanakken, beurzen met inhoud, kranten, romans tot zelfs de ganzenveren pennen aan toe. Voor dit project gaat het vooral om de persoonlijke brieven die mensen van overzee naar Zeeland stuurden of omgekeerd. Anders dan bij normale archiefaanvragen waarbij je doorgaans weet wat je aanvraagt, kom je hierbij ook aardig wat andere verrassingen tegen. Zaken die in Nederland verloren zijn gegaan in de loop van de geschiedenis omdat niemand ze belangrijk vond, maar daar weer opduiken omdat ze samen met al die brieven in een doos zijn gestopt.
Net als wij tegenwoordig onszelf goed informeren over wat er om ons heen gebeurt, wilden de 17de-eeuwers dat ook weten. Daarom werd niet alleen een brief geschreven, maar werden bijvoorbeeld ook de laatste kranten meegestuurd. Zo zaten bij een brief naar de West de bijna volledige maanden oktober en november 1673 van de Opregte Haerlemsche Courant en de Amsterdamsche Courant van 9 november 1673. Die laatste krant is in geen enkel archief of bibliotheek in Nederland meer te vinden.

OHC-7-oktober-1673-pag-2

In de ‘Opregte” van 7 november valt te lezen dat het op 4 oktober stormde voor de Zeeuwse kust en ‘verscheyde avonturiers’ [kaperschepen] naar binnen moesten komen. Aan boord van de Fenix moest al het geschut overboord gezet worden ‘om hem te salveeren’ en bij de Metaelman brak de fokkemast af. Dat is niet alleen voer voor historici maar ook voor meteorologen die zich met weergeschiedenis bezig houden. Op deze wijze kon bijvoorbeeld J. Buisman zijn befaamde zesdelige meteorologische magnum opus Duizend jaar weer, wind en water in de Lage Landen schrijven.

AC-9november1673pag1

In de ‘Amsterdamse’ staat een kleine regel die ons Nederlanders er nog eens op wijst dat we ooit de meest roemruchte stad ter wereld bezaten, want op 3 november 1673 verneemt de redactie uit Engeland dat: ‘Den koningh heeft ordre gegeven voor het equiperen van een considerabel esquader oorlogh schepen … dat men voorheeft, Nieuw Jorck daer mede weder te vermeesteren.

De opnamen van deze kranten konden zodoende doorgegeven worden aan de KB voor hun krantenbank Delpher. Aan de kranten kunnen we al zien dat de mensen van toen, net als die van nu, bekenden graag wilden laten delen in het laatste nieuws, maar dat gold natuurlijk ook voor zeer persoonlijke zaken. Hoe laat je in de 18de eeuw aan iemand overzee weten wat voor nieuwe jurk je hebt gekocht, hoe de laatste mode in Parijs er uitziet of hoe je je eigen ontwerp wilt laten uitvoeren, zonder dat je over telefoon, mail of whatsapp beschikt? Simpel, je stuurt monstertjes op van de textiel, zoals deze jonge juffer uit West-Indië die met deze monsters vertelt wat zij voor het haar gezonden geld gekocht heeft: ‘dit is van de zwarte vouwjapon (het zwart-witte textiel). Dit is een present van Pietje (het blauw en bordeauxrode textiel). Dit is van mijn nieuwen japon die ik gekocht heb voor het geld dat u edele mijn voor een present gesonde heb.’ (het lichtblauwe en oranjerode textiel); zelfs de roestige speldjes zaten er nog bij, al had de Engelse archivaris die er van mij ook uit mogen halen -au.

HCA- 30-719 -katoenmonsters

Wie overzee verbleef wilde geliefden en familieleden natuurlijk ook graag op foto bij zich hebben; alleen zou dat eind 18de eeuw nog ruim een eeuw duren voordat dat wijdverspreid was. Omdat het schilderen van een medaillon ook de nodige centen kostte was er voor de minder gefortuneerden eind 18de eeuw een noviteit bedacht. Het uitknippen van schaduwportretten. Zo kreeg de heer Scheitz, de boekhouder en negotiehandelaar op het VOC kantoor te Cochin op de westkust van India rond 1780 silhouetportretten toegestuurd van zijn verwanten Ludwig, Magdalena, Margretha Gabriëlle, Maria Magdalena en Carl Ludwig.

