Notice: Function _load_textdomain_just_in_time was called incorrectly. Translation loading for the breadcrumb-navxt domain was triggered too early. This is usually an indicator for some code in the plugin or theme running too early. Translations should be loaded at the init action or later. Please see Debugging in WordPress for more information. (This message was added in version 6.7.0.) in /var/www/html/wp-includes/functions.php on line 6114 componist « ZB Bibliotheek van Zeeland

Berichten met tag ‘componist’

Aaron Copland

dinsdag, 20 oktober 2015

Dit jaar is het 25 jaar geleden dat de componist Aaron Copland is overleden. Copland wordt als de belangrijkste vertegenwoordiger van de ‘Amerikaanse modernen  beschouwd. Het leek mij een goede reden om wat meer over hem te weten te komen en mijn weblog aan hem te wijden.

aaron copland

Aaron Copland is geboren in 1900 en gestorven in 1990. Hij was een Amerikaanse componist, muziekpedagoog, dirigent en pianist. Hij behoorde tot de ‘Amerikaanse modernen’ die een voorliefde voor theatermuziek hadden.

De componist en dirigent Leonard Bernstein heeft zich erg voor de muziek van Copland ingezet. Aaron was een zoon van een joods echtpaar dat uit Litouwen, respectievelijk Polen gemigreerd was.

Aaron Copland groeide op als jongste van het gezin. De oorspronkelijke naam van zijn vader was echter Kaplan. Coplands vader had voordat hij naar de Verenigde Staten emigreerde, de Engelse naam Copland aangenomen.

Alle kinderen uit het gezin kregen muziekles en op elfjarige leeftijd schreef Aaron Copland zijn eerste compositie, zeven maten van een opera met de naam ‘Zenatello’.

Aaron-Copland-Quotes-1

Toen hij 15 jaar was besloot Aaron na een concert van Ignacy Jan Paderewski dat hij  componist wilde worden. Zijn moeder stelde hem in de gelegenheid om in Parijs muziek te gaan studeren. Hij verbleef drie jaar in Parijs, eerst als leerling van Paul Vidal, daarna van Nadia Boulanger.

In de zomermaanden van 1924 en 1925 kwam hij in Berlijn, Salzburg en Wenen met de Europese avant-garde in contact. In 1925 en 1926 kreeg hij een studiebeurs van de Guggenheim Foundation zodat hij in deze jaren door Europa kon reizen. Met Roger Sessions organiseerde hij een concertreeks met nieuwe muziek in New York City, de Copland-Sessions Concerts ( 1928-1931).

Tijdens zijn studie in Parijs was zijn interesse in jazz ontstaan. Jazzritmes en de harmonie van de blues vindt men terug in zijn vroege werken zoals het ‘Scherzo’ van de Symfonie voor orgel en orkest (1924), de suite ‘Music for the Theatre’ (1925) en het tweede deel ‘Essay in Jazz’ uit het Concert voor piano en orkest.

In 1932 maakte Copland een reis naar Mexico en daardoor ontstond het muziekstuk ‘El Salon Mexico‘ (1933-1936) voor orkest.

fanfare copland

Het bekendste werk van Copland is zijn ‘Fanfare for the Common Man voor koperblazers en slagwerk uit 1942, dat later zelfs bewerkt werd door de Britse popgroep Emerson, Lake & Palmer.

Het werd als openingstune van de Nationale Conventies van de Democratische partij gebruikt en de fanfare werd eveneens gebruikt als hoofdthema in het vierde deel van zijn Symfonie nr.3.

Appalachian Spring

In 1944 componeerde  Copland het werk  ‘Appalachian Spring‘ waarvoor hij in 1945 de Pulitzer-prijs voor muziek ontving. In de jaren vijftig sloot Copland zich aan bij de experimentele werken van de late jaren twintig, composities met de dodecafonie ( twaalftoontechniek). Na de Tweede Wereldoorlog kwam het Schönberg-syndroom en jonge componisten namen geleidelijk afstand van Copland.

