Archief van juni 2013

Met één been in de toekomst: papier<>digitaal

woensdag, 12 juni 2013

Het lijkt alsof we lopen op een grens, met de ene voet zetten we een stap in de traditie, met de volgende stap staan we in een nieuwe omgeving. Rechts-links, rechts-links, stap voor stap naar een punt op de horizon waar de grens lijkt op te houden.

Nooit eerder was het verschil tussen de twee duidelijker. Of misschien toch, bijvoorbeeld tijdens de eeuwen die voorbijgingen vanaf de eerste blokdrukken rond het jaar 1000 tot de bloei van de boekdrukkunst in de 17de eeuw. Rechts de handschriften, links de gedrukte werken. Beperkt beschikbaar, kostbaar produceerbaar aan de ene kant; massaproductie en bijna onbeperkt beschikbaar aan de andere kant. Een grote revolutie en het begin van de emancipatie van de massa.

Door de crisis in Europa, ik durf het nauwelijks te schrijven, is de gang die we al sinds een jaar of dertig maken, toch wel wat lastiger geworden. Want we kunnen lang niet alles meenemen van de ene kant naar de andere kant- er blijft wel eens wat liggen waar we spijt van hebben. Langzamer stappen dan maar, zou je zeggen. Het is lastig om in tijden van afbraak het hoofd koel te houden en precies in te schatten wat van waarde is voor generaties na ons. Het punt is, dat “the powers that be” met een bepaalde radicaliteit te werk gaan, die vooral zelfverzekerdheid moet uitstralen, maar meestal weinig steekhoudend wordt beargumenteerd. “Alles is digitaal beschikbaar” is zo’n argument. Maar dat is het natuurlijk pas als we het meenemen…van die ene naar de andere kant.

Toen ik zelf een jaar of drie, vier was, eind jaren ‘50, had mijn vader een Philips bandrecorder. Ik kan me nog herinneren dat er een keer een opname werd gemaakt. Ik zat op de tafel, op het wollen tafelkleed, voetjes bungelend in de ruimte, kijkend naar dat bruine stukje band dat buiten de ronde cassette stak en rondjes draaide, want de opname was begonnen.

(Druk op Play + Rec.) Mijn vader’s stem die me dingen vroeg, mijn eigen ademloze fascinatie voor het draaiende flapje, enkele kleine kreetjes, een paar woordjes en uiteindelijk mijn moeder die enigszins gefrustreerd zachtjes opmerkte: “Laat maar, ze doet het niet”. Mijn eigen fantasiemelodietje, dat ik altijd neuriede als ik voor mezelf speelde, bleef onvastgelegd.

Die opname zette mijn vader ruim dertig jaar later op een cassettebandje. En enkele jaren geleden probeerde ik wat er nog aan ruis over was, toch over te zetten op een CDtje.

Waarom doen mensen dit, dit vasthouden van de tijd, dit vasthouden van een gevoel, een herinnering? Waarom bloggen we?
Eén voet in de traditie, één voet in de toekomst, zo waggelen we voort en proberen van de ene kant genoeg mee te nemen naar de andere kant. Want die ene kant, de kant van papier, de kant van ambachtelijk vervaardigde materialen, de kant van tijdrovend een instrument leren bespelen, aan die kant moeten we voortdurend dingen laten liggen, afschaffen, achterlaten.

Het leuke aan mijn baan is, dat ik op dit moment dingen tegenkom van die kant, de kant van papier, brandbaar, kwetsbaar en rafelend. Ik werk op de muziekafdeling en momenteel houd ik me bezig met het inventariseren van een collectie bladmuziek die jaren geleden werd gekocht van Het Zeeuws Orkest. Nooit eerder zo intensief bekeken, komen er nu verschillende pareltjes tevoorschijn zoals een luxe eerste editie van de partituur van de Mis van Alphons Diepenbrock. Diepenbrock is een belangrijke Nederlandse componist, die leefde van 1862 tot 1921. De uitgave is gebruikt, want er staan in blauw en rood potlood -zoals men dat deed in de 19de eeuw, begin 20ste eeuw- notities in van de dirigent. Als musicus gaat mijn hart sneller kloppen van dit soort dingen: een lijn van hier naar daar, en zo tastbaar.

photo1jun13

Als bibliothecaris wil ik meer weten over deze partituur, over het werk en de omstandigheden waarin het tot stand kwam. En dan stap ik op het andere been, ga via de website van het onvolprezen Nederlands Muziek Instituut naar de digitale catalogus van de werken van Alphons Diepenbrock en kom snel, zeer snel bij een schat aan informatie over het prachtige boekwerk dat voor me ligt. Als lezer van deze blog kunt u mijn spoor volgen: naar de archieven-sectie en het artikel over Diepenbrock, dan dan klik ik simpelweg op website oeuvrecatalogus en plons in de volgende vijver van informatie.

photo2jun13

De meeste vragen die ik heb over het proces van de totstandkoming, over de componist en hoe cultureel Nederland er in zijn tijd uitzag, krijgen een meer dan bevredigend antwoord.

Nu zou ik eigenlijk ook heel graag willen weten van wie deze aantekeningen zijn, in blauw en rood, en hoe de weg van dit bepaalde boek is geweest, van daar naar hier, de Zeeuwse Bibliotheek. Dat laatste stukje kan ik reconstrueren met een beetje verbeeldingskracht: bij de collectie die werd aangekocht, zat een groot gedeelte van de verzameling orkestmuziek van de dit jaar overleden fagottist en dirigent Louis Stotijn, die een aantal jaren Het Zeeuws Orkest dirigeerde. Onder zijn leiding ontwikkelde dit orkest zich tot een orkest met volledige bezetting en een unieke status in Nederland: het enige semi-beroepsorkest met een zeer professionele programmering.

Het geslacht Stotijn is in de afgelopen eeuw belangrijk geweest in het muziekleven van Nederland. Louis was de neef van de bekende hoboïst en muziekpedagoog Jaap Stotijn. Ik kan me voorstellen dat via via de partituur bij hen terecht is gekomen: ze gaven namelijk ook allebei les aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Of dit op waarheid berust, dat blijft gokken, maar het lijkt een voor de hand liggende conclusie.
Papier en digitaal, het vult elkaar zo mooi aan op deze manier. Het NMI heeft ook een exemplaar van dezelfde uitgave, zag ik in hun catalogus. Maar is deze ook betekend?

Zo stapt men voort, rechts-links…met een glimlach als rechts toch altijd nóg meer geheimen heeft om te onderzoeken. En dat op die basis het besluit kan worden genomen dat dit werk zeker mee moet naar de andere kant: naar de toekomst, door digitalisering van de prachtige steendruk van het titelblad door Antoon Derkinderenen en elke van de 91 pagina’s met aantekeningen in blauw en rood potlood. Tot die tijd: goed bewaren dat erfgoed,deze bronnen voor verhalen en inspiratie van de verbeelding. Ook al is er ergens in het land  een ander exemplaar, dan nog kan een rood-blauw potlood het verschil maken.

photo3jun13
Op het bureaublad van mijn laptop staat een kopie van een cassettebandje waar ik soms per ongeluk op klik. Dan hoor ik het piepjonge stemmetje van mijn jongste zoon met een zachte G zeggen: “Geld betalen is niet gemakkelijk!” Hij werd vorige week 29, zijn Brabantse G heeft plaatsgemaakt voor de tongval van de stad.

 

Els van de Wijdeven-Millenaar, muziekafdeling.