Notice: Function _load_textdomain_just_in_time was called incorrectly. Translation loading for the breadcrumb-navxt domain was triggered too early. This is usually an indicator for some code in the plugin or theme running too early. Translations should be loaded at the init action or later. Please see Debugging in WordPress for more information. (This message was added in version 6.7.0.) in /var/www/html/wp-includes/functions.php on line 6121 ZB Bibliotheek van Zeeland

De spreeuw van Mozart

1 juni 2015

Een kikker kwaakt, een koe loeit, een olifant schettert, een vogel fluit. We associëren dit eigenlijk met zingen. Het geluid dat ze produceren spreekt ons aan en we hebben er plezier in om ernaar te luisteren.

Dit kan ik beamen, want elke dag hoor ik op dezelfde tijd onder andere de merels fluiten. Het lijkt net of ze allerlei melodietjes aan het ‘zingen’ zijn. Het is ook bekend dat door de jaren heen vogelgezang verwerkt is in muzikale composities.

Wie kent niet de werken van Olivier Messiaen, waarin vogelgeluiden verwerkt zijn, zoals in het muziekstuk Oiseaux exotiques. Al meer dan 30 jaar maakt de Amerikaanse ornitholoog Luis Baptista geluidsopnamen van vogels. Over drummende spotvogels, merels die Beethoven fluiten en het raadsel van De spreeuw van Mozart. Hier had ik nog nooit over gehoord en mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Ik vond het dan ook zeer leuk om een artikel te vinden over De spreeuw van Mozart in de NRC en dat zich daar een aantal musicologen, waaronder Luis Baptista, mee beziggehouden heeft.

Mozart-by-Croce-1780-81

Mozart, portret door Johann Nepomuk della Croce, 1780

(Bron: Wikipedia)

Het verhaal gaat  als volgt:

Op 27 mei 1784 kocht Wolfgang Amadeus Mozart voor 4 cent een spreeuw in een dierenwinkel. Hij raakte zeer gehecht aan het beest en hij leerde de vogel een thema fluiten uit zijn Zeventiende pianoconcert in G KV 453. De vogel bleek niet helemaal de juiste melodie te fluiten, maar het was toch aardig in de richting. Mozart was helemaal gelukkig.

706px-Sturnus_vulgaris_-London_Zoo,_England_-juvenile-8_(1)

Een jonge spreeuw

(Bron: Wikimedia commons)

Toen de vogel 3 jaar later doodging, was Mozart dan ook zeer aangedaan. Hij had speciaal voor de begrafenis van de vogel een lang gedicht geschreven. Zijn vrienden moesten zich in het zwart kleden voor de begrafenis van de spreeuw.

Kort daarna schreef Mozart Ein musikalischer Spass KV 522, een stuk waarover door de musicologen nog lang nagedacht is. Het muziekwerk werd namelijk niet begrepen; het miste de kwaliteit van Mozart. ‘Een muziekstuk met een cadens die veel te lang aanhoudt en met een lachwekkende diepe pizzicato-toon eindigt…’ (Dit is niet mijn mening, want ik vind het een prettig muziekstuk om naar te luisteren, maar ik leef natuurlijk wel in een andere tijd).

Er werden allerlei analyses en theorieën op losgelaten. Mozart zou de zang van de spreeuw in het stuk verwerkt hebben. De vogel fluit hier en daar dissonanten en enigszins vals en daarom zouden de hoorns vreemd klinken.

Wat ik zelf wel een aannemelijke conclusie vind, is de theorie van Luis Baptista. Hij geeft aan dat vogels als de spreeuw twee paar stembanden hebben waarmee ze onafhankelijk van elkaar twee deuntjes kunnen zingen. In het muziekwerk Ein musikalischer Spass lijkt het of je dissonanten hoort, maar het is in feite muziek in twee verschillende toonsoorten.

Zou dit muziekwerk dan op te vatten zijn als een laatste requiem voor zijn geliefde spreeuw…? Wie zal het zeggen. Het is zeker de moeite waard om dit werk te beluisteren.

Rea Bensch, Domeinspecialist muziek

 

Bronnen:

http://retro.nrc.nl

Wikipedia/Wikimedia commons

You Tube

 

How to act at a distance in the early modern world

26 mei 2015

The case of the Commercie Compagnie Middelburg

Op de vrijdag na Hemelvaartsdag vond in de Aula van de Zeeuwse Bibliotheek het eerste door de University College Roosevelt binnen onze muren georganiseerde symposium plaats. Dit symposium werd georganiseerd in het kader van de afronding van het werkcollege dat Dr. Arjan van Dixhoorn zijn derdejaars gaf. Dat werkcollege, ‘Zeeland and the Early Modern World’, had als doel het informatienetwerk van de Middelburgse Commercie Compagnie (MCC) te onderzoeken. Alle studenten (en dat waren er acht) gaven daartoe een presentatie.

