Archief van december 2010

Kerst & Oud en Nieuw op zijn Zeeuws

dinsdag, 21 december 2010

Nog even en we vieren weer Kerstmis en Oud en Nieuw. De kerstboom wordt opgetuigd met glitterballen en andere versiersels. Kerstkaarten worden verstuurd. Ook zijn er diverse kerstmarkten waar allerlei spullen worden verkocht en waar glühwein wordt geschonken. Mensen brengen een bezoek aan familie en vrienden en bereiden feestelijke maaltijden.

Deze gebruiken komen oorspronkelijk niet uit Nederland.

Voor de kerstboom zelf moet al teruggegaan worden naar gebruiken in de Oudheid. In Egypte werd er voor de god Osiris een palmboom versierd en vereerd. In het oude Rome werd de den als boom van de god Baäl-Berith vereerd. Later vierden ze het feest Saturnalia, ter ere van Saturnus. Men gaf elkaar cadeautjes en liet de slaven tijdelijk vrij. De Germanen vierden het Zonnewendefeest en bij de Kelten werden er onder meer dode vogels in offerbomen gehangen.

In Duitsland werd in de gekerstende gebieden zo rond de 5e eeuw de spar gebruikt als een Boom des Levens in de kerken. Deze spar was behangen met appels, ouwel en koekjes. Dit waren tekenen van vruchtbaarheid.

Kinderen tuigen de kerstboom op (Vlissingen, 1960)

Kinderen tuigen de kerstboom op (Vlissingen, 1960)

De eerste kerstbomen werden zo rond 1500-1530 in de Elzas (o.a. Straatsburg) waargenomen. Ook deze waren versierd met fruit en koekjes. Nieuw was het gebruik van kaarsen. Pas in de 19e eeuw verspreidde het gebruik van de kerstboom zich verder over Europa. Vooral onder protestanten, de katholieken volgden later. Het Vaticaan hield dit lang tegen, want het neerzetten van een kerstboom werd gezien als een heidens gebruik.

In Zeeland, o.a. op Zuid-Beveland, was het in de jaren twintig en dertig van de 20e eeuw gebruikelijk dat in de kerk kerstbomen werden versierd met sinaasappels, mandarijntjes en kaarsen. Deze kaarsen werden aangestoken met een lont dat met alle kaarsen verbonden was. Katholieken hielden het lang bij de kerststal, welke zo rond 1500 zijn intrede in de Nederlanden deed.

Omdat het een tijd van bezinning is, gaan mensen rond de Kerst naar de kerk. De protestanten gaan naar de kerkdienst, de katholieken naar de nachtmis. Vaak zijn er meerdere diensten op de Eerste en Tweede Kerstdag. Op Walcheren en Noord-Beveland hield men zelfs een ‘Derde Kerstdag’. Dit omdat de eerste twee meer rustdagen waren en de derde voor allerlei activiteiten was voorbehouden.

Ook de kerstmarkten hebben een Duitse oorsprong. Zo rond 1384 werd de eerste kerstmarkt in Bautzen gehouden. Op de kerstmarkten kon men allerlei dingen kopen, zoals cadeautjes en eetbare dingen, zoals krentenbrood, dat onder de namen kersttimp, kerstwig of kerststol zijn weg naar het grote publiek vond. Op Zuid-Beveland aten de mensen daarentegen tulband als ontbijt, gemaakt van brooddeeg. Dit werd met roomboter en witte basterdsuiker geserveerd. Bij het diner werd zeekraal gegeten.

Zeekraal (Bron: ministerieetenendrinken.weblog.nl)

Zeekraal (Bron: ministerieetenendrinken.weblog.nl)

De oudste kerstkaart dateert uit de 17e eeuw. Kerstkaarten werden vooral gebruikt door de adel. Dit gebruik stamt af van kerstgroeten die in de middeleeuwen vooral vooral uit hout werden gesneden.

