Archief van categorie ‘Geen categorie’

Uitreiking Max Velthuijsprijs 2013 aan Wim Hofman

vrijdag, 20 september 2013

Op donderdag 19 september, werd in het Letterkundig Museum in Den Haag de Max Velthuijsprijs uitgereikt aan Wim Hofman. Collega Anke en ondergetekende waren erbij.

Max Velthuijsprijs 2013 voor Wim Hofman

Max Velthuijsprijs 2013 voor Wim Hofman

Het was gezellig druk in de zaal waar de uitreiking plaatsvond. Natuurlijk waren Mance Post en Thé Tjong Khing (de eerdere prijswinnaars) aanwezig. Maar ook collega-schrijvers Rindert Kromhout, Ted van Lieshout en Joke van Leeuwen waren naar de residentie gekomen om de laureaat te feliciteren. Uiteraard zat er ook een flinke Zeeuwse delegatie in de zaal.

Na een korte inleiding las Joke van Leeuwen de laudatio (feestrede) voor. Dat had zij 22 jaar geleden ook gedaan. Toen ontving Hofman de Theo Thijssen-prijs. Daarna trad tapdanseres Marije Nie op. Vervolgens werd het juryrapport voorgelezen, en sprak Wim een dankwoord uit.

Open boek van Wim Hofman

Boek van Wim Hofman

In zowel de feestrede als in het juryrapport werden de fantasierijke geest, de herkenbare eigen stijl de beeldenrijkdom, en het vermogen van Hofman om de verbeelding van kinderen en volwassenen te prikkelen geprezen.

Expositie

Ben je benieuwd naar het werk van Wim Hofman in de Zeeuwse Bibliotheek? In het Zeeland Paviljoen op de eerste verdieping is een boekentafel ingericht met werk van Wim Hofman. Hier zijn ook schilderijen van zijn hand te zien uit het leerleesboekje De Stad. Tekeningen uit het boek Suusje Olipietz zijn te bekijken in het souterrain, aan de wand van het Mediacentrum.

Henk Kosters

Sectie Jeugd en Jongeren

‘Niets is wat niet goddelijk is. Daarom wil ik niets uitzonderen’

dinsdag, 6 augustus 2013

Bovenstaande tekst is een citaat van de Zeeuwse auteur Johan Christiaan van Schagen (1891-1985), die in de loop van zijn schrijversleven een boeddhistische levensvisie ontwikkelde die veelvuldig terugkomt in zijn werk. Zijn debuut, de dichtbundel Narrenwijsheid (1922), heeft dan ook als motto een citaat uit Ethica van de filosoof Spinoza: Hij die terecht beseft dat alles uit de noodzaak van de goddelijke natuur volgt en naar de eeuwige wetten van die natuur verloopt, hij maakt geen uitzonderingen voor wat vijandig, lachwekkend en verachtelijk zou kunnen lijken en heeft met niets medelijden.

Narrenwijsheid is een tot op de dag van vandaag zeer lezenswaardige en verrassend modern aandoende bundel, met prachtige prozaminiaturen en melancholische gedichten voor de fijnproever, die na lezing zullen beklijven. Dat geldt ook voor de haiku die van Schagen heeft geschreven. Hij hechtte er veel waarde aan om krachtig en eenvoudig uit te drukken wat hij voelde. Dat resulteerde in fijnzinnige observaties en bespiegelingen, nog altijd herkenbaar en inspirerend om kennis van te nemen.

j.c.vanschagen

Bevlogen dichter en kunstenaar

Op de achterkant van de kiosken op de Markt van Middelburg, zijn zelfs drie haiku van Van Schagen geplaatst op initiatief van Thea Everaers van het
Poëzieproject Sprekende Gevels. Eerder schreef ik op deze plaats al een blog over dit ambitieuze project, dat na een aantal jaren vorm heeft gekregen met veertien op blinde muren geplaatste gedichten over zee, land en mensen en dat uiteindelijk een poëzieroute van 25 gedichten op moet leveren door de Middelburgse binnenstad.

Mijn bewondering voor Chris van Schagen wordt gevoed door de grote collectie publicaties door en over hem, die tot op de dag van vandaag wordt bewaard in de Zeeuwse Bibliotheek. Onderzoek geeft een schitterend beeld van een bevlogen dichter en kunstenaar, die een groot deel van zijn leven in het Domburgse huisje Trouvaille in de luwte van de Hoge Hil woonde en deel uitmaakte van het rijke kunstenaarsleven in deze bekende badplaats.

Een visje in het zand

Andreas Oosthoek publiceerde in 2004 in het tijdschrift Zeelandboek (dl. 8) het artikel Een visje in het zand over het Zeelandbeeld van J.C. van Schagen: “Domburg, storm en regen rond de Hoge Hil. Over het strand jagen de schelpen en op het strand striemt het zand op scherp, in dunne banen op weg naar Westkappel. Soms, jaren geleden, klom ik met Chris van Schagen het duin over. Hij trok zijn kalotje strak, greep zijn aangespoelde stok en stapte op hoge benen het torment tegemoet. Hij zei dat hij er bijzonder veel van hield, van al die windkracht, dat zout op de bril en regen op de pet.”

De beschouwelijkheid van Van Schagen ontaardde, hoewel hij uiterst kritisch kon zijn, nooit in grimmigheid. Hij had immers, zegt Oosthoek, “het stille wonder van de schelpjes ontdekt én geleerd dat het wijze visje dat in het natte zand leeft, de zee te gróót zal vinden.”

 wijzevisje1

Walcheren

Oosthoek noemt het huis Trouvaille een schrijfhuis met een beeldtafel waar elke letter telde. Over Walcheren heeft Van Schagen op uiteenlopende wijze bericht, in zijn poëzie, verhalen, brieven en herinneringen. Zij vormen een kleurrijke bijdrage aan de sociale geschiedschrijving van Walcheren in de twintigste eeuw. In het Zeelandbeeld van Van Schagen passen bijvoorbeeld de Domburg-Westkapelle-competitie in brieven met Adriaan Viruly, de
Eerste schreden op de paden der letteren, Herinneringen aan Jan Toorop en zijn werk en het grote essay over zijn vriend, de schilder Jan Heyse, met wie hij in Zeeuwse Reflexen (1953) een monument voor Zeeland oprichtte.
Veel van deze onderwerpen komen ook langs in de boeiende documentaire
Ik ga maar en ben, die de NOS in 1970 over Van Schagen maakte. De videoband wordt zorgvuldig bewaard in de kluis van de Zeeuwse Bibliotheek.