TH vanuit Opal (Large)

Voor diegenen onder u die in 2014 in een grot in Tora Bora verbleven: de Middelburgsche Commercie Compagnie was in opzet een rederij die in 1720 tijdens de zogenaamde South Sea Bubble (een kredietcrisis op basis van verkoop van luchtkastelen) werd gesticht en pas in 1889 geliquideerd zou worden. Het bedrijf is vooral beroemd geworden omdat het complete archief van de bedrijfsadministratie bewaard is gebleven in het Zeeuws Archief (en inmiddels op de werelderfgoed lijst van de Unesco staat) en de MCC tussen 1734 en 1809 113 slavenreizen heeft ondernomen. Nu de opgewaaide bladeren in de vorm van het vraagstuk van de slavenhandel na vorig jaar weer rustig op de grond geland zijn, was het tijd om te bezien wat je zoal nog meer kan doen met een dergelijk bedrijfsarchief. Onder andere onderzoeken hoe de directie het klaarspeelde om wereldwijd haar ogen en oren open te houden en over de gehele globe haar kapiteins probeerde te dirigeren.

ZB9 100_3716

Om dat te onderzoeken werden de studenten in het diepe gegooid om voor het eerst in hun leven zelfstandig een wetenschappelijk onderzoek op te zetten en uit te voeren. Daarmee is enerzijds aangegeven dat de verwachtingen niet te hoog gespannen mogen zijn. Het gaat hier immers niet om volwaardige geschiedenisstudenten, maar om studenten die in de toekomst én nog moeten kiezen of ze wel onderzoeker willen worden én -indien ze dit pad van de alfawetenschappen bewandelen- ze dan ook nog geschiedenis willen gaan studeren. Anderzijds is van de UCR studenten hun bevlogenheid en bovengemiddelde intelligentie bekend. Aldus zie je op zo’n middag vaak rijp en groen voorbij komen.

100_3721

Anders dan bij andere symposia was het hier vaak wel een zaak van herkauwen. Daarmee bedoel ik dat de studenten door hun docent dan wel het bos in werden gestuurd, maar niet zonder allen een identieke picknickmand mee te geven. Dat betekent dat driekwart van hen de luisteraars in de Aula vergaapt op het gegeven dat in dat mandje is genuttigd uit Wolfgang Krohns, The dynamics of science and technology: social values, technical norms and scientific criteria in the development of knowledge. Dit met als doel het onderzochte te kunnen toetsen aan de theoretische onderbouwing en uitgangspunten.

Gelukkig blijft er nog genoeg unieks over om er toch een boeiende middag van te maken.

Hermanus van de Putte2

Hermanus van de Putte (1661 – 1724 ), regent en slavenhandelaar

Het aardige aan dit werkcollege is dat studenten van nu, die zijn opgegroeid met smartphones, tablets, internet en sociale media als twitter en facebook gaan onderzoeken hoe onze voorouders driehonderd jaar geleden hun informatienetwerk opzetten. De, althans voor historici, niet-verrassende uitkomst is dat wij weliswaar in een informatie- en communicatie samenleving wonen, maar deze niet uniek is voor onze eeuw. Deze bestond namelijk al bij aanvang van de Nieuwe Tijd, zo rond 1600. De MCC, zo bleek die middag, heeft handelsagenten  gehad in alle grote havens ter wereld in Rusland, Noorwegen, Engeland, Frankrijk, Spanje,  Afrika, de Caraïben, de Kaapverdische Eilanden, Madeira, de Azoren tot St. Helena toe. Deze wereldgeschiedenis van een Middelburgs bedrijf leent zich uitstekend voor een geschiedeniscollege van de UCR, want daar wordt ‘glocal history’ onderwezen vanuit het idee dat alles wat in de wereld gebeurt ook vanuit het lokale perspectief bekeken kan worden. Met andere woorden: om een systeem te begrijpen hoef je niet naar het ageren van staten te kijken, maar is het bestuderen van kleinere instituties, gemeenschappen, bedrijven en netwerken voldoende om het geheel te overzien.

MCC de Hoop Nieuwepoortstraat e

MCC De Hoop, Nieuwepoortstraat Middelburg

Het programma bestond uit een inleiding en slotopmerking van Prof. Dr. Arjan van Dixhoorn, zeven presentaties van twintig minuten door de studenten van het werkcollege en een korte film over het onderwerp. Daarmee was het een middag vullend programma dat van half twee tot kwart voor zes duurde. Net zoals met goede wijn in bijbelverhalen, werd ook hier het beste tot het laatst bewaard. Vooral de presentatie van Gina Leyva Freundt (de enige niet Nederlandstalige studente) over een handelsagent op Jamaica tussen 1738-1744 en die van Sjors Coenen over de correspondentie tussen het hoofdkantoor en kooplieden uit Marseille in de maanden maart tot en met juni 1733 brachten nieuwe zaken aan het licht.

Nestor Romero Clemente en Lewis Dean sloten af en brachten een geheel eigen bijdrage aan dit programma in de vorm van een korte film of teaser, waarin het betreffende werkcollege wordt aangeprezen. Eerder al bedacht Nestor een teaser voor een college van Prof. Dr. Albert Clement en een teaser voor de N8 van de n8 in Middelburg. Wat Nestor maakt met zijn huis-tuin-en-keukenapparatuur overstijgt het niveau van de gemiddelde documentairemaker van de NPO nu al. Wie de teaser van het college zag, weet dat Nestor in de voetsporen van David Attenborough treedt. We kunnen alleen maar hopen dat deze regisseur in spé niet geheel voor Zeeland verloren zal gaan, aangezien zijn opleiding, net als die van alle andere studenten van deze middag, is afgerond.

