Archief van 2010

Een reis langs de evolutie: het Beaglekanaal

dinsdag, 18 mei 2010

Het Darwinjaar is inmiddels voorbij, maar ’s mans gedachtegoed blijft nog onverminderd voortleven. Tijdens mijn laatste reis was ik de gelukkige om een deel van de reis die Darwin ook maakte per zeilschip te herbeleven. In Tierra del Fuego (of Vuurland, genoemd naar de op de kust vuurtjes stokende Yamana indianen) bouwde Darwin de belangrijkste bouwstenen voor zijn evolutietheorie op.

Vuurland...het einde van de wereldHij vond er de eerste aanwijzingen dat de aarde vele malen ouder moest zijn dan tot dan toe werd gedacht. Was Darwin mij niet 150 jaar voor geweest, dan had ik het zelf kunnen bedenken, want ik heb het nu met eigen ogen kunnen aanschouwen in het Beaglekanaal, waar ik mij eind maart bevond.

Eerder die reis was ik door enige oerbossen gewandeld rondom Ushuaia (Argentinië). Het viel me toen al op dat zich op de keiharde rotsbodem gewoon mossen hadden gevormd. Op die mossen weer andere mossen, nog meer mossen en nog veel dikkere lagen mossen, daar weer bovenop wat struikjes tot er ten slotte ook bomen kwamen. Soms tegen hellingen steil als kliffen, met wortels die zich tientallen meters in het vierkant rondgrepen en her en der zichtbaar waren; ze konden immers niet door de steen heen.

Deze vegetatie indachtig ging de reis verder tot ik een goede week later met het zeilschip Europa voor anker ging bij de Garibaldi gletsjer in het Beaglekanaal. Vlakbij die duizenden jaren oude gletsjer lag een grot die de gletsjer in ouderdom waarschijnlijk verre overtrof. Iets hetgeen ik nog niet besefte op het moment dat we met de zodiac tegen de rotsformaties aanbotsten en naar binnen liepen.

Garibaldi grot

De ‘geologische expeditie’ is in afwachting van de scheepshond die met zijn achtergelaten cadeau toekomstige geologen voor een raadsel zal gaan stellen.

Na een paar keer van rots tot rots gesprongen te zijn besloot ik mijn geologische exercitie voort te zetten (hiermee bedoel ik in bedekte termen te melden dat ik de oer-Nederlandse gewoonte vakantiesouvenirs mee te nemen niet kon weerstaan). Ik pakte enige stenen van de stoffige bodem en ontdekte dat ik met de kracht van mijn duim de steen kon verpulveren.

steen garibaldi grot2

Een stuk steen zo hard als boterkoek bestaand uit vloeipapier- dunne laagjes.

De boterkoekstenen uit de grot bleken te bestaan uit honderden op elkaar geperste laagjes gefossiliseerde bomen, planten, struiken, mossen en grassen. Waar de rest van het gebergte nog goed zijn best deed het onderste deel van de steenpartij er voorgoed onder te houden, was in deze grot de evolutie tot stilstand gekomen.

Terwijl ik nog een steentje verkruimelde, begreep ik wat Darwin destijds allemaal gezien moest hebben en tot zijn conclusies was gekomen. Later die week zouden de krijtlagen uit pleistoceen en holoceen zich openlijk aan ons openbaren in deze uitlopers van de Andes, maar dat is weer een ander verhaal.

Om maar meteen een grote misvatting van de mensheid te ontkrachten: Darwin deed zijn eerste ideeën over de evolutietheorie op in Patagonië, en niet op de Galapagos, waar voor hem de sluitstukjes in elkaar vielen. Een en ander valt natuurlijk te lezen in ‘the Voyage of the Beagle‘/ ‘De reis van de Beagle‘ (Hoofdstuk IX; Patagonië), maar laten de meest Darwinaanhangers dat werk nu juist niet gelezen hebben.

Natuurlijk is zijn ‘Origin of species‘ / ‘De oorsprong der soorten‘ het vuur waarmee de bijbel kon worden verwoest, maar de controverse rondom de persoon Charles Darwin vanuit de kerk heb ik persoonlijk nooit zo begrepen. De man zelf is tot aan zijn dood namelijk overtuigd gelovige gebleven. Niet voor niets heeft hij jarenlang gewacht tot hij zijn conclusies, getrokken uit de Beaglereis, publiceerde.

Zoals de kerk wel vaker nieuwe ontwikkelingen en noviteiten foutief heeft beoordeeld, heeft men hier getracht de losgekomen stukken steen uit de sokkel waarop geloof en bijbel hun voortbestaan ontlenen, weer terug te plakken. Ze deden dit door Darwins uitlatingen als volstrekte kolder te verklaren en vol te houden dat de schepping in zeven dagen (zeven dagen van vierentwintig uur wel te verstaan) is geschapen.

