Berichten met tag ‘verhalen’

Sagen, legenden en volksverhalen

maandag, 20 juli 2015

Houden wij van volksverhalen? Kennen wij volksverhalen? Lezen wij volksverhalen? Kan het volksverhaal zich standhouden in de tijd van nieuwsberichten, games en Facebook? Of zijn de kampvuren en haarden waarbij ze verteld werden, reeds lang uitgedoofd?

Sagen en legenden: ze horen bij de literatuur. Kijkt u maar in de kasten van de Bibliotheek. Deze bundels staan naast de gedichten en toneelstukken. De Nederlandse Bibliotheekdienst (NBD) heeft ze daar een tijd geleden ondergebracht, nadat ze eerst elders bij de rubriek folklore stonden. Ze staan nu ook gerangschikt op taal, en niet op land. Dat is een bepaalde manier van denken: ik meende dat lezers sagen en legenden zochten die iets over een land of een streek zeggen, en dat de taal er niet toe doet. Want lang niet alle Duitstalige volksverhalen spelen in Duitsland zelf, maar ook in Zwitserland, Oostenrijk of Liechtenstein. En bij welk taalgebied horen volksverhalen uit de meertalige landen België, Luxemburg of Zwitserland?

Sagen en legenden zijn vanzelfsprekend in een bepaalde taal gesteld, maar ze zeggen vooral iets over de streek of stad waar ze spelen. Ze gaan over figuren die daar in het echt of in de verbeelding van de inwoners geleefd hebben, ze verklaren namen van plaatsen of rivieren, of ze verwijzen naar werkelijke of vermeende historische gebeurtenissen.

sagenII

Maar wat is nu het verschil tussen sagen, legenden, sprookjes en volksverhalen? Volgens het trefwoordensysteem is ‘volksverhalen’ een overkoepelende term boven de andere drie. Bij ‘volksverhalen’ denk ik gauw aan groepjes verkleumde mensen die elkaar ’s winters bij een knapperend haardvuur vermaken met oeroude overgeleverde verhalen. Vaak bevestigd met: “Dit is allemaal echt gebeurd, want de oudoom van mijn grootmoeder heeft het zelf meegemaakt”. Voor mijn gevoel zijn ‘sagen’ wat langer, misschien soms zelfs wel op rijm, en hebben een wat officiëler status. Je moet ongeveer beroeps zijn om die voor te dragen. ‘Legenden’ geven dikwijls een toelichting op plaatselijke bezienswaardigheden aan de hand van vertellingen over opmerkelijke mensen die daar ooit geleefd hebben. ‘Sprookjes’ zie ik als aanpassingen van volksverhalen voor kinderen, of zelfs regelrecht voor kinderen geschreven.

sagenIII

Maar in de beleving van andere mensen zal het onderscheid weer heel anders zijn. Bij het toekennen van het trefwoord, ga ik zelf maar uit van de titel van de bundel. Mocht u dus geen treffers vinden bij “volksverhalen Normandië”, probeer dan eens “legenden Normandië”, en jawel, daar treft u een boek aan waar het woord “légendes” in de titel staat. Daarentegen vindt u bij de “Ardennen” zowel “sagen en legenden” als “volksverhalen”.

Toen ik kind was, stond bij ons thuis in de kast het Zeeuwsch sagenboek door J.R.W. en M. Sinninghe uit 1933. Ik heb het vele malen vol spanning doorgelezen tot ik het vrijwel uit mijn hoofd kende.

sagenI

Het gevolg was wel, dat het plaatje op pagina 69 (Westplate ziet den duivel in de spiegel) op mijn netvlies gebrand raakte. Jaren lang sliep ik uit voorzorg met het laken tot over mijn oren, voor het geval de duivel ’s nachts aan het laken zou trekken. Dat is nooit gebeurd, dus sindsdien ben ik voor de duvel niet meer bang. Wanneer ik tegenwoordig dergelijke bundels van elders bestudeer, zie ik dat alle thema’s overal voorkomen: geesten, tovenaars, duivels, schelmenverhalen, godsdienstige legenden en historische sagen.

In de 19e eeuw is men in heel Europa (in Zeeland iets later gezien het jaartal van het sagenboek) hard aan het verzamelen geslagen, om de uitstervende volksverhalen voor het nageslacht vast te leggen. Maar nog steeds verschijnen er nieuwe verzamelingen, die zowel uit bestaand materiaal als toch weer nieuwe bronnen putten. In het Nederlands taalgebied is Verhalen van stad en streek : sagen en legenden in Nederland / samengesteld door Willem de Blécourt [en anderen] uit 2010 een inspirerend voorbeeld. Het pretendeert niet alomvattend te zijn, en een sprookjesboek is het zeker niet, maar het geeft een korte, literair verantwoorde weergave van een beperkt aantal verhalen en bespreekt de achtergronden daarvan. Voor wat Zeeland betreft, bevat het naast enkele oeroude verhalen uit het Zeeuwsch sagenboek, bijvoorbeeld ook een hedendaags relaas over mysterieuze graancirkels op Schouwen-Duiveland.

sagenIV

De laatste jaren heb ik de rubriek ‘volksverhalen’ bij de moderne talen flink kunnen aanvullen. Graag stel ik u voor, om als u naar een bepaalde streek op reis gaat, of juist als u daarvandaan teruggekomen bent, om eens zo’n bundel in te zien. Ze zijn ook erg geschikt als taaloefening. Het zijn korte, onderhoudende verhalen, die heel wat toegankelijker zijn dan een dikke roman. Voor Frans en Duits (let wel, het gaat niet alleen over Duitsland en Frankrijk zelf!) zijn er ook luisterboeken met volksverhalen beschikbaar. Waardevol cultureel erfgoed en toch licht verteerbaar, zeker in combinatie met streekrecepten.