100_3718

Onder de pakweg vijftig aanwezigen bevond zich ook een afvaardiging van het Familiefonds Snouck Hurgronje. Met de leerstoel van Prof. Dr. Arjan van Dixhoorn is namelijk iets vreemds aan de hand; het is de enige leerstoel in Nederland die wordt bekostigd uit de opbrengst van een nalatenschap die in zijn geheel is geroofd van de Staat, of in dit geval de Staten van Zeeland, want de fraude werd al driehonderd jaar geleden gepleegd. Achteraf kunnen we er blij om zijn dat Isaac Hurgronje op deze wijze zijn rijkdommen alsnog teruggeeft aan hen van wie dit geld gestolen was: de gemeenschap, want het gaat om een niet onaanzienlijk bedrag van rond de zes ton in guldens.

Nu zijn er graaiers die daar tegenwoordig hun hand niet voor omdraaien, maar als we dit naar hedendaagse valuta omrekenen hebben we het toch over tenminste € 13,6 miljoen. Dat geld werd door de toenmalige vendumeester en later burgemeester van Vlissingen, achterovergedrukt uit de verkoop van tijdens de Negenjarige- en Spaanse Successieoorlog buitgemaakte schepen. Het Familiefonds houdt er thans toezicht op dat dit geld nuttig wordt besteed. Dat is wat mij betreft het geval, want hoe anders krijgt Zeeland ooit nog de kans toekomstige internationale wetenschappers bekend en enthousiast te maken voor de geschiedenis van dit gewest? Die kans mogen we na 1575 niet nog een keer door onze handen laten glippen.

 

Johan Francke, Informatiespecialist

Zwijgende instrumenten – muziekinstrumenten in musea

13 mei 2015

trombone

Trombone met 6 ventielen en 7 bekers

Tegenstelling
De titel van dit stuk draagt een wat wrange tegenstelling: zijn muziekinstrumenten er juist niet voor om te klinken? Als ik denk aan die stille objecten in vitrines, ja, dan is die tegenstrijdigheid onontkoombaar. Toch is kijken naar instrumenten, net zo goed als het kijken naar schilderijen, beelden of gebruiksvoorwerpen uit verleden en heden, een tocht van verwondering en openbaring, en geeft zo een verbintenis naar het nu. Wist u dat de synthesizer al eind 19de eeuw werd uitgevonden? De ontwikkeling van de elektronische muziek is dus zowat net zo oud als de gloeilamp.

Dagje uit
Deze zomer is er vast ook een mindere dag, waarbij het strand, bos of pretpark geen opties zijn. Misschien is het erg leuk om eens naar een museum te gaan, dat nu eens niet over wetenschap (met proefjes) of beeldende kunst gaat. Wanneer je van muziek houdt, of je nu een instrument bespeelt of alleen graag luistert, kan het heel leuk zijn om eens te zien hoe instrumenten zich hebben ontwikkeld. Op welke instrumenten de eerste popmuziek werd gespeeld in herberg en op straat, en om te horen hoe dat klonk. Om te zien hoe prachtig en met hoeveel vakmanschap instrumenten werden vervaardigd en versierd, met welke gereedschappen men het hout bewerkte. Wat is een crwth ? Leuk om te weten als je harp speelt. En wat is een gamba behalve een lekkere grote garnaal? Ophicleïde klinkt ook als een veelpotig insect, maar is het niet, en wat heeft dat instrument te maken met de bastuba?

gambaspeler

Gamba en speler

Ondergeschoven
Muziekinstrumenten lijken in museumland een ondergeschoven kindje. Dat is wel begrijpelijk als je denkt aan wat ik hierboven schreef: muziekinstrumenten moeten klinken. Maar het doel van een museum is het verleden aanschouwelijk te maken, doen ervaren, informatie te geven, te prikkelen en passies te voeden. Wanneer je op internet een startpagina raadpleegt over musea, dan vind je de meest uiteenlopende collecties, vaak particuliere initiatieven. Van boerenkiel tot kristalglas en chique servies.

In Nederland was in vroeger jaren het Haags Gemeentemuseum beroemd om zijn instrumentencollectie; deze collectie is echter niet langer toegankelijk. Ook de collectie van het Tropenmuseum is verdwenen. Wel kun je gemechaniseerde, zelfspelende instrumenten bewonderen in het Museum Speelklok Pierement te Utrecht. Dit museum voert, zoals de naam al zegt een collectie geautomatiseerde instrumenten als draaiorgels, orchestrions, snaarinstrumenten, speeldozen en speelklokken. Zelfspelende instrumenten zijn erg populair: zo is er ook een pianolamuseum in Amsterdam, in Asten, Brabant kun je speelklokken beluisteren in het museum Klok en Peel en in Bennekom vind je speeldozen .

Ben je een enthousiast bespeler van een koperen blaasinstrument en heb je nog nooit van de naam Kessels gehoord? Vraag het eens aan het oudste lid van de harmonie, fanfare of brassband! Wie van de oudste garde leerde niet spelen uit het boekje van Kessels? Kessels in Tilburg was tot 1955 een beroemde instrumentenfabriek. Niet alleen koperen blaasinstrumenten werden daar gemaakt, ook tal van andere instrumenten werden er gebouwd en de fabriek bood op het hoogtepunt ruim 450 Tilburgers werk. Een heel interessante collectie die een bezoek waard is, misschien in combinatie met het Textielmuseum.