Met wat voortschrijdend inzicht was het geloof nog prima in Darwins theorie in te passen geweest. Maar nee, deze nieuwlichterij moest weer als ketters worden beschouwd. Nu honderdvijftig jaar later is er geen simpel redenerend mens meer die nog gelooft dat de aarde niet meer dan 4.000 jaar oud is (hetgeen in 1859 nog werd geloofd).

Wel hebben we nu het probleem dat geloof en evolutie naast elkaar staan en veel mensen hun wereld de ene dag als een wetenschappelijk fenomeen beschouwen en de volgende als gelovige. Dat kunnen we niet meer terugdraaien, maar ik zou zeggen: breng eens een bezoek aan Vuurland.

Johan Francke, informatiespecialist Zeeuws Documentatiecentrum

Het bombardement op Middelburg

donderdag, 6 mei 2010

Tussen de Zeeuwse Bibliotheek en het bombardement op Middelburg zitten veel ‘links’. De belangrijkste en meest ingrijpende is de teloorgang van het mooie pand van de Provinciale Bibliotheek aan de Lange Delft en de brand- en waterschade aan boeken en handschriften.

Een afgewogen beschrijving van het bombardement is te vinden op Geschiedeniszeeland.nl Dit geeft een totaal ander beeld dan de fragmentarische verslagen van diverse ooggetuigen. Voor mij een eye-opener.

Verschillende activiteiten rond de herdenking van het bombardement zijn door SCEZ gegroepeerd. De gemeente Middelburg en het Zeeuws Archief besteden ook veel aandacht aan de 70 jarige herdenking. Onder de noemer Het vergeten bombardement is alles bij elkaar gebracht.

Als Zeeuwse Bibliotheek zijn we op veel manieren betrokken bij activiteiten. Jaarlijks komen er groepen scholieren in het kader van een project over het bombardement binnen het omgevingsonderwijs. In een vitrine liggen dan onder meer de resten van een verbrand Middeleeuws boek uit de voormalige Provinciale Bibliotheek. Foto’s van het bombardement zijn te zien via  Beeldbank Zeeland, boeken via de catalogus en ook verwijzingen naar tijdschriftartikelen. Op de tweede verdieping is van 27 april t/m 19 juni een expositie over het bombardement op Middelburg. Van 4 mei t/m 26 juni is de schatkamervitrine op de eerste verdieping gevuld met documentatie over de Tweede Wereldoorlog.

Persoonlijk ken ik de verhalen over het bombardement van mijn ouders, oom en tante. Zoals velen waren ze gevlucht uit de stad en bivakkeerden in een schuur. Veel indruk maakte het branden en instorten van de Lange Jan. Thuisgekomen bleek het huis van de familie Klaver gespaard. Wel moest mijn opa veel dakpannen en ruiten herstellen. Met mijn oom mag ik naar de bijeenkomst van de Ooggetuigen in het oude stadhuis. Het lijkt me bijzonder om op die manier betrokken te zijn bij een gebeurtenis die veel sporen heeft nagelaten.

Een van die sporen is verwerkt in het kunstproject De Explosie van de kunstenaar Ko de Jonge. De Stenen des aanstoots, die overal in de stad te vinden zijn, komen uit de gevel van de voormalige Provinciale Bibliotheek.

1877393933_58262fd800

Cocky Klaver, Zeeuws Documentatiecentrum

Over het Zeeuwskapje en een nieuw Zeeuws kostuum

woensdag, 28 april 2010
De vrouw in het midden draagt het nieuw Zeeuwse costuum Bron: Zierikzeesche nieuwsbode 27 oktober 1950

De vrouw in het midden draagt het nieuw Zeeuwse costuum Bron: Zierikzeesche nieuwsbode 27 oktober 1950

Zeeuwskapje
Ineens is het er, het Zeeuws kapje. Er wordt over getwitterd, het komt in de PZC, en de omroepen pakken het onderwerp op. Wat een prachtig ontwerp van Remco Texer en Liesbeth van Well. Met koninginnedag, de Giro en het WK voetbal in het verschiet is het een uitstekend moment om dit hoofddeksel op de markt te brengen.

Deze vrouw toont het Zeeuwskapje foto Mieke Meijer

Deze vrouw toont het Zeeuwskapje, foto Mieke Meijer

Impuls
Geeft het Zeeuwskapje een impuls aan de klederdrachten?
Dit is al eens eerder geprobeerd in de jaren 50 van de vorige eeuw. Toen is een dappere poging gedaan om een nieuw Zeeuws kostuum te introduceren.

Op z’n burgers
Vanaf het begin van de 20ste eeuw leggen steeds meer dragers hun Zeeuwse kostuum voorgoed in de kast. Maar na de Tweede Wereldoorlog gaan nog veel meer vrouwen en kinderen ‘op hun burgers’ gekleed.