In de laatste jaren van zijn leven componeerde hij nauwelijks, hij werd als ’the grand old man’ van de Amerikaanse muziek gezien.

De boekentafel muziek op het plein van ZB| Planbureau en Bibliotheek van Zeeland is gewijd aan Aaron Copland. Op de tafel liggen cd’s, bladmuziek en boeken over en van Aaron Copland die u kunt lenen of beluisteren in de strandhokjes op de muziekafdeling.

Rea Bensch, Domeinspecialist muziek

 

(Bron: Wikipedia)

Klassieke vormen met nieuwe inhoud

donderdag, 12 maart 2015

In gesprek met Christian Blaha, componist

Christian Blaha (1972) is op de Zeeuwse muziekpodia geen onbekende- een bescheiden verschijning die zich als veelzijdig musicus beweegt tussen popkoor en symfonieorkest.

Deze maand gaat met het Zeeuws Orkest onder leiding van Ivan Meylemans Blaha’s Eerste Symfonie in première. Een goede reden voor een gesprek.

christian-blaha

 Christian Blaha

Blaha studeerde compositie, koordirectie en piano aan het Brabants Conservatorium, en studeerde in Amsterdam orkestdirectie bij Ed Spanjaard. Op zijn website www.christianblaha.nl lees ik meer over de mensen met wie hij werkte, zijn initiatieven en werkgebied. In 2014 nam violist Mathieu van Bellen zijn sonate voor viool solo op. Blaha is tevens docent compositie aan de University College Roosevelt  in Middelburg.

Componeren vormt de kern van zijn muzikale activiteiten; hij is niet voor niets cum laude afgestudeerd en enkele van zijn composities werden bekroond. Maar daarnaast vindt hij het erg prettig om te werken met heel veel soorten muziek en met uiteenlopende muzikanten en zangers. Dat tekent de mens.

Het Zeeuws Orkest voerde al eerder werk van hem uit: tien jaar geleden stond de compositie “Michael en de draak” op het programma onder leiding van dirigent Joan Berkhemer.

Nu dus de Eerste Symfonie, die als titel “Jahreszeiten” heeft meegekregen. Deze symfonie werd in 2009 voltooid. Op mijn vraag of er contact is met het orkest en dirigent over de uitvoering en interpretatie zegt hij: “Ik heb natuurlijk wel contact gehad over de materialen en dergelijke. Ik zal bij de repetities aanwezig zijn, misschien zelfs wat kunnen repeteren. Dat hangt een beetje af van de afspraken die we kunnen maken, maar het zou prettig zijn om direct met het orkest te kunnen communiceren.”

De symfonie heeft als titel “Jahreszeiten”. Ik wil graag weten waarom hij, net als zoveel andere componisten, de seizoenen als inspiratie koos.

“Het is een mooi gegeven. Een symfonie heeft vier delen: er zijn vier seizoenen. Er is de herfst met een wat somberder gedeelte, een uitbundigere winter met bijvoorbeeld schaatstaferelen, de lente met vogelgeluiden. Eigenlijk vind ik het niet zo belangrijk hoe het heet, muziek is natuurlijk abstract en het is niet mijn bedoeling verwachtingen te wekken. Hoe iemand muziek ervaart is zo subjectief. Maar er is thematiek en verbinding in de symfonie, alle delen hebben met elkaar te maken. Bij dit werk kwam in de loop van het componeren bij mijzelf de behoefte om deze titel mee te geven.”

De symfonie als vorm klinkt behoorlijk klassiek. Heeft dit te maken met een bepaalde voorkeur?

“Het symfonieorkest is zelf een organisme dat is voorgekomen uit een lange ontwikkeling in de muziekgeschiedenis. Wanneer je je als hedendaags componist met experimentele zaken bezighoudt, kun je ervoor kiezen om te schrijven voor een modern, flexibel ensemble. Maar je kunt ook gebruik maken van iets wat er al is, en daar nieuwe inhoud aan geven. Voor beide is wat te zeggen en het één sluit het ander niet uit. Ik vind het mooi om een verbinding te zoeken. Het zijn hele goede vormen, vind ik.”

