Berichten met tag ‘herdenking’

Symposium de Zeeuwse belangen in de slavenhandel

dinsdag, 17 juni 2014

In een overvolle Aula van de Zeeuwse Bibliotheek werd vrijdagmiddag 13 juni 2014 een gedenkwaardig symposium gehouden over de Zeeuwse belangen in de slavenhandel en de herdenking van 200 jaar afschaffing slavenhandel. Deze was mogelijk gemaakt door de Zeeuwse Bibliotheek en de werkgroep Cultuurhistorie van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen en van subsidie voorzien door het Prins Bernhard Cultuurfonds, de Walburg Pers, uitgeverij Nieuw Amsterdam en de Provincie Zeeland.

symposium1

Marian Markelo

Hiertoe was een zestal sprekers uitgenodigd die zich allen op een apart terrein van de slavenhandel hebben gespecialiseerd en daarom een gevarieerd programma aan lezingen konden bieden. Twee minuten voor twaalf diende zich nog een extra gast aan. Marian Markelo van Het Ninsee (Nationaal Instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis) zong na de opening door de dagvoorzitters een indrukwekkend voorouderlied met bijbehorend plengoffer.

Symposium3

Gert Oostindie

Gert Oostindie beet het spits af. Hij is directeur van het KITLV en doceert geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Al vele jaren actief met betrekking tot studies over slavenhandel en slavernij m.b.t. het Caribisch Gebied weet hij als geen ander een algemeen beeld te schetsen van de problematiek rond het thema. Hij weet daarbij alle gebeurtenissen met elkaar te verbinden. Voor de intimi geen eye opener, maar in kort bestek wist Oostindie duidelijk te maken dat het kennen van vrijheid juist bijzonder is en slavenhandel en slavernij voor 1500 overal ter wereld onderdeel van de samenleving uitmaakten. Juist West-Europa, waar dit na de middeleeuwen verboden werd, was de uitzondering in dit geheel. Nog opmerkelijker is dat vanuit de Republiek aanvankelijk helemaal niets werd gedaan met slavenhandel met het oog op diverse bijbelboeken en de eigen ervaringen van zeelieden in de Middellandse Zee. Diezelfde bijbel werd echter weer gebruikt toen later bleek dat de handel lucratief en noodzakelijk was voor het exploiteren van plantages in de West.

Eind 17de eeuw heeft de Republiek dan ook een kwart van de internationale slavenhandel in handen omdat de plantages en slaven vanuit Brazilië naar het Caribisch gebied moeten worden overgebracht. Dat de intensiviteit daarna afneemt is relatief. Tussen Sint Eustatius en Curaçao vindt namelijk op grote schaal transitohandel plaats die nooit gedocumenteerd is, maar de Republiek uiteindelijk wel in het vaarwater van de Engelsen brengt.

Morele discussies over slavenhandel en slavernij zijn er in de Republiek tot 1814 eigenlijk niet geweest. Zolang het winstgevend is, wordt er geen actie tegen ondernomen. Sterker nog: het cultuurstelsel op Java blijkt dusdanig lucratief te werken dat afschaffing van slavernij vooralsnog onwenselijk blijkt. Ook stelt Oostindie dat koning Willem III ten onrechte wordt gehuldigd omdat hij de slavernij in het Caribisch gebied zou hebben afgeschaft: ‘De enige keer dat Willem III zich heeft beziggehouden met de afschaffing van de slavernij is geweest toen hij zijn handtekening onder de wet plaatste.’ Verder heeft de koning zich nooit ingelaten met de materie.