Cultuurbehoud
In 1950 geeft de Europese Landbouw Federatie in Straatsburg richtlijnen uit om het nog aanwezige cultuurbezit te behouden. Met onder andere als gevolg de ontwikkeling van een nieuwe streekdracht voor Zeeland.

Voordelen van het nieuwe kostuum:

  • De gebruikte materialen zijn eenvoudiger te verkrijgen.
  • De hoofdbedekking is veel simpeler dan de gesteven mutsen.
  • En het kost veel minder tijd om zichzelf aan te kleden.
  • Het nieuwe kostuum is ook nog goedkoper dan een traditioneel kostuum.

Allemaal pluspunten waardoor het nieuwe kostuum aanslaat, is de gedachte.

Mislukt
We weten allemaal dat het nieuw Zeeuwse kostuum het niet gered heeft. Ondanks de drijvende motor achter deze ontwikkeling: de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen.

Zeeuwse manifestatie
Bij de opening van Miniatuur Walcheren organiseert men in juni 1954 een Zeeuwse manifestatie. Daar wordt het nieuwe kostuum gepresenteerd. Helaas kan ik geen foto met het nieuwe kostuum vinden.
In de krantenbankzeeland staat in Zierikzeesche Nieuwsbode, 27/10/1950; p. 2:

zierikzeeschenieuwsbode

Opzij, opzij, opzij
Op koninginnedag zien we de omvang van deze hype. Voor de drager van het hoofddeksel zie ik voornamelijk voordelen. Niet in het minst omdat het plotsklaps draaien van het hoofd, terugdeinzen van de buurman en dus extra staruimte achter de dranghekken betekent. In hoeverre de Zeeuwse kap het vrije zicht belemmert van diegenen die áchter de drager of draagster staan? Ook dat zal blijken.

Bronnen:
Niet alleen voor Zeeland zijn nieuwe kostuums ontworpen:

Patroontekeningen voor een nieuw Fries kostuum door mevrouw Kars-Stienstra
Zijn er ook nog patronen van een nieuw Zeeuws kostuum bewaard?

Archief Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen, afdeling Zeeland

Kostuum en sieraad in Zeeland / J. de Bree, 2e dr. – 1985

Een nieuw Drents kostuum / Ellen ter Hofstede, 1990

Andrea van Boven,
Informatiespecialist/webredacteur

Zuid-Korea en de Zeeuwse Bibliotheek

maandag, 26 april 2010

Bezoekers uit de hele wereld raadplegen de collectie van de Zeeuwse Bibliotheek: in de bibliotheek zelf of via het internet. Eind vorig jaar kwam een kleine Zuid-Koreaanse filmploeg langs. Nee, niet zomaar, zij waren op zoek naar het verhaal achter het zeventiende eeuwse VOC-schip genaamd de Corea. De zoektocht zou uitmonden in een documentaire op de Zuid-Koreaanse tv.

DSC02582ZB

Enkele weken geleden kreeg ik het resultaat in handen en de dvd ligt nu op mijn bureau. Het is een indrukwekkende en interessante documentaire geworden: niet dat mijn Koreaans zo goed is en dat ik alles begrijp, maar gelukkig zeggen beelden ook heel veel.

Kennen de Koreanen Nederland? Jazeker, en echt niet alleen van voetbalcoach Guus Hiddink. De Nederlander Hendrick Hamel is misschien nog bekender. Kent u deze Hamel? Aan het einde van de 17e eeuw belandde Hendrick als schipbreukeling in Zuid-Korea en beschreef zijn belevenissen in zijn reisjournaal (1653-1666). Er zijn verschillende boeken over hem te lezen.

De Koreanen zijn zeer geïnteresseerd in de eigen geschiedenis en het schip Corea spreekt tot de verbeelding. Wat was het voor schip? Op zoek naar meer informatie kwamen de Koreanen naar het Nationaal Archief in Den Haag, waar het rijke VOC-archief wordt bewaard. Het spoor leidde ook naar Zeeland, naar de Middelburgse maritiem historicus Ruud Paesie en naar de Zeeuwse Bibliotheek. Het bleek dat het schip Corea aan het einde van de zeventiende eeuw op de scheepswerf in Middelburg was gebouwd.

Na een rondwandeling door de kleine straatjes van Middelburg toog het gezelschap naar de Kousteensedijk en toonde Paesie de Koreanen zeventiende eeuwse boeken met teksten over het VOC-schip en gavures van de Middelburgse scheepswerf. Zij gingen terug in de tijd.

DSC02596SM

Heel illustratief bleek een ets van Middelburg uit ‘De nieuwe cronyk van Zeeland’ van Mattheus Smallegange uit 1696. Vooral als je inzoomt op de tekening van Cornelis Goliat van de Middelburgse werf zie je schepen in aanbouw liggen.

