De biografen van Jacoba Petronella Winckelman beschrijven haar als een dochter van het piëtisme maar ook als een protestantse ‘kloosterling’. Wie was Jacoba? Ze was de dochter van burgemeester Jacob Winckelman, die ze nooit gekend heeft. Hij stierf op 15 februari 1696 en Jacoba werd op 8 november van datzelfde jaar geboren te Vlissingen. Haar hele leven kampte ze met haar gezondheid, maar haar geest was buitengewoon levendig en ontwikkeld. Ze was zeventien jaar toen ze tijdens de catechisatielessen van Ds. Henricus de Frein belangstelling kreeg voor het geloof.
Ze groeide op in Middelburg en maakte kennis met het gereformeerde gemeenteleven en het piëtisme dat hier bloeide. Er stonden predikanten van naam en faam zoals Bernardus Smijtegelt, Petrus Immens en Jacobus Fruytier. Een bijzondere vriendschap onderhield ze met Ds. Jacobus Willemsen. Voor hem schreef ze diverse gelegenheidsgedichten voor zijn verjaardag en zijn huwelijk met Anna Catharina Matthaeus.
Waarom een blog over deze vrouw? Ze had de eigenschap om tijdens en na de kerkdiensten hele preken uit te schrijven. Ze begon daarmee al op vijftienjarige leeftijd en bleef haar hele leven bezig met het uitschrijven en corrigeren. In de collectie Handschriften van de Zeeuwse Bibliotheek bevinden zich enkele kloeke banden met deze preken. Predikanten die met name genoemd worden zijn Jacobus Willemsen en Albertus Voget. De bekendste preken zijn die van Petrus Immens die later in druk verschenen onder de titel “De Godvruchtige avondmaalganger”, nog steeds herdrukt worden en zelfs in het Engels vertaald zijn. Tijdens het correctiewerk voor de prekenbundel van Isaäk Schorer werd ze ziek en kreeg diverse koortsaanvallen. Aan haar ziekbed verschenen de predikanten Willemsen, Van Oosterzee en ook professor van Visvliet. In de nacht van zaterdag op zondag, 30 augustus 1761, overleed ze. Op vrijdag 5 september werd ze begraven in de Oostkerk, waarvan akte.
Tot slot enkele zinnen uit het grafschrift door Helena Filedt-Buyts: Een jonkvrouw van vermaard geslacht / bedaard, verstandig, wars van pracht / Beroemd van kundig huisbeleid / Een voorbeeld steeds in naarstigheid / Die vroeg en teêr God heeft gevreesd / Van zachten aard, een groote geest / Een schoone paarl aan ’t Christendom.
Cocky Klaver, medewerkster bijzondere collecties