HCA-30-722-portretten-Cochin

Of hij er ook van heeft kunnen genieten weten we natuurlijk niet, want op de heen- of terugreis werden de portretten in beslag genomen. Dat is natuurlijk het sneue verhaal van al deze brieven en paperassen: ze zijn allemaal verloren gegaan voor de eigenaar of degene voor wie het bestemd was.
Enigszins mysterieus zijn de sleutels die rond 1770 werden verstuurd. Een brief met sleutels…daar hoort ongetwijfeld een kist bij. En wat zat er dan in die kist dat die op slot gedaan werd? Deze sleutels werden natuurlijk separaat verzonden zodat tijdens transport de kist niet geopend kon worden. Of moeten we de fantasie de vrije loop laten en gaat het hier om een schat van een vrijbuiter waarbij de ontvanger van de sleutels naar een ander werelddeel of andere plaats moest reizen om de bijbehorende kist te kunnen openen? We zullen het nooit meer weten. Wat ik wel zeker weet is dat er tientallen portefeuilles zijn verstopt in de archieven van het TNA, maar ik daar nooit ofte nimmer geld in terug gevonden heb. Hooguit wisselbrieven; de voorloper van de cheque.

HCA 30-719 portefeuille HCA 30-719 sleutels

Aangezien veel post uit West-Indië komt zitten daar ook de nodige paperassen tussen die ons herinneren aan de plantage-economie en de slavernij. Plantages waren vaak in eigendom bij Zeeuwse of Amsterdamse eigenaren die zelf nooit een stap in Suriname zouden zetten. De plantages werden gerund door een directeur die er enkele jaren zat en die werd bijgestaan door een boekhouder, of hij deed het secretariële werk zelf. Deze boekhouding werd ter controle naar de Republiek teruggezonden. Daardoor is het archief van de High Court of Admiralty een goudschat voor onderzoekers naar de plantagesamenleving en slavernij in Suriname in de 17de en 18de eeuw. In een archiefdoos zat bijvoorbeeld de complete boekhouding van de plantage Geertruijdenberg uit 1778-1779. De zwarte bladzijden van onze geschiedenis komen dan wel heel dichtbij. Tegelijkertijd besef je dat zo een plantage door de achttiende-eeuwse boekhouder zuiver bedrijfsmatig werd bezien, zelfs de slaven die er werkten werden op de balans gezet. Hij noteerde in het kasboek aan de debetzijde alle geboorten en aan de creditzijde alle overledenen onderverdeeld in ‘Mans, Weijven, Jongens en Meisjes.’ Zo lezen we op 30 januari 1779 ‘de neegerin Susanna gekraamt van een neegerjong genaamt Daniël’ en aan de creditzijde op 4 januari van datzelfde jaar ‘de neegerin Theresa aan een langduurende siekte, obiit [gestorven].

kasboek-plantage-geertruijdenberg HCA 30 725
Tot zover het rariteitenkabinet, want daar was je als visser niet naar op zoek. Naast de garnalen en de krabben in het net waar je platvis in vangen wilt hoop je bijvoorbeeld ook eens een mammoetkies aan te treffen. In dit geval drukwerk uit Zeeland wat nog onbekend is, want dat zijn items waar ZB voor de collectie Zelandica altijd naar op zoek is. Zoiets trof ik in mei aan.

Het is het welbekend dat er in de 17de en 18de eeuw in de Republiek al levensverzekeringen afgesloten konden worden, maar bij wie dat was en waar deze maatschappijen zaten is nog slecht bekend. Tijdens werkzaamheden voor Krantenbank Zeeland was ik enige tijd geleden al op de Vlissingse Lyfrete Sociëteit gestuit. In de Middelburgsche Courant van 27 juni 1776 valt te lezen dat een dergelijke maatschappij ook in Vlissingen was opgericht. Tenminste, een afdeling, want zoals uit de oprichtingsartikelen blijkt zat het hoofdbestuur in Amsterdam. Groot was dan ook de verrassing toen tussen enkele scheepspapieren uit 1780 de artikelen van deze maatschappij zaten. In Nederlandse archieven is slechts één aandeel in een dergelijke levensverzekeringsmaatschappij bekend die ouder is dan die van Lyfrente Sociëteit de Zekere Verwagting uit Vlissingen van 1776 en hier lag de volledige oprichtingsakte van de onderneming met intekenlijsten en al! De Vlissingse afdeling had sinds 17 juni 1776 haar obligaties opengesteld voor intekenaars. Opmerkelijk was dat werkelijk iedereen deel kon nemen aan levensverzekeringsmaatschappij de Zekere Verwagting. Nu moeten we dat niet te letterlijk nemen, want de inleg van honderd Pond Vlaams (€ 271,50) was natuurlijk voor de gewone man ruim een jaarinkomen, maar daaruit werd wel intrest en dividend genoten. Hoe vaak en wanneer er uitgekeerd werd, welke voorwaarden er aan verbonden waren en wie behalve de boekhouder Johannes Nortier allemaal bij deze levensverzekeringsmaatschappij betrokken waren is nu dus bekend. Het is natuurlijk archiefmateriaal, dus het origineel moet in Kew blijven, maar ZB heeft dit boekwerkje nu in ieder geval digitaal tot haar beschikking.