De genoemde musea hebben allemaal specifieke zwaartepunten. Voor een groter overzicht in een prachtig gebouw, moeten we naar onze zuiderburen. Het MIM (Muziek Instrumenten Museum), gehuisvest in een prachtig complex in art nouveau en
classicistische architectuur te Brussel. Met de trein makkelijk te doen!

mim

Het MIM

MIM
Dit museum werd al in 1877 opgericht. Sinds 2000 wordt een deel van de collectie in het gebouwencomplex Old England aan de Hofbergstraat gepresenteerd. Het museum bezit ruim 8000 instrumenten, waarvan er 1200 te zien (en veel te horen) zijn.
De website geeft zeer uitgebreide, kwalitatief uitstekende informatie. Via deze website is het tevens mogelijk om in online catalogi te zoeken naar instrumenten in Europese musea en natuurlijk de eigen collectie.

Van een aantal kan een geluidsfragment worden beluisterd. Wat een mooie ontdekkingstocht als je meer wilt weten over de ontwikkeling van je eigen instrument(en)ook een virtueel feestje! Het MIM is onderdeel van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis.

Collectie
De collectie is onderverdeeld in een aantal deelcollecties die tentoon worden gesteld op vier verdiepingen van dit prachtige gebouw. Er is ook een concertzaal en restaurant waar je tussendoor even kunt nadenken over hetgeen allemaal al is gezien.
Veruit de grootste verzameling muziekinstrumenten in de Lage Landen, ook nog eens op een prachtige manier getoond. Dat lijkt me een mooi alternatief voor de bioscoop als het eens wat minder weer is deze zomer!

Els van de Wijdeven-Millenaar,
muziekspecialist

Bronnen:
● de websites van de genoemde musea
musicologynow.ams-net.org (foto trombone met 6 ventielen en 7 bekers)
gutenberg.org (tekening gamba en speler)

Esther Gerritsen en het Boekenweekgeschenk 2016

29 april 2015

Ze was onlangs uitgebreid in het nieuws: auteur Esther Gerritsen (1972). Zij wordt de auteur van het Boekenweekgeschenk 2016. Voor het eerst sinds 2002, toen deze eer te beurt viel aan Anna Enquist, is er weer eens een vrouw uitgenodigd door de CPNB om de jaarlijkse editie te schrijven. Dat is verheugend nieuws. Dat de keuze op haar is gevallen puur om haar schrijverskwaliteiten is natuurlijk zonneklaar. Maar dat er in de afgelopen veertien jaar geen enkele andere vrouwelijke auteur was die deze kwaliteit kan bieden, kan ik me niet voorstellen. Er zijn genoeg Nederlandse schrijfsters, van alle leeftijden, die prachtige en gelaagde verhalen en romans schrijven.

Maar laat ik niet zeuren, het is een vrouw dit jaar, eindelijk! Esther Gerritsen debuteerde in 2000 met de verhalenbundel Bevoorrecht bewustzijn en werd direct gezien als een van de grote, jonge literaire talenten. Ze schreef sindsdien, naast columns, filmscenario’s en theaterteksten, nog zeven romans.

normaledagenObsessievelijk gedrag

Met Tussen een persoon (2002) en Normale dagen (2005), bevestigde ze de verwachtingen. In 2008 verscheen haar vierde, veel geprezen roman De kleine miezerige god. Vaak terugkerende thema’s in Gerritsens werk zijn obsessievelijk gedrag, overgevoeligheid en depressiviteit. Het leverde haar al de bijnaam ‘chroniqueur van de gekte’ op.

In 2014 ontving Gerritsen de Frans Kellendonk-prijs, die driejaarlijks wordt toegekend aan een Nederlandstalige auteur met een literair oeuvre, dat getuigt van een onafhankelijke en originele kijk op maatschappelijke of existentiële problematiek. Met haar scherpe observaties, haar tragikomische stijl en de in haar boeken even herkenbare als schrijnende thema’s, wordt ze algemeen beschouwd als een uniek auteur in het literaire landschap.

Libris Literatuurprijs

Haar laatste drie romans Superduif (2010), Dorst (2012) en Roxy (2014), werden genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs, een van de grootste Nederlandse literatuurprijzen. Van het laatstgenoemd boek is nog niet duidelijk of ze de prijs gaat winnen. Concurrenten zijn o.a. Adriaan van Dis, Peter Terrin en Kees ’t Hart. De bekendmaking van de prijs vindt al snel plaats: op 11 mei 2015.

boekenbonGerritsen heeft een populaire, wekelijkse column in de VPRO Gids. Ze is regelmatig te gast in radioprogramma’s en op literaire festivals. Bovendien is ze, samen met Tommy Wieringa, sinds oktober 2014 het nieuwe gezicht van de Nederlandse Boekenbon. Nog een wapenfeit: vertaalrechten van de roman Dorst werden verkocht aan Engeland, Duitsland, IJsland, Argentinië, Zuid-Korea en Tsjechië.

Begaafd

Bovenstaande opsomming van feiten rondom Esther Gerritsen, mag duidelijk maken dat zij een begaafd auteur is en ook dat ze een gestaag groeiende populariteit bij de Nederlandse lezer geniet. Twee jaar geleden sprak het maandblad Opzij (mei, 2013) haar uitgebreid naar aanleiding van haar nominatie voor de Opzij Literatuurprijs. In het interview vertelt ze dat ze anders is gaan schrijven sinds haar echtscheiding: hijgeriger én met rauwe seksscènes, wat haar jubelende kritieken opleverde.