Verbindingen zoeken, leggen. Zou dat ook de reden zijn waarom Blaha zich op zulke uiteenlopende muzikale gebieden beweegt? Van musical tot symfonie, gastdirigent van brassband, docent en onderzoeker bij de UCR.

“Cross-overs zijn zo leuk en interessant om te doen, mensen ontmoeten die hun passie voor muziek vormgeven. Ik geef les aan enkele studenten aan de UCR, dat is heel inspirerend. En het verschil tussen een kamerorkest en een brassband, dat is zo mooi allemaal, al die verschillende culturen. En het enthousiasme van een koor, bijvoorbeeld.  Ik vind het belangrijk om al die dingen af te wisselen. Je interesse moet zo zijn dat je niet zegt “in deze kamer kom ik niet” of “dat milieu spreekt me niet aan”- overal vind je een eigen sfeer en het is prachtig om overal van te proeven.

En je leert van elke groep, elk orkest, elk koor. Als je zelf dirigeert, dan kun je, zeker als het je eigen werk betreft, meteen merken dat iets niet loopt en je dan afvragen waarom dat zo is. Met musici werken maakt je ervan bewust dat wat je hebt genoteerd een fysieke kant heeft. Dat is een verbinding die componisten vaak noodgedwongen moeten missen.”

Op de vraag of er iets is wat hij graag zou willen maken, iets waar hij nog niet aan toe is gekomen omdat tijd of opdracht ontbreekt, bijvoorbeeld opera of iets anders, antwoordt hij:

“Ja, een opera is wel heel interessant natuurlijk. Ik ben wel geïnteresseerd in multidisciplinaire zaken: muziek en beeld, muziek en tekst, muziek en geluid. Muziek in bredere context, ik heb al eens iets gedaan. Groter opgezette stukken met een verhaal, daar is opera/muziektheater natuurlijk ideaal voor. En daarbij kijken naar de mogelijkheden voor cross overs. Bij het kamerorkest TY deden we 2 jaar geleden iets met een rapper. Onderzoeken, uitproberen, klassiek met pop-elementen, tango. Proberen uit de voorspelbare hoek te komen; er zijn zoveel mooie elementen in zowel lichte- als klassieke muziek. Vaak worden die grenzen wat scherp getrokken en dat is jammer.”

“Meestal doe ik nu dingen op eigen initiatief. Een opdracht krijgen is de laatste jaren steeds zeldzamer geworden, dat hoor ik ook van collega’s. Tot een jaar of drie geleden liep het nog best goed, maar nu is het minder. Componeren is het belangrijkste voor mij.”

“Momenteel werk ik samen met Peter Slager van Bløf aan een avondvullend muziektheaterstuk, we zijn ongeveer halverwege, het is een mooi nieuw project.”

Ik hoop dat die opdracht voor een opera komt voor Christian Blaha, en ondertussen wachten we met belangstelling op de voltooiing en uitvoering van het nieuwe werk.

Zeeuws-Orkest

Het Zeeuws Orkest

De Eerste Symfonie, “Jahreszeiten” van Christian Blaha wordt uitgevoerd door Het Zeeuws Orkest onder leiding van Ivan Meylemans op donderdag 19 maart in het Scheldetheater in Terneuzen; op vrijdag 20 maart in de Zeeuwse Concertzaal in Middelburg en op zaterdag 21 maart in De Mythe in Goes. Op het programma staat verder de Ouverture Gijsbrecht van Aemstel van Johannes Verhulst en het 2e Pianoconcert van Rachmaninoff met als solist Wibi Soerjadi.