Een prachtige kaart uit de atlas van Blaeu, Toonneel der steden van de Vereenighde Nederlanden uit ca. 1649 verlevendigde het beeld en het werd helemaal leuk toen in het boek van C.S. Matthias, Kort gevat Jaarboek uit 1668 het schip de Cornea werd gevonden. Dat moest de Corea zijn!

DSC02594

De dvd met het Koreaanse commentaar wordt binnenkort in de collectie van de Zeeuwse Bibliotheek opgenomen.

Liesbeth van der Doe, Wetenschappelijk medewerker Zeeuws Documentatiecentrum

Zeeuwse Bibliotheek 25 jaar jong!

dinsdag, 20 april 2010

Zaterdag 24 april 2010 is het zover. De Zeeuwse Bibliotheek viert dan haar 25 jarig bestaan met een Digitale Open Dag. Er is hard gewerkt om er zowel voor het publiek als het personeel een geslaagde dag van te maken.

Van 10.00 uur tot 16.00 uur is er een gevarieerd en doorlopend programma met workshops, presentaties en demonstraties; allen op het gebied van digitale ontwikkelingen.

Bij binnenkomst ontvangt u een nummer, waarmee u kans maakt op prachtige prijzen. De hoofdprijs is maar liefst 25 (!) jaar lidmaatschap van de Zeeuwse Bibliotheek.

Er is voor elk wat wils. Zo kunt u een workshop twitteren volgen, andere twitteraars ontmoeten tijdens een ’tweetup’, verschillende eReaders uitproberen, foto’s bekijken op een Touch Foil en spelletjes spelen op de Wii computer. Op de Multitouchtafels kan een quiz gespeeld worden en zijn filmpjes te zien over mediawijsheid en muziek. Wilt u meer weten over de Bibliobus? Hij staat de hele dag voor de deur. Loop gerust binnen.

Ook worden tijdens de Open Dag de winnaars bekend gemaakt van de verkiezing beste Zeeuwse poster van 2009: WE HANGEN! Om 15.00 uur op de eerste verdieping. De juryleden zijn ook aanwezig en geven een toelichting op hun keuze.

De hele dag zijn er rondleidingen (achter de schermen) en wordt er uitleg gegeven over de digitale diensten en projecten van de Zeeuwse Bibliotheek. In de foyer is een gratis kopje koffie of thee te krijgen. Natuurlijk kunt u op deze dag ook gewoon boeken, dvd’s en cd’s lenen.


81299

Koningin Beatrix opende 25 jaar geleden het bibliotheekgebouw aan de Kousteensedijk 7.

Machteld Berghauser Pont, communicatie

Verrassende handschriften

dinsdag, 13 april 2010

Samen met collega Liesbeth van der Doe ben ik bezig met het beschrijven van de handschriften die de Zeeuwse Bibliotheek in haar collectie heeft. Dat doe ik met veel plezier en dat komt vooral door de verrassingen die elke keer uit de enveloppes komen.

De laatste maanden waren dat 200 handschriften van dokter Jacobus de Puyt. Hij leefde van 1740-1812 en was een tijdgenoot van de bekende Vlissingse dokter David Henri Gallandat.

De Puyt leefde en werkte in Middelburg, was wat bescheidener dan dokter Gallandat maar zeker niet minder kundig. Ook hij legde zich toe op de verloskunde. Van de 200 handschriften zijn er 160 ‘observaties’ over zware bevallingen waarvan 14 van tweelingen.
Hij beschrijft steeds waar hij naartoe gaat: Op 25 mei geroepen bij een bevalling op de Kousteensedijk. De ene keer met een goede afloop:  Moeder en kinders waren de 9e dag seer welvarende”.  Andere keren werd er een dood kind geboren of overleefde de moeder de bevalling niet.

Ook bijzonder zijn de brieven van  Abraham Beeckman, de vader van Isaac Beeckman, de bekende natuurwetenschapper uit de 17e eeuw. Abraham Beeckman kwam uit Engeland en was kaarsenmaker. Verder was hij actief in de nog jonge protestantse kerk van Middelburg. Hij had een uitgesproken mening over het dopen van kinderen.  Er zijn brieven van Philips van Landsberghe en Antonius Walaeus aan Abraham Beeckman. Brieven van Abraham Beeckman aan o.a. Herman Faukelius, aan Antonius Walaeus en aan de Kerkenraad. Walaeus speelde een bemiddelende rol bij een conflict met de kerkenraad met als gevolg dat Abraham Beeckman tot ouderling benoemd werd.