lyfrente-societeit

Het werd bij de Vlissingse uitgeversfamilie Corbeleyn uitgebracht. In Middelburg waren nog veel meer drukkers actief dan in Vlissingen, al was het alleen in verband met tal van officiële uitgaven die hier vandaan kwamen. Zo trof ik ook drukwerk van Pieter Gillissen uit Middelburg die het drukwerk voor de VOC kamer Zeeland verzorgde. Daaronder bevinden zich een ‘Artykel-brief’ en een ‘Extract uit de Ordre en reglement van de Vergadering van de Zeventiene, de Generale Geoctroyeerde Oost-Indische Compagnie representerende…’ uit 1771 die nog niet in bezit van ZB waren. Dat leert ons weer meer over de productie en bezigheden van de drukkers die hier actief waren.

HCA 30-722 Extract_Orde_en_ReglementVOC_Pieter_Gillissen_Middelburg_1771

Zo blijkt maar weer dat elk nadeel zijn voordeel heeft. Want hoewel uit oorlogshandelingen doorgaans weinig goeds voorkomt is door het massaal in beslag nemen van Nederlandse papieren door de Engelsen in de zeventiende en achttiende eeuw een belangrijke culturele schat bewaard gebleven die anders vrijwel zeker was verdwenen. Hoewel in dit blog de gewone vangst, de vele honderden brieven van en aan Zeeuwen, onbesproken bleven, gaat ZB met vele vrijwilligers hard werken om al die brieven die óók in Kew gevonden zijn te ontsluiten ín het project Zee(uw)post. Waarover later meer.

Johan Francke,

Informatiespecialist

Documentatie Watersnoodramp online

maandag, 21 januari 2013

Op 17 januari 2013 is een grote verzameling documentatiemateriaal over de watersnoodramp van 1953 online beschikbaar gekomen. Dit betreft documentatie zoals kranten, krantenknipsels, tijdschriften, brochures en divers materiaal zoals telexberichten en dagboeken. Deze zijn afkomstig uit collecties van het Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk en de Zeeuwse Bibliotheek. In de media werd hier onder meer aandacht aan geschonken op de sites van Omroep Zeeland, de PZC, maar ook in de gedrukte PZC van 17 januari jl.:

De digitale watersnooddocumentatie maakt onderdeel uit van Krantenbank Zeeland. In totaal zijn ongeveer 30.000 documenten gedigitaliseerd, maar er worden dit jaar nog duizenden nieuwe documenten toegevoegd. Naast watersnoodinformatie die al te vinden is in bijvoorbeeld de Provinciale Zeeuwse Courant of de Zierikzeesche Nieuwsbode op Krantenbank Zeeland kan nu ook worden gezocht in allerlei andere Nederlandse en internationale kranten.

Een wellicht nog indringender beeld geven de geïllustreerde tijdschriften waarin veel beeldmateriaal van de stormramp is verwerkt. Brochures geven een overzicht van alle soorten herdenkingen en bijeenkomsten die er naar aanleiding van de ramp zijn geweest. De documentatie stopt immers niet in het jaar 1953, maar loopt door tot de dag van vandaag. De meest aangrijpende documenten kunnen worden gevonden in de groep diversen waar zaken als dagboeken, persoonlijke belevenissen en brieven van en aan hulporganisaties kunnen worden gevonden.

Zoeken in Krantenbank Zeeland kan eenvoudig, maar hoe makkelijker de websurfer het zich maakt, des te groter het zoekresultaat zal zijn. Zoeken op woorden als watersnoodramp of stormvloed levert duizenden resultaten op. De site is daarom vooral een handige ‘tool’ om naar een ‘petite histoire’ op zoek te gaan: op dorps- of stadsniveau, op straatnaam of op familienaam soms in combinatie met een jaartal of een andere gebeurtenis. Door bijvoorbeeld Rode Kruis en een plaatsnaam te combineren, kom je snel te weten welke Rode Kruis-hulp er allemaal is gegeven in de plaats waarvan je iets wilt weten. De overlevering van deze digitale documentatie brengt de watersnoodramp daarmee tot heel dichtbij de persoonlijke herinnering en geschiedenis van de Zeeuwen.