Biografie

Als webredacteur van
www.literatuurinzeeland.nl, schrijf en plaats ik regelmatig biografieën van Zeeuwse auteurs van betekenis. Daar is nu eindelijk, als eerbetoon aan een markante, ook buiten de Zeeuwse grenzen belangrijke kunstenaar, de biografie van Chris van Schagen aan toegevoegd.


Anya Marinissen, Webredacteur
www.literatuurinzeeland.nl   

Apprenez vos langues!

donderdag, 18 juli 2013
Materialen in vreemde talen

Materialen in vreemde talen

Als u het bovenstaande begrijpt, zal het onderstaande uw kennis hopelijk nog  helpen te verdiepen. Als u het niet begrijpt, kunt u hieronder misschien een drijfveer vinden om het alsnog te willen begrijpen.

De actuele collectie van de Zeeuwse Bibliotheek is vanouds heel sterk op het gebied van buitenlandse taal- en letterkunde. We zijn hierin de absolute topper onder de Plus-bibliotheken (grote openbare bibliotheken met een wetenschappelijke steunfunctie). En ook voor menige universiteitsbibliotheek doen we niet onder. Veel titels die wij bezitten, zijn zeldzaam of zelfs uniek in Nederland. Via nationale catalogi zoals Picarta of de Aquabrowser komt onze collectie via het interbibliothecair leenverkeer aan het hele land ten goede.

Er is een onderscheid tussen primaire en secundaire literatuur. Primaire literatuur zijn de literaire producten zelf, zoals romans, gedichten, toneelstukken, maar ook volksverhalen. Secundaire literatuur beschrijft de bestaande literatuur in de vorm van commentaren, levensbeschrijvingen van schrijvers, of besprekingen van de sociale positie van een taal. Hierbij hoort ook de taalkunde, namelijk de grammatica, woordenboeken en natuurlijk taalcursussen.

Bij niet-Nederlandse letterkunde denken we gauw aan het traditionele rijtje van Frans, Duits en Engels. Dat zijn de talen die nog altijd op vrijwel alle middelbare scholen onderwezen worden. In onze bibliotheek staat vrijwel alle primaire en secundaire literatuur op de eerste verdieping, met uitzondering van de Engelse romans, die op de begane grond te vinden zijn. Aan het begin van de romancollecties van de afzonderlijke talen, dus nog voor de letter A, staan de luisterboeken. Voorgelezen gedichten of geluidsopnames van toneelstukken staan tussen de boeken van de betreffende SISO-rubrieken.

Hoe gaan we nu de diepte in met het verzamelen van materiaal in en over vreemde talen? Een deel wordt aangeboden via de aanschafinformatie van de Nederlandse BibliotheekDienst Biblion. De titels die voor het gangbare openbaar bibliotheekwerk in aanmerking komen, worden op deze manier aangeschaft. Ik als vakreferent kijk welke titels van een zodanig belang zijn dat ze voor altijd bewaard moeten worden, en bepaal mijn keuze uit dit aanbod. Maar dan blijft er nog een groot gedeelte over waarnaar ik zelf op zoek moet.

Ik krijg een aantal buitenlandse literaire tijdschriften op mijn bureau die ik doorneem op belangrijke schrijvers. Van Nobelprijswinnaars moet je eigenlijk alles in huis hebben, voor zover mogelijk. Maar er is meer. Neem bijvoorbeeld Frans. Dat is de taal van Frankrijk, en we denken vooral aan schrijvers uit dat land. Maar er bestaat ook Franstalige literatuur in Zwitserland, Canada, het Caribisch gebied, Franstalige landen in Afrika, en zelfs in Polynesië. Het is ongelofelijk hoezeer de Franstalige literatuur uit ons buurland België in Nederland vrijwel onbekend is.

Via internet speur ik naar literaire prijzen, uitgeverscatalogi en nieuwsberichten. Negen van de tien keer ben ik de eerste in Nederland die een dergelijke titel bestelt. Op onze Vubis-catalogus geven ik en de medewerkers van de sectie catalogiseren aan, uit welk land een literair werk afkomstig is, bijvoorbeeld door de toevoeging “Duits-Zwitsers”, “Engels-Amerikaans” of “Frans-Polynesisch”. Het zal u wellicht verbazen dat er ook “Duits-Belgisch” bestaat, namelijk literatuur uit de Oostkantons rond Eupen en Sankt Vith.

Al vele jaren zijn we ook behoorlijk sterk op het gebied van Spaanse letterkunde. Een taal in opkomst, als je nagaat dat die ook al op veel middelbare scholen gegeven wordt. Maar ook veel Italiaanse en Portugese literaire werken hebben we in de grondtaal: de oudere natuurlijk in het magazijn, de nieuwere in de open opstelling. Klassieke letterkunde (Grieks en Latijn) vormt een apart aandachtspunt. De waardevolste uitgaven zijn die waar op de ene pagina de grondtaal staat en op de pagina daartegenover de vertaling in een moderne taal. Wat ik helaas niet kan doen, is het aanschaffen van romans in originele Scandinavische of Oost-Europese talen. Daarvan is geen wezenlijke collectie aanwezig, dus zal ik die met de beperkte middelen die ik tot mijn beschikking heb, ook niet aanvullen. Ik ga ervan uit dat deze literatuur in voldoende mate in vertaling binnenkomt.