Tijdens Oudjaar vond er op Zuid-Beveland het traditionele oudjaarszingen plaats. Dan gingen jongemannen verkleed langs de deur om liederen te zingen. Ze werden dan onthaald op krentenbrood en koeken. Ook kregen de jongemannen een borrel, veelal jonge klare. Kinderen gingen langs de deur om te koenkelen: liederen zingen met de rommelpot. In Noord-Brabant wordt de rommelpot foekepot genoemd. De kinderen kregen dan geld of snoep. In Yerseke is er sinds 1992 de Eerste Yerseksche Koenckelpotfanfare om deze traditie weer nieuw leven in te blazen.

Koenkelpot (www.koenckelpotfanfare.nl)

Koenkelpot (www.koenckelpotfanfare.nl)

Over de herkomst van oliebollen bestaan verschillende theorieën. Meer hierover kunt u lezen in de Wikipedia. In Zeeland komen er ook nieuwe tradities bij, zoals de nieuwjaarsduik te Vlissingen.

Nieuwjaarsduik te Vlissingen (2010)

Nieuwjaarsduik te Vlissingen (2010)

Speciaal voor Kerstmis & Oud en Nieuw is er weer een thema op de Beeldbank Zeeland aangemaakt. Daar kunt u de foto’s bekijken.

Ester van Dooren, beheerder audiovisuele en digitale collecties

Luchtvaart in Zeeland

maandag, 13 december 2010

Van 7 december 2010 t/m 29 januari 2011 is er op de tweede verdieping van de Zeeuwse Bibliotheek een tentoonstelling met foto’s van luchtvaart in Zeeland. Op de Beeldbank Zeeland staat het bijbehorende thema.

Een terugblik op de geschiedenis van de luchtvaart in Zeeland.

Eerste demonstraties

De eerste vliegdemonstraties in Zeeland vinden plaats in 1911 bij Goes en Vlissingen. Tien jaar later, in 1921 zijn er opnieuw grote vliegdemonstraties die in de laatste weken van augustus nabij Wilhelminadorp en het vliegveld van Vlissingen worden gehouden. Dit is echter niet de oudste Zeeuwse proef met de luchtvaart, want die vindt plaats in de 18de eeuw.  J.A. van de Perre laat op 5 april 1784 een ballon op vanuit de achtertuin van zijn huis aan het Hofplein (het huidige Zeeuws Archief). Op 29 april 1784 laat de Middelburgse fysicus Reghter een ballon opstijgen vanaf het voorplein van het gasthuis. De (onbemande) ballon is gevuld met damp van ‘vitrioolzuur en spykers’ en zweeft in niet minder dan vijf à zes uur naar Schiedam toe, waar de ballon in het riet komt vast te zitten.

Vlissingen

Het eerste vliegveld in Zeeland is een militair vliegveld. Door de gunstige ligging van Vlissingen nabij de Westerschelde ontstaat vlakbij de marinehaven een vliegveld op het voormalige exercitieterrein van de landmacht tussen Vlissingen en West-Souburg (tegenwoordig de wijk Westerzicht). Het vliegveld wordt nodig geacht tijdens de mobilisatie van 1914 en de dreiging van de Eerste Wereldoorlog. Na de oorlog geeft de noodlanding van een KLM-vliegtuig in 1922 de stoot tot het treffen van verschillende voorzieningen. Op 30 juni 1926 wordt het vliegveld officieel geopend. De luchthaven is inmiddels zowel voor burger- als militair luchtverkeer. In datzelfde jaar krijgt de luchthaven een loods en wordt zij tot ‘vliegveld Vlissingen’ gedoopt. Het stationsgebouw is pas in 1933 gereed. Op 1 januari 1927 wordt het vliegveld door de Koninklijke Marine overgedragen aan de directie Zeeland van Rijkswaterstaat. Het beheer komt in handen van de directeur van de luchtvaartdienst. Twee lichte bombardementen in de meidagen van 1940 maken een einde aan het vliegveld.