Ertussen zat ook het oudste handschrift dat wij tot nu tegenkwamen: Een brief uit 1597, weliswaar zwaar beschadigd, maar toch… erg bijzonder om in handen te hebben! (HS 5067)

briefuit1597

Het toetje is een mooi cahier met daarin tekening van tafelschikkingen bij dinées en soupées. Op de getekende schotels staan de gerechten: gestoofde ‘cabeljouw’, ‘desert’, eendeborst, duifjes, etcetera.

tafelschikking

Cocky Klaver, Zeeuws Documentatiecentrum

Maria Sibylla Merian

woensdag, 7 april 2010
silkmoth

Silkmoth

Voor een vrouw die eind 17e, begin 18e eeuw leefde, was Maria Sibylla Merian bijzonder avontuurlijk en zelfstandig te noemen.

Een paar hoofdlijnen uit haar levensloop:
(Anna) Maria Sibylla Merian (Frankfurt am Main, 2 april 1647 – Amsterdam, 13 januari 1717) was een Duitse kunstenares en entomologe. Ze bestudeerde planten en insecten en maakte daar gedetailleerde tekeningen van. Haar observaties en documentatie van de metamorfose van rupsen tot vlinders zijn een belangrijke, -zij het niet algemeen bekende- bijdrage aan de entomologie. Zij was voor zover bekend de eerste die de insecten tekende samen met de plant waar ze op gedijden.

Merian had op jonge leeftijd al belangstelling voor insecten, vooral de metamorfose van rupsen tot vlinders, aanvankelijk zijderupsen. Ze kweekte zelf rupsen om te zien welke vlinder er uit kwam. In 1679 verscheen ‘Der Raupen wunderbare Verwandlung und sonderbare Blumennahrung’ (‘Over de wonderbare verandering van de rupsen en (hun) merkwaardig bloemenvoedsel’). In 1685, na onenigheid binnen de familie over de verdeling van de boedel van haar overleden stiefvader (vrouwen konden in de 17e eeuw niet zelf erven, als ze getrouwd waren ging alles automatisch naar de man), en misschien ook door verschillen in religieus inzicht, verliet ze haar man. Ze trok met haar moeder en dochters naar het landgoed Walta-state in Friesland (Wieuwerd).

Jean de Labadie

Jean de Labadie

Het slot was eigendom van Cornelis van Sommelsdijck, de gouverneur van Suriname. In het slot was een woongroep gevestigd van de Labadisten, een religieuze groepering die leefde naar de ideeën van (de inmiddels al overleden) Jean de Labadie. Ze moesten hun wereldse bezittingen opgeven aan de commune en een huwelijk met iemand van buiten de commune werd niet erkend. Ze ging in deze periode door met het bestuderen van insecten en maakte voor het eerst kennis met de Surinaamse natuur (de labadisten hadden een plantage in Suriname, waar Van Sommelsdijck gouverneur was, La Providentia (De Voorzienigheid).

Merian verhuisde een paar jaar later naar Amsterdam. Daar kreeg ze vooral door haar rupsenboek snel contact met andere natuurliefhebbers en -onderzoekers, waardoor ze ook toegang kreeg tot volières, rariteitenkabinetten en oranjerieën van rijke particulieren zoals de burgemeester van Amsterdam, Nicolaas Witsen, en Frederik Ruysch, met zeldzame vogels en planten. Haar belangstelling voor de exotische natuur van de tropen werd mede door deze tuinen verder aangewakkerd.

Maria Sibylla maakte op 52-jarige leeftijd een reis naar Suriname samen met haar jongste dochter, Dorothea Maria Graff. Vanuit de hoofdstad Paramaribo trokken de vrouwen in diverse excursies het binnenland in. Ze documenteerde alles wat ze over de metamorfose van tropische insecten kon ontdekken en maakte een groot aantal tekeningen en aquarellen. In 1701 werd ze ziek en moest naar huis terugkeren samen met haar dochter. Haar tekeningen en schetsen dienden nu als bron voor een prachtwerk in groot formaat over de Surinaamse flora en fauna. Met behulp van verschillende Amsterdamse kopergraveurs verscheen het boek in 1705 in Amsterdam. Haar hoofdwerk is getiteld: Metamorphosis insectorum Surinamensium.

In 1714 of 1715 kreeg ze een beroerte en moest zich daarna per rolstoel verplaatsen. De laatste tweeënhalf jaar van haar leven heeft zij hierdoor niet of nauwelijks kunnen werken. Haar dochters hebben haar werk voortgezet.

Tsaar Peter de Grote kocht toen hij in Nederland woonde rond 1716 een aantal van haar werken die zich tegenwoordig in de collectie van de wetenschapsacademie in de Hermitage bevinden. Bij haar overlijden werd ze in het overlijdensregister gekenschetst als ‘arm’, maar kreeg wel een eigen graf. (bron:  Wikipedia)

Zie hier een portret van Maria Sybilla Merian.

In de collectie van de Zeeuwse Bibliotheek is één van haar originele werken opgenomen:

Sphinxmoth

Sphinxmoth

Der rupsen begin, voedzel en wonderbaare verandering … naauwkeurig onderzogt, na ’t leven geschildert, in print gebragt, en in ’t kort beschreven / door Maria Sibylla Merian. – Amsterdam : Gerard Valk, 1713.