 

Els van de Wijdeven-Millenaar, muziekspecialist

 

Bronnen: 

foto Blaha – www.christianblaha.nl

foto Het Zeeuws Orkest – www.zeeuwsorkest.nl

Jean Philippe Rameau ( 1683-1754)

woensdag, 17 september 2014

Dit jaar is het 250 jaar geleden dat één van de belangrijkste barokcomponisten overleed, nl. Jean Philippe Rameau. Dit leek mij een mooie aanleiding om extra aandacht te besteden aan deze componist via dit weblog.

Rameau was naast componist ook organist, klavecinist, muziek pedagoog en een zeer belangrijk muziektheoreticus. Zijn muziektheoretisch werk “Traité l’harmonie” is de basis voor de functionele harmonieleer. Als componist was hij ook zeer belangrijk, zijn invloed op de ontwikkeling van de opera mag zeker niet onderschat worden. Het is daarom opmerkelijk dat Rameau zoveel minder bekend is dan zijn generatiegenoten Bach, Händel en Vivaldi.

Attribué_à_Joseph_Aved,_Portrait_de_Jean-Philippe_Rameau_(vers_1728)_-_002

Rameau werd in 1683 geboren als zoon van een organist in Dijon. De eerste veertig jaar van zijn leven leed hij een obscuur bestaan in de provinciën, waar hij werkzaam was als organist. In 1706 publiceerde hij in Parijs zijn eerste boek met klavecimbelstukken. In 1722 ging hij weer naar Parijs voor de uitgave van “Traité de l’harmonie” en hij is vanaf die tijd in Parijs blijven wonen.

Rameau_Traite_de_l’harmonie

Rameau’s theorieën omtrent de harmonieleer werden al snel bekend binnen en buiten Frankrijk. Hij werd erkend als een belangrijk muziektheoreticus en leraar. Ondertussen werkte Rameau hard om ook naam te maken als componist. Steeds vaker componeerde hij genrestukken waarin hij de wereld om hem heen beschreef.

Een bekend werk is “Les sauvages”.

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

In 1726, 42 jaar oud, trouwde Rameau met de 19 jaar oude Marie-Louise Mangot, een zangeres en klaveciniste. Samen kregen ze vier kinderen. In die tijd koos hij voor een carrièrewending, hij wilde operacomponist worden. Hij componeerde in 1733 de opera Hippolyte et Aricie. Deze opera sloeg in als een bom, was zeer vernieuwend, alles werd harmonisch complexer, dramatischer en expressiever. Voor het opera-ballet kon Rameau zich helemaal uitleven in z’n muzikale fantasieën. Een beroemd voorbeeld hiervan is de vulkaanuitbarsting in “Les Indes Galantes”.

indes galantes

Er ontstond een conflict tussen de aanhangers van de componist Lully ( die toen allang overleden was ) en die van Rameau. Bij de volgende opera’s werd de “strijd” alleen maar heviger maar Rameau kreeg de steun van de steenrijke financier La Pouplinière. Hij werkte samen met Voltaire en mocht zijn opwachting maken aan het hof.

Dankzij het uitstekende orkest van La Pouplinière kon Rameau gebruik maken van de klarinet en hoorn, in die tijd vernieuwende instrumenten. Het orkest neemt in zijn theaterwerken een belangrijke plek in. De ouverture en entr’acte muziek werden een onderdeel van het drama. De banden met het Hof waren goed.

lessuvages

In 1745 kreeg hij een Koninklijk pensioen toebedeeld, wat het einde betekende van al zijn geldzorgen. Rond 1750 was Rameau op de piek van z’n roem. Van 1752 tot 1754 verliest hij echter een deel van zijn aanhang. Verlichtingsfilosoof Jean-Jacques Rousseau hekelde de harmonische complexiteit en gaf de voorkeur aan de melodische muziek van de Italiaanse opera’s. Langzamerhand verloor Rameau de steun van de filosofen en componeerde hij steeds minder. In 1764 overleed Rameau na hevige koortsaanvallen. Er is een anekdote die vertelt dat Rameau op zijn sterfbed de priester betichtte van vals zingen.

