Notice: Function _load_textdomain_just_in_time was called incorrectly. Translation loading for the breadcrumb-navxt domain was triggered too early. This is usually an indicator for some code in the plugin or theme running too early. Translations should be loaded at the init action or later. Please see Debugging in WordPress for more information. (This message was added in version 6.7.0.) in /var/www/html/wp-includes/functions.php on line 6114 lombard « ZB Bibliotheek van Zeeland

Berichten met tag ‘lombard’

Drie werkjes van Louis Lombard in de Zeeuwse Bibliotheek

dinsdag, 11 februari 2014

Lombardzelf1

Louis Lombard  (Lyon, Frankrijk, 15-12-1861 – Genua, Italië,  1-11-1927)         

Lombard werd geboren in Lyon, Frankrijk. Hij begon zijn muzikale studie in 1870 aan het conservatorium te Marseille. Hij sloot zijn studies viool, zang en harmonieleer af aan het Conservatoire de Paris. In 1876 vertrok hij voor een tournee naar de Verenigde Staten en zou er blijven tot de eeuwwisseling. Hij ging er talen studeren -hij beheerste in totaal acht talen-  en begon tevens te componeren en te dirigeren.

In 1886 werd hij genaturaliseerd tot Amerikaans staatsburger, waarna hij zich vervolgens in de staat New York vestigde.

partitLombard

De drie werkjes van Louis Lombard

Drie jaar later richtte hij naar het model van het Conservatoire de Paris het Utica Conservatory of Music op en gaf leiding aan dit nieuwe instituut.

In 1892 schreef Louis Lombard een pleidooi voor het oprichten van meer conservatoria in de grotere steden van de Verenigde Staten. Hij richtte dit pleidooi aan de leden van de New York State Music Teachers Association. In 1893 publiceerde hij deze tekst in zijn succesvolle boek The Art Melodious: Observations of a Musician.

In 1896 stopte hij korte tijd met zijn muziekcarrière. Hij studeerde een tijdje rechten aan de Universiteit van Columbia en investeerde op Wall Street, wat hem binnen de kortste keren een aardig fortuin opleverde.

Enkele jaren later trouwde hij met Alice Maud Allen, de dochter van een spoorwegmagnaat. Hij kocht spoedig daarna voor 2,5 miljoen dollar het beroemde Castello di Trevano in Lugano, Zwitserland.

Castello

Castello di Trevano

Castello di Trevano werd gebouwd door de privésecretaris van de Russische tsaar Alexander III, Baron Paul (Pavel) von Derwies, die schatrijk was geworden door de aanleg van het Russische spoorwegnet. In 1870 begon de bouw  en over de jaren ontstond een kasteel, volledig gewijd aan de kunsten. Het gebouw werd opgetrokken in Franse stijl met twee vleugels, waarvan de linkervleugel werd ingericht met een theater, concertzaal en kapel. Veel kunst uit beroemde Franse landhuizen en paleizen werd aangekocht. Lang kon de baron echter niet genieten van dit bezit. Hij overleed in 1881 onder onduidelijke omstandigheden na een val van zijn paard. Zijn zoon Sergei had geen belangstelling voor het kasteel en verkocht het in 1889 aan een andere Russische hoogwaardigheidsbekleder, Aleksandr Heinz. Hij had ook niet veel geluk, want ook hij overleed zonder er zelfs maar voet binnen te hebben gezet. In 1890 kwam het tenslotte in bezit van Louis Lombard. Er begon een nieuwe periode met concerten en voorstellingen voor hoge gasten en een kring van bevriende kunstenaars.

Rond dezelfde tijd dat dit Castello werd ontworpen en gebouwd, was Richard Wagner bezig met het Festspielhaus te Bayreuth. Deze operatempel werd tussen 1872 en 1876  gebouwd speciaal voor Wagner’s grote opera’s. Bayreuth heeft de tand des tijds overleefd. Castello di Trevano helaas niet. Het werd in 1961 met de grond gelijkgemaakt om plaats te maken voor een opleidingsinstituut voor architectuur.