Een herdruk uit 1982 in ook aanwezig in de collectie van de Zeeuwse Bibliotheek:
Metamorphosis insectorum Surinamensium, of, De verandering der Surinaamse insecten = Metamorphosis of the insects of Surinam / door Maria Sibylla Merian ; vert. door P.A. van der Laan. – Zutphen : De Walburg pers, 1982.

En een bijzondere uitgave uit 1978, over hoe rupsen vlinders worden. In een beperkte oplage van 500 exemplaren uitgebracht:

The wondrous transformation of caterpillars : fifty engravings selected from ‘Erucarum ortus’ (1718) / by Maria Sibylla Merian ; with an introduction by William T. Stearn. – London : Scolar press, 1978.

Haar veelbewogen leven inspireerde enkele (vrouwelijke) auteurs tot het schrijven van een roman:

De vlindervrouw : Maria Sibylla Merian : historische roman / door Dieuwke Winsemius. – Kampen : Kok, [1993].

Maria Sibylla : een ongebruikelijke passie : roman / Inez van Dullemen. – Amsterdam : De Bezige Bij, 2001.

Die Falterfrau : Maria Sibylla Merian : biographisher Roman / Utta Keppler. – Heilbronn : Salzer, cop. 1997.

Marlies Jongejan, hoofd afdeling Informatiediensten en Collecties.

De tranen van Kuif den Dolder

dinsdag, 30 maart 2010

nico2

Jarenlang ontving Nico Dijkshoorn zélf schrijvers op literaire avonden in de Amstelveense bibliotheek. De huisdichter van De Wereld Draait Door met zijn onstuitbare stroom aan gedichten, columns en verhalen beleeft tegenwoordig vooral de andere kant.  Hij begon daarom zijn optreden als gast van Stichting Literaire Activiteiten Zeeland (SLAZ) met een hilarisch verhaal over de literaire avonden avonden in de Noord-Hollandse bibliotheek. “Ik heb heel wat schrijvers aan me voorbij zien trekken. Altijd was er weer die angst dat er maar drie mensen kwamen opdagen. Zoals bij het bezoek van de vorige week overleden streekromanschrijfster Margreet van Hoorn”. Blind geboekt door de directrice – aldus Dijkshoorn – die voor een vrijwel lege zaal leek te zullen optreden. “Dus moesten wij als personeel incognito komen opdraven”. (Bron:  inleiding artikel  Rolf Bosboom, PZC)

In de Zeeuwse Bibliotheek beslist geen lege zaal, maar een goed gevulde met een wat jonger publiek dan gebruikelijk op SLAZ-avonden. Dijkshoorn (Amsterdam, 15 mei 1960) timmert al vanaf 1999 aan de weg als internetcolumnist onder het pseudoniem Doordevil, maar zijn doorbraak naar een breder publiek kwam toen hij door de Volkskrant werd uitgenodigd een sportcolumn te schrijven. Daarnaast levert hij tekstbijdragen aan satirische tv-programma’s en draagt actuele gedichten voor in DWDD. Zijn sonore stem en ironische stijl verraden een geschoold discipel van Gerard Reve.

Dijkshoorn schertst en is vooral hip. Hij blogt en twittert. Hij maakt muziek. Hij is niet meer weg te denken uit de columns van OOR en Hard Gras. Een veelzijdig ex-bibliothecaris. Zijn eigentijdse en actuele gedichten zijn intrigerend, maar wat mij vooral naar de SLAZ-lezing op dinsdag 23 maart trok, was de publicatie van een heuse roman die vorig jaar verscheen.

kuif

De tranen van Kuif den Dolder: roman over de beste voetballer van Nederland

Op een dag was hij er gewoon: Kuif den Dolder, misschien wel de beste voetballer die Nederland heeft gekend. Een stille, dromerige jongen die graag naar de bomen keek en over knaagdieren las, maar tegelijkertijd een fenomenaal talent had voor de bal. Hij bracht de toeschouwers in Uffelte in vervoering, maar bleef zowel op als buiten het veld voor iedereen een raadsel. In De tranen van Kuif den Dolder gaat Nico Dijkshoorn op zoek naar deze legende die net geen legende werd.

Persrecensies beloven mij een “aaneenschakeling van prachtige herkenbare voetbalromantiek, dolkomisch en tegelijkertijd ontroerend”. “Leuker zal een boek over voetbal nooit worden”, beweert AD Sportwereld.  Aangezien ik de afgelopen 40 jaar geen enkel voetbalboek heb gelezen (lees: mijn hele leven), amper het verschil weet tussen de Champions League en de Uefacup en evenals als de journalist van Langs de Lijn in de veronderstelling verkeerde dat Kuif den Dolder een welbestaande voetballer was geweest van vlees en bloed, geboren en getogen in Uffelte (Uffelte? Begin te twijfelen of dat dan wél bestaat, ben nu op mijn hoede) werd mijn nieuwsgierigheid gewekt. Ik besloot in een opwelling Kuif te kopen en liet het zelfs, alsof ik een doorwinterde voetballiefhebber was, signeren. Voor Janette, van Nico. 23 maart 2010 . Tja.  Had het natuurlijk ook voorzichtig kunnen lenen.

