Archief van categorie ‘Algemeen’

Caribische muziek: even stilstaan, maar dan meedansen!

maandag, 18 augustus 2014

Caribische muziek maakt vrolijk: een beeld van dansende mensen, opwaaiende rokjes, felle kleuren en vooral veel blije gezichten. Zodra de muziek begint, wordt het moeilijk om stil te blijven zitten. Een slechte bui verdwijnt en het lichaam ontspant, voelt opeens zelfs soepel!

De mix van Zuid-Amerikaanse, Afrikaanse, Europese en Aziatische klanken in perfecte symbiose heeft dit effect op bijna iedereen. Zeg nou zelf: als de zon begint te schijnen, lijken problemen weg te smelten; armoede lijkt minder zwaar en nu is belangrijker dan morgen.

De muziek die dit wonderbaarlijke effect heeft is ontstaan in grote ellende. Slaven die vanuit West-Afrika naar West-Indië werden vervoerd, als vee werden verhandeld en terechtkwamen op plantages of in fabrieken: ze hadden niets meer dan het ritme van hun continent in het hart.

Alles was hen ontnomen. Zelfs hun identiteit, wanneer er nieuwe namen werden toegewezen en in hun huid het merk van de eigenaar was gebrand.

Het verzet tegen deze positie vond uiting op verschillende manieren, van verborgen sabotage tot “playing stupid”- doen alsof men dom was. Het verdriet vond uiting in beurtzang, ritme en dans.

Muziek verbindt mensen. Geloof, hoop, liefde, blijheid, verdriet, woede en verzet- het vindt allemaal een stem in muziek, melodie, ritme en dans.

Ondanks het ontmoedigingsbeleid dat de Europese machthebbers er regelmatig op loslieten, werd er muziek gemaakt. En op deze manier ontstonden de beguine in St. Lucia, de mento in Jamaica, de salsa in Cuba, de bossa nova in Brazilië.  Met weer andere muzikale invloeden protesteren bijvoorbeeld de calypso (Trinidad) en de reggae (Jamaica) tegen racisme en sociale onrechtvaardigheden.

Trinidad– geboorteplek van de steel drum. In de tijd van de slavernij waren stokgevechten populair onder de slaven, maar ze werden verboden omdat de slavenhouders inzagen dat de stokken zeer effectieve wapens waren. Ook het ritueel gebruik van de stokken als ritme-instrumenten werd daarmee in de ban gedaan. De mensen moesten op zoek naar andere manieren om muziek te maken en hun cultuur vast te houden.

In de 20ste eeuw kwam de olie-industrie. De arbeiders begonnen stalen tonnen te gebruiken en te bewerken zodat er verschillende toonhoogtes speelbaar werden. De steel drum kreeg voor hen op deze manier ook een politieke betekenis: die van de Afrikaanse creativiteit en kracht.

aruba

Bovenstaand voorbeeld geeft aan hoe mensen zich aanpassen en toch hun eigen identiteit bewaren, verder ontwikkelen en uiten, ook al wordt door overheden geprobeerd dit te onderdrukken. Die elasticiteit en inventiviteit vind je terug in de muziek van het hele Caribisch gebied, van Cuba helemaal rondom de archipel tot de Nederlandse Antillen.

Hier vinden we op Curaçao de populaire tumba, hier uitgelegd, en op Aruba is de dande zeer populair met een jaarlijks festival gewijd aan deze vorm.

De smeltkroes van culturen kunt u beluisteren met cd’s die u kunt lenen uit de Zeeuwse Bibliotheek. U vindt hier onder meer deze aanraders:

*  Island in the Sun: a history of Caribbean Music bij rubriek 86/VC (Midden-en  Zuid-Amerika);

*  Mirror to the soul: music, culture and identity in the Caribbean 1920-73 bij de rubriek 86/MIRR

(Caribisch gebied)

* The rough guide to calypso gold bij rubriek 86/CALY (Trinidad)

* Mento, not calypso!: the original sound of Jamaica bij rubriek 86/VC (Jamaica)

En vergeet Bob Marley niet, diverse cd’s bij rubriek 78!

 

Els van de Wijdeven-Millenaar, Muziekspecialist

 

Bronnen:

1. The Garland Encyclopedia of World Music, Volume: South America, Mexico, Central America & the Caribbean. Martha Ellen Davis- The Music of the Caribbean.

2. www.academia.edu :

a. African-Caribbean Resistance Culture: Past and Contemporary

b.  Dennis R. Hidalgo – Africa and the Caribbean: Overview

3. Wikipedia: Music of the African Diaspora

4. You Tube: video’s.

Burenhulp en vrijwilligerswerk

donderdag, 17 juli 2014

Mijn tante van 77 is pas geopereerd aan haar knie. Ze is weduwe, woont op het platteland en heeft allerlei dieren. Haar buren vinden het geen punt om dagelijks de dieren te verzorgen en van de wei in de stal te zetten en vice versa. Een nicht heeft op een paar dagen op haar huis en hond gepast en gaat om de dag even langs, nu ze weer thuis is om te revalideren. Zomaar een voorbeeld van mantelzorg en burenhulp.

Aan de Staat van Zeeland is door meer dan 10.000 Zeeuwen meegewerkt. Zij hebben de moeite genomen in 2013 om een uitgebreide vragenlijst in te vullen. Uit dit onderzoek van SCOOP blijkt dat 20% van de Zeeuwen mantelzorg geeft. De behoefte aan hulp bij dagelijkse bezigheden blijkt uit onderstaande figuur:

Een overzicht van wat Zeeuwen zonder moeite zelfstandig kunnen doen.

20% van de Zeeuwse bevolking geeft mantelzorg

Initiatief in Lewedorp
Een ander voorbeeld is het verhaal van een vrouw uit Lewedorp die buurthulp is gaan organiseren voor de inwoners. Er zijn inmiddels meer dan 25 vrijwilligers bereid gevonden om dorpsgenoten te helpen. Mensen die even mee naar het ziekenhuis of de huisarts gaan of meegaan met iemand die geld of boodschappen nodig heeft maar niet weet hoe ze bij de pin¬automaat of in de buurtsuper moet komen. Lees meer in de PZC van 2 juli 2014.

Uit de Staat van Zeeland blijkt dat in de gemeente Borsele meer dan 90 % bereid is om buren te helpen. Lewedorp hoort bij de gemeente Borsele.

Grafieken met gegevens uit 2009 20013. Van 13 Zeeuwse gemeenten bereidheid om buren te helpen zichtbaar.

Bereidheid om buren te helpen in Zeeuwse gemeenten in 2009 en 2013

Op de website van het Zeeuws Planbureau staan infokaarten van alle gemeenten. Daar staat ook de databank, waarin steeds meer resultaten uit de Staat van Zeeland komen.

Vrijwilligerswerk
Vrijwilligerswerk heeft een imagoprobleem.