Van 30 september tot 27 oktober 2014 zal de muziektafel op het plein in de Zeeuwse Bibliotheek ingericht zijn met werken van Rameau!

 

Rea Bensch, Domeinspecialist muziek

(Bronnen: Wikipedia, Componisten.net, Muziekweb)

 

Drie werkjes van Louis Lombard in de Zeeuwse Bibliotheek

dinsdag, 11 februari 2014

Lombardzelf1

Louis Lombard  (Lyon, Frankrijk, 15-12-1861 – Genua, Italië,  1-11-1927)         

Lombard werd geboren in Lyon, Frankrijk. Hij begon zijn muzikale studie in 1870 aan het conservatorium te Marseille. Hij sloot zijn studies viool, zang en harmonieleer af aan het Conservatoire de Paris. In 1876 vertrok hij voor een tournee naar de Verenigde Staten en zou er blijven tot de eeuwwisseling. Hij ging er talen studeren -hij beheerste in totaal acht talen-  en begon tevens te componeren en te dirigeren.

In 1886 werd hij genaturaliseerd tot Amerikaans staatsburger, waarna hij zich vervolgens in de staat New York vestigde.

partitLombard

De drie werkjes van Louis Lombard

Drie jaar later richtte hij naar het model van het Conservatoire de Paris het Utica Conservatory of Music op en gaf leiding aan dit nieuwe instituut.

In 1892 schreef Louis Lombard een pleidooi voor het oprichten van meer conservatoria in de grotere steden van de Verenigde Staten. Hij richtte dit pleidooi aan de leden van de New York State Music Teachers Association. In 1893 publiceerde hij deze tekst in zijn succesvolle boek The Art Melodious: Observations of a Musician.

In 1896 stopte hij korte tijd met zijn muziekcarrière. Hij studeerde een tijdje rechten aan de Universiteit van Columbia en investeerde op Wall Street, wat hem binnen de kortste keren een aardig fortuin opleverde.

Enkele jaren later trouwde hij met Alice Maud Allen, de dochter van een spoorwegmagnaat. Hij kocht spoedig daarna voor 2,5 miljoen dollar het beroemde Castello di Trevano in Lugano, Zwitserland.

Castello

Castello di Trevano

Castello di Trevano werd gebouwd door de privésecretaris van de Russische tsaar Alexander III, Baron Paul (Pavel) von Derwies, die schatrijk was geworden door de aanleg van het Russische spoorwegnet. In 1870 begon de bouw  en over de jaren ontstond een kasteel, volledig gewijd aan de kunsten. Het gebouw werd opgetrokken in Franse stijl met twee vleugels, waarvan de linkervleugel werd ingericht met een theater, concertzaal en kapel. Veel kunst uit beroemde Franse landhuizen en paleizen werd aangekocht. Lang kon de baron echter niet genieten van dit bezit. Hij overleed in 1881 onder onduidelijke omstandigheden na een val van zijn paard. Zijn zoon Sergei had geen belangstelling voor het kasteel en verkocht het in 1889 aan een andere Russische hoogwaardigheidsbekleder, Aleksandr Heinz. Hij had ook niet veel geluk, want ook hij overleed zonder er zelfs maar voet binnen te hebben gezet. In 1890 kwam het tenslotte in bezit van Louis Lombard. Er begon een nieuwe periode met concerten en voorstellingen voor hoge gasten en een kring van bevriende kunstenaars.

Rond dezelfde tijd dat dit Castello werd ontworpen en gebouwd, was Richard Wagner bezig met het Festspielhaus te Bayreuth. Deze operatempel werd tussen 1872 en 1876  gebouwd speciaal voor Wagner’s grote opera’s. Bayreuth heeft de tand des tijds overleefd. Castello di Trevano helaas niet. Het werd in 1961 met de grond gelijkgemaakt om plaats te maken voor een opleidingsinstituut voor architectuur.