Janette Zuydweg, vakreferent kunst/ rechtswetenschap/ bibliotheekwetenschap

Kennismaking met eReaders

woensdag, 24 maart 2010

De afgelopen twee zaterdagen kon er in de Zeeuwse Bibliotheek kennis worden gemaakt met het ‘nieuwe lezen’: eReaders. Op het centrale plein van de bibliotheek was een stand ingericht waar bezoekers diverse eReaders konden uitproberen. Daarnaast was er een tweetal bibliotheekmedewerkers beschikbaar voor het beantwoorden van vragen en het geven van uitleg.

De stand heeft op deze zaterdagen veel bezoekers getrokken. Veel mensen hadden inmiddels het een en ander van eReaders gehoord en wilden deze apparaten wel eens in het echt zien. Andere geïnteresseerden waren van plan een reader aan te schaffen en zagen deze stand als een goede mogelijkheid om zich te oriënteren op de diverse eReaders. Ook had een aantal bezoekers al een eReader, maar wist nog niet goed hoe deze werkte en was naar de bibliotheek gekomen voor advies.

Het 'nieuwe lezen'

Het 'nieuwe lezen'

Momenteel is de eReader stand te vinden op de tweede verdieping. De komende tijd kunnen bezoekers de eReaders hier aan een grondige test onderwerpen.

Er komen bij de bibliotheek steeds meer vragen binnen over eReaders en eBooks. Wat zijn eReaders en eBooks? Wat doen jullie als bibliotheek met deze ontwikkelingen? Wat is het verschil tussen het eInk-scherm van een eReader en het scherm van mijn telefoon of laptop? Welke soorten eReaders zijn er en waarin verschillen ze? Dit soort vragen heeft de Zeeuwse Bibliotheek ertoe gezet om een aantal eReaders aan te schaffen en de bezoekers hierover te informeren.

De uiteindelijk gekochte eReaders dienden een doorsnede zijn van het assortiment eReaders wat momenteel in Nederland verkrijgbaar is. Om deze reden zijn vijf uiteenlopende modellen aangeschaft die zowel in uiterlijk als in functionaliteiten van elkaar verschillen. Zo heeft de ene eReader een knoppenbediening en werkt een ander via een touchscreen. De ene eReader kan ook gebruikt worden voor het luisteren van muziek, een andere kan dit weer niet. Op deze manier worden bezoekers geïntroduceerd in een divers aanbod en kunnen zij voor zichzelf bepalen welk soort eReader het beste bij hun persoonlijke wensen past.

Naast de eReader kan ook een iPod/ iPhone worden gebruikt voor het lezen van digitale boeken. Ondanks dat dit apparaat geen ‘echte’ eReader is (een iPod/ iPhone maakt immers gebruik van een LCD-scherm in plaats van de eInk-technologie van de eReader), is het bibliotheekaanbod toch uitgebreid met een iPod Touch.

Een belangrijk onderdeel van een eReader is natuurlijk de inhoud; de eBooks. Inmiddels is er op internet een aanzienlijke verzameling van ‘gratis’ eBooks beschikbaar. Via  Project Gutenberg kunnen boeken die vrij van auteursrechten zijn in de vorm van een eBook worden gedownload. Een aantal van deze rechtenvrije eBooks, zoals ‘Ben Hur’, ‘Don Quichot’ en ‘Tom Sawyer’, is op de readers van de bibliotheek gezet.

Behalve rechtenvrije eBooks is er op internet uiteraard ook een ruim aanbod van recente eBooks te vinden. Websites als Bol.com en Amazon.com bieden inmiddels van veel nieuw uitgekomen boeken ook een digitale versie aan. Ook van deze recente eBooks staat er een aantal op de readers. Het gaat onder andere om ‘Hou je mond’, ‘Mannen die vrouwen haten’ en ‘Haar naam was Sarah’.

Om de inhoud van de eReaders compleet te maken, is er ook nog een abonnement op de ePaper van het NRC afgesloten. Iedere middag kan de nieuwe digitale editie van het NRC op de eReaders gelezen worden.

Ricardo Maas, provinciaal accountmanager G!DS

Zeeuwse bekendheden nog meer in beeld

woensdag, 17 maart 2010

Dankzij verschillende medewerkers van het Zeeuws Documentatiecentrum raakt er steeds meer informatie over Zeeuw(s)en gebundeld. We combineren nieuwe zoekmethoden. We voeren steeds meer gegevens in. Zo verschijnt er in onze collectie gestaag een steeds duidelijker beeld van bekende Zeeuwen.