Gerritsen ging door tijdgebrek wat ze zelf noemt ’efficienter’ schrijven. Toen ze Dorst schreef lag ze in scheiding. “Ik moest driehonderd dingen regelen voor die scheiding en ben in korte tijd twee keer verhuisd. Ik zette om zes uur de wekker, zodat ik ’s ochtends nog een uur kon schrijven voordat mijn dochtertje opstond. Heel mijn rustige leventje was weg. Mijn schrijfstijl is wat hijgeriger geworden”.

superduifVrouwen tellen

Met Dorst overkwam het haar ook om wéér als enige vrouw te worden genomineerd voor de shortlist van de Libris Literatuurprijs, net als in 2010 met Superduif. Gerritsen: “Natuurlijk viel me dat meteen op. Ik tel altijd vrouwen, overal. De Librisnominatie geeft me toch het krachtige gevoel van mee te mogen doen met de jongens, maar ik zou dat sentiment liever niet hebben. Ik zou willen dat ik het níét als een onbewust compliment zag. Jongens zeggen toch ook nooit trots: “ik mag meedoen met de meisjes”. Ik weet bijna niet beter dan dat er altijd maar één vrouw tussen staat bij die lijstjes. De mannelijke dominantie heerst nog altijd op allerlei terreinen: economie, cultuur, de media. Het verandert vanzelf wel, maar het gaat nog lange tijd duren voor vrouwen net zo dominant zijn in onze maatschappij als mannen”.

En dat is dan weer merkbaar aan het grote aantal jaren (tussen 2002 en 2016) waarin geen enkele vrouw het Boekenweekgeschenk schreef. Daarom deze aanbeveling: lees Esther Gerritsen! Ze schrijft prachtige romans en dat heeft niets met mannelijk of vrouwelijk te maken. Zo is dat ook met de boeken van vele andere vrouwelijke auteurs. Ze verdienen het om te worden gelezen en de waardering te ontvangen waar ze recht op hebben.

Ik kijk nu al uit naar het Boekenweekgeschenk 2016, ik ben heel benieuwd wat voor juweeltje dat wordt!

Anya Marinissen
Webredacteur en bibliothecaris

Smakelijk rondje Zeeland

23 april 2015

terroirwalcherenennoordbeveland
Op 22 april verscheen Terroir Walcheren en Noord Beveland. Een boek over bijzondere, lokale producten van Walcheren en Noord-Beveland met adressen, recepten, fietsroutes en tips voor onderweg.

De rode draad is steeds bijzondere, smakelijke en eerlijke producten en de adressen waar je deze producten kunt zien groeien, proeven en ervaren. Maar ook adressen van ondernemers die graag met deze mooie producten werken.

De presentatie van het boek vond plaats bij het Aspergepunt aan de Abeelseweg in Middelburg. In het boek staan dan bijvoorbeeld een aantal restaurants waar je deze asperges kunt eten. En andere producten die bij het aspergepunt te koop zijn zoals aspergewijn en zoute boter van boerderij Hoogelande.zeeuwseknop

De Zeeuwse Bibliotheek heeft in het Zeelandpaviljoen een ruim aanbod met boeken over Zeeuwse koks en recepten. Van het Zeeuws Archief een boekje met oude familierecepten. Als je wilt weten wat ‘Pannevis mi wanten’ is, kijk dan in dit boekje met de titel Aan tafel!

Het Zeeuwse Knop Bakboek mag natuurlijk niet ontbreken in dit rijtje. Tinka Leene verzamelde recepten en verhalen uit Zeeland en de rest van de wereld. Wat dacht je van een Griekse yoghurttaart? Uiteraard in de vorm van de Zeeuwse Knop.

Over Zeeuwse zilte zaligheden verscheen Het oesterboek oesterboeken voor liefhebbers van zoetigheden is er Zeeuws zoet.

Zeeland kent veel goede restaurants, met en zonder Michelinsterren. Edwin Vinke van De Kromme Watergang bracht een boek met recepten uit: Zilt en een boek met verhalen en  foto’s van Zeeland afgewisseld met recepten: Zilte klei.

Ludo Haers schreef een culinaire biografie Bloewoste mee juun en een boek met korte verhalen en gerechten van (h)eerlijke producten: #meermoetaniezijn.

puurzeelandVan de hand van Sergio Herman zijn er inmiddels veel boeken verschenen. Puur Zeeland is er één van. Hierin neemt hij ons mee op een culinaire ontdekkingsreis langs lokale ingrediënten uit de duinen, schorren en polders en natuurlijk uit de zee en de Oosterschelde.

Adriënne Withagen,
Informatiespecialist

 

Wie was Pieter Paulus toch?

7 april 2015

Woensdagochtend 1 april om negen uur trad de heer Perry Moree als nieuwe directeur aan, met een toespraak in de aula voor het voltallige personeel van de Zeeuwse Bibliotheek en SCOOP. Al die tijd had hij een afbeelding geprojecteerd op het scherm achter hem. Het was een zwart-witportret van een meneer uit de pruikentijd. “Weet iemand wie dit is?” vroeg hij. Helaas was er niemand die het portret herkende. Het bleek om de van oorsprong Zeeuwse staatsman Pieter Paulus te gaan. Een figuur die de directeur duidelijk fascineert. Hij heeft dit portret zelfs in zijn werkkamer hangen. De politicus Paulus speelt een belangrijke rol in Moree’s proefschrift ‘Met vriend die God geleide’, over het Nederlands-Aziatisch postvervoer in de 18e eeuw.