Marinus Bierens,

Vakreferent vreemde talen

Literatuur in Zeeland: schrijven kun je leren

dinsdag, 3 april 2012

Nederland is een land van verborgen literaire ambities. Veel landgenoten schrijven gedichten, korte verhalen, een column, een blog op internet, memoires of zelfs een complete roman. Een miljoen Nederlanders zegt actief bezig te zijn met schrijven als hobby. Dat wil zeggen als uitlaatklep, als ontspanning of misschien als een manier om de gedachten te ordenen.

Volgens NRC Next (20/3/2012) dromen zo’n 60.000 Nederlanders er zelfs van om een echte schrijver te worden. Dat wil zeggen dat zij er graag hun beroep van zouden maken. Maar dromen alleen is niet genoeg: schrijven is een ambacht en een ambacht moet je leren voordat je het enigszins beheerst.

Creativiteit, maar er is meer…

Heb je ook schrijfambities en ooit geprobeerd een verhaal op papier te krijgen, of een gedicht? Dan weet je dat er bij het schrijfproces meer komt kijken dan louter inspiratie, fantasie of een goed idee. Met je verhaal ook de lezer bereiken betekent dat er, naast het kunnen vormgeven van je verbeelding, ook een stuk techniek moet worden beheerst. Het kennen van trucs en handigheidjes om een verhaal pakkend of interessant te maken.

‘Hij heb gefaalt’ 

Wie schrijft moet de taalregels beheersen, dat is duidelijk. Spelling, zinsbouw en grammatica, het moet kloppen. Niets is zo storend om te lezen als een verhaal waarin taal- en spelfouten voorkomen. Samenstellingen en afleidingen, de tussen-n, werkwoordvervoegingen, de interpunctie; er bestaan in het Nederlands duidelijke regels en afspraken.

Wie twijfelt over zijn of haar technische taalvaardigheden en toch schrijfambities heeft, moet allereerst zorgen dat deze kennis op peil is. Laat je werk in ieder geval nakijken door iemand die er verstand van heeft, voordat je er mee naar buiten treedt.

Aandacht en vakkennis

Het heeft geen zin om aan een verhaal of zelfs een roman te beginnen, als je niet de elementaire vaardigheden van het schrijven beheerst. Als je bijvoorbeeld niet weet wat een goede opening is of als je het belang van het conflict niet kent. Als je geen boeiende personages of een interessante dialoog op papier kunt zetten. Als je geen spanning weet op te bouwen of goed onderzoek hebt gedaan. Ook de compositie is van belang: elk verhaal heeft een begin, een midden en een einde. De onderlinge delen moeten elkaar aanvullen en beïnvloeden.


Boeiende reis

Een lezer van een verhaal, gedicht of roman wil worden uitgedaagd. Dat wil zeggen dat het hem of haar niet te gemakkelijk moet worden gemaakt. Het leesplezier neemt toe als niet alles voortijdig wordt verklapt en uitgelegd. Scenes en plots kunnen beter worden gesuggereerd in plaats van uitgebreid verteld. Het op het juiste moment weglaten van informatie werkt meestal beter. Een boeiend verhaal kent vaak meerdere verhaallijnen en lagen. De lezer is op reis in het verhaal en een goede reis moet afwisselend en liefst ook verrassend zijn.

Oefening baart kunst 

Goed schrijven is een vaardigheid, vaardigheden kun je oefenen en oefening baart kunst. Oefen de techniek van het schrijven van een goede dialoog. Van het neerzetten van een interessant karakter; een levend, geloofwaardig personage, dat zich gedurende het verhaal ook nog eens ontwikkelt.

Leer hoe je inzicht krijgt in je eigen manier van schrijven, hoe je in je stijl kunt groeien. Hoe je door goed te observeren en je zintuigen te gebruiken iets of iemand zo kunt beschrijven dat je lezerspubliek het voor ogen kan zien. Hoe je inspiratie kunt opdoen in de wereld om je heen. Wat raakt je en hoe kun je dat overbrengen op de lezer? Hoe voorkom je dat de lezer de interesse voor je verhaal verliest?

Literatuur in Zeeland en schrijven        

                                                                        

De technische steun die geen schrijver mag ontberen, zowel bij het schrijven van proza als van poëzie, vind je in tal van boeken en tijdschriften. Schrijfcursussen worden tegenwoordig vaak en op allerlei plaatsen gegeven.

Op literatuurinzeeland.nl  (LIZ) is heel veel informatie verzameld om het zoeken te vergemakkelijken. Schrijfboeken, schrijfcursussen en websites op een rij gezet, zodat je kunt kiezen wat je nodig hebt. Overigens gaat het niet alleen over de techniek van het schrijven, maar tevens over de (soms lange) weg naar het publiceren van je roman of gedicht.

LIZ wil ook een podium bieden aan Zeeuwse (aspirant)schrijvers en -dichters. Een deskundige redactie beoordeelt je inzending en besluit of deze kan worden geplaatst in de rubriek ‘uw werk’ . Ook de criteria waaraan de inzending moet  voldoen om geschikt te worden bevonden voor publicatie, kun je hier vinden.

Wie weet, staat op een dag jouw werk te lezen op LIZ, is het zelfs te koop in de boekhandel of te leen in de bibliotheek! En nog belangrijker: vertaalt je schrijfplezier zich in leesplezier. Droomt daar niet iedere schrijver van?

Anya Marinissen, webredacteur www.literatuurinzeeland.nl