Nu ik me goed in de buitenlandse literatuur verdiept heb, en ook veel in het buitenland kom, kan ik het niet nalaten om boekhandels binnen te lopen en te kijken wat ze aanprijzen. En ik ga er zelden weer uit zonder een aankoop voor de bibliotheek gedaan te hebben. Het is ronduit fantastisch om in die boekenpaleizen in Duitsland de actuele titels langs te lopen, om in Rome naar luisterboeken te zoeken, en om in Porto te speuren of ze ook werken van Braziliaanse schrijvers hebben. Een of twee maal per jaar ga ik naar Brussel, waar er aan één straat achter het Berlaymontgebouw een Spaanse, een Portugese en een Italiaanse boekhandel gevestigd zijn.

“Je bent een mens, wanneer je in staat bent een taal te spreken. Maar als je er twee beheerst, tel je voor twee mensen”. Zo ongeveer luidt een zegswijze uit het Midden-Oosten die ik daar regelmatig gehoord heb. Nu heb ik toevallig aanleg voor talen, en een ander zou dat minder kunnen hebben. Maar jezelf te verrijken door een andere taal goed te leren, kan ik alleen maar aanbevelen. Volstaan met Steenkolenengels is aardig, maar er is zoveel meer te vinden. Ten eerste bij het Engels zelf: wist u bijvoorbeeld dat Nieuw-Zeeland een sterke literaire traditie heeft? En als u met wat wilskracht en doorzettingsvermogen uw kennis van een romaanse taal verbreedt, biedt de collectie van de Zeeuwse Bibliotheek op alle niveaus voldoende ondersteunend materiaal. Dan bent u in staat boeken te lezen, die ooit in Hannover, Aosta of Coimbra op een plank gelegen hebben.

Marinus Bierens

Vakreferent niet-Nederlandse letterkunde

Tip: bij het lezen van een boek in een vreemde taal, geniet u dubbel als u dan ook het bijbehorende luisterboek opzet!

graham swift

Graham Swift, Last orders

Henrik van Osch, Pieter Cornelis Boutens en Jan Villée

donderdag, 11 juli 2013

Zomaar drie namen? Wat hebben Henrik van Osch (1759-1805), P.C. Boutens (1870-1943) en Jan Villée (1921-2003) met elkaar gemeen? Eigenlijk helemaal niets, behalve dat ze alle drie Middelburgers waren en dat er recent over hen interessante artikelen zijn gepubliceerd. Het betreft drie onderzoeken waarbij gebruik is gemaakt van de bijzondere collecties van de Zeeuwse Bibliotheek

Henrik van Osch

De eerste, Henrik van Osch, was drukker, uitgever en boekverkoper in Middelburg. Thera Folmer-von Oven en Jan Storm van Leeuwen schrijven in het Jaarboek van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen (2012) over een bijzonder object in de Liberna-collectie van het Draiflessen Museum in Mettingen (D). Het object bestaat uit twee doosjes van verschillend formaat met in elk een miniatuur drukwerkje. Ze hebben dezelfde titel Mengelpoëzij en proeve. Alles is gemaakt door Henrik van Osch. Het kleine doosje zit vast aan een grotere schuifdoos en lijkt daardoor op de buidel van een kangoeroe. De schrijvers introduceren dan ook een nieuwe term: de kangoeroedoos.

Het object blijkt een meesterproef te zijn voor het Middelburgse gilde. Van Osch liet daarmee zien hoe deskundig hij was. Niet alleen de vormgeving is prachtig, maar ook het drukken van het woordlabyrint in het grotere boekje vereist vakmanschap.

De schrijvers van het artikel raadpleegden de collectie van de Zeeuwse Bibliotheek voor hun onderzoek naar de miniatuur drukwerken en de capaciteiten van Henrik van Osch. Uit het niet zo lang geleden aangekochte werk Privilegie van ’t gilde der Boeck-druckers, Boeck-verkoopers en Boeck-binders binnen Middelburgh in Zeelant (1674) blijkt dat het gebruikelijk was bij het boekdrukkersgilde om een ‘proeve’ te maken door het drukken van een miniatuurboekje. Twaalf Middelburgse proeven zijn bekend en negen daarvan bevinden zich in de collectie van de Zeeuwse Bibliotheek, waaronder een van Henrik van Osch. De onderzoekers concluderen dat Van Osch als 22–jarige met zijn twee bijzondere drukwerkjes in een kangoeroedoos aantoonde zeer kundig te zijn in het zetten, drukken, vormgeven en binden.

miniatuurboekjes

Miniatuurboekjes uit de collectie van de Zeeuwse Bibliotheek

Leestip:

Thera Folmer-von Oven en Jan Storm van Leeuwen, ‘Twee mini’s in een kangoeroedoos. Een Middelburgse meesterproef van Henrik van Osch’. In: Jaarboek van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen, Amsterdam 2013, p. 123-148.

P.C. Boutens

Marco Goud, dé kenner van het werk van dichter P.C. Boutens, schrijft over de bijzondere bewerking van Boutens van het Middelnederlandse verhaal Beatrijs.

P.C. Boutens was in het begin van de 20ste eeuw een bekend en gewaardeerd dichter. Zijn gedichten zijn niet altijd even makkelijk en toegankelijk. Opvallend is dat zijn bewerking van de Beatrijs dat juist wel is. De dichtbundel was populair en werd vele malen herdrukt. Zijn tekst is gebruikt door voordrachtskunstenaars en was een inspiratiebron voor muzikanten en illustratoren. Goud vergelijkt de tekst van Boutens met de oorspronkelijke tekst van de Beatrijs en bekijkt enkele fraaie uitgaven van het werk, zoals die van C.A.J. van Dishoeck (1908), Joh. Enschedé & Zonen (1908) en de Vereeniging Joan Blaeu (1921). Voor het onderzoek maakte hij gebruik van de Boutenscollectie van de Zeeuwse Bibliotheek.

Boutens was bibliofiel en vond de vormgeving van zijn boeken van groot belang. Hij liet altijd enkele luxe exemplaren maken voor vrienden en bekenden. En ook die uitgaven bevinden zich in de Boutenscollectie. Een prachtig werk is het luxe exemplaar van de Beatrijs van Van Dishoeck met een perkamenten band en met het bandontwerp van Rie Cramer, waarbij een meisje omhoog kijkt naar de sterrenhemel.