Niet zozeer voor de 5 miljoen vrijwilligers zelf, maar wel voor de 7 miljoen volwassenen die geen vrijwilligerswerk doen. Want hoe vaak kom je niet het stereotype beeld tegen van het rolstoel duwen. En wat jammer dat we onze koning en koningin tijdens het prachtige initiatief NL Doet elk jaar ongeveer hetzelfde zien doen op het Journaal, namelijk boompjes planten of schilderwerk. Dat doet de diversiteit en ‘kick ass’-beleving van vrijwilligerswerk geen recht

zegt Matthijs Terpstra in zijn column op gemeente.nu.

Als je vrijwilligerswerk zoekt, of nodig hebt zijn er tal van mogelijkheden. Elke gemeente in Zeeland heeft een vrijwilligerssteunpunt waar je terecht kunt met vragen.
In de bibliotheek zijn volop boeken te vinden over de lusten en lasten van vrijwilligerswerk en mantelzorg.

Adriënne Withagen
informatiespecialist SCOOP & Zeeuwse Bibliotheek

Zeeuwen, een volk van vertellers en verzenmakers

donderdag, 10 juli 2014

Zeeuwen houden van verhalen. Literatuurliefhebbers staan er misschien niet zo bij stil, maar Zeeland heeft op het gebied van de letteren een uitstekende naam gevestigd. Er zijn nogal wat Zeeuwse auteurs die aan de weg timmeren, nu en in het verleden, vaak met behoorlijk veel succes. Leven en werken in Zeeland inspireerde niet de minsten; we kunnen er trots op zijn de vruchten daarvan te kunnen lezen.

Streekliteratuurcover

Bijna iedereen kent natuurlijk het werk van Annie M.G. Schmidt, de domineesdochter uit Kapelle. Haar indrukwekkende, tegendraadse oeuvre behoeft verder geen toelichting en heeft zichzelf allang bewezen: haar werk zit bij ons allemaal van kind af aan in het collectieve geheugen. Uit een verder verleden, de zeventiende eeuw, is dichter en jurist Jacob Cats een treffend voorbeeld van een Zeeuwse auteur, die in de twintigste eeuw zelfs een zekere herwaardering kreeg. Maar ook Betje Wolff, P.C. Boutens, Jacobus Bellamy, Jacques Hamelink, Jan G. Elburg (Cobra), J.C. van Schagen, Etty Hillesum, Henri Arnoldus (Pietje Puk) en Hans Warren, allen reeds overleden, hebben hun kwaliteiten bewezen. Ze hebben vaak ook een aanzienlijk deel van hun werk aan Zeeland gewijd.

P.C. Hooft-Prijswinnaar Hans Verhagen, Johanna Kruit, Wim Hofman, Carolijn Visser, Oek de Jong, John Brosens, Kees Slager, Franca Treur, Floortje Zwigtman, Rieks Veenker, Frans van Dixhoorn, Tom Schrijer … zomaar een greep uit momenteel actieve, succesvolle Zeeuwse schrijvers en dichters. Ik vergeet er ongetwijfeld nog een aantal, maar schrijftalent is in Zeeland volop aanwezig.

Niet-Zeeuwen die wel in Zeeland gewoond en (veel) gedicht hebben, zijn er ook: Marnix van Sint Aldegonde, Jan Campert, Roel Houwink, Martinus Nijhoff en Ed Leeflang.  Minder bekende auteurs, die wellicht in de toekomst nog meer van zich laten horen, kun je vinden op www.literatuurinzeeland.nl, dat behalve schrijversbiografieën ook een podium biedt aan (beginnende) Zeeuwse schrijvers en dichters.
Toch wil ik nog twee Zeeuwse auteurs noemen, die juist in de afgelopen maanden positieve, landelijke aandacht voor hun laatst verschenen roman ontvingen.

Toortelboom

Meester Mitraillette

Allereerst de uit Vlaanderen afkomstige, maar al jaren in Zeeuws-Vlaanderen woonachtige Jan Vantoortelboom. In 2011 verscheen zijn goed ontvangen debuutroman De verzonken jongen. Het boek werd meermaals bekroond,  o.a. met de Bronzen Uil 2011. Zijn volgende roman, Meester Mitraillette, kwam in februari van dit jaar uit en beleefde in korte tijd een groot succes. Dit succes werd mede veroorzaakt door de lovende bespreking van een team van boekhandelaren, dat maandelijks in het populaire televisieprogramma De Wereld Draait Door een boek van de maand kiest.

Deze eer viel Meester Mitraillette ten deel, waarna de verkoopcijfers omhoog schoten en alle serieuze kranten een recensie aan het boek wijdden. Dat het verhaal zich gedeeltelijk afspeelt tijdens Wereldoorlog I, de grote oorlog die dit jaar precies honderd jaar geleden begon, helpt ongetwijfeld mee om de interesse te wekken. Maar dat is niet het hoofdthema van het verhaal en eigenlijk zelfs ondergeschikt aan het geheel.

Meester-MitrailletteIn twee verhaallijnen wordt het levensverhaal van hoofdpersoon David Verbocht geschetst. Zijn leven als kind en zijn leven als beginnend leraar in het Vlaamse Elverdinge, een dorpje vlakbij Ieper. Wat David in zijn jeugd meemaakt, en dan gaat het vooral om de dood van zijn broertje ‘Rattenkop’, is zeer bepalend voor de wijze waarop hij later als leraar in het leven staat. Schuldgevoelens maken daar een belangrijk deel van uit. Maar ook de manier waarop hij wordt grootgebracht, de ontluikende pubertijd, zijn eerste verliefdheid. Vantoortelboom laat overtuigend zien hoe al deze grote en kleine gebeurtenissen in Davids leven doorwerken tot het einde toe. In sobere zinnen en goed gekozen woorden schetst hij situaties en sfeer en roept hij gevoelens op. Hij bouwt het verhaal fijnzinnig, overtuigend en helder op, waardoor de ontroering niet uitblijft.

00 Rinus Spruit Meester-Mitraillette

Een dag om aan de balk te spijkeren

Qua thematiek een totaal ander boek is de eveneens succesvolle roman Een dag om aan de balk te spijkeren  van Rinus Spruit, die najaar 2013 verscheen. Toch zijn er ook wel wat overeenkomsten te vinden. Beide romans worden met hun sobere schrijfstijl en de beschreven plattelandssituatie vergeleken met bestseller Boven is het stil van Gerbrand Bakker. Beide romans hebben een jonge, mannelijke hoofdpersoon die nog volop bezig is aan zijn ontwikkeling naar volwassen mens.