Symposium2

Ruud Paesie

Ruud Paesie, kenner van de smokkelhandel op Afrika en de West en van de Middelburgsche Commercie Compagnie (MCC) zette uiteen hoe de Zeeuwen in de 18de eeuw verwikkeld raakten in de slavenhandel. Na de Spaanse Successieoorlog ziet Zeeland zich gedwongen een concurrentiepositie ten opzichte van Amsterdam in te nemen. Oude handelsbedrijven als smokkelhandel, kaapvaart en wijnhandel blijken in dit tijdgewricht uitgeput. Sterk geworden in de risicovolle scheepvaart besluit de MCC zich rond 1730 op de slavenhandel te storten, al duurt het nog tot ruim 1740 voordat men hier echt in gaat investeren. De MCC ging zich dan ook pas na de neergang van de WIC op de slavenhandel richten en bereikte daar in het derde kwart van de 18de eeuw zijn hoogtepunt mee. Al langer is bekend dat de slavenhandel lang niet zo lucratief was als velen wel aannemen. De winst van de MCC op slavenreizen bedroeg slechts 3,4%. Paesie stelt dit bedrag nog naar beneden bij tot 2,6% omdat de uitreding van diverse schepen die vanuit Middelburg in ballast goederen in de West ophaalden hier niet bijgerekend waren. Hij weet dan ook aanschouwelijk te maken dat het doorgaan van de slavenhandel vooral besloten lag in het belang voor de lokale economie en de artikelen 21 en 25 van het ‘regulement van de MCC’ waarin investeerders en aandeelhouders de toezegging krijgen materiaal zoals scheepshout en victualie aan te kunnen leveren. Dat hield enkele honderden Middelburgers decennia lang aan een baan.

Symposium4

Ad Tramper

De Vlissingse gemeentearchivaris Ad Tramper belichtte de komst van de slavenschepen op de Afrikaanse kust en de handel daar en met name het verschil in handel tussen Guinee (Ghana) en Angola. In Guinee kon de slavenhandel een zeer tijdrovend proces zijn, omdat er soms wel 200 dagen over gedaan werd voordat slaaf voor slaaf de ruimen van het schip gevuld waren. Uit noodzaak werd soms het kasteel Elmina aangedaan waar –tegen extra heffingen- slaven van de WIC gekocht konden worden. Op de kust van Angola werd direct naar een handelspost gevaren waar meteen enkele honderden slaven aan boord konden komen. Daar was men overigens flinke bedragen kwijt aan relatiegeschenken voor  de inheemse maboeke (prins) en mafoeke (makelaar). Opvallend is ook het verschil in handel: Op Guinee wordt voor 50% aan textiel verkocht, terwijl dat in Angola bijna 75% is. Daarentegen bedroeg de lading buskruit in Guinee ruim 32%, terwijl daar in Angola maar 12% deel van uitmaakte. Ongetwijfeld werden er in de binnenlanden van Guinee meer stammenoorlogen uitgevochten.

Ondertussen was ook  bestsellerauteur Lawrence Hill gearriveerd (schrijver van het Negerboek) die tijdens het symposium werd geïnterviewd (zie voorgaand blog van Harry van Waveren).

Symposium7

Henk den Heijer

Na de pauze trachtte Henk den Heijer, hoogleraar maritieme geschiedenis aan de Universiteit Leiden, leven en werken van bemanning en slaven aan boord van een slavenschip inzichtelijk te maken. Op basis van aanwezig bronnenmateriaal blijft de laatste groep daarbij vaak onderbelicht. Duidelijk werd dat ongeveer de helft van de bemanningsleden uit de Republiek kwam en vooral de officieren en vaklieden (timmermannen) uit de omgeving van de Middelburg kwamen (het ging immers om de MCC). De matrozen kwamen uit de wijdere regio of zelfs uit het buitenland. Toch had hier naar mijn smaak meer aandacht besteed kunnen worden aan de inrichting van het slavenschip, want ook dat maakt veel duidelijk over de bewegingsvrijheid aan boord van een dergelijk schip, maar ook de situatie waarin zowel bemanning als slaven zich bevonden.

Symposium5

Karwan Fatah-Black

De eveneens aan universiteit Leiden docerende Karwan Fatah-Black is postdoc en promoveerde in 2013 op Surinam and the Atlantic World, 1650-1800. Zijn verhaal belichtte vooral de slavenhandel aan de overzijde van de Atlantische Oceaan en sloot mooi aan op wat Paesie eerder besprak. Hij maakte inzichtelijk dat juist op het moment dat de winsten op de slavenhandel in het derde kwart van de achttiende eeuw enorm kelderden, er tegelijkertijd sprake was van een enorme omzetverhoging. Daaraan kwam geen einde na de voor de Republiek zo desastreus verlopen Vierde Engelse Oorlog (1780-1784), maar wel een transitie. In die periode vervoerden buitenlandse schepen vele slaven aan. Ook ontstaat in die periode (en die na 1814) een handelspatroon met slavenschepen vanuit de Europese koloniën in de West. Zo worden er bijvoorbeeld vanuit Nova Scotia en Granada slaven naar Suriname gebracht.