Beatrys

Foto van het exemplaar met de illustratie van Rie Cramer, 1908.

Leestip:

Marco Goud, ’Ik schreef haar uit op weinig blaên’ :  P.C. Boutens’ Beatrijs in verschillende gedaantes’.
In: Ton van Kalmthout, Orsolya Réthelyi en Remco Sleiderink, Beatrijs de wereld in. Vertalingen en bewerkingen van het Middelnederlandse verhaal, Gent 2013; Lage Landen studies, dl. 6, p. 237-262.

Jan Villée

De minst bekende van de drie is schilder, tekenaar en etaleur van Vroom & Dreesmann, Jan Villée.
Zijn naam is verbonden met een zeer opvallende cartografische legpuzzel van Walcheren, die waarschijnlijk heel veel mensen wel kennen.

Peter van der Krogt, hoofd van het historisch-kartografisch onderzoekscluster UEU-Explokart van de Universiteit van Utrecht, vond bij het opruimen van zijn zolder de Zeeuwse puzzel en is op onderzoek gegaan naar het verhaal achter de kaart. Zijn artikel is verschenen in Zeeland, het tijdschrift van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen  en in het tijdschrift Caert Thresoor.

De legpuzzel, uitgegeven door V&D, was vooral rond Sinterklaas 1945 zeer gewild. Menig kind kreeg de puzzel cadeau en is met de 500 stukjes uren zoet geweest. De puzzel toont een panoramakaart van Walcheren tijdens de inundatie in het najaar van 1944. Geen vrolijk onderwerp, maar Jan Villée maakte er een amusante kaart van. De Belgische kunstenaar Pol Dom kleurde de kaart in. Op de afbeelding is te zien dat er druk gewerkt wordt aan het herstel van de dijken. Walcheren is geheel overstroomd, alleen de stoomlocomotief kan nog doorrijden. Een man vist vanaf zijn dak en op kleine eilandjes in het water staat een Zeeuws meisje, een varken, een koe, een man op een trekker, een huis en kerktorens. De kaart is uitgegeven bij het dichten van de Nolledijk op 2 oktober 1945. Met zoekacties in de Krantenbank Zeeland is veel informatie gevonden en is ook de advertentie van de ‘Walcheren puzzle’ van V&D te lezen.

Legpuzzel Walcheren

Legpuzzel Walcheren, 1945.

De legpuzzel van Peter van der Krogt is niet meer compleet. In de collectie van de Zeeuwse Bibliotheek is wel een compleet exemplaar aanwezig, zelfs nog in de originele doos. De puzzel behoort tot de collectie ‘Varia’, een Zeeuwse collectie waarin nog meer ‘bijzondere’ objecten te vinden zijn zoals bouwplaten, postzegels, tramkaartjes en treinkaartjes.

Leestip:

P.C.J. van der Krogt, ‘Walcheren 1945. Een komische kaart van een overstroming’. In: Tijdschrift Zeeland, jrg 21(2012), nr. 3, p. 100-104 en in: Caert Thresoor, jrg 32 (2013), nr. 1, p. 20-21.

 

Liesbeth van der Geest,
conservator oude drukken en bijzondere collecties.

 

 

Limericks en Gedichtendag in de Zeeuwse Bibliotheek

dinsdag, 29 januari 2013

We hebben een Boekenweek, de Maand van het Spannende Boek, de Kinderboekenweek, Nederland Leest en de Week van de Mediawijsheid. Maar de aandacht voor een zo gevarieerd genre als de dichtkunst is in het algemeen gering.

Gedichtendag en muziek
De landelijke Gedichtendag bestaat echter al veertien jaar en bruist van de activiteiten. De Gedichtendag wordt gevierd op de laatste donderdag van januari, dit jaar de 31e. Het wordt de start van de eerste Poëzieweek  die loopt tot 7 februari en Muziek als thema heeft. Poëzie en muziek zijn van oudsher met elkaar verbonden. Al in de klassieke oudheid werden gedichten met muziekinstrumenten begeleid. En nog steeds maken dichters en muzikanten graag gebruik van harmonische klankkleuren, opzwepende ritmes, meerstemmige melodieën en van strofen en refreinen om hun verhaal te vertellen. Poëzie swingt, rapt, rockt, ontroert en vervoert!

Het land
Liefhebbers van poëzie kunnen hun hart ophalen als ze zien wat er in het land zoal op het programma staat: de uitreiking van de VSB Poëzieprijs op 30 januari, Gedichtendag zelf, de inhuldiging voor een periode van vier jaar van de nieuwe Dichter des Vaderlands, Gedichtenbal op 6 februari in de Stadschouwburg Amsterdam, met uitreiking prijs van de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd, optredens van dichters en activiteiten in bibliotheken en boekhandels. Iedereen die tijdens de Poëzieweek een dichtbundel koopt, krijgt het poëziegeschenk Een kooi van klank van Anna Enquist cadeau.

Dichterstournee                                                                                                                                                                                    Tijdens de Poëzieweek rijdt voor het eerst de DICHTERSTOURNEE door het land. Op initiatief van Stichting Lezen, en mogelijk gemaakt door SNS Reaalfonds, bezoekt een viertal dichters (o.a. Ted van Lieshout) middelbare scholen in heel Nederland om daar te vertellen over hun eigen en andermans poëzie. Het slot van de tournee vindt plaats tijdens de feestelijke afsluiting met bal van de Poëzieweek in de Stadsschouwburg in Amsterdam.

Stadsdichter Middelburg
De nieuwe stadsdichter van Middelburg Theo Raats, zal op 31 januari een gedicht voordragen op het Koorkerkplein onder de Lange Jan, tijdens de onthulling van de nieuwe locatie van naamtegels van vorige Middelburgse stadsdichters. Wethouder Ed de Graaf zal de tegels onthullen om 16.00 uur.