Maar hoofdpersoon en antiheld Maarten Rietgans heeft wel een heel ander karakter en ook zijn veel langere leven verloopt totaal anders dan dat van David Verbocht. Maarten zit vol ambitieuze plannen en heeft een grote drang naar roem. Maar als hij, steeds vechtend tegen zijn diepgewortelde verlegenheid, het gedroomde bereikt, valt de verantwoordelijkheid hem zwaar en vliegt de levensangst hem naar de keel. Na het overlijden van zijn moeder ontvlucht hij het Zeeuwse platteland. Hij meldt zich als leerling-verpleegkundige bij een Rotterdams ziekenhuis, en slaagt daar uitstekend, maar neemt dan ontslag omdat hij zich niet geliefd voelt bij zijn collega’s. Bovendien gaat hij er bij elke vorm van erkenning vandoor. Of hij nu als bankbediende, fotograaf, buschauffeur of meteropnemer werkt, zijn dienstverband duurt nooit lang.
In de liefde gaat het hem al niet beter af. Hoewel hij wekelijks reacties krijgt op zijn veelvuldig geplaatste contactadvertenties, keurt hij het overgrote deel van de vrouwen bij voorbaat af. Een enkele spelfout kan al fataal zijn voor een toekomstige ontmoeting.
Zijn zoektocht naar werk, een vrouw, een groots en meeslepend leven én een rustig bestaan is afwisselend sensitief, ontroerend en komisch beschreven. Melancholische observaties tekenen Maarten, maar het verhaal wordt nergens zwaar of sentimenteel, ook niet als hij vol heimwee terugkeert naar de Zeeuwse klei en zijn ouderlijk huis.

Wim Brands, presentator van het wekelijks programma VPRO-boeken spreekt zeer lovend over Een dag om aan de balk te spijkeren. Spruit verscheen ook in zijn programma, de uitzending is nog terug te zien.

Jan Vantoortelboom en Rinus Spruit, twee Zeeuwse schrijvers die momenteel goed scoren en zeer de moeite waard zijn om te lezen. Als ze maar blijven schrijven die twee, we mogen nog heel wat van hen verwachten. Ze kunnen zich in ieder geval met recht aansluiten bij het rijtje van eerder genoemde Zeeuwse auteurs, die hun namen zo breed hebben gevestigd!

Anya Marinissen,
Romanteam Zeeuwse Bibliotheek
Webredacteur
www.literatuurinzeeland.nl

 

De kracht van taal

dinsdag, 24 juni 2014

familiepolotekbiebblog
Twintig weken lang hebben vrijwilligers zich met toewijding ingezet voor de VoorleesExpress Walcheren. Het project startte als pilot in september 2013. We wisten niet of het zou aanslaan op Walcheren, maar dat deed het!

Enthousiaste kinderen, die in het begin verlegen op de bank zaten, ontwikkelden zich tot echte leesfanaten. Ze leerden nieuwe woorden en werden enthousiast over lezen. Ouders en kinderen bouwden vaak een band op met de voorlezer die iedere week trouw langskwam.

Trotse voorlezers
Ter illustratie een aantal reacties van de voorleesvrijwilligers na afronding van het voorleestraject:

  • Voorleester Simone over Edmilson: “Hij heeft enorme stappen gemaakt. In het begin dacht hij: wat kom jij nou weer doen met je boeken? Maar naar mate de tijd vorderde, ging hij het steeds leuker vinden en ook meer zelf lezen en schrijven.”
  • Daniëlla over Julia, haar voorleeskind: “Omdat je elk uur zo hard hebt gewerkt aan alle woorden is het voorlezen alleen maar vooruit gegaan. Julia je bent een slimme meid! Ga zo door! Jestem z was dumny!” ( Pools voor “Ik ben trots op je”).
  • Kim over Helena: “Ik ben trots op je omdat je alle letters van het alfabet hebt leren kennen en je zelf woorden kunt maken.”
  • Marloes is trots op Abuzer omdat hij vanaf het begin steeds beter werd in luisteren en altijd enthousiast en vrolijk was tijdens het voorlezen.
  • Mirjam over Khadija: “Zij duikt nu zelf in een boek. Samen ontdekten we manieren waarop ze voorlezen leuk ging vinden, zo maakten we van onze voorleesuren vaak een avonturenreis, soms een tekening over het verhaal of speelden het verhaal na met een toneelstukje. Goed gedaan Khadija, nog veel leesplezier in je leven!”

Logo-VoorleesExpress-kleur
Dit is een greep uit 23 enthousiaste reacties van voorlezers hoe trots ze zijn op hun voorleeskind. Na 20 weken voorlezen is er bovendien een hechte band ontstaan tussen de voorlezer en de kinderen en het hele gezin!

Feestelijke afsluiting
Al met al een prachtig resultaat, dat we graag met de voorleeskinderen en hun gezinnen, de voorlezers, de scholen en de betrokken instanties feestelijk willen afronden op woensdagmiddag 25 juni in Open Wijkschool De Combinatie.

Alle voorleeskinderen ontvangen als dank en aanmoediging om vooral te blijven lezen een leesdiploma. Maar ook ouders en vrijwilligers zetten we in het zonnetje. De kinderen ontvangen het ‘VoorleesExpress diploma’ uit handen van de Vlissingse burgemeester. Veel van de voorleeskinderen zijn dol op voetbal, daarom hebben wij voor dit feestelijke gebeuren de bekende Zeeuw Gérard de Nooijer uitgenodigd. Hij was heel enthousiast om zijn bijdrage te leveren: “Voelbal is heel belangrijk, maar leren is nog belangrijker.”

Nieuw seizoen
Als projectleider van dit project ben ik ook heel trots op de geboekte resultaten van seizoen 1 en 2 en mijn dank gaat dan ook uit naar alle mensen die hun bijdrage hebben geleverd aan dit resultaat.

Vrijwilligers gevraagd
Onze eerste bijdrage om actief te zijn bij zogenaamde ‘taalarme’ gezinnen is geleverd. Maar mijn ambitie is om voor de derde voorleesronde, die in september 2014 op heel Walcheren start, voor te lezen bij 20 gezinnen in de gemeente Vlissingen en 20 gezinnen in de gemeente Middelburg. Hiervoor ben ik weer naarstig op zoek naar enthousiaste en gemotiveerde voorleesvrijwilligers! Geef je op!

 

Njonkie Pattinama, projectleider Voorleesexpress

Dit bericht verscheen eerder op BiebBlog Vlissingen.

*Promotiefilmpje VoorleesExpress Walcheren gemaakt door Elske Andeweg, stagiaire Zeeuwse Bibliotheek.

 

 

Symposium de Zeeuwse belangen in de slavenhandel

dinsdag, 17 juni 2014

In een overvolle Aula van de Zeeuwse Bibliotheek werd vrijdagmiddag 13 juni 2014 een gedenkwaardig symposium gehouden over de Zeeuwse belangen in de slavenhandel en de herdenking van 200 jaar afschaffing slavenhandel. Deze was mogelijk gemaakt door de Zeeuwse Bibliotheek en de werkgroep Cultuurhistorie van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen en van subsidie voorzien door het Prins Bernhard Cultuurfonds, de Walburg Pers, uitgeverij Nieuw Amsterdam en de Provincie Zeeland.

symposium1

Marian Markelo

Hiertoe was een zestal sprekers uitgenodigd die zich allen op een apart terrein van de slavenhandel hebben gespecialiseerd en daarom een gevarieerd programma aan lezingen konden bieden. Twee minuten voor twaalf diende zich nog een extra gast aan. Marian Markelo van Het Ninsee (Nationaal Instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis) zong na de opening door de dagvoorzitters een indrukwekkend voorouderlied met bijbehorend plengoffer.