Symposium8

Dienke Hondius

De laatste spreker, die meer op de erfenis van het cultureel erfgoed van de slavenhandel gericht was, betrof Dienke Hondius, onderzoekster op de Vrije Universiteit in Amsterdam, die onder meer het project Mapping Slavery leidt. Haar bijdrage richtte zich op de projecten die tot nu toe in Nederland zijn verricht met betrekking tot ‘plaatsen van herinnering.’ Zo zijn er slavenhandel stadswandelingen in Haarlem, Utrecht, Groningen en Amsterdam –waar men inmiddels ook een rondvaarttocht kan maken. En heeft zij in zowel Amsterdam als Middelburg een project lopen om huizen die gerelateerd kunnen worden aan de slavenhandel in kaart te brengen. Zij sloot verrassend af met kralensnoeren van bloedkoraal en gitten, welbekend in de Zeeuwse klederdracht, maar ook onder Surinamers. Opvallend was dan ook dat Ninsee bestuurslid Marian Markelo eenzelfde soort ketting van bloedkoralen droeg als onze boerinnen, zij het dan zonder goudslot met Zeeuwse knop.

Onderdeel van het symposium was het aanbieden van een nieuw boek over de Middelburgsche Commercie Compagnie door Ruud Paesie aan CdK van Zeeland, Han Polman, die daarmee alvast een voorzetje gaf voor de nationale herdenking, een dag later in de Abdij.

Concluderend kunnen we opmerken dat slavenhandel een voortbrengsel is van economische hoog- en laagconjunctuur, waarbij alleen economische overwegingen een leidende rol speelden en ethische vraagstukken pas steekhoudend werden zodra de economische grondslag onder de slavenhandel verdween. Daarbij was militaire wereldmacht van wezenlijk belang omdat schepen en handel anders niet beschermd konden worden. Schepen zonder bescherming verliezen veel scheepsruimte aan meer bemanning en bewapening en zijn daarom ongeschikt voor slavenhandel. De druk vanuit de Engelse overheid in 1814 en de daar actieve abolitionisten op de Nederlandse afschaffing van slavenhandel is veel doorslaggevender geweest dan de morele overtuiging van de Nederlanders: die was rond 1814 en ook later bij de afschaffing van de slavernij in 1863 goeddeels afwezig.

Johan Francke, informatiespecialist en samen met Hans Krabbendam organisator van het symposium.

 

 

Lawrence Hill in gesprek in de Zeeuwse Bibliotheek

maandag, 16 juni 2014

In samenwerking tussen Omroep Zeeland en de Stuurgroep Herdenking 200 jaar Afschaffing Slavenhandel – waar de Zeeuwse Bibliotheek deel van uit maakt – is een prijsvraag georganiseerd via de Facebook account van Omroep Zeeland. Doel hiervan was om met name jonge mensen ook te attenderen op de Nationale Herdenking 200 afschaffing slavenhandel en de komst van sterauteur Lawrence Hill naar Middelburg.

BlogHVW

Lawrence Hill

blogHVW2

De winnaars van de prijsvraag: Mariel Otten en Jessica Steglich met Lawrence Hill

In aanwezigheid van Jeanine Naerebout van de Zeeuwse Bibliotheek, Hill’s uitgeefster Lidewijde Paris en ondergetekende vond een interessant gesprek plaats. Met de prijsvraag werd al gerefereerd aan de titel: Het Negerboek. De duiding ‘negers’ heeft tot commotie geleid. Hill benadrukt het belang dat schrijvers de woorden die zij kiezen, duiden in de context. The book of Negroes is een historisch militair document. Een geschrift waarin alle namen en gegevens van ruim 3000 negers zijn opgetekend, die aan het einde van de onafhankelijkheidsoorlog van de Amerikanen tegen de Britten op transport zijn gezet van New York naar Canada. Dit omdat deze negers de Britten steunden. Dit document uit 1763 was vergeten en is boven water gehaald. Voor het aangaan van een gesprek moeten geen woorden achterwege gelaten worden, omdat het betreffende woord moeilijk ligt.