Portret van man met pruik. Pieter Paulus, Secretaris van de Admiraliteit der Maas, 1754-1796

Pieter Paulus, Secretaris van de Admiraliteit der Maas, 1754-1796
Bron: Wikimedia commons

Pieter Paulus werd op 9 april 1753 in Axel geboren, als oudste telg uit een regentenfamilie. Hij ging op zijn twaalfde naar een kostschool in Den Bosch, kwam enkele jaren later terug naar Zeeland waar hij de Latijnse school in Vlissingen bezocht. Hij heeft op de universiteiten van Utrecht en Leiden voor advocaat gestudeerd. Dat vak heeft hij in Zuid-Holland uitgeoefend. Hij was verder vooral uiterst actief in de politiek, en eindigde in 1796 als eerste voorzitter van de Nationale Vergadering, die tijdens de Bataafse Republiek de Staten-Generaal verving.

Hij is een nationale bekendheid geworden. Het is niet nodig om hier zijn levensbeschrijving te geven. Die staat heel kort in de Encyclopedie van Zeeland, iets uitgebreider op de Wikipedia, en nog beter in ‘Levensberichten van Zeeuwen’ door F. Nagtglas. De meeste informatie is te vinden in: ‘Pieter Paulus (1753-1796), patriot en staatsman’ door E.J. Vles, uitgegeven door De Bataafsche Leeuw in 2004.

Korte Weststraat markt Axel. De markt uit Axel op een prentbriefkaart van honderd jaar geleden; het huis van de familie Paulus is het zesde pand van links met de verhoogde gevel.

De markt uit Axel op een prentbriefkaart van honderd jaar geleden; het huis van de familie Paulus is het zesde pand van links met de verhoogde gevel. Bron foto: Beeldbank Zeeland, Zeeuwse Bibliotheek

Axel was destijds een kleine stad, met nog geen duizend inwoners, maar wel met stadsrechten. Het nabijgelegen Terneuzen was toen nog maar een gehucht. Axeler Ambacht viel in de 18e eeuw onder de Generaliteitslanden, dat wil zeggen dat zij binnen de Republiek der Verenigde Nederlanden geen zelfstandig gewest konden vormen. Zeeuws-Vlaanderen, dat toen Staats-Vlaanderen heette, werd rechtstreeks vanuit Den Haag bestuurd. Het dagelijks bestuur over het Land van Axel werd echter waargenomen door de Staten van Zeeland. De bevolking was protestants, en voor een deel oorspronkelijk afkomstig van Walcheren.

De Nederlandse samenleving was in die tijd in twee kampen verdeeld: de patriotten en de prinsgezinden. ‘Patriot’ betekent eigenlijk ‘vaderlandslievend’. Nu waren beide partijen dat. Alleen zagen de prinsgezinden dat in samenhang met een belangrijke rol voor het Huis van Oranje, terwijl de patriotten die juist wilden beperken en uiteindelijk afschaffen. De prinsgezinden hadden hun aanhang vooral in de randgewesten, onder de oude aristocratie en bij het gewone volk in de grote steden. Beroemde types uit de prinsgezinde beweging waren twee volksvrouwen uit Rotterdam, die als Kaat Mossel en Ruige Keet de geschiedenis ingegaan zijn.

De Zeeuwse Bibliotheek bezit een grote collectie pamfletten juist ook uit die periode. Beide kampen bevochten elkaar soms met vuisten, maar meestal met papier. Ondergetekende is al jaren bezig om deze geschriften opnieuw te beschrijven en te voorzien van een onderwerpsontsluiting. Hopelijk zal over een paar jaar de complete collectie pamfletten op een degelijke catalogus terug te vinden zijn. Het is soms moeilijk om te onderscheiden uit welk kamp een pamflet komt. Meestal zijn ze anoniem. Soms lijkt een tekst de stadhouder-prins te verheerlijken, maar dan blijkt het uiteindelijk patriottische spot te zijn, geschreven door iemand die doet alsof hij prinsgezind is, maar die gezindheid eigenlijk belachelijk maakt. Lezers uit die tijd hadden het onmiddellijk door, maar wij in onze tijd moeten ons goed inleven.

De patriot Pieter Paulus trad in Den Haag tegen een andere belangrijke Zeeuw op, de prinsgezinde raadpensionaris Laurens Pieter van de Spiegel, die de carrière van zijn tegenstander tijdelijk wist te breken. Paulus heeft een beroemd pamflet geschreven: ‘Het nut der stadhouderlyke regering’, waarin hij juist het tegendeel trachtte aan te tonen. In feite was hij een van de theoretici van de patriottische beweging. Hij was welgemanierd en hoog ontwikkeld. Daardoor kreeg hij, zowel bij leven als lang na zijn dood, waardering van voor- en tegenstanders. Zelfs prins Willem V en zijn vrouw prinses Wilhelmina van Pruisen verdroegen hem vanwege zijn belezenheid, maar verwierpen zijn democratische denkbeelden. Hij, van zijn kant, had echter weinig behoefte om het prinselijke paar regelmatig te bezoeken.