Vliegveld bij Vlissingen

Vliegveld bij Vlissingen

Haamstede
Het tweede Zeeuwse vliegveld komt tot stand door particulier initiatief. Het in 1925 in Zierikzee opgerichte comité tot bevordering van het luchtverkeer met Nederlands-Indië werkt zowel aan de langste als aan de kortste luchtverkeerslijn. Namelijk de lijn Rotterdam-Schouwen en Schouwen-Nederlands-Indië, ofschoon die laatste lijn nooit van de grond is gekomen. Nabij Haamstede wordt in de kop van Schouwen een geschikt terrein van 18 ha. groot gevonden waar noodlandingen kunnen worden uitgevoerd. Dit wordt op 4 mei 1931 geopend. Kort hierna breidt men het terrein al met 12 ha. uit. Het vliegveld Haamstede wordt officieel op 1 mei 1933 geopend. Het jaar daarop is het stationsgebouw gereed en wordt een radio mistbaken geplaatst. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruiken de Duitsers het vliegveld voor verkenningsvluchten met Messerschmidts, maar het raakt eind 1944 onbruikbaar door het graven van sloten. Na de stormramp van 1953 doet het vliegveld nog korte tijd dienst als landingsbaan om een snelle verbinding met het geïnundeerde eiland mogelijk te maken, maar deze baan heeft weinig dienst gedaan. In 1956 neemt de zweefvliegtuigclub Haamstede het vliegveld in gebruik.

Douglas DC 20, de Kievit, op vliegveld Haamstede (1938)

Douglas DC 20, de Kievit, op vliegveld Haamstede (1938)

Midden-Zeeland
In 1963 wordt de werkgroep vliegveld Midden-Zeeland opgericht. Op 13 juni 1970 wordt het vliegveld geopend en het stationsgebouw is in april 1971 gereed. Op werkdagen wordt er viermaal de route Schiphol, Zestienhoven, Noord-Sloe gevlogen en tweemaal per dag naar Lille met de tweemotorige Dornier Skyservant (10 passagiers). De luchtlijn wordt op 1 juli 1970 geopend en op 1 oktober 1971 alweer stopgezet omdat het vervoer beneden verwachting blijft. In het weekeind worden rondvluchten georganiseerd. Tijdens een van deze rondvluchten stort eind augustus 1970 een vliegtuig neer op een plaat in het Veerse Meer waarbij drie mensen het leven verliezen en zeven mensen gewond raken. Het vliegveld is bestemd voor internationaal burgerluchtverkeer tot vijf ton. De vliegclub Midden-Zeeland telt vooral veel zweefvliegtuigen.

Starfighter op vliegveld Midden-Zeeland (2005)

Starfighter op vliegveld Midden-Zeeland (2005)

Lijnvluchten
In het voorjaar van 1921 neemt de KLM een proef met een luchtvaartdienst tussen Amsterdam, Rotterdam en Vlissingen. Het zal echter nog tien jaar duren voordat de eerste binnenlandse luchtlijn werkelijk wordt geopend; die tussen Rotterdam en Haamstede. Een jaar later, in 1932, wordt de lijn doorgetrokken naar Vlissingen. En vanaf 1933 kan in de zomer ook naar Knokke-Zoute worden doorgevlogen. In 1934 werden bijna 10.000 passagiers en 54 ton vracht vervoerd.  Na diverse ongelukken met KLM toestellen is op 1 oktober 1936 de luchtlijn stopgezet. Op aandringen van vaste passagiers wordt de luchtlijn in december weer driemaal per week hervat. In verband met de oorlogsdreiging wordt het binnenlands luchtverkeer op 22 augustus 1939  gestaakt. Het uitbreken van de oorlog maakt meteen een einde aan de Zeeuwse luchtlijn. Het succes van de lijn ligt hoofdzakelijk aan het toeristenverkeer naar de badplaatsen. De tocht Rotterdam-Schouwen, die anders vijfenhalf tot zeven uur duurt, wordt nu in 25 minuten afgelegd. De KLM maakt tijdens de lijnvluchten gebruik van Fokker F VIIa en F VIII toestellen en later de DC-2 en DC-3 die aan 8, 12, 14 en 21 passagiers zitplaats bieden.