In Amerika was het woord ‘negroes’ ook omstreden. De blanke uitgever heeft het boek daarom onder een andere naam uitgegeven. Nu komt er volgend jaar een verfilming. De productiemaatschappij, geleid door zwarte mensen, gaat de film uitbrengen onder de oorspronkelijke titel. En ook de herdruk van het boek krijgt nu die titel! Als schrijver kan je zo af en toe een beetje invloed op discussies hebben. Dat geldt ook voor het monument, dat hier staat in Middelburg. Hill is daar nu een paar keer voorbijgelopen en telkens stonden er mensen te praten over het monument en slavernij. Het monument in Middelburg: zwart en blank door rood bloed verbonden.

Hill vertelt dat hij juist heeft ervaren dat bloed kan scheiden. Het idee dat bloed en identiteit met elkaar samenhangen, heeft generaties doorgewerkt. De zuiverheid van een ras moest worden behouden. Maar denken in ‘ras’ is een concept, niet biologisch, maar sociologisch. Mensen worden ingedeeld in vakjes. Men is bijvoorbeeld half blank en half zwart. Dat is onzin, maar het gebeurt. En op deze manier werkt het door in generaties. In de Tweede Wereldoorlog werd het mogelijk om een bloedtransfusie te verrichten. Duizenden levens zijn zo gered. Maar direct werd het geven van bloed door zwarte mensen verboden.

Lawrence is niet optimistisch. Blind racisme en agressie werken zo lang door. Wat je kan doen is er zelf bewust mee omgaan en zo je omgeving beïnvloeden. Het is belangrijk dat iedereen doet wat in zijn of haar vermogen ligt.

Harry van Waveren, lid Stuurgroep Herdenking 200 jaar Afschaffing Slavenhandel

 

Zeeland en de Eerste Wereldoorlog

maandag, 3 maart 2014

Op het moment dat minister Plasterk van Binnenlandse Zaken dreigt de constitutie die het provinciale verband dat Nederland heet door een steek van het bureaucratische zwaard om zeep te helpen, viert de provincie Zeeland geheel ten onrechte haar 200-jarig bestaan.

De provincie als autonoom bestuur bestaat immers al sinds 1574 en als we het grafelijke bestuur bekijken al sinds de 13de eeuw. De Rijksoverheid vond het echter nodig het oranjeblazoen na de inauguratie van Willem IV (die om zijn foute voorgangers niet in herinnering te brengen niet zo mag heten) op te poetsen en kwam met dit lumineuze idee. Eerder al had ik het over de grabbelton die geschiedenis heet en ook in dit geval wordt er dankbaar gebruik gemaakt om zaken naar eigen hand te zetten, want politiek en geschiedenis is een dodelijke combinatie. Als je dit soort blije, door de rijksoverheid geïnitieerde sites ziet, bekruipt mij in ieder geval het gevoel dat de zogenaamde democratische staten die de vrijhandel hoog in het vaandel voeren wel heel erg graag leentjebuur spelen bij de propaganda ministeries van de oude Sovjet-Unie.

De Grote Oorlog

Wat elke Zeeuw echter hoort te weten, is dat het allesbehalve vanzelfsprekend is dat Zeeland in zijn huidige vorm nu nog bestaat. Honderd jaar geleden zat het kleine Nederland ingeklemd tussen oorlogvoerende grootmachten en lag Zeeland pal naast de frontlinie. Niet alleen nu, maar ook honderd jaar geleden moest voor het behoud van de provincie gestreden worden. De Belgen vonden namelijk dat Nederland zich door zijn neutraliteit tijdens de oorlog  pro-Duits had gedragen en wilde compensatie voor de oorlogsschade in de vorm van de annexatie van Zuid-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen. Dit was uiteraard een even ridicule als hypocriete drogreden om de Limburgse steenkolenmijnen de toegang tot Antwerpen in handen te krijgen. De Zeeuws-Vlamingen reageerden dan ook als door een wesp gestoken. J.N. Pattist vond dat het gebied van Hulst tot Cadzand deel van Nederland moest blijven uitmaken en componeerde al in 1917 samen met J. Vreeken de tekst en muziek van het Zeeuws-Vlaamse volkslied. Protestbewegingen van meisjes gestoken in klederdracht togen naar Den Haag en uiteindelijk leverde die actie ook ons Zeeuws Volkslied op, dat in 1919 door hoofdonderwijzer D. A. Poldermans uit ’s-Gravenpolder werd geschreven en van muziek werd voorzien door Jan Morks.