Symposium3

Gert Oostindie

Gert Oostindie beet het spits af. Hij is directeur van het KITLV en doceert geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Al vele jaren actief met betrekking tot studies over slavenhandel en slavernij m.b.t. het Caribisch Gebied weet hij als geen ander een algemeen beeld te schetsen van de problematiek rond het thema. Hij weet daarbij alle gebeurtenissen met elkaar te verbinden. Voor de intimi geen eye opener, maar in kort bestek wist Oostindie duidelijk te maken dat het kennen van vrijheid juist bijzonder is en slavenhandel en slavernij voor 1500 overal ter wereld onderdeel van de samenleving uitmaakten. Juist West-Europa, waar dit na de middeleeuwen verboden werd, was de uitzondering in dit geheel. Nog opmerkelijker is dat vanuit de Republiek aanvankelijk helemaal niets werd gedaan met slavenhandel met het oog op diverse bijbelboeken en de eigen ervaringen van zeelieden in de Middellandse Zee. Diezelfde bijbel werd echter weer gebruikt toen later bleek dat de handel lucratief en noodzakelijk was voor het exploiteren van plantages in de West.

Eind 17de eeuw heeft de Republiek dan ook een kwart van de internationale slavenhandel in handen omdat de plantages en slaven vanuit Brazilië naar het Caribisch gebied moeten worden overgebracht. Dat de intensiviteit daarna afneemt is relatief. Tussen Sint Eustatius en Curaçao vindt namelijk op grote schaal transitohandel plaats die nooit gedocumenteerd is, maar de Republiek uiteindelijk wel in het vaarwater van de Engelsen brengt.

Morele discussies over slavenhandel en slavernij zijn er in de Republiek tot 1814 eigenlijk niet geweest. Zolang het winstgevend is, wordt er geen actie tegen ondernomen. Sterker nog: het cultuurstelsel op Java blijkt dusdanig lucratief te werken dat afschaffing van slavernij vooralsnog onwenselijk blijkt. Ook stelt Oostindie dat koning Willem III ten onrechte wordt gehuldigd omdat hij de slavernij in het Caribisch gebied zou hebben afgeschaft: ‘De enige keer dat Willem III zich heeft beziggehouden met de afschaffing van de slavernij is geweest toen hij zijn handtekening onder de wet plaatste.’ Verder heeft de koning zich nooit ingelaten met de materie.

Symposium2

Ruud Paesie

Ruud Paesie, kenner van de smokkelhandel op Afrika en de West en van de Middelburgsche Commercie Compagnie (MCC) zette uiteen hoe de Zeeuwen in de 18de eeuw verwikkeld raakten in de slavenhandel. Na de Spaanse Successieoorlog ziet Zeeland zich gedwongen een concurrentiepositie ten opzichte van Amsterdam in te nemen. Oude handelsbedrijven als smokkelhandel, kaapvaart en wijnhandel blijken in dit tijdgewricht uitgeput. Sterk geworden in de risicovolle scheepvaart besluit de MCC zich rond 1730 op de slavenhandel te storten, al duurt het nog tot ruim 1740 voordat men hier echt in gaat investeren. De MCC ging zich dan ook pas na de neergang van de WIC op de slavenhandel richten en bereikte daar in het derde kwart van de 18de eeuw zijn hoogtepunt mee. Al langer is bekend dat de slavenhandel lang niet zo lucratief was als velen wel aannemen. De winst van de MCC op slavenreizen bedroeg slechts 3,4%. Paesie stelt dit bedrag nog naar beneden bij tot 2,6% omdat de uitreding van diverse schepen die vanuit Middelburg in ballast goederen in de West ophaalden hier niet bijgerekend waren. Hij weet dan ook aanschouwelijk te maken dat het doorgaan van de slavenhandel vooral besloten lag in het belang voor de lokale economie en de artikelen 21 en 25 van het ‘regulement van de MCC’ waarin investeerders en aandeelhouders de toezegging krijgen materiaal zoals scheepshout en victualie aan te kunnen leveren. Dat hield enkele honderden Middelburgers decennia lang aan een baan.

Symposium4

Ad Tramper

De Vlissingse gemeentearchivaris Ad Tramper belichtte de komst van de slavenschepen op de Afrikaanse kust en de handel daar en met name het verschil in handel tussen Guinee (Ghana) en Angola. In Guinee kon de slavenhandel een zeer tijdrovend proces zijn, omdat er soms wel 200 dagen over gedaan werd voordat slaaf voor slaaf de ruimen van het schip gevuld waren. Uit noodzaak werd soms het kasteel Elmina aangedaan waar –tegen extra heffingen- slaven van de WIC gekocht konden worden. Op de kust van Angola werd direct naar een handelspost gevaren waar meteen enkele honderden slaven aan boord konden komen. Daar was men overigens flinke bedragen kwijt aan relatiegeschenken voor  de inheemse maboeke (prins) en mafoeke (makelaar). Opvallend is ook het verschil in handel: Op Guinee wordt voor 50% aan textiel verkocht, terwijl dat in Angola bijna 75% is. Daarentegen bedroeg de lading buskruit in Guinee ruim 32%, terwijl daar in Angola maar 12% deel van uitmaakte. Ongetwijfeld werden er in de binnenlanden van Guinee meer stammenoorlogen uitgevochten.

Ondertussen was ook  bestsellerauteur Lawrence Hill gearriveerd (schrijver van het Negerboek) die tijdens het symposium werd geïnterviewd (zie voorgaand blog van Harry van Waveren).

Symposium7

Henk den Heijer

Na de pauze trachtte Henk den Heijer, hoogleraar maritieme geschiedenis aan de Universiteit Leiden, leven en werken van bemanning en slaven aan boord van een slavenschip inzichtelijk te maken. Op basis van aanwezig bronnenmateriaal blijft de laatste groep daarbij vaak onderbelicht. Duidelijk werd dat ongeveer de helft van de bemanningsleden uit de Republiek kwam en vooral de officieren en vaklieden (timmermannen) uit de omgeving van de Middelburg kwamen (het ging immers om de MCC). De matrozen kwamen uit de wijdere regio of zelfs uit het buitenland. Toch had hier naar mijn smaak meer aandacht besteed kunnen worden aan de inrichting van het slavenschip, want ook dat maakt veel duidelijk over de bewegingsvrijheid aan boord van een dergelijk schip, maar ook de situatie waarin zowel bemanning als slaven zich bevonden.

Symposium5

Karwan Fatah-Black

De eveneens aan universiteit Leiden docerende Karwan Fatah-Black is postdoc en promoveerde in 2013 op Surinam and the Atlantic World, 1650-1800. Zijn verhaal belichtte vooral de slavenhandel aan de overzijde van de Atlantische Oceaan en sloot mooi aan op wat Paesie eerder besprak. Hij maakte inzichtelijk dat juist op het moment dat de winsten op de slavenhandel in het derde kwart van de achttiende eeuw enorm kelderden, er tegelijkertijd sprake was van een enorme omzetverhoging. Daaraan kwam geen einde na de voor de Republiek zo desastreus verlopen Vierde Engelse Oorlog (1780-1784), maar wel een transitie. In die periode vervoerden buitenlandse schepen vele slaven aan. Ook ontstaat in die periode (en die na 1814) een handelspatroon met slavenschepen vanuit de Europese koloniën in de West. Zo worden er bijvoorbeeld vanuit Nova Scotia en Granada slaven naar Suriname gebracht.