Poëzie in Zeeuwse Bibliotheek
Ook in de Zeeuwse Bibliotheek wordt op Gedichtendag aandacht besteed aan poëzie. Laat je in de middaguren verrassen in het Leescafé, met de voordracht van limericks en andere gloedvolle en muzikale gedichten door Nico Out en Sip Beth. Heerlijke pianomuziek zal klinken en op de nieuwe videowall op het plein zullen limericks te lezen zijn. Zelfs de bestellingen in het Leescafé krijgen een poëtisch tintje.

Limerickwedstrijd                                                                                                                                                                                                               Het genre van de limerick is een beproefd en populair middel om zaken aan de kaak te stellen of op de hak te nemen. De Zeeuwse Bibliotheek organiseert dan ook een limerickwedstrijd, waarvan de aftrap op deze middag plaatsvindt. Het moet gaan om limericks over de bibliotheek en daaraan gerelateerd natuurlijk over boeken en lezen. Maximaal 2 limericks per persoon. Het rijmschema is A-A-B-B-A, de eerste regel bevat meestal een (aardrijkskundige) eigennaam, in de volgende regels wordt een komische situatie geschetst, en de slotregel bevat de pointe. Een leuk voorbeeld van zo’n limerick is het volgende vers:

Een aan boeken verslaafde in Leek
voelde tijdens het lezen een steek.
’t Kon geen boekenwurm zijn,
want die heeft geen venijn.
’t Bleek de beet van een biblioteek.

Doe mee en stuur je limerick naar romanafdeling@zeeuwsebibliotheek.nl.

Tijdens de Week van de Amateurkunst (WAK), 25 mei t/m 2 juni 2013, zullen alle inzendingen te zien zijn op de videowall in de Zeeuwse Bibliotheek. Op zaterdagmiddag 25 mei vindt de prijsuitreiking plaats in het Leescafé van de Zeeuwse Bibliotheek.

En tot slot: de Gedichtendag en de Poëzieweek zijn samen natuurlijk een uitstekende aanleiding om de vele dichtbundels die de bibliotheek rijk is, weer eens te lenen. In de week van de poëzie zal er een uitgebreide boekentafel zijn over en met poëzie en muziek.

Anya Marinissen, webredacteur www.literatuurinzeeland

Romanteam Zeeuwse Bibliotheek

 

De uitdaging van Wild West op het Internet

vrijdag, 7 december 2012

Zouden consumenten eigenlijk wel voor krantenartikelen moeten betalen? En moeten alle films, hoe recent ook, niet gewoon gratis te downloaden zijn? Hoe mediawijs mogen wij eigenlijk zijn binnen de arm van de wet? Maurits Sep (journalist PZC) onderzoekt dit aan de hand van een tafelgesprek in het Leescafé van de Zeeuwse Bibliotheek.

Video streaming by Ustream

In het kader van de Week van de Mediawijsheid organiseerde Europe Direct en de Zeeuwse Bibliotheek in samenwerking met de Roosevelt Academy op vrijdagmiddag 30 november een kenniscafé rondom het actuele thema Vrijheid van (online) informatie.

Dat dit een breed thema is, blijkt al meteen  bij aanvang van het debat. Maurits Sep onthaalt de aanwezige gasten met de stelling ‘Alle informatie moet online voor iedere burger binnen de Europese Unie gratis en vrij toegankelijk zijn’. Robert Schliessler (cineast en kandidaat Europarlement) en Patrick Godschalk (Piratenpartij) zijn het er snel over eens dat deze stelling vooral moet gelden in het kader van volledige openbaarheid van bestuur. Waarbij Schliessler de kanttekening maakt dat eventuele voortrajecten binnen het besluitvormingsproces best binnenskamers mogen worden gehouden. Het anti-piraterijverdrag ACTA is volgens de aanwezige heren terecht massaal afgewezen in het Europees Parlement en ook Ad in de Haak (Thieme Meulenhoff, Innovatieve Educatieve ontwikkelingen ) blijkt voorstander van dergelijke digitale openbaarheid. Einde discussie dus of toch niet? Gaandeweg blijkt dat dit zeker niet het geval is en dat er niet perse uitgesproken tegenstanders aan tafel hoeven te debatteren om  een diepgaande en interessante visie op het onderwerp te krijgen.

Vervolgens presenteren twee RA studenten het item SOPA en fenomeen Youtube. De discussie wordt vervolgd en Schliessler suggereert dat het zaak is om onderscheid te maken in commercieel en privegebruik van digitale informatie. Zo zou de Europese Unie moeten zorgdragen voor wetgeving die organisaties als BUMA-STEMRA als geldmachine aan banden leggen. De Piratenpartij heeft wel vraagtekens bij een systeem waarbij de kranten zouden worden ondergebracht in een soort publiek omroepbestel en de klant eenmalig betaalt voor nieuws dat hij of zij wenst. Onafhankelijkheid zou daarbij niet zijn gewaarborgd volgens Godschalk.

Bij het derde thema (muziek, film en andere vormen van cultuur vrij toegankelijk op het internet) schuift Marscha aan, de lokale singer-songwriter die het kenniscafé muzikaal gestalte geeft. Na enige aarzeling komt ze tot de conclusie dat tegenover een creatief proces best een vergoeding mag staan. Godschalk van de Piratenpartij vindt een vergoeding niet perse noodzakelijk. Wel zou het Europese auteursrecht versoepeld moeten worden. Schliessler oppert een overgangsmodel, waarin artiesten wel hun eigen broek ophouden maar dan vooral via het aanbieden van commerciële producten die verwerkt zijn in het artistieke proces. Ad in de Haak sluit zich aan bij dit nieuwe model waarbij hij aantekent dat ook uitgeverijen zich op dit gebied zouden moeten hervormen.

Aan het eind van een twee uur durende diepgaande discussie onder de strakke leiding van Maurits Sep concluderen de gasten unaniem dat wat ultieme vrijheid van informatie betreft, wij ons in een overgangsfase bevinden. Een soort Wild-West volgens Schliessler. “We moeten de angst dat consumenten in toenemende mate gratis informatie willen opzij zetten. Dat is helemaal niet eng, maar juist een uitdaging”.