Het Castello zag beroemde gasten als Koningin Victoria, Tsaar Alexander III en Keizerin Eugénie van Oostenrijk. Gevierde contemporaine componisten ontmoetten er elkaar. Lombard ontving er Fauré, Leoncavallo, Massenet, Saint-Saëns, om er enkele te noemen. Hij bracht zijn tijd op het Castello door met het componeren van werken voor orkest, harmonie-orkest, strijkkwartet en piano, en het organiseren van concerten met zijn huisorkest en gastsolisten.

De Eerste Wereldoorlog zorgde ervoor dat aan deze periode definitief een einde kwam. Lombard verloor namelijk een groot gedeelte van zijn fortuin. Hij werd tussen 1916 en 1920 vice-consul voor de Verenigde Staten, eerst te Zürich, en later in Lugano. Na zijn dood raakte hij in de vergetelheid. Hij was een markant en excentriek persoon die model stond voor een klasse van entrepreneurs in de muziekwereld en hierop grote invloed uitoefenden in de decennia rond de eeuwwisseling.

Hij nam actief deel aan de ontwikkeling van professionele scholing van musici in de Verenigde Staten. Hij toonde aan dat het mogelijk was om het uit te voeren, en liet zien dat de subsidie van de regering onontbeerlijk is voor de culturele vorming en het cultureel gezicht van een land. Hij schreef zijn essays ruim 120 jaar geleden.

Een citaat uit zijn pleidooi: …No one caring for the moral and intellectual improvements of mankind can overlook the civilizing influence of musical culture; yet, while we ought to do much for musical education, we have done but little…Now, although we can we have the self-made business man, we mustnot expect the phenomenon of the self-made musician. The art of music can neither be acquired intuitively nor by haphazard experience. Besides aptitude and study, good teachers with a sound educational system are needed to develop artists.”

Hij geeft hier uiting aan zijn zienswijze dat muziek mensen ontwikkelt, en dat meer aandacht zou moeten worden besteed aan de muzikale ontwikkeling. Hij zegt verder dat het wel mogelijk is om een selfmade zakenman te worden, maar dat een autodidact op het gebied van muziek een fenomeen is dat men niet vaak zal tegenkomen. Hij twijfelt aan de mogelijkheid voor iemand om op basis van intuïtie en ervaring zich te ontwikkelen tot een goede muzikant.

Toen Lombard zich sterk maakte voor een beroepsopleiding in Amerika, was er eigenlijk niets. Er waren weinig privédocenten, die niet allemaal even serieus omgingen met de scholing van hun pupillen.

Van overzee werden beroemde orkesten, dirigenten en solisten uitgenodigd voor concerten en tournees in de grotere steden van de Verenigde Staten. Dat waren dure operaties en de concerten waren daarom alleen toegankelijk voor bemiddelden. Lombard pleitte voor een systeem dat de muziekeducatie voor iedereen toegankelijk zou maken en een kweekvijver zou zijn voor goede musici van eigen, Amerikaanse bodem. Want dat mes snijdt aan twee kanten- goede muziek zou niet langer hoeven te worden geïmporteerd, maar zou algemeen beschikbaar komen in de steden van het jonge land.

 The-Voice-NL-2013

 The Voice of Holland

De ontwikkelingen staan niet stil. Informatie en kennis werd 100 jaar later algemeen beschikbaar en zette een tendens in gang. Deze zorgt ervoor dat men tegenwoordig op bestuurlijk niveau aanneemt dat selfmade vakmanschap géén fenomeen meer hoeft te zijn. De selfmade muzikant, die Lombard niet zag zitten, verschijnt bijna dagelijks op radio, tv en YouTube. En ‘peer-to-peer’ educatie is tegenwoordig eerder de norm dan uitzondering.