Symposium8

Dienke Hondius

De laatste spreker, die meer op de erfenis van het cultureel erfgoed van de slavenhandel gericht was, betrof Dienke Hondius, onderzoekster op de Vrije Universiteit in Amsterdam, die onder meer het project Mapping Slavery leidt. Haar bijdrage richtte zich op de projecten die tot nu toe in Nederland zijn verricht met betrekking tot ‘plaatsen van herinnering.’ Zo zijn er slavenhandel stadswandelingen in Haarlem, Utrecht, Groningen en Amsterdam –waar men inmiddels ook een rondvaarttocht kan maken. En heeft zij in zowel Amsterdam als Middelburg een project lopen om huizen die gerelateerd kunnen worden aan de slavenhandel in kaart te brengen. Zij sloot verrassend af met kralensnoeren van bloedkoraal en gitten, welbekend in de Zeeuwse klederdracht, maar ook onder Surinamers. Opvallend was dan ook dat Ninsee bestuurslid Marian Markelo eenzelfde soort ketting van bloedkoralen droeg als onze boerinnen, zij het dan zonder goudslot met Zeeuwse knop.

Onderdeel van het symposium was het aanbieden van een nieuw boek over de Middelburgsche Commercie Compagnie door Ruud Paesie aan CdK van Zeeland, Han Polman, die daarmee alvast een voorzetje gaf voor de nationale herdenking, een dag later in de Abdij.

Concluderend kunnen we opmerken dat slavenhandel een voortbrengsel is van economische hoog- en laagconjunctuur, waarbij alleen economische overwegingen een leidende rol speelden en ethische vraagstukken pas steekhoudend werden zodra de economische grondslag onder de slavenhandel verdween. Daarbij was militaire wereldmacht van wezenlijk belang omdat schepen en handel anders niet beschermd konden worden. Schepen zonder bescherming verliezen veel scheepsruimte aan meer bemanning en bewapening en zijn daarom ongeschikt voor slavenhandel. De druk vanuit de Engelse overheid in 1814 en de daar actieve abolitionisten op de Nederlandse afschaffing van slavenhandel is veel doorslaggevender geweest dan de morele overtuiging van de Nederlanders: die was rond 1814 en ook later bij de afschaffing van de slavernij in 1863 goeddeels afwezig.

Johan Francke, informatiespecialist en samen met Hans Krabbendam organisator van het symposium.

 

 

Lawrence Hill in gesprek in de Zeeuwse Bibliotheek

maandag, 16 juni 2014

In samenwerking tussen Omroep Zeeland en de Stuurgroep Herdenking 200 jaar Afschaffing Slavenhandel – waar de Zeeuwse Bibliotheek deel van uit maakt – is een prijsvraag georganiseerd via de Facebook account van Omroep Zeeland. Doel hiervan was om met name jonge mensen ook te attenderen op de Nationale Herdenking 200 afschaffing slavenhandel en de komst van sterauteur Lawrence Hill naar Middelburg.

BlogHVW

Lawrence Hill

blogHVW2

De winnaars van de prijsvraag: Mariel Otten en Jessica Steglich met Lawrence Hill

In aanwezigheid van Jeanine Naerebout van de Zeeuwse Bibliotheek, Hill’s uitgeefster Lidewijde Paris en ondergetekende vond een interessant gesprek plaats. Met de prijsvraag werd al gerefereerd aan de titel: Het Negerboek. De duiding ‘negers’ heeft tot commotie geleid. Hill benadrukt het belang dat schrijvers de woorden die zij kiezen, duiden in de context. The book of Negroes is een historisch militair document. Een geschrift waarin alle namen en gegevens van ruim 3000 negers zijn opgetekend, die aan het einde van de onafhankelijkheidsoorlog van de Amerikanen tegen de Britten op transport zijn gezet van New York naar Canada. Dit omdat deze negers de Britten steunden. Dit document uit 1763 was vergeten en is boven water gehaald. Voor het aangaan van een gesprek moeten geen woorden achterwege gelaten worden, omdat het betreffende woord moeilijk ligt.

In Amerika was het woord ‘negroes’ ook omstreden. De blanke uitgever heeft het boek daarom onder een andere naam uitgegeven. Nu komt er volgend jaar een verfilming. De productiemaatschappij, geleid door zwarte mensen, gaat de film uitbrengen onder de oorspronkelijke titel. En ook de herdruk van het boek krijgt nu die titel! Als schrijver kan je zo af en toe een beetje invloed op discussies hebben. Dat geldt ook voor het monument, dat hier staat in Middelburg. Hill is daar nu een paar keer voorbijgelopen en telkens stonden er mensen te praten over het monument en slavernij. Het monument in Middelburg: zwart en blank door rood bloed verbonden.

Hill vertelt dat hij juist heeft ervaren dat bloed kan scheiden. Het idee dat bloed en identiteit met elkaar samenhangen, heeft generaties doorgewerkt. De zuiverheid van een ras moest worden behouden. Maar denken in ‘ras’ is een concept, niet biologisch, maar sociologisch. Mensen worden ingedeeld in vakjes. Men is bijvoorbeeld half blank en half zwart. Dat is onzin, maar het gebeurt. En op deze manier werkt het door in generaties. In de Tweede Wereldoorlog werd het mogelijk om een bloedtransfusie te verrichten. Duizenden levens zijn zo gered. Maar direct werd het geven van bloed door zwarte mensen verboden.

Lawrence is niet optimistisch. Blind racisme en agressie werken zo lang door. Wat je kan doen is er zelf bewust mee omgaan en zo je omgeving beïnvloeden. Het is belangrijk dat iedereen doet wat in zijn of haar vermogen ligt.

Harry van Waveren, lid Stuurgroep Herdenking 200 jaar Afschaffing Slavenhandel

 

De geschiedenis van Ghana in Zeeland – bijzondere documenten in de Zeeuwse Bibliotheek

donderdag, 5 juni 2014

Bijna niemand weet het. In de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg ligt een bron van informatie over de 19e eeuwse geschiedenis van Ghana.

Tot 1872 hoorde het gebied ‘Nederlandsche Bezittingen ter kuste van Guinea’ bij Nederland. Een van de laatste gouverneurs was C.J.M. Nagtglas (1814-1897). Een deel van zijn persoonlijke archief, waaronder brieven, notities, tekeningen, kaarten, West-Afrikaanse, Nederlandse en Engelse kranten en ambtelijke rapporten heeft hij geschonken aan het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Nagtglas’ broer Frederik (1821-1902), bestuurslid, bibliothecaris en conservator van het genootschap, speelde waarschijnlijk een bemiddelende rol. En zo kwam een prachtige documentatie over het West-Afrikaanse gebied in Zeeland terecht.