 

Janette Zuydweg

Europe Direct Middelburg

 

Standplaats Zeeland: nummer 5

donderdag, 9 juni 2011

Stel je voor dat je directeur Ton Brandenbarg bij je langs komt met een idee: “We nodigen een vermaard (inter)nationaal deskundige uit. Hij of zij zit een week op mijn kamer en we organiseren allerlei soorten bijeenkomsten. Gedurende die week gaat de gast in debat met de Zeeuwse bevolking, politici, bestuurders, scholieren, ondernemers, organisaties en betrokkenen en geeft vanuit zijn of haar deskundigheid een visie op een voor de provincie Zeeland belangrijk thema. Is dat wat?” Ja Ton, dat is wel wat.

Zie hier de ontstaansgeschiedenis van Standplaats Zeeland. Je vraagt vervolgens een paar slimme mensen om in een adviescommissie te gaan zitten, zoekt sponsors, wijst een paar harde werkers aan voor de organisatie en voilà; een nieuw initiatief van de Zeeuwse Bibliotheek is geboren.

logostandplaatszeeland150Een initiatief waarbij je kunt laten zien dat een bibliotheek niet alleen een plek is waar je een boek kunt lenen en een boete moet betalen als je het te laat en alsnog ongelezen weer inlevert. Nee, de bibliotheek als ontmoetingsplaats waar je kennis kunt opdoen, waar je feiten kunt onderzoeken en meningen met anderen kunt delen.

Wat wel nodig is een directeur met een serieus balboekje en netwerk, immers wie nodig je uit en willen en kunnen ze ook komen?! Wubbo Ockels (geweldige inspirator met basisschoolkinderen tijdens het kindercollege) wilde en kon. Paul Schnabel (briljant, onderwerp doet er eigenlijk niet toe) wilde en kon. Louise Fresco (prachtig soeverein wetenschapper en schrijfster) wilde en kon. Alexander Rinnooy Kan (indrukwekkend knappe bruggenbouwer) wilde en kon.

Als vijfde gast verwelkomen we Jeroen van der Veer, voormalig topman van Shell. Vliegt nog steeds de hele wereld over omdat overal om zijn expertise wordt gevraagd. Door zijn overvolle agenda is het deze keer een eendaagse Standplaats Zeeland aflevering. (Inmiddels misschien ook gewaarschuwd door de vorige gasten; een Standplaats Zeeland week is zo intensief en vermoeiend dat ‘meerdaagse veldtocht Zeeland’ een betere naam zou zijn).

Jeroen van der Veer 2

Jeroen van der Veer

Op 16 juni staat een bezoek aan het Bio Base Europe Training Center op het programma. Het thema van de bijeenkomst is KANSEN VOOR ZEELAND: ENERGIE, CHEMIE & BIO-BASED ECONOMY.

Ook bij een minder lang bezoek kan en mag het Standplaats Zeeland Jongerencollege niet ontbreken. VWO 5 leerlingen van drie middelbare scholen hebben presentaties voorbereid en gaan in de Aula van de Zeeuwse Bibliotheek met elkaar en met Jeroen van der Veer in debat. Altijd een bijeenkomst om je op te verheugen; jongeren die een mening hebben en die, natuurlijk en volkomen terecht, hun eigen verhaal het beste vinden.

jonderendebat-1

Jongerendebat in 2010

Na een ontmoeting met politici en bestuurders ’s avonds en een werkontbijt de volgende ochtend, zit, terwijl wij de ontbijtboel opruimen, Jeroen van der Veer alweer in een vliegtuig. Standplaats Zeeland nummer 5: kort, maar zeer hevig.

Sip Beth, Communicatieadviseur

Een kast met bijzonder drukwerk

donderdag, 7 april 2011

In de Zeeuwse Bibliotheek staan honderden kasten gevuld met drukwerk, dus waarom zoveel aandacht voor die ene kast, de ‘schatkamervitrine’, op de eerste verdieping?

DSC03558Dat komt omdat in die kast op dit moment wel hele mooie drukwerken uitgestald zijn. Geen gewone boeken, maar kleurrijke werken waarbij je kunt zien dat er veel aandacht is geschonken aan vormgeving, papier, band, typografie en lettertype. Bovendien zijn er maar enkele van gemaakt. Dat zijn de bibliofiele drukwerken.

Deze bijzondere uitgaven zijn soms gedrukt voor een speciale gelegenheid, maar meestal omdat de drukker zo enthousiast is en het als liefhebberij zelf maakt op een eigen (hand)pers. De drukwerken zijn vaak gesigneerd en genummerd. In Nederland werken veel ambachtelijke, niet-commerciële drukkers. Zo ontstaan boeken, katernen, losse bladen met gedichten en verhalen, verfraaid met tekeningen, etsen en houtsneden. Van de pers De Klaproos komt een prachtig gedrukt recept: ansjovis met champignons en pijnboompitten (gesigneerd en genummerd, 2000).

IMG_5410
Recept: ansjovis met champignons en pijnboompitten
Reken voor ieder 8 á 10 verse ansjovisjes. Maak ze schoon, mes achter de kop, half insnijden en met een lichte ruk kop en ingewande n wegtrekken; buik opensnijden en de graat eruit. Misschien kun je schoongemaakte kopen. Spoel de visjes onder de koude kraan af en dep ze droog. Haal ze door wat bloem waaraan je peper en zout (of eigen kruiden naar smaak) hebt toegevoegd. Bak ze kort, elke kant 2 minuten, in de olijfolie is het het lekkerst.
De champignons voor ieder 1 á 2 ons in plakjes gesneden, met wat knoflook naar smaak in de olie (niet te royaal) bakken tot het vocht bijna verdampt is. Een hand pijnboompitten erbij en samen verder bakken tot het geheel er lichtbruin uitziet. Voeg wat zout en (verse) peterselie toe. Serveer er rijst, brood of in plakjes gesneden aardappel bij.