Dat dit ervoor zorgt dat er veranderingen optreden in wat we nog kunnen begrijpen, aanvaarden en waarderen, hoeft geen betoog. Steeds vaker horen we van populistische kringen de opmerking dat gesubsidieerde kunst ‘elitekunst’ zou zijn. Heeft dit eigenlijk niet méér te maken met de liberalisering van de smaakontwikkeling- of met andere woorden “Wat de boer niet kent….”? En onmiskenbaar een verarming van de algemene ontwikkeling die op school wordt aangeboden aan onze kinderen?

Er ontstaat door vroegtijdige manifestatie van een potentieel talent (talentenshows) en de commercie hieromheen een grote vervlakking op. Het gebrek aan diepgang wordt overschitterd door glamour en ‘bling’, het spat van de schermen in een continue stroom van zoethouders en bonkt ons in de straten voorbij met boomboxen.

Toch gebeurt er in de niches nog steeds ontzettend veel, er is heel veel te ontdekken aan muziek in alle genres. Dat hebben we te danken aan het klimaat dat er ooit in Nederland was. Aan bijvoorbeeld de muziekscholen, waar een groot gedeelte van de ouders van nu hun toonladders en Clementi-sonatines repeteerden, met knarsende tanden misschien wel. Diezelfde mensen groeiden op, leerden naast oude meesters ook een beetje Boogiewoogie spelen. Ze ontdekten dat het spelen met concentratie je even in een andere wereld brengt. Dat andere mensen luisteren en genieten van een live muziek, dat ze inhaken en opmerken ‘dat ze die kans ook wel gehad zouden willen hebben’. Ook de volwassenen die hun pianolessen haatten, komen op latere leeftijd heel vaak terug op het muziekmaken zelf- en vinden het meestal jammer dat ze zijn gestopt. Ze kopen dan een keyboard via een webshop, omdat het eigenlijk ook wel fijn was, muziekmaken.

De kans om een instrument te leren spelen, om in het koor met een goed onderbouwde techniek te kunnen zingen. Natuurlijk is er heel veel zelf te leren, via het  internet, via dvd’s van de bibliotheek, Skypelessen, van een andere autodidact of van een bevoegde docent; er is alle keus.

Er gaat echter niets boven de persoonlijke aandacht van een gemotiveerde docent, die een pak aan ervaring en inzicht meeneemt naar elke les. Luisteren en kijken- begrijpend lezen, observeren, horen, ontdekken,  het is te leren.

Het begint op de plek waar je als kind de meeste tijd doorbrengt: op school. In die omgeving cultuur aangeboden krijgen omdat het net zo bepalend is voor de toekomst als de vaardigheid om te rekenen, of te weten waar Parijs ligt.

Lombard pleitte niet voor niets voor muziekeducatie in Amerika- hij besefte dat cultuur en kunst bepalende factoren zijn voor de identiteit van een land. Dat je wel grote namen kunt uitnodigen van overzee ter inspiratie, maar dat het voor een gezond kunstklimaat onontbeerlijk is om zelf aan de slag te gaan. Zodat de identiteit zijn neerslag vindt in wat een volk bindt: de klank van de mensen en de klank van het landschap: Aaron Copland – Appalachian Spring.

Leuk eigenlijk, hoe drie mapjes met bladmuziek op mijn bureau zo een pleidooi vormden voor het behoud van kunst- en muziekeducatie. De Zeeuwse Bibliotheek heeft een uitgebreide collectie bladmuziek, informatieve boeken over muziek en andere materialen. Sinds de verbouwing, nu ruim een jaar geleden, zijn we de trotse bezitter van een elektrische piano op de afdeling. Mét hoofdtelefoon, dus er kan stiekem toch even worden gekeken of die gewraakte Clementi er nog een beetje inzit.

Els van de Wijdeven-Millenaar, muziekafdeling

Bronnen:

* University of Illinois Press: American Music Vol. 3, No. 3, Autumn 1985- Louis Lombards’ “Our conservatories” by Irving Lowens

* http://www.geocaching.com (foto Castello di Trevano)

* Wikipedia

* Youtube

* www.scirptgirl.nl (foto Voice of Holland)