Wiki internet Cornelis_Nagtglas

C.J.M. Nagtglas. (Foto: Wikipedia)

Het nationale belang van deze bijzondere collectie wordt onderschreven door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Bij het programma Metamorfoze, dat door het ministerie is opgericht voor het behoud van het papieren erfgoed in Nederland, is een subsidie aangevraagd én toegekend om alle documenten te conserveren en te digitaliseren. De originele papieren worden nu verantwoord opgeborgen en kunnen daardoor langer behouden blijven. Iedere belangstellende kan straks de digitale versie van de verzameling bestuderen.

Nederlanders in West-Afrika

Op zoek naar nieuwe handelsgebieden verschenen de Nederlanders in het begin van de 17eeuw aan de kust van Guinea, West-Afrika. Ze wisten dat de Portugezen daar een zeer winstgevende handel in goud hadden opgezet. Voor de handel waren er aan de kust – de Goudkust – verschillende forten gebouwd. In 1637 kregen de Nederlanders voet aan wal door de verovering van het Portugese fort Elmina en vanaf die tijd werd het fort (ook wel kasteel genoemd) hét bestuurscentrum voor de Nederlanders. Van daaruit handelden zij met de lokale machthebbers.

ElminaIMG_9836

Tekening van het kasteel Elmina. (Zeeuwse Bibliotheek, collectie C.J.M. Nagtglas)

 DSC01710-eigen foto Elmina

Kasteel Elmina, binnenplein, 2009. (Foto: privécollectie)

De handel in goud, later gevolgd door de handel in slaven, was zeer succesvol. De West-Indische Compagnie bouwde nog meer forten aan de kust voor het verschepen van slaven naar de Caribische plantages. Na het verbod op de slavenhandel in 1814, nu 200 jaar geleden, verschoof de aandacht naar andere handelsactiviteiten, maar de grote economische bloei was voorbij. Aan het einde van de 19e eeuw was het gebied zelfs niet interessant meer voor de Nederlanders en ruilden zij het land met de Engelsen.

Marcel van Engelen heeft een heel interessant boek geschreven over deze geschiedenis, over de slavenhandel en het fort Elmina: Het Kasteel van Elmina, in het spoor van de Nederlandse slavenhandel in Afrika, (Amsterdam, De Bezige Bij, 2013)

Gouverneur C.J.M. Nagtglas

In 1851 vertrok Nagtglas als militair naar het gebied van de ‘Nederlandsche Bezittingen ter kuste van Guinea’. Het land was niet populair bij de Nederlandse ambtenaren. Niemand ging er graag naar toe, niet alleen omdat het salaris laag was, maar ook vanwege het ‘moordende’ klimaat. Het werd niet voor niets ‘het graf der blanken’ genoemd. De meeste ambtenaren probeerden met eigen handeltjes hun inkomsten te verbeteren, maar dat leidde tot problemen met de plaatselijke bevolking.

Toen Nagtglas in 1857 tot gouverneur was benoemd poogde hij de toestand te verbeteren, niet alleen door een loonsverhoging voor de ambtenaren, maar ook door verbeteringen in de gezondheidszorg en het onderwijs voor de inwoners. Om een goed beeld te krijgen van de Nederlandse bezittingen stuurde hij zijn ambtenaren het land in om dorpen of krommen, minutieus in kaart te brengen. Dat leverde veel informatie op over de samenstelling van de bevolking, de verschillen tussen de stammen, het dagelijks leven, gewoonten, familieleven, de positie van vrouwen, vormen van slavernij, ceremonies, religie, bestuur en regels, huizenbouw, fysische gesteldheid van het gebied en opbrengsten uit de landbouw. In het zoutkrom Adjenim vlakbij Elmina stonden bijvoorbeeld 64 huizen. De mensen leefden er van de ‘zoutkokerij’ en handelden met inwoners uit het noorden. Een ijverige ambtenaar meldde dat er een “grijsaard van nagenoeg honderd jaren” woonde. Soms werd zelfs de breedte van de paden gemeten.

Direct naast de Nederlandse bezittingen lagen de Engelse koloniën. De grenzen tussen beide delen vormden grote obstakels. Nagtglas was om die redenen voorstander van het ruilen van gronden. Onderhandelingen daarover werden tot tweemaal toe afgebroken en in 1862 ging hij met pensioen. Toen in 1865 opnieuw gesprekken werden gevoerd, reisde Nagtglas op verzoek van de Nederlandse regering, naar Londen. Samen met de gezant in Groot-Brittannië, mr. baron A.A. Bentinck, legde hij de basis voor een ‘Traktaat’ waarin de uitruil van de gebieden en de nieuwe grenzen werden vastgesteld.

Het Traktaat had rampzalige gevolgen, vooral omdat de bevolking aan de Goudkust niet was ingelicht over de veranderingen. Om de toestand te normaliseren werd Nagtglas in 1869 gevraagd opnieuw gouverneur te worden. Hij kreeg te maken met ernstige ongeregeldheden en oorlogsdreigingen met name in het krom Commenda. In de collectie Nagtglas zijn stukken te vinden waarin de schermutselingen worden beschreven en op een handgetekende kaart is aangegeven waar het allemaal gebeurde.

IMG_7737-Commenda JPEG

Tekening krijgsverrichtingen bij Commenda, 1869-1870. (Zeeuwse Bibliotheek, collectie C.J.M. Nagtglas)

De situatie veranderde door het aantreden van een nieuwe minister van Koloniën die het Traktaat ter discussie stelde en wilde bezuinigen. De kosten voor de kolonie aan de Goudkust liepen veel te hoog op. Ook dat is in de aantekeningen van Nagtglas terug te lezen. De minister wilde het gebied aan Groot-Brittannië overdragen en in ruil daarvoor uitbreiding van het gezag op Sumatra. In 1871 werd het ´Goudkust traktaat´ gesloten en in 1872 volgde de overdracht. Dat was ook de tijd dat Nagtglas Elmina moest verlaten vanwege zijn gezondheid. De laatste documenten in zijn collectie dateren van dat jaar. Hij moest de officiële ondertekening van het nieuwe traktaat overlaten aan zijn opvolger Ferguson.

Conserveren van belangrijke collecties en archieven in Nederland

De collectie C.J.M. Nagtglas is nauw verbonden met andere collecties en archieven in Nederland en Engeland. Het officiële archief van de ‘Directie van de Nederlandse Bezittingen ter kuste van Guinea (1658-1872)’ wordt bewaard in het Nationaal Archief in Den Haag. Delen van dit officiële archief zijn ook te vinden in The National Archives in Londen. Engelse kapers hebben een deel van de administratie, dat per schip van de Goudkust naar Nederland werd verzonden, buitgemaakt en vervolgens is het in het archief in Londen opgeborgen. Er is ook een C.J.M. Nagtglas-collectie in het Nationaal Militair Museum te Soesterberg (voorheen: Legermuseum). Daar worden vooral militaire documenten bewaard. Een collectie opgezette vogels uit de Goudkust, is terecht gekomen bij het museum Naturalis Biodiversity Center in Leiden en enkele etnografische voorwerpen, geschonken aan het Zeeuws Genootschap, in de collectie van het Zeeuws Museum in Middelburg.