In Zeeland werken weinig ambachtelijke drukkers, maar er zijn genoeg Zeeuwse connecties te vinden. In de schatkamervitrine ligt bijvoorbeeld een druk van het boek ‘Roosje, eene vertelling’ van de Vlissingse Jacobus Bellamy. In 1990 drukte de Leidse Clipeus Pers 50 genummerde exemplaren. En het bibliofiele werk van H.H. ter Balkt met de titel ‘Op de rotonden’ (In de Bonnefant te Banholt, 1996) bevat bijvoorbeeld de gedichten ‘De bevrijding van Hulst (1645)’ en ‘De watersnoodramp 1953’. Er is nog veel meer.

Al dertig jaar worden deze bijzondere werken verzameld en de Zeeuwse Bibliotheek heeft intussen een omvangrijke en belangrijke collectie opgebouwd. De verzameling kan zich meten met andere bibliofiele collecties in Nederland, zoals die van de Koninklijke Bibliotheek, het Museum Meermanno, de Universiteitsbibliotheek in Amsterdam en de Bibliotheek Haarlem.

De verzameling is zelfs zo groot dat een deel nog niet bekeken kan worden. Honderden losbladige grote en kleine drukwerkjes worden op dit moment uitgezocht, op formaat gesorteerd, in dozen opgeborgen en gereed gemaakt voor raadpleging.

In de eerdergenoemde kast is een piepkleine selectie tentoongesteld. Het is moeilijk om drukwerken te kiezen voor een expositie. De meest opvallende of kleurige exemplaren zijn eruit gelicht. Het zijn allemaal kunstwerken.

Toch heb ik wel eens het idee dat een drukker een beetje doorslaat. Een uitgave met een bierflesje, een vaas of een aardewerk kippetje kan mij minder bekoren.

IMG_5365

Het leidt de aandacht voor het drukwerk te veel af. Een drukwerk vervaardigd naar het voorbeeld van een lontarhandschrift (handschrift op bladen van de lontarpalm) is weer wel passend.

De expositie is nog tot en met zaterdag 28 mei te bekijken.

Liesbeth van der Geest, Conservator Bijzondere Collecties

Sacha

donderdag, 24 februari 2011

Fotograaf: Dirk Jan Gjeltema

Fotograaf: Dirk-Jan Gjeltema


“…. Ja, hallo, Sacha, de lijn is erg slecht maar ik probeer… kan die echo van de lijn…. Ja, ik hoor je Sacha! Ik kan vertellen dat de situatie ook hier in Zeeland bijzonder verward is. Het Abdijplein is inmiddels volgestroomd met zowel voor- als tegenstanders.

Gisteravond hebben voertuigen geprobeerd het plein op te komen maar door de smalle poortjes van het Abdijcomplex is dat niet gelukt. Uit niet bevestigde berichten heb ik begrepen dat gisteravond plunderaars het Zeeuws Museum wilden binnendringen en daar tevergeefs hebben geprobeerd het omstreden schilderij van Mondriaan van haar haakje te trekken. Demonstranten hebben zich toen op de oude klederdrachten gestort en ik moet zeggen dat iedereen op het plein er nu warmpjes en kleurrijk bij loopt. Het negatieve reisadvies zou ondanks de gescandeerde leus “Welkom in Zeeland” nog steeds van kracht zijn en inmiddels gaat het gerucht dat de familie Peijs in een geblindeerde Veolia of Connexxionbus uit Middelburg is vertrokken en in de buurprovincie Noord-Brabant zou verblijven. Het Rode Kruis is begonnen babbelaars uit te delen en Artsen Zonder Grenzen hebben op de A58 een veldhospitaal ingericht waar dotterbehandelingen kunnen worden uitgevoerd en waar zelfs de eerste zwangere Walcherse vrouwen al zouden zijn bevallen. Ook elders in de provincie zou het onrustig zijn en zijn mensen de straat op gegaan. Uit Zeeuws-Vlaanderen komen berichten dat overal Zeeuws Vlaamse vlaggen wapperen en dat ongeruste bewoners bij gedeputeerde Wiersma in zijn zeer goed geïsoleerde woning op adem willen komen. Een groep ontpolderaars die uit pure frustratie alvast met een bouwput voor de tweede kerncentrale wilde beginnen, schijnt zichzelf te hebben vastgereden in de losgeschoten Oostbuis van de Westerschelde of Vlaketunnel. Ze wisten niet precies welke ….

Ja, ….. hallo, Sacha, hoor je me nog? …. Ik krijg net een tweet binnen dat Den Haag een politietrainingsmissie naar de opstandige regio Goeree Overflakkee overweegt! Er zou al een Kamermeerderheid voor gevonden zijn, o, nee, toch weer niet, volgens deze tweet, o, misschien toch. Lastig zou kunnen worden dat de dienstdoende hoofdagent voor het Zuid-Westelijk Deltagebied alleen tijdens kantooruren op het hoofdkantoor in Tilburg bereikbaar is, maar…hallo Sacha…… ik hoor net dat er toch verkiezingen komen!

Op naar de stembus!…Sacha?……. hoor je me nog?”

Sip Beth, PR-medewerker Zeeuwse Bibliotheek.

Deze column werd op woensdag 23 februari 2011 voorgelezen bij het lijsttrekkersdebat dat georganiseerd werd door de Zeeuwse Bibliotheek, de Provinciale Zeeuwse Courant, Omroep Zeeland en Scoop.

Expositie Bob Pingen: ARCAdia

maandag, 14 februari 2011

“Ben weer van mening veranderd, nou vind ik die andere toch mooier!”, zei het meisje van een jaar of tien dat vrijdagmiddag door de tentoonstellingsruimte in de Zeeuwse Bibliotheek huppelde. Even daarvoor vond de opening plaats van de expositie ARCAdia, schilderijen/2010 van Bob Pingen, te zien t/m 9 april 2011.

Namens de Jan van Leeuwen Stichting verwelkomde Ton Brandenbarg de bezoekers. De Stichting, opgericht 12 april 1994, stelt zich ten doel de in de Zeeuwse Bibliotheek aanwezige tentoonstellingsruimte aan te bieden aan hedendaagse kunst van goede kwaliteit, die op de een of andere manier met Zeeland te maken heeft. Daarbij wordt gedacht aan werk van beeldende kunstenaars die in Zeeland wonen en werken, maar ook aan dat van beeldende kunstenaars die zich door Zeeland laten inspireren. Adviseurs van de Stichting zijn Henk Koch, Kees Wijker en Wim Hofman. Deze keer viel Bob Pingen de eer te beurt. Deze Vlissingse kunstenaar exposeert al vanaf 1979.