Opening lijn Vlissingen - Haamstede (4 juli 1931)

Opening lijn Vlissingen - Haamstede (4 juli 1931)

Watersnoodramp
De watersnoodramp van 1953 blijkt een vreemde katalysator voor het nieuwe vliegverkeer in Nederland. Doordat mensen uit het water moeten worden gered en gebieden (ook per schip) volstrekt onbereikbaar zijn biedt alleen de helikopter uitkomst. Dit nieuwe luchtvoertuig kan in de lucht stil hangen. Veel mensen die gered worden blijken zelfs bang te zijn van het hefschroefvliegtuig. Zoveel mogelijk helikopters uit de Benelux landen –en dat zijn er op dat moment nog slechts enkele- worden ingezet bij het redden van de slachtoffers.

Helicopter boven Schouwen-Duiveland tijdens de Watersnoodramp

Helicopter boven Schouwen-Duiveland tijdens de Watersnoodramp

Tekst: Johan Francke, informatiespecialist Zeeuws Documentatiecentrum

Verzameling fotomateriaal: Ester van Dooren, beheerder audiovisuele en digitale collecties

Poseidon – Hans Warren

maandag, 6 december 2010

Op de zijgevel van Restaurantje Nummer 7 in Middelburg is het gedicht Poseidon van de in 2001 overleden Zeeuwse schrijver en dichter Hans Warren officieel onthuld op 30 oktober 2010. Het is het zesde gedicht in de serie ‘Sprekende Gevels’. Het project van de werkgroep poëzie van de Stichting Kunst- en Cultuurroute is vorig jaar juli begonnen. Het doel is om blinde muren en gevels en andere verrassende plaatsen te verfraaien met gedichten. Het thema is ‘zee en land’ en de werkgroep wil in totaal zo’n 25 gedichten in de stad plaatsen.

Vanuit historisch oogpunt is het plaatsen van het gedicht Poseidon op de hoek Brakstraat en Rotterdamsekaai een mooie keuze. Een straat tegenover het Prins Hendrikdok. Hier was oorspronkelijk de oude getijdehaven van Middelburg. Via het riviertje de Arne was er tot 1535 een open verbinding met de Noordzee, eb en vloed hoorden erbij.

POSEIDON
Ik, die aan zee geboren ben,
wil nog graag geloven, machtige Poseidon,
dat de zee onze eilanden draagt.
In de zoute wellen, diep in ’t land
offeren we, ook al wordt daar onze roeispaan
nog niet voor schepel aangezien,
en als je woedt, Poseidon Asphalios,
vastgegronde, wanneer de aarde steunt,
de golven koken, dan sidderen wij radeloos.
Bergen komen en gaan, een krater gaapt
daar waar je heiligdom verrees –
maar in de prille parelmoeren morgen
na het geweld, staat daar
onstuimig hinnikend je zoon,
het vleugelpaard Pegasos klaar.

De schrijver en dichter Hans Warren werd altijd geïnspireerd door de Oudheid en door Griekenland, zozeer dat hij al vroeg in zijn loopbaan werd afgeschilderd als ‘een Griekse God in het Zeeuwse landschap’.
In 1973 publiceerde hij een dichtbundel De Olympos’, met gedichten over de twaalf grote goden en godinnen van de Olympos. Hij wilde bewijzen dat de Griekse goden ook nu nog leven. In Middelburg kunnen voorbijgangers het gedicht Poseidon, als eerbetoon, lezen op de muur in de Brakstraat en kan men mijmeren over goden, zee en land, stormen en kabbelende golfjes, worstelen en bovenkomen. Poseidon is een gedicht dat wel wat toelichting mag hebben.