Johan Francke, Informatiespecialist

Krantenbank Zeeland telt meer dan 1 miljoen pagina’s

dinsdag, 6 maart 2012

Sinds 20 februari 2012 is in Krantenbank Zeeland een belangrijke uitbreiding gerealiseerd. Met de komst van de laatste twaalf jaargangen van de PZC (1999-2010) is de krantenbank uitgegroeid tot een databank met meer dan één miljoen pagina’s. Daarmee hoort Krantenbank Zeeland bij de drie grootste krantenbanken van Nederland.

Zaterdag 7 april 1973, een nieuwe naam: PZC

Alle jaargangen van de Provinciale Zeeuwse Courant zijn vanaf de oorlogsdagen van 1940 (nog onder diverse namen) tot 1973, toen de krant onder de eigennaam PZC uitkwam en tot en met 2010 in te zien. De jaargang 2011 zal in de loop van dit jaar beschikbaar komen. Bezoekers hoeven dus alleen nog maar naar de bibliotheek toe te komen als ze in de lopende jaargang van de PZC willen lezen.

Inmiddels weten bezoekers Krantenbank Zeeland van over de hele wereld te vinden. Zo komen er meer dan tweeduizend bezoekers per jaar uit de Verenigde Staten, maar ook vanuit Namibië, Vietnam en Peru mag de krantenbank zich in een warme belangstelling (van oud-Zeeuwen?) verheugen.

Krantenbank Zeeland telt momenteel 1.271.176 krantenpagina’s, maar dat worden er dit jaar nog meer dan anderhalf miljoen. Daarmee nestelt de Zeeuwse Bibliotheek zich bij de grootste krantenbanken van het land samen met die van de Koninklijke BibliotheekGemeentearchief Leiden en de Leeuwarder Courant.

PZC, vrijdag 1 oktober 2010.

Kranten die in 2012 nog bij Krantenbank Zeeland komen zijn: de Maas- en Scheldebode 1886-1937, de Zeeuw 1919-1944, de Vrije Zeeuw 1944-1975, Domburgsch Badnieuws 1883-1987 en de Middelburgsche Courant 1758-1853. Die laatste krant, een voorloper van de PZC, is al vanaf 1854 beschikbaar en de jaargangen 1758 t/m 1853 van de Middelburgsche Courant zijn nu al raadpleegbaar bij de Koninklijke Bibliotheek. De PZC en andere Zeeuwse kranten zijn te vinden op Krantenbank Zeeland.

Provinciale Zeeuwse Courant, maandag 3 januari 1955. Alle overgenomen kranten worden nog onder de naam vermeld.

 Johan Francke, Informatiespecialist

Vlissingse Courant op krantenbankzeeland.nl

donderdag, 1 oktober 2009
Logo Krantenbank Zeeland

Logo Krantenbank Zeeland

De Vlissingse Courant is sinds enkele weken opgenomen in www.krantenbankzeeland.nl.
De krant verscheen –weliswaar aanvankelijk onder een andere naam- vanaf 1802 en werd in 1940 opgenomen in de Middelburgsche Courant, die enkele jaren daarna werd omgedoopt in Provinciale Zeeuwsche Courant. Met de plaatsing van de Vlissingse Courant (ruim 120.000 pagina’s) is www.krantenbankzeeland.nl de op één na grootste krantenbank van Nederland en telt ruim 384.000 pagina’s. Beschikbaar zijn de jaargangen 1835 t/m 1849 en 1872 t/m 1938.

Vlissingse Courant

Vlissingse Courant

De (Zeetijdingen en de) Vlissingse Courant verscheen vanaf 1802, maar zou pas vanaf 1835 regelmatig, twee maal per week, verschijnen. Aanvankelijk bestond de inhoud uit mededelingen van de stadsregering, nieuwstijdingen, mengelingen, advertenties en zeetijdingen over de vaart op Antwerpen. Vanaf 1839 kreeg de courant een uitgesproken politiek karakter. Zo werd er geprotesteerd tegen de wijze waarop de grondwet tot stand kwam en kregen de Middelburgsche- en de Goessche Courant er van langs in de commentaren. Wel leverden die beledigingen de krant enige processen op.

In 1843 en later jaren was de krant een spreekbuis van liberalen zoals D. Donker Curtius en P.L.F. Blussé. In 1849 hield de krant opnieuw op te bestaan, maar in 1861 werd, onder ultra-katholieke signatuur, het Vlissingsch Weekblad opgericht. Vanaf 1872 werd het weekblad opnieuw onder de naam Vlissingsche Courant voortgezet en werd het weer een krant.

Links:
www.krantenbankzeeland.nl
http://zoeken.krantenbankzeeland.nl/?krant=vco (zoeken in de Vlissingse Courant)

Johan Francke, Zeeuws Documentatiecentrum.