DSC01117Andrews

Brief van Edward B. Andrews, Engels gouverneur, aan C.J.M. Nagtglas, 1861. (Zeeuwse Bibliotheek, collectie C.J.M. Nagtglas)

De conservering van de documenten in de Zeeuwse Bibliotheek is inmiddels uitgevoerd en nu wordt hard gewerkt aan de digitalisering. Het is de bedoeling dat de inhoud ervan volgend jaar digitaal beschikbaar is op de grote archieven-site www.europeana.eu.

Dan kan iedereen kennis nemen van de gedetailleerde beschrijvingen van de krommen en van alle andere documenten uit de collectie, zoals het ‘Verslag van inlandsche wetten en gebruiken op Neerlandsch grondgebied ter kuste van Guinea’, het verzoek van koning Kudjo Diaho om beloond te worden voor bewezen diensten en een lijst met geneesmiddelen, die nodig waren in de garnizoensapotheek van kasteel Elmina.

Liesbeth van der Geest, conservator bijzondere collecties

 

Aanvullende tips:

Op de eerste verdieping van de Zeeuwse Bibliotheek is een tentoonstelling ingericht ‘Bedenckinge over den slaef-handel 1814-2014: 200 jaar afschaffing slavenhandel’.

Op 13 juni a.s. is in de Zeeuwse Bibliotheek een symposium over ‘De Zeeuwse belangen in de slavenhandel’. Zie voor verdere informatie: Zeeuwse Bibliotheek en www.wchzeeland.nl 

Verder lezen:

G.E.W. Visscher-Passmann, ‘C.J.M. Nagtglas, gouverneur en diplomaat aan de Goudkust’. In: Tijdschrift Zeeland (2003) jrg. 12, nr. 2, p. 62-68.

J.R. Verbeek, ‘De expeditie naar de kust van Guinea in 1869-1870 en haar voorgeschiedenis (I)’. In: Mars et Historia (1981) jrg. 15, nr. 6, p. 103-110.

J.R. Verbeek, ‘De expeditie naar de kust van Guinea in 1869-1870 en haar voorgeschiedenis (II)’. In: Mars et Historia (1982) jrg. 16, nr. 1, p. 6-12.

J.R. Verbeek, ‘De expeditie naar de kust van Guinea in 1869-1870 en haar voorgeschiedenis (III)’. In: Mars et Historia (1982) jrg. 16, nr. 2, p. 44-51.

 

 

 

Actie, Reactie, Impact!

dinsdag, 20 mei 2014

Actie. Reactie. Impact! (filmpje)

Aan de vooravond van de Europese Parlementsverkiezingen is er weinig reden tot optimisme. Niet wat betreft actie, want het voorspelde opkomstpercentage wordt bedroevend laag volgens de bookmakers. Niet wat betreft reactie, want zo zuur en venijnig is het debat rondom Europa nog nooit geweest. En wat impact betreft is het maar beter helemaal te zwijgen want er zijn maar weinig Europese burgers die nog geloven dat ze enige invloed kunnen uitoefenen op de dames en heren in Brussel.

Deze vijandige context was echter geen reden voor Europe Direct Middelburg om de verkiezingen 2014 zonder meer voorbij te laten gaan. In samenwerking met SCOOP en de Provincie Zeeland is op de verjaardag van Europa een heus Europahuis georganiseerd, compleet met een EuropaCafé, een filmdocumentaire, een lezing en een afsluitend debat. Met niemand minder dan Sophie in ’t Veld,  Rutger Bregman, Karla Peijs, Thierry Baudet en Herman Lelieveld als moderator. Ruimte dus binnen het Europahuis voor zowel eurofielen als eurosceptici.

IMG_0017

Waar Sophie in ’t Veld nog aanvangt tijdens de opening met een optimistische kijk op verregaande grensoverschrijdende samenwerking binnen Europa, heeft Rutger Bregman in  zijn lezing “De noodzaak van een utopie”een flink gematigder blik op de coöperatie binnen dit continent. Bregman wijdt dit met name aan de individualistische neiging van de (Nederlandse) burger om onze ongelofelijke welvaart te vergeten samen met het gebrek aan besef dat wij leven in luilekkerland. De welvaartsziekte nostalgie zorgt  vervolgens voor het verlangen naar bijvoorbeeld de herinvoering van de gulden, aldus Bregman. “Waar het ons aan ontbreekt, is aan een stukje bezieling. We staan voor grote internationale uitdagingen die we niet lokaal of nationaal kunnen oplossen. Europa moet weer een waardenmaatschappij worden, alleen dan zal het ons lukken een Europese identiteit te ontwikkelen”.

IMG_0018

Sophie In ’t Veld

IMG_0023

Rutger Bregman

Deze kritische toon ten aanzien van Europa komt ook terug in het slotdebat. Karla Peijs debatteert met Thierry Baudet en Rutger Bregman over de volgende stellingen:

  1. Ik voel me meer Europeaan dan Nederlander
  2. We staan aan het begin van een nieuw Europees tijdperk
  3. De EU zou meer een waardengemeenschap moeten zijn

 

Terwijl scepticus Baudet een voorspelling doet over het in elkaar klappen van de EU en de Unie een regelfabriek noemt, waarin geen ruimte is voor hervormingen, is de voormalig Commissaris van de Koningin een stuk optimistischer. Zelfs oppert ze een directe verbinding met de nationale parlementen. “Parttime Tweede Kamerleden zouden ook EU-parlementariër moeten zijn”. Bregman onderschrijft wel het democratisch tekort van Europa. “Mensen verlangen naar iets tastbaars en sinds de crisis dwalen we rond in niemandsland. Hervormingen blijven uit. Referenda zouden daaraan een einde kunnen maken”. Moderator Herman Lelieveld sluit mooi af met de conclusie dat “het gebrek aan democratische legitimiteit ver opgelost zou kunnen worden wanneer de Europese samenwerking gericht zou zijn op het aantoonbaar dingen oplossen.”

IMG_0025

Rutger Bregman, Karla Peijs en Thierry Baudet

Een verkeerd imago dus. Een omslag naar output-legitimiteit, dat is wat donderdag 22 mei de opkomst aanzienlijk vergroot zou hebben volgens de gasten van het Zeeuwse Europahuis op 9 mei. We gaan het zien. Om te ervaren of uw (stem)actie ook werkelijk impact zal hebben hoeft u in elk geval niet lang te zoeken of ver te reizen: op de begane grond van de Zeeuwse Bibliotheek vindt u op de dag van de verkiezingen namelijk zoals altijd een stembureau.

