Berichten met tag ‘internet’

Lang leve de MOOC

woensdag, 1 juli 2015

MOOC

Het internet maakt nieuwe onderwijsvormen mogelijk die van grote waarde zijn voor educatieve ontwikkeling. Dit geldt bijvoorbeeld voor het gebruik van MOOC: Massive Open Online Course als een vorm van computergestuurd afstandsonderwijs.

De eerste MOOC’s kwamen voort uit het ideaal van de open educatiebeweging bedoeld voor grote aantallen deelnemers en gratis online toegankelijk voor iedereen, onafhankelijk van tijd en plaats zonder de vereiste van een bepaalde vooropleiding. Amerikaanse universiteiten hebben een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van MOOCS. Binnen Europa is  OpenupED actief opgericht door het International Council for Open and Distance Education.

openupED

OpenupED biedt inmiddels een veertigtal cursussen in 12 talen uit elf landen die voldoen aan gecontroleerde kwaliteitseisen. Ook de Nederlandse Open Universiteit neemt sinds 2013 deel aan het OpenupED initiatief en biedt een aantal Open online cursussen.

MOOC’s worden internationaal beschikbaar gesteld door organisaties zoals Coursera, edX en Udacity in de Verenigde Staten en FutureLearn in het Verenigd Koninkrijk. Deze laatste werd in 2013 opgezet en inmiddels hebben 1,2 miljoen studenten gebruik gemaakt van een van de 180 aangeboden cursussen.

De MOOC zou ook geschikt kunnen zijn als instrument voor de verbetering van onderwijs in ontwikkelingslanden, maar het probleem is de slechte toegankelijkheid van het internet. Vooral Afrika is een continent waar toegankelijkheid van internet te wensen overlaat. Volgens gegevens van de Wereldbank zijn in Nederland 94 van 100 inwoners aangesloten, terwijl de meeste landen in Afrika niet hoger scoren dan 10 aangeslotenen. Een verdere uitbreiding van het netwerk van lokale bibliotheken in ontwikkelingslanden zou een belangrijke rol kunnen spelen in het verschaffen van toegang tot internet en een belangrijke educatierol kunnen vervullen in relatie tot het aanbod van nieuwe onderwijsvormen die geschikt zijn zoals MOOC’s.

 

Cees de Blaaij, Vakreferent Sociale Wetenschappen en Geschiedenis

De uitdaging van Wild West op het Internet

vrijdag, 7 december 2012

Zouden consumenten eigenlijk wel voor krantenartikelen moeten betalen? En moeten alle films, hoe recent ook, niet gewoon gratis te downloaden zijn? Hoe mediawijs mogen wij eigenlijk zijn binnen de arm van de wet? Maurits Sep (journalist PZC) onderzoekt dit aan de hand van een tafelgesprek in het Leescafé van de Zeeuwse Bibliotheek.

Video streaming by Ustream

In het kader van de Week van de Mediawijsheid organiseerde Europe Direct en de Zeeuwse Bibliotheek in samenwerking met de Roosevelt Academy op vrijdagmiddag 30 november een kenniscafé rondom het actuele thema Vrijheid van (online) informatie.

Dat dit een breed thema is, blijkt al meteen  bij aanvang van het debat. Maurits Sep onthaalt de aanwezige gasten met de stelling ‘Alle informatie moet online voor iedere burger binnen de Europese Unie gratis en vrij toegankelijk zijn’. Robert Schliessler (cineast en kandidaat Europarlement) en Patrick Godschalk (Piratenpartij) zijn het er snel over eens dat deze stelling vooral moet gelden in het kader van volledige openbaarheid van bestuur. Waarbij Schliessler de kanttekening maakt dat eventuele voortrajecten binnen het besluitvormingsproces best binnenskamers mogen worden gehouden. Het anti-piraterijverdrag ACTA is volgens de aanwezige heren terecht massaal afgewezen in het Europees Parlement en ook Ad in de Haak (Thieme Meulenhoff, Innovatieve Educatieve ontwikkelingen ) blijkt voorstander van dergelijke digitale openbaarheid. Einde discussie dus of toch niet? Gaandeweg blijkt dat dit zeker niet het geval is en dat er niet perse uitgesproken tegenstanders aan tafel hoeven te debatteren om  een diepgaande en interessante visie op het onderwerp te krijgen.

Vervolgens presenteren twee RA studenten het item SOPA en fenomeen Youtube. De discussie wordt vervolgd en Schliessler suggereert dat het zaak is om onderscheid te maken in commercieel en privegebruik van digitale informatie. Zo zou de Europese Unie moeten zorgdragen voor wetgeving die organisaties als BUMA-STEMRA als geldmachine aan banden leggen. De Piratenpartij heeft wel vraagtekens bij een systeem waarbij de kranten zouden worden ondergebracht in een soort publiek omroepbestel en de klant eenmalig betaalt voor nieuws dat hij of zij wenst. Onafhankelijkheid zou daarbij niet zijn gewaarborgd volgens Godschalk.

Bij het derde thema (muziek, film en andere vormen van cultuur vrij toegankelijk op het internet) schuift Marscha aan, de lokale singer-songwriter die het kenniscafé muzikaal gestalte geeft. Na enige aarzeling komt ze tot de conclusie dat tegenover een creatief proces best een vergoeding mag staan. Godschalk van de Piratenpartij vindt een vergoeding niet perse noodzakelijk. Wel zou het Europese auteursrecht versoepeld moeten worden. Schliessler oppert een overgangsmodel, waarin artiesten wel hun eigen broek ophouden maar dan vooral via het aanbieden van commerciële producten die verwerkt zijn in het artistieke proces. Ad in de Haak sluit zich aan bij dit nieuwe model waarbij hij aantekent dat ook uitgeverijen zich op dit gebied zouden moeten hervormen.

Aan het eind van een twee uur durende diepgaande discussie onder de strakke leiding van Maurits Sep concluderen de gasten unaniem dat wat ultieme vrijheid van informatie betreft, wij ons in een overgangsfase bevinden. Een soort Wild-West volgens Schliessler. “We moeten de angst dat consumenten in toenemende mate gratis informatie willen opzij zetten. Dat is helemaal niet eng, maar juist een uitdaging”.

 

Janette Zuydweg

Europe Direct Middelburg