Er zijn recent een paar projecten afgerond; andere zijn nog aan de gang. De personendossiers zijn beschreven, de handschriften worden ingevoerd, gelegenheidsgedichten zijn ontsloten, en veilingcatalogi zijn voortaan goed terug te vinden. Zo komt op meerdere manieren meer informatie over bepaalde personen naar voren. We krijgen een steeds vollediger beeld van mensen die onze provincie gevormd hebben tot wat ze is. En dat allemaal op basis van materiaal uit de Zeeuwse Bibliotheek.

Er bestonden natuurlijk al eerder biografieënverzamelingen. Het eerste grote initiatief in die richting kwam van Pieter de La Rue, die in 1734 ‘Geletterd Zeeland’ schreef, in 1736 gevolgd door ‘Staatkundig en heldhaftig Zeeland’. Ruim een eeuw later kwam Frederik Nagtglas met ‘Levensberichten van Zeeuwen’ als vervolg op zijn grote voorganger. De ‘Encyclopedie van Zeeland’, onder redactie van M.P. de Bruin verschenen van 1982-1984, nam gegevens uit beide werken over en voegde beschrijvingen van nieuwe personen toe.

In onze catalogus was ook vanouds al een heleboel terug te vinden. We maakten het publiek altijd al duidelijk dat ze informatie over personen op twee manieren uit de catalogus kunnen halen: enerzijds door te zoeken op auteur (dus een lijst met gedrukte werken, boeken en tijdschriftartikelen die de betreffende figuur zelf geschreven heeft), anderzijds door te zoeken op trefwoord (“Dan heeft u boeken over hem of haar”).

Waar het wel eens aan schortte, was de eenvormigheid. Bij de auteurs kon je bijvoorbeeld zoeken op: Rue, Pieter de La, La Ruë Pieter de, De la Rue, P. en nog vele andere varianten. Zodoende kan iemand die op zoek is, bepaalde naamsvormen over het hoofd zien en daardoor heel wezenlijke publicaties missen.

Als coördinator van het Zeeuwse gedeelte van de catalogus probeer ik dit soort oneffenheden zoveel mogelijk recht te trekken. Dit geldt trouwens ook voor Zeeuwse organisaties, zoals stichtingen, verenigingen en instellingen. Het werk is nog lang niet afgerond; het blijft aan verandering onderhevig, maar we proberen het bij te houden.

Kijken we nu bij bijvoorbeeld bij Johannes ab Utrecht Dresselhuis (1789-1861), gemeente-archivaris van Goes, dan vinden we op (Zeeland)trefwoord een aantal publicaties die over hem verschenen zijn, een documentatiemap (personendossier), de catalogus van zijn huisbibliotheek en handgeschreven brieven. We hebben op het moment maar liefst 209 auteurswerken die onder zijn naam staan. Waaronder boeken, tijdschriftartikelen, handschriften, en brieven die aan hem gericht zijn.

Predikant Jacobus Willemsen

Predikant Jacobus Willemsen

Bij predikant Jacobus Willemsen (1698-1780) vinden we prekenbundels, handschriften en brieven (door hemzelf geschreven), benevens redevoeringen (over hem), bibliotheekcatalogi, gelegenheidsgedichten, en een kopergravure.

Zo sluit zich letterlijk het (inter)net om onze meer of minder beroemde Zeeuwen. Het is natuurlijk zaak dat ze overal onder dezelfde noemer te vinden zijn. Dus dat het trefwoord niet van de auteursvorm afwijkt. Wat is de meest bekende naamvorm van iemand? De bovengenoemde standaardwerken zijn niet altijd meer actueel, en spreken elkaar soms tegen. Je kunt ‘googlen’ en kijken wat het meeste voorkomt. Dikwijls beschouw ik de voorkeursvorm die Picarta aanbiedt als gezaghebbend. Dan zit je tenminste op één lijn met de rest van het land. Ook dit is geen statisch gegeven, want inzichten kunnen weer veranderen. Als dan meteen ook maar alles consequent verandert.

Tresoar, het Fries Historisch en Letterkundig Centrum in Leeuwarden, heeft een mooie website onder de titel: ‘Friese schrijvers, bio- en bibliografische schetsen’. Van iedere auteur vindt u daar een korte levensbeschrijving, aangevuld met een literatuurlijst en mogelijkheden om door te klikken. Zoiets zou natuurlijk voor Zeeland ook erg mooi zijn. En als we dan een verbinding tot stand brengen met wikipedia, staan onze grote Zeeuw(s)en ook op de wereldkaart …

Marinus Bierens, vakreferent & coördinator catalogus Zeeuws Documentatiecentrum