Zestigplussers in Nederland lezen driemaal zoveel boeken als jongeren tussen de tien en negentien jaar. Dat staat in een artikel in NRC Handelsblad van 21 september 2013 over de vrije val van de boekverkoop in Nederland. Los van de blijkbaar significant afgenomen leesvaardigheid onder kinderen en jongeren, is er denk ik met het lezen van fictie nog iets anders aan de hand. Toen ik het las moest ik denken aan mijn eigen middelbare schooltijd. Dat is alweer een behoorlijke tijd geleden, maar ook toen al ging het met het lezen van literatuur de verkeerde kant op.
Op de middelbare school zag de meerderheid van mijn klasgenoten de verplichte literatuurlijst van het vak Nederlands als een grote kwelling. Sommigen gaven na het examen zelfs trots toe dat ze zich door al hun boekverslagen en het mondeling heen hadden gebluft, zonder ook maar een van de boeken te hebben opengeslagen. Fictie heeft geen nut en een roman lezen pijnigt slechts je geest, dus waarom zou je de moeite doen?
Een invalshoek die ik later terug zag komen bij een van mijn kinderen. Grootgebracht door een moeder die ‘leesverslaafd’ is en voorlezen, zelf lezen en genieten van verhalen tot speerpunt in de opvoeding heeft verklaard, is deze zoon kennelijk ongevoelig gebleken om deze fijne eigenschap over te nemen. Ik sleepte jarenlang stapels boeken uit onze welvoorziene Zeeuwse Bibliotheek mee naar huis. Ik las iedere avond -en vaker- voor, gaf boeken cadeau en nam elke gelegenheid te baat om op het belang van lezen te wijzen. Bij dat ene kind sloeg het minder aan. Hij luisterde heel graag naar het voorlezen, maar vond het leren lezen niet meteen een noodzakelijk te verwerven vaardigheid. En toen hij het tegen wil en dank toch onder de knie kreeg, leidde het niet tot de liefde voor het lezen van mooie verhalen die ik voor hem had gewenst en die zijn broers en zussen wel ontwikkelden.
Het boek was beter
Na afloop van iedere opzienbarende of ontroerende film gebaseerd op een boek, hoor ik altijd wel iemand verklaren dat het boek veel beter was. Het ziet er soms naar uit dat boekenliefhebbers zich alleen ophouden in bioscopen. Dat klinkt eigenlijk wel logisch: in zekere zin verschillen literatuur en film namelijk niet zo erg van elkaar, ze vertellen beiden een verhaal.
Mensen houden van verhalen omdat het onze menselijke manier van denken imiteert. Ik durf zelfs te zeggen dat het onze staat van ‘zijn’ nabootst: de wereld waarin we leven houdt ons gevangen in een rechtstreeks verloop van tijd en gebeurtenissen. Doordat ons ‘zijn’ is gebonden aan een bepaalde plaats in ruimte en tijd, ervaren we ons leven als een aaneenschakeling van ‘scenes’. We zijn een verhaal met een begin, een midden en een eind en bewegen ons langzaam maar zeker door alle hoofdstukken van ons leven.
Leven
Literatuur speelt zich af in het gebied van de menselijke natuur en de aard van de mens. In fictionele verhalen vind je de meest sprekende beschrijvingen van wat het inhoudt om te leven. Het verbeeldt de handelingen en gebeurtenissen uit het leven van de mens en de emoties en reacties die de mens hierop heeft. Dit kan een groot gevoel van herkenning teweeg brengen bij de lezer van een boek, en ons soms zelfs een universeel en tijdloos besef meegeven over wat het is om mens te zijn.
De meesten van ons zullen het herkennen dat je jezelf helemaal kunt verliezen in een boek. Voor even ben je helemaal een ander. Onderzoek heeft zelfs uitgewezen dat mensen door literatuur te lezen, meer empathie leren voelen voor anderen.
Dit effect zou zich natuurlijk ook voor kunnen doen in films of andere moderne media. Toch vermoed ik dat het idee van (meer) films in het onderwijs weinig, of toch beduidend minder aanhangers zal trekken.
Verbeelding
Men ziet literatuur over het algemeen toch als een meer intellectuele bezigheid dan film. Het lezen van een boek, en met name de spreekwoordelijke literatuur met de hoofdletter L, vraagt een bepaalde inspanning van de lezer. Waar je bij een film rustig achterover kunt leunen en je eenvoudig laat meeslepen door de beelden, wordt de lezer geacht zich de scenes uit een boek zelf te verbeelden. Dit kost een zekere moeite en inzet die bij een film niet nodig is. Maar is dit dan ook automatisch de reden dat literatuur minder populair is dan film? Is de mens zo verwend op het gebied van amusement, dat niemand zich meer wil inspannen voor zijn plezier?
Ik geloof niet dat het mensen er om gaat dat ze geen moeite willen doen. In de literatuur gaat het erom dat je de handelingen en de manier waarop het verhaal in beeld wordt gebracht, in je hoofd tot leven roept. Je wordt geacht het hele boek voor jezelf te regisseren en elk woord te vertalen in een zelf bedacht beeld, waarbij je vrij bent het zo kleurrijk te beleven als je zelf wilt. Dit is een andere soort moeite dan die in bijvoorbeeld films. Ik denk dat het deze specifieke dynamische fantasie is die gepaard gaat met het lezen, waarvoor een toenemend aantal mensen zich niet meer kan of wil inspannen.
Het lijkt erop dat de digitale revolutie, met al zijn fantastische beelden en adembenemende ‘special-effects’, ons vermogen tot verbeelding heeft doen afnemen. We zijn verslingerd aan de bedwelmende effecten die de hedendaagse films en andere media op ons hebben en kunnen onszelf niet meer vermaken met alleen onze eigen ongeoefende fantasie.
Magie
Hoewel ik mezelf ook regelmatig trakteer op een goede film en niet wil overkomen als een ontevreden, ouderwetse bibliothecaris, zie ik hier toch genoeg aanleiding om me zorgen te maken. De echte kracht van literatuur zit hem in de magie en de bekoring die deze biedt en in het eigen avontuur van de lezer. Deze gaat een persoonlijke relatie aan met een boek, de woorden vergezellen hem of haar door een droom, die met geen enkele andere te vergelijken is. Mr. Darcy uit Pride and Prejudice had in de hoofden van de lezers miljoenen gedaantes, zonder ook maar enige overeenkomst met acteur Colin Firth. Narnia, het betoverde land achter de kleerkast, zag er in de verbeelding van de vele kinderen die dit prachtige verhaal lazen, evenzovele malen anders uit dan het door de filmmakers bedachte, eenduidige Narnia in de film.
Er zou iets op gevonden moeten worden om het lezen van literatuur te stimuleren op zo’n manier, dat mensen de schatten hervinden die in boeken verscholen liggen. Er schuilt een persoonlijke wereld in ieder boek, en mensen hebben recht op deze eigen unieke dromen, in plaats van de voorgekauwde beelden die de moderne entertainmentindustrie hen voortdurend biedt. Wie de oplossing weet mag het zeggen!
Anya Marinissen, Romanteam Zeeuwse Bibliotheek