Pieter Paulus heeft tijdens zijn Haagse carrière Zeeland niet vergeten. De strekking van zijn proefschrift was deze dat Zeeland bewester Schelde (het huidige Midden-Zeeland) krachtens middeleeuws recht bij Vlaanderen hoorde, en niet bij Holland. In de zelfde tijd schreef hij ‘Betoog van Zeelands regt tot het stigten eener hoogeschole’. Daarmee bedoelde hij een universiteit. Tevoren waren alleen pogingen gedaan om een ‘illustere school’ op te richten, wat we tegenwoordig een bachelor opleiding zouden noemen, maar deze zijn keer op keer gestrand. Ook zijn pleidooi leverde geen resultaat op. Voorts was Paulus een groot voorstander van de gelijkheid onder de mensen. Die overtuiging legde hij vast in: ‘Verhandeling over de vrage: in welken zin kunnen de menschen gezegd worden gelyk te zijn?’. Zijn antwoord was: alleszins. Dat betrof wat hem aanging, ook de slaven in de Nieuwe Wereld. In een tijd waarin Afrikaanse zwarten vooral als koopwaar gezien werden, legde hij er de nadruk op dat het mensen waren. Het spreekt vanzelf dat alle genoemde geschriften in meervoud in de Zeeuwse Bibliotheek aanwezig zijn.

Op de 1e maart 1796 werd Pieter Paulus tot eerste voorzitter van het democratische parlement gekozen. Dat ging gepaard met een optocht door de stad, waarbij hij blootshoofds door de nog winterse straten van Den Haag liep. Voor iemand die zijn hele leven een pruik gedragen had, bleek dit funest. Hij liep een longontsteking op, waar hij zestien dagen later aan bezweek. Directeur Perry Moree ziet Pieter Paulus als een lichtend voorbeeld. Het is alleen heel erg te hopen dat hij hem niet letterlijk navolgt …

Marinus Bierens
Conservator

Cofena Antwerpen

30 maart 2015

Cofena is een Belgische organisatie die jaarlijks zes klassieke concerten organiseert in de Koningin Elisabethzaal in Antwerpen.

De wortels van Cofena gaan terug tot 1945. Sinds haar oprichting heeft Cofena de grootste artiesten van de wereldpodia naar Antwerpen gehaald, zoals Herbert von Karajan, Willem Mengelberg, Wilhelm Kempf, het Koninklijk Concertgebouw Amsterdam, de Berliner Philharmoniker en vele anderen.

Artistiek en organisatorisch staat Cofena sterk dankzij de medewerking van vele vakkundige vrijwilligers. Cofena vervult een unieke rol in het Antwerpse muziekleven.

cofena 2

Ik mocht op 16 maart jl. mee naar een concert dat georganiseerd was door Cofena. Het programma bestond uit 4 werken :

Leonard Bernstein: On the town, 3 dansen

Friedrich Gulda: Concerto for myself voor piano en orkest

Dmitri Shostakovich: Jazz-suite nr.2; selectie

George Gershwin: Rhapsody in blue

Het werd uitgevoerd door het Nordwestdeutsche Philharmonie onder leiding van Yvel Abel en Lisa Smirnova op de piano.

smirnova

Het was werkelijk overweldigend, een denderend jazzy programma met Amerikaanse inslag! De werken van Bernstein, Shostakovich en Gershwin waren voor mij enigszins bekend maar van Friedrich Gulda had ik nog nooit iets gehoord. Ik kende alleen de naam Gulda omdat er bladmuziek van hem aanwezig is in de Zeeuwse Bibliotheek.

Gulda

Friedrich Gulda is geboren in 1930 en overleden in 2000. Hij was een Oostenrijks componist en pianist, actief in zowel de klassieke muziek als in de jazz. Het concerto for myself voor piano en orkest vond ik de absolute topper van de avond.Het is een werk met veel energie en gevoel voor kleur.

De componist was een groot bewonderaar van Mozart en dat is duidelijk te horen in deze compositie , daarnaast zijn de jazzinvloeden en de Zuid-Amerikaanse tango prachtig verwerkt in de muziek. Het bevat delen vol power, afgewisseld met een zeer gevoelig deel, prachtig vertolkt door de hobo. De pianiste was werkelijk virtuoos!

Ik heb werkelijk genoten en kan een ieder aanbevelen om dit werk eens te gaan beluisteren.

Het eerstvolgende concert in het seizoen 2015-2016 zal plaatsvinden op 26 oktober a.s. Ongetwijfeld zal er dan weer een prachtig programma samengesteld zijn met veel grote namen in de muziek.

 

Rea Bensch, Domeinspecialist muziek

 

 

 

Boeken die je niet wilt lezen, maar wel nomineren

19 maart 2015

Toen ik deze blog begon dacht ik dat de koek na tweemaal herkauwen wel op was. Dat was verkeerd gedacht. Sindsdien bestookt internet mij met enige regelmaat met nieuwe titels. Ik vraag me af hoe een schrijver zijn publiek zo op het verkeerde been kan zetten. Ook ben ik erachter gekomen dat er inmiddels boeken verschijnen over vreemde boektitels.