Het Castello zag beroemde gasten als Koningin Victoria, Tsaar Alexander III en Keizerin Eugénie van Oostenrijk. Gevierde contemporaine componisten ontmoetten er elkaar. Lombard ontving er Fauré, Leoncavallo, Massenet, Saint-Saëns, om er enkele te noemen. Hij bracht zijn tijd op het Castello door met het componeren van werken voor orkest, harmonie-orkest, strijkkwartet en piano, en het organiseren van concerten met zijn huisorkest en gastsolisten.

De Eerste Wereldoorlog zorgde ervoor dat aan deze periode definitief een einde kwam. Lombard verloor namelijk een groot gedeelte van zijn fortuin. Hij werd tussen 1916 en 1920 vice-consul voor de Verenigde Staten, eerst te Zürich, en later in Lugano. Na zijn dood raakte hij in de vergetelheid. Hij was een markant en excentriek persoon die model stond voor een klasse van entrepreneurs in de muziekwereld en hierop grote invloed uitoefenden in de decennia rond de eeuwwisseling.

Hij nam actief deel aan de ontwikkeling van professionele scholing van musici in de Verenigde Staten. Hij toonde aan dat het mogelijk was om het uit te voeren, en liet zien dat de subsidie van de regering onontbeerlijk is voor de culturele vorming en het cultureel gezicht van een land. Hij schreef zijn essays ruim 120 jaar geleden.

Een citaat uit zijn pleidooi: …No one caring for the moral and intellectual improvements of mankind can overlook the civilizing influence of musical culture; yet, while we ought to do much for musical education, we have done but little…Now, although we can we have the self-made business man, we mustnot expect the phenomenon of the self-made musician. The art of music can neither be acquired intuitively nor by haphazard experience. Besides aptitude and study, good teachers with a sound educational system are needed to develop artists.”

Hij geeft hier uiting aan zijn zienswijze dat muziek mensen ontwikkelt, en dat meer aandacht zou moeten worden besteed aan de muzikale ontwikkeling. Hij zegt verder dat het wel mogelijk is om een selfmade zakenman te worden, maar dat een autodidact op het gebied van muziek een fenomeen is dat men niet vaak zal tegenkomen. Hij twijfelt aan de mogelijkheid voor iemand om op basis van intuïtie en ervaring zich te ontwikkelen tot een goede muzikant.

Toen Lombard zich sterk maakte voor een beroepsopleiding in Amerika, was er eigenlijk niets. Er waren weinig privédocenten, die niet allemaal even serieus omgingen met de scholing van hun pupillen.

Van overzee werden beroemde orkesten, dirigenten en solisten uitgenodigd voor concerten en tournees in de grotere steden van de Verenigde Staten. Dat waren dure operaties en de concerten waren daarom alleen toegankelijk voor bemiddelden. Lombard pleitte voor een systeem dat de muziekeducatie voor iedereen toegankelijk zou maken en een kweekvijver zou zijn voor goede musici van eigen, Amerikaanse bodem. Want dat mes snijdt aan twee kanten- goede muziek zou niet langer hoeven te worden geïmporteerd, maar zou algemeen beschikbaar komen in de steden van het jonge land.

 The-Voice-NL-2013

 The Voice of Holland

De ontwikkelingen staan niet stil. Informatie en kennis werd 100 jaar later algemeen beschikbaar en zette een tendens in gang. Deze zorgt ervoor dat men tegenwoordig op bestuurlijk niveau aanneemt dat selfmade vakmanschap géén fenomeen meer hoeft te zijn. De selfmade muzikant, die Lombard niet zag zitten, verschijnt bijna dagelijks op radio, tv en YouTube. En ‘peer-to-peer’ educatie is tegenwoordig eerder de norm dan uitzondering.