Poseidon, zijn Romeinse naam is Neptunus, was de grote zeegod die heerste over alle wateren en zeeën op aarde. Samen met Zeus en de andere goden verbleef hij op de berg Olympos, al was hij meestal te vinden in zijn schitterende onderzeese paleis en kwam hij voornamelijk naar de Olympos om met de andere goden te vergaderen.

De naam Asphalios (gever van veiligheid) is één van de vele ‘functienamen’ of bijnamen die aan Poseidon werd gegeven, een andere naam is Hippios (god van de paarden). Behalve god van de zee was Poseidon ook de vader van de eerste paarden, zoals het ontembaar geachte gevleugelde paard Pegasos. Ook is hij de verwekker van aardbevingen, de ’aardschudder’, de veroorzaker van vloedgolven en zeestormen. Daarnaast houdt hij de aarde weer vast in zijn stevige armen en draagt hij haar.
Deze geduchte en grillige zeegod, die zeker door zeelieden te vriend gehouden moest worden, werd in de hele Romeinse en Griekse wereld vereerd.
Zijn beroemdste tempel, de Poseidon-tempel van Sounion, in 1976 bezocht door Hans Warren, in 2010 bezocht door mijn dochter Femke, leerlinge van ‘De Nehalennia’, staat afgebeeld op honderden affiches van het Griekse verkeersbureau.

In het gedicht Poseidon is het thema zee en land mooi verweven. De zoute wellen verwijst naar het feit dat Poseidon niet alleen de zee maar ook de rivieren, beken en bronnen beheerde, hij zou de bron op de Acropolis geslagen hebben.

De tegenstelling roeispaan en schepel is mooi, Hans Warren koos dit beeld omdat het gelijkuitziende voorwerpen zijn, grote graanschepels en roeispanen hebben ongeveer dezelfde vorm gehad. De schepel is een platte houten schop met lange steel om graan en aardappelen mee te scheppen of ‘om’ te zetten.

Poseidon werd veelvuldig afgebeeld, als een imposante figuur met een volle baard en een drietand die de cyclopen voor hem hadden vervaardigd. De drietand draagt hij altijd als een teken van zijn waardigheid in zijn hand. Met dit wapen, de vork met drie tanden, bedoeld ook om vissen te spietsen, deed hij de zee hoog opgolven of bracht hij die tot rust, beroerde hij de aarde en verbrijzelde hij rotsen. Wraakzuchtig was hij ook: dan sidderen wij radeloos.

De tekst eindigt met Pegasos, dit gevleugelde paard brengt een nieuw element in het gedicht. Hij overstijgt land en zee, terwijl Poseidon juist aan land en zee gebonden is. Het licht en de hogere hemelse machten hebben het donker en de aardse machten overwonnen. Pegasos staat klaar om de wagen van Eos, de dageraad, te gaan trekken, er breekt immers een nieuwe dag aan.