 

11375

[Zeeuws Volkslied, Affiche, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 11375]

Eigenlijk heb ik het nu nog slechts gehad over de kleinste rimpeling die de Eerste Wereldoorlog in de provinciale vijver veroorzaakte. Vanaf  augustus 1914 had Zeeland namelijk behoorlijk wat te stellen met alle oorlogsproblematiek. Wie ’s avonds op de duinen van Walcheren stond, kon de kanonnen aan het front in België horen bulderen en de horizon rood zien oplichten van het vuur. Bij vergissingsbombardementen op Goes en Zierikzee  in 1917 waren doden te betreuren. Diverse vliegtuigen en schepen werden in beslag genomen, Duitse en geallieerde militairen geïnterneerd, honderden slachtoffers vielen langs de geëlektrificeerde grensafzetting, een miljoen vluchtelingen staken de grens over en tot na de oorlog waren bepaalde producten in Nederland alleen op de bon verkrijgbaar. Over dit alles wordt in Zeeland zelf veel voor het voetlicht gebracht, dat ik hier graag op een rijtje zet.

TE000088

[Prent met Belgische vluchtelingen in 1914, Tekeningen en prenten, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 88]

Boeken en collecties

Lopend door de Drvkkery bent u de stapels boeken over de Eerste Wereldoorlog ongetwijfeld tegengekomen, op de website geeft een zoekactie zelfs 191 resultaten. Voor wat betreft Zeeland zelf moet de geïnteresseerde nog even geduld hebben voordat het oorlogsgeweld in de boekhandel losbarst. Het was niet voor september 1914 dat de oorlog namelijk naar Zeeland kwam, dus voor die tijd -anno 2014- zullen we ons tevreden moeten stellen met wat er nu al te krijgen is in uw eigen Zeeuwse Bibliotheek.

John Keegans’, De Eerste Wereldoorlog 1914-1918 , dat al in 1998 verscheen, is een standaardwerk. Van Lyn MacDonald, verscheen een reeks boeken die de jaren 1914, 1915, 1916, en 1917 beslaan en waar telkens een gebeurtenis of beroemde slag centraal staat in het grotere thema. De Nederlanders zijn natuurlijk vooral benieuwd naar wat er hier in Zeeland zoal gebeurde. Alweer enige jaren geleden werd een groot project onder de titel De Grote Oorlog. Kroniek 1914-1918 gestart waarin in een twintigtal volumedelen een veelvoud aan artikelen over Nederland en de Eerste Wereldoorlog verscheen. Recent verscheen over de grensafscheiding tussen Zeeuws-Vlaanderen en Belgisch Vlaanderen van de hand van Alex Vanneste de doodendraad. In 2001 al werd met Plotseling een vreselijke knal door Hans van Lith aandacht besteed aan de verwoestingen die de oorlog ook in Nederland bracht. Bovenal is daar  natuurlijk de alom geprezen roman Meester Mitraillette van Jan Vantoortelboom die zowel door Omroep Zeeland als in DWDD werd besproken.

Wie na zoveel oorlogsgeschiedenis en romans zelf onderzoek wil gaan doen, bieden de Zeeuwse Bibliotheek en het Zeeuws Archief genoeg materiaal om in te speuren. Zo heeft de bibliotheek een collectie oorlogsdocumentatie van oud-burgemeester Dumon Tak en de collectie G.J. Sprenger. Daarnaast is er de documentatie van H.J.G. Hartman, destijds griffier van de Staten en belast met de opvang van de Belgische vluchtelingen.

afbeelding Een in scene gezet slachtoffer van de dodendraad

Middelburgsche Courant, 13 september 1918: Een in scene gezet slachtoffer van de dodendraad

Websites

Voor wie de gang naar de Kousteensedijk of het Hofplein allemaal te ver is, blijft er genoeg over om lui vanuit de bureaustoel of onderuitgezakt op de bank met de pad door de poppy-fields te surfen.

Binnenkort is er een landelijke lancering over de Eerste Wereldoorlog in Nederland via Europeana 1914-1918. Zoals de sitenaam al doet vermoeden een Europees initiatief. En ja, wie op de internetadressen van Duitsland, Engeland, België en Frankrijk zoekt, vindt op diezelfde site info over die landen, waarbij opvalt dat steeds dezelfde foto van twee zussen met grote vlinderstrikken terugkeert op de homepage. Voor de landelijke activiteiten is er ook een Nederlandse site ingericht, waar je per provincie kunt zien wat waar te doen is. De Zeeuwse geschiedenis kun je vinden op het themaveld Eerste Wereldoorlog van Geschiedenis Zeeland. Natuurlijk kun je ook naar Zeeuwse Ankers gaan, maar waarom zou je? Alles wat daar te vinden is over bombardementen en dodendraad kom je ook al tegen op eerstgenoemde site.