In een uitgebreid artikel in het Zeeuws Tijdschrift, 1994, ‘De verovering van het grote vlak. Het werk van Bob Pingen’ wordt onze Zeeuwse kunstenaar geïntroduceerd en binnen de internationale kunstwereld geplaatst.

In ARCAdia toont Bob Pingen nu een reeks van 15 kleine doeken als uitkomst van zijn voortdurende zoektocht naar het ultieme schilderij. Kleurlagen schuiven over elkaar en vormen samen een staalkaart van lichtschakeringen die intens en geraffineerd is samengesteld. Pure schilderkunst die zich overtuigend kan meten met wat zich in de natuur voordoet, aldus een berichtje in de PZC. In de kunstrecensie ‘Het hoofd vol met waarnemingen‘ van Nico Out in de PZC (20-01-2011) is te lezen hoe het licht een hoofdrol speelt in de werken van Pingen. ‘Hij werkt met dunne kleurlagen. De kracht van zijn composities is gelegen in het spel van die over elkaar liggende lagen, subtiel schemeren ze over elkaar… Pingen benadrukt de ruimtelijkheid van de composities door af en toe langs de rand van een vorm iets van schaduw aan te brengen én door geraffineerd gebruik te maken van kleurcontrasten…’

Te midden van de kleurrijke schilderijen mocht de Zeeuwse dichter André van der Veeke de tentoonstelling van inleidende woorden voorzien. André memoreerde de tijd, zo’n dertig jaar geleden, dat hij Bob Pingen leerde kennen. ‘Alles of Niets‘ was de naam van het kunstenaarsgroepje waarvan André zelf de enige scribent was. Vooral de kennismaking met de naam Bob Pingen maakte indruk : echt een fascinerende naam voor een schilder, een sfeer van blauw, wit en groen daar omheen. De kracht die van de naam uitgaat.

Binnen de groep rondom het literaire tijdschrift Ballustrada namen kunstenaars het voortouw. Gelijktijdig betrad de abstracte schilderkunst van Bob Pingen een mystiek veld, stond boven het bestaande.

Als reiziger naar alle richtingen bleef hij Bob Pingen min of meer van grote afstand volgen. In het werk van Bob waardeert hij de aangename kleurtonen, de goed te verdragen lichtheid of being there. Optimistische schilderkunst: oppervlak, diepte en lichtheid tegelijkertijd. De verwantschap van Van der Veeke, de man van papier, met de schilder Pingen is treffend terug te vinden in de omslag van de dichtbundel ‘Rotterdam vertrekt’. Niet dat Pingen deze omslag heeft gemaakt maar HIJ HAD HET KUNNEN ZIJN…

Wat waardeer ik in deze expositie? Met betrekking tot de schilderijen gaat mijn voorkeur uit naar de groene en blauwe kleurenvelden in ‘Locatie (onbekend)’. Vervolgens de zachte kleuren in ‘Verticaal Grijs/Grijs’. Ook de doeken met titels als ‘Boogie’ en ‘Borderline’. Vooral deze laatste kan tot nadenken stemmen. In de conceptuele kunst verwijst de zeggingskracht van de titel samen met het beeld naar de achterliggende idee, bij ‘Borderline’ zie ik blauw, zwart, gevaarlijk rood en schuivende vlakken die als het ware een grote dissonantie laten zien. De beleving van Boogie is volstrekt anders, ga er maar voor staan.

André van der Veeke heeft iets met landschappen en kleuren. Grappig te zien hoe de omslag van zijn recente poëziebundel Blauw als ijs’ verrassend bordeauxrode kleurenvelden heeft. Uit deze bundel las hij het lange titelgedicht voor maar ook, met het oog op ‘Locatie (onbekend)’ het korte gedicht ‘Troostplek’, p. 37

Locatie (onbekend), 80×100 cm

TROOSTPLEK
Modderige wei
met bandensporen
Afwezigheid wordt
hardnekkig bewaakt
Overal knopen, lussen
rollen prikkeldraad
Desolate troostplek
keert zich af van
wat glanst of gloort

Mij rest alleen de absoluut irrelevante, maar toch interessante vraag: vind ik André van der Veeke een fascinerende naam voor een dichter. Jazeker, van der Veeke roept associaties op met de overkant, de grens over, Vlaanderen en Zeeuws, oude ambachten en het gewas vlas. Tijd om mij te gaan verdiepen in het ambacht en de woorden van deze dichter. Kleurtonen en woordenvelden zijn altijd prettig om waar te nemen. Dan horen jullie mij vast wel eens zeggen: “Ben weer van mening veranderd, eerst vond ik deze mooi maar nou vind ik die andere toch mooier.”

Nawoord over Arcadia:

André van der Veeke nam deel aan het project ‘Tekens in het land’, een initiatief van de tweejaarlijkse Kunstmanifestatie ‘De Muzen in Arcadia’, 2005.
Poëzie gecombineerd met tekeningen van Theo Jordans geven een doordringende en fantasievolle kijk op het zuidelijk landschap rond Aardenburg. Over kleuren gesproken, uit deze uitgave het volgende gedicht. Van en voor een kasteelheer die ergens in zijn Arcadia de vlasbloem weet of verlangt.

DE GLOED VAN VLAS

Niets is vluchtiger dan wit
dat verliest van blauw

De vloed van vlas
voordat de dag begint

Na zonsopgang ebt
het melkblauw al weg

Blijft als gloed
hangen in de lucht

Wordt opgeslagen
als verlangen.

Verticaal Grijs/Grijs, 60-40 cm

Anke Nijsse, medewerker Onderwijsbibliotheekdienst

*Dit blog is ook verschenen op het privéblog van Anke Nijsse; Zeeuws Knoopje.