Hans Warren was niet alleen een kenner van de goden, hij was ook een onstuimig liefhebber van het voedsel van de goden: de vruchten van de zee.
Dat maakt de keuze voor het plaatsen van Poseidon op de zijgevel van Restaurantje Nummer 7 wel heel apart. In Geheim dagboek 1996-1998 lezen we dat hij op 14 september 1996 zelfs gegeten heeft bij No.7. Op deze dag werd in de Zeeuwse Bibliotheek de tentoonstelling geopend vanwege zijn vijfenzeventigste verjaardag. Bij de voorbereiding en opening van deze tentoonstelling waren veel medewerkers van de bibliotheek betrokken, Ronald Rijkse was de eerste spreker! Na afloop ging Hans Warren uit eten met vrienden waaronder Gerrit Komrij en Tom Lanoye.
Ik wil de goden niet verzoeken maar ik denk dat dit Hans Warren wel gelukkig had gestemd, het weten dat zijn Poseidon in Middelburg aan de gevel omgeven zou zijn door de geuren van zeevruchten, zoals coquilles, kreeft en Noordzeekrab. Misschien prikt hij zelfs een vorkje mee?
En Poseidon? Zaterdag 7 november leek het of de goden een spel speelden met de elementen. Aan de kust ontstonden plotselinge buien, bij de Brakstraat bleef het zonnig en droog. Maar… wanneer een schip te water wordt gelaten wordt het gedoopt met een fles champagne voordat het dok verlaten wordt. Niemand weet waar die middag de windvlaag vandaan kwam die de champagneglazen zachtjes optilde en zo ook hier een doop volbracht.
Volgens mij heeft Hans Warren zo bewezen dat de goden nog wervelend aanwezig zijn en zorgen zij in de toekomst voor meer beweging in Middelburg.

Poseidon is door zijn macht ook beschermheer van schepen en vissers. Oost, west, thuis, best… Alle zeelieden een behouden vaart toegewenst!

Anke Nijsse, medewerker Onderwijsbibliotheekdienst

Dank aan Thea Everaers, Ed de Graaf en Mario Molegraaf.

Bronvermelding:
Over ‘De Olympos’ van Hans Warren, Jos Versteegen, 1982
Verzamelde gedichten, Hans Warren, 2002
Foto’s: Anke Nijsse
Gedicht Poseidon, Brakstraat 2010
Rotterdamsekaai, scheepsmasten van De Stortemelk, achtergrond de Oostkerk, 2007

Temptation & Contemplation

donderdag, 2 december 2010

De Zeeuwse Bibliotheek heeft een bijzondere duo-expositie in huis van de kunstenaars Juul Kortekaas en haar dochter Lys Vosselman, getiteld Temptation & Contemplation.

Flirt met kraai

Het souterrain ademt een ontspannen en serene sfeer. Dierengeluiden uit het bos en het geruis van water uit een opvallende bloemvormige fontein. Hierdoor ontstaat er een gevoel van rust en eenheid in de ruimte.

Fontein2

De glanzende stalen objecten, alsook de schilderijen met bloemen van Juul Kortekaas gaan uitstekend samen met de sprookjesachtige, bijna magische schilderijen van Lys Vosselman.

Juul Kortekaas (1950) woont en werkt in Middelburg. In 1973 is zij afgestudeerd aan de Koninklijke Academie voor Kunst & Vormgeving in Den Bosch. Naast schilderijen en werken in lood en roestvast staal legt zij zich ook toe op poëzie. In haar werk zoekt zij de synthese tussen mens en bloem. Ze tracht de bestendigheid en het mysterie van blad en bloem over de grens van de vanzelfsprekendheid heen te tillen.

Lys Vosselman (1979) woont en werkt in Arnhem. Zij studeerde in 2003 af aan de afdeling Vrije Kunst van ArtEZ in Arnhem. Met haar schilderijen staat zij in de traditie van symbolistische schilderkunst. Zij schildert met een verfijnde techniek laag over laag met olieverf en eitempera. De symbolen uit het droomleven, sprookjes, sagen en mythologieën vormen een onuitputtelijke bron van inspiratie en zijn het uitgangspunt voor haar schilderijen.

Omroep Zeeland heeft een filmpje gemaakt waarin de kunstenaars vertellen over hun werk voor deze duo-expositie: Filmpje Omroep Zeeland.

Nog tot en met zaterdag 4 december te bekijken in de expositieruimte (souterrain) van de Zeeuwse Bibliotheek. De toegang is gratis.

Machteld Berghauser Pont, Communicatie

Bronnen: Omroep Zeeland, lysvosselman.com, juulkortekaas.nl