Informatief is het filmpje dat Omroep Zeeland alweer vier jaar geleden, op 10 juni 2010 uitzond in ‘de Zeeuw van Vlaanderen’ over smokkelpraktijken tijdens de oorlog en hoe je met vier houten latjes een stroomstoot van 2.000 Volt ontwijkt.

In de TV-uitzending van Omroep Zeeland over de Zeeuwse geschiedeniscanon wordt op dinsdag 23 september aandacht besteed aan venster 44: over de anti-annexatiebeweging in Zeeuws-Vlaanderen en Zeeland.

 

Afbeelding: Aanleg van de elektrische draad bij de grens van Eede, juli 1915

Aanleg van de elektrische draad bij de grens van Eede, juli 1915

Prent van Albert Hahn over de ‘dodendraad’ in de Notenkraker

Prent van Albert Hahn over de Dodendraad in de Notenkraker van 24 juli 1915

Activiteiten

Op 5 april organiseren het Zeeuws Archief en de Volksuniversiteit Zeeland de eendaagse cursus ‘Zeeland en de Eerste Wereldoorlog – Belgische vluchtelingen in de archieven’. Archivaris Toon Franken zal hier in woord en beeld het verhaal van de opvang van de Belgische vluchtelingen in Zeeland uit de doeken doen. Aanmelden voor deze cursus, die € 25 kost, kan via de Volksuniversiteit.

Ook de Dag van het Zeeuws Archief op 1 november is dit jaar gewijd aan de honderdjarige herdenking van de aanvang van de Eerste Wereldoorlog en de gevolgen daarvan in Zeeland.

In de week van 27 september t/m 4 oktober zal onder de titel ‘Grenzen aan de grenzeloze oorlog’ in Hulst een aantal activiteiten plaatsvinden. Op die 27ste september is er een opening van de herdenkingsweek in de Willibrordusbasiliek van Hulst en later die middag een lezing door professor Alex Vanneste, emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Antwerpen. Hij zal zich in zijn lezing vooral richten op de elektrische draad tussen Sas van Gent en de Schelde. Aan het eind van de middag wordt de tentoonstelling ‘Grenzen aan een grenzeloze oorlog’ geopend in museum ‘De Vier Ambachten’, die tot 4 november van 14.00 tot 17.00 te zien zal zijn. De tentoonstelling wordt opgebouwd als een kennismaking met de wereldoorlog. Aan bod komen de Dodendraad, de vluchtelingen, het leven aan weerszijden van de Rijksgrens, het smokkelen, de grenswacht, neergekomen en neergeschoten oorlogsvliegtuigen en de annexatieperikelen na afloop van de oorlog.

Op 1 oktober wordt in de Truffinozaal van de Blaauwe Hoeve in Hulst (Truffinoweg 2, Hulst) om 20.00 uur door Alphons Kerckhaert een presentatie over de Grote Oorlog gehouden. Tevens een voorbereiding op een excursie naar Ieper die zal plaatsvinden op zaterdag 4 oktober. Daarbij als een bezoek aan het museum ‘In Flanders Fields’ in de Lakenhal op het programma staan en een bezoek aan het Duitse en Geallieerde oorlogskerkhof.

 

58107

[Anti-annexatieprotest in Den Haag van Axelse meisjes, 3 juni 1919, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, foto 58107]

Het onderwerp is zelfs zo groot aangepakt dat er ook theatervoorstellingen te bezoeken zijn. Voor wie het spektakel War Horse van Joop van den Ende iets te vrolijk en niet passend vindt, is er een prima alternatief. Nog tot eind mei kan de voorstelling Buiten schot van Diederik van Vleuten worden bezocht, waarin de acteur een familiekroniek verbindt aan de geschiedenis van Nederland en de Grote Oorlog.

Wie na 2014 nog beweert dat hem of haar niet is opgevallen dat de Eerste Wereldoorlog dit jaar werd herdacht, moet wel in een grot verstoken van enig licht de tijd hebben verbeid.

Johan Francke, Informatiespecialist Zeeuwse Bibliotheek