Janette Zuydweg, Europe Direct Middelburg

Allesbehalve saai!

maandag, 19 mei 2014

Wanneer mijn echtgenoot en ik nieuwe mensen ontmoeten, en zij naar onze dagelijkse bezigheden vragen, vertel ik trots dat ik in de Zeeuwse Bibliotheek werk. Manlief meldt vervolgens dat hij werkzaam is op de Afdeling Psychiatrie van het Admiraal de Ruyter Ziekenhuis.

Als ik geluk heb wordt er vervolgens nog op mijn mededeling gereageerd: ‘Dan lees je zeker wel veel?’ Daarna gaat echter alle aandacht naar de psychiatrie, want werken met psychiatrisch patiënten, dat is spannend, moeilijk, bij vlagen grappig, emotioneel belastend en weet ik wat nog meer. Dat al deze bijvoeglijke naamwoorden ook van toepassing kunnen zijn op het werken in een bibliotheek, daar denkt een buitenstaander niet aan.

'Librarian action figure', te koop in de Library of Congress in Washington. Foto: Henk Kosters

Stoffig imago
Aan de bibliotheek en aan het beroep van bibliothecaris kleeft helaas (nog steeds) een stoffig imago. Het beeld van de saaie bibliothecaris wordt bevestigd door o.a. films, boeken en reclamefilmpjes. Als je een kijkje zou nemen in mijn agenda (zie foto), het rapport over de Bibliotheek van de toekomst leest, of onze website en de bijdragen van mijn collega’s op dit weblog bekijkt, moet je wel concluderen dat saaie mensen (als die al bestaan) dit werk niet kunnen doen.

Weekagenda jeugdafdeling

Allesbehalve saai
De tijd waarin bibliothecaresses met een knotje en een strenge bril vooral de stilte bewaakten in de bibliotheek en bibliothecarissen toezicht hielden in de studiezaal ligt ver achter ons. We zitten niet meer achter onze bureaus, maar zoeken onze klanten op,  binnen en buiten ons gebouw, en via sociale media als Twitter, Facebook en Instagram.

We proberen je zo goed mogelijk van dienst te zijn. Wil je een ouderavond over mediawijsheid op jouw school? Wij komen graag. Heb je De kraamhulp van Esther Verhoef gelezen en zoek je een soortgelijk boek? Wij helpen je met plezier! Heb je een treinkaartje gekocht bij de Hema en weet je niet hoe je dat moet printen? Kom naar de bibliotheek, wij zijn je graag van dienst! Heb je een andere vraag? Stel hem gerust!

Ik ben er trots op dat ik in de bibliotheek werk. Bibliothecaris zijn is allesbehalve saai, het is – ik citeer collega Jeanine Deckers (vorig jaar genomineerd voor de titel van Beste Bibliothecaris van het Jaar)- een prachtig vak.

Henk Kosters, sectie Jeugd en Jongeren

Europahuis muzikaal

dinsdag, 6 mei 2014

Ode an die Freude

Op vrijdag 9 mei 2014 staat de Zeeuwse Bibliotheek in het teken van Europa met o.a. de lezing van Rutger Bregman De noodzaak van een utopie en een debat over de toekomst van Europa met Rutger Bregman, Thierry Baudet, Sophie in ‘t Veld en Karla Peijs.

Ook in het Leescafé, voor deze dag omgedoopt tot Europacafé, vinden activiteiten plaats en is het menu aangepast. Mij is verzocht om hierbij passende muziek te zoeken uit onze brede collectie cd’s.

Europa

Wat is Europese muziek? In het groot gedacht, heeft eigenlijk alle muziek die we dagelijks horen- van klassiek tot pop tot jazz- Europese roots. De grote diversiteit aan culturen brengt een evenzo grote variatie aan muziek voort, teveel om in één enkele dag te laten horen. Daarom heb ik gezocht naar muziek die wellicht minder bekend is, maar een op de één of andere manier toch een connectie heeft met Europa. Kent u bijvoorbeeld muziek uit de Elzas? Zo’n typisch gebied met een moeilijk verleden; afwisselend horend bij Frankrijk en Duitsland, twee landen die eeuwenlang een problematische verhouding met elkaar onderhielden. Tussen 12.00 uur en 14.00 uur hoort u o.a. Au Gré des Vents met hun cd Soll Lawa, muziek uit dit gebied.

De muziekdag in het Leescafé is globaal ingedeeld in een zestal blokken met een accent. Hieronder staat welke muziek u gedurende de dag kunt verwachten.

10.00 – 12.00 uur Klassieke muziek

met o.a. Holland Baroque Society, pas nog gehoord op het Koningsconcert. De cd die gedraaid wordt brengt Telemann met een Oost-Europese twist door violist Milos Valent.

12.00 – 14.00 uur Europese volksmuziek

met de hierboven genoemde muziek uit de Elzas, naast voorbeelden uit veel verschillende andere landen. Met een accentje op West- en Midden Europa, en Scandinavië.

14.00 – 16.00 uur Wereld, Pop & Jazz

Een crossover: volksmuziek met de Ierse Chieftains en hun pop-gasten Sting, Mick Jagger, Mark Knopfler en anderen. Daarna Nederlands, nog grotendeels onontdekt talent Mink Quispel met de groep Hummingville. Ik had de eer op trompet en flugelhorn een bijdrage te leveren aan deze cd.

Als er nog tijd over is, ook aandacht voor Kapok, een jong jazz trio rond hoornist Morris Kliphuis, bekend van The Kyteman Orchestra.

16.00 – 18.00 uur Europese volksmuziek rond de Middellandse Zee

Internationale liedjes voor kinderen gevolgd door warmbloedige muziek uit de landen rond de Middellandse zee. En een vleugje fado.

18.00 – 19.30 uur Happy hour

Rond etenstijd een beetje kalmer aan met muziek van Toots Thielemans, onlangs 90 geworden en nu pas gestopt met live-optredens. The man. Minimal music van Einaudi, en Nederlandstalige liedjes van Eefje de Visser’s debuutcd De Koek. Als er nog tijd is, vormt de muziek van Lionel Belmondo met klassieke thema’s in een jazz-jasje de overgang naar het laatste blok muziek.

19.30 – 21.00 uur Klassieke muziek

Bekende werken, Klara Top 75.  Carl Orff:  O Fortuna. Wat zal het lot Europa brengen, gaat de samenwerking verder, wordt de visie van de politiek begrepen en gedragen door de kiezers, of gaat het allemaal te snel?

Daarna een verzamelcd uit de serie “Iedereen klassiek”- cd 3 Water. EMI bracht in 2011 een viertal cd’s uit met elk een van de elementen Aarde, Lucht, Water, Vuur. De cd Water heb ik gekozen wegens de link met Nederland, Zeeland, waterland. Muziek van Horner, Monza, Smetana en vele anderen.

En mocht u nu gezellig blijven na het debat, dan hoort u trompettist/zanger Chet Baker, geen Europeaan, maar een Amerikaan die zijn grootste successen in Europa vierde en helaas in Amsterdam overleed. Ook jazz heeft zijn roots in Europa. Maar daarover een andere keer meer.

 

Els van de Wijdeven-Millenaar, Muziekafdeling

 

Externe bron: www.europa.eu

Foto: eigen foto- en bewerking