Dat dit ervoor zorgt dat er veranderingen optreden in wat we nog kunnen begrijpen, aanvaarden en waarderen, hoeft geen betoog. Steeds vaker horen we van populistische kringen de opmerking dat gesubsidieerde kunst ‘elitekunst’ zou zijn. Heeft dit eigenlijk niet méér te maken met de liberalisering van de smaakontwikkeling- of met andere woorden “Wat de boer niet kent….”? En onmiskenbaar een verarming van de algemene ontwikkeling die op school wordt aangeboden aan onze kinderen?

Er ontstaat door vroegtijdige manifestatie van een potentieel talent (talentenshows) en de commercie hieromheen een grote vervlakking op. Het gebrek aan diepgang wordt overschitterd door glamour en ‘bling’, het spat van de schermen in een continue stroom van zoethouders en bonkt ons in de straten voorbij met boomboxen.

Toch gebeurt er in de niches nog steeds ontzettend veel, er is heel veel te ontdekken aan muziek in alle genres. Dat hebben we te danken aan het klimaat dat er ooit in Nederland was. Aan bijvoorbeeld de muziekscholen, waar een groot gedeelte van de ouders van nu hun toonladders en Clementi-sonatines repeteerden, met knarsende tanden misschien wel. Diezelfde mensen groeiden op, leerden naast oude meesters ook een beetje Boogiewoogie spelen. Ze ontdekten dat het spelen met concentratie je even in een andere wereld brengt. Dat andere mensen luisteren en genieten van een live muziek, dat ze inhaken en opmerken ‘dat ze die kans ook wel gehad zouden willen hebben’. Ook de volwassenen die hun pianolessen haatten, komen op latere leeftijd heel vaak terug op het muziekmaken zelf- en vinden het meestal jammer dat ze zijn gestopt. Ze kopen dan een keyboard via een webshop, omdat het eigenlijk ook wel fijn was, muziekmaken.

De kans om een instrument te leren spelen, om in het koor met een goed onderbouwde techniek te kunnen zingen. Natuurlijk is er heel veel zelf te leren, via het  internet, via dvd’s van de bibliotheek, Skypelessen, van een andere autodidact of van een bevoegde docent; er is alle keus.

Er gaat echter niets boven de persoonlijke aandacht van een gemotiveerde docent, die een pak aan ervaring en inzicht meeneemt naar elke les. Luisteren en kijken- begrijpend lezen, observeren, horen, ontdekken,  het is te leren.

Het begint op de plek waar je als kind de meeste tijd doorbrengt: op school. In die omgeving cultuur aangeboden krijgen omdat het net zo bepalend is voor de toekomst als de vaardigheid om te rekenen, of te weten waar Parijs ligt.

Lombard pleitte niet voor niets voor muziekeducatie in Amerika- hij besefte dat cultuur en kunst bepalende factoren zijn voor de identiteit van een land. Dat je wel grote namen kunt uitnodigen van overzee ter inspiratie, maar dat het voor een gezond kunstklimaat onontbeerlijk is om zelf aan de slag te gaan. Zodat de identiteit zijn neerslag vindt in wat een volk bindt: de klank van de mensen en de klank van het landschap: Aaron Copland – Appalachian Spring.

Leuk eigenlijk, hoe drie mapjes met bladmuziek op mijn bureau zo een pleidooi vormden voor het behoud van kunst- en muziekeducatie. De Zeeuwse Bibliotheek heeft een uitgebreide collectie bladmuziek, informatieve boeken over muziek en andere materialen. Sinds de verbouwing, nu ruim een jaar geleden, zijn we de trotse bezitter van een elektrische piano op de afdeling. Mét hoofdtelefoon, dus er kan stiekem toch even worden gekeken of die gewraakte Clementi er nog een beetje inzit.

Els van de Wijdeven-Millenaar, muziekafdeling

Bronnen:

* University of Illinois Press: American Music Vol. 3, No. 3, Autumn 1985- Louis Lombards’ “Our conservatories” by Irving Lowens

* http://www.geocaching.com (foto Castello di Trevano)

* Wikipedia

* Youtube

* www.scirptgirl.nl (foto Voice of Holland)