In het boekenvak wordt een ontstellende hoeveelheid onzin geproduceerd. Zoveel zelfs, dat er al lang geleden een prijs aan is verbonden. Dat gebeurde op de Frankfurter Buchmesse in 1978, waar toen voor het eerst de The Bookseller / Diagram Prize voor vreemdste titel van het jaar werd vergeven aan Proceedings of the Second International Workshop on Nude Mice, een studie van de Universiteit van Tokyo naar laboratoriummuizen met een geremd immuunsysteem.

nude mice

Sindsdien wordt de prijs jaarlijks uitgereikt. De prijs is vernoemd naar de Diagram Group, een informatie- en grafisch bedrijf gevestigd in Londen, en The Bookseller, een Britse vakblad voor de uitgeverswereld. De winnaar werd aanvankelijk gekozen door een jury, maar sinds 2000 wordt de winnaar gekozen door een publieke stemming op de website van The Bookseller’s. Het gaat hier uiteraard alleen om Engelstalige titels.

house prostitution

Eerdere winnaars waren onder meer Barbara Sherman Heyls handzame huisgids voor het uitoefenen van het oudste beroep van de wereld The Madam as Entrepreneur. Career management in House Prostitution (1979) en Michael R. Young’s gids voor tanden trekken in de Gobi woestijn: Managing a Dental practice. The Genghis Khan Way (2010).

managing dental practice

Hoewel dit wetenschappelijk werk betreft waarbij je een zekere vrijheid van expressie bij de auteur ontwaart, verschijnen er ook volstrekt serieuze wetenschappelijke verslagen. Zo werd de mensheid al voor de negentiende keer verblijd met de uitgave van de Proceedings of the International Seaweed symposium. Hier afgebeeld het achttiende exemplaar.

seaweed

How to sharpen pencils

Een titel als How to sharpen pencils. A practical and theoretical treatise on the artisanal craft of pencil sharpening van David Rees verraadt een hoge mate van beroepsdeformatie, want ook dat is een kenmerk van de prijswinnaars van de Diagram. In haar bestaan heeft de Diagram slechts twee keer geen prijs uitgereikt omdat in 1987 geen der duizenden auteurs de grapjurk uit wilde hangen. Dat werd het jaar daarop meteen goedgemaakt met het wetenschappelijke werk Versailles, the view from Sweden van Elaine Dee en Guy Walton.

Versailles view from Sweden

Het handelt hier overigens om een tentoonstellingscatalogus. Ook 1991 kende geen prijswinnaar, maar dat werd het jaar daarop sterk rechtgezet met How to Avoid Huge Ships van John W. Trimmer. Dit boek werd al in een eerder blog genoemd, en ook Cooking with Poo van Saiyuud Diwong en The Big book of Lesbian Horse stories van Alisa Surkis en Monica Nolan zijn prijswinnaars van de Diagram die hier al eens eerder aan bod kwamen.

Darwins peepshow

Nature's nether regions

Het goede nieuws is dat er dit jaar een Nederlandse kandidaat meedingt naar de prijzen. We hebben het hier over de bioloog Menno Schilthuizen die in 2014 Darwins peepshow: wat geslachtsdelen onthullen over evolutie, biodiversiteit en onszelf schreef. Op zich al een ietwat obscure titel, maar de Engelse vertaler deed er nog een schepje bovenop: Nature’s nether regions: what the sex lives of bugs, birds and beasts tell us about evolution, biodiversity, and ourselves.

Where do camels belong

Ook het wetenschappelijke Where do Camels Belong? Over invasieve exotische soorten van de hand van bioloog Ken Thompson staat op de shortlist van zeven titels.

Diagram-Shortlist

Een andere kanshebber is het verslag van een tweedaags internationaal ingenieurscongres over betonnen vloeren gehouden in Shanghai in 2013: Advanced Pavement Research. Selected, Peer Reviewed Papers from the 3rd International Conference on Concrete Pavements Design, Construction, and Rehabilitation, December 2-3, 2013, Shanghai, China van redactie voorzien door Bo Tian. In het jaar  van de film Fifty shades of grey valt de competitie van The Madwoman in the Volvo: My Year of Raging Hormones van de hand van Tsing-Loh natuurlijk niet uit te vlakken. Dit werk, over de menopauze heeft nog andere concurrentie in de vorm van Divorcing a Real Witch: For Pagans and the People That Used to Love Them van Diana Rajchel, die hiermee heeft getracht een praktische gids te schrijven voor het beëindigen van relaties met heidenen.

Mijn eigen favoriet, mede ook door de combinatie van titel en magisch-realistisch communistisch getekende boekomslag, is The Ugly Wife is a Treasure at Home door Melissa Margaret Schneider, hetgeen een relaas biedt over seks en liefde onder het maoïstisch regime in China.

the ugly wife

De winnaar van 2013 was, nadat poep twee jaar eerder ook al in de prijzen gevallen was, How to poo on a date. The Lovers’ Guide to Toilet Etiquette. Goede kans dus dat we dit jaar de faecaliën weer verlaten en een wetenschappelijke titel in de prijzen valt.

how to poo on a date

Stemmen kan tot 20 maart op We love this book. Op 27 maart weten we of Schilthuizen de Diagram Prize van 2014 in de wacht heeft weten te slepen.

Volgende keer: een categorie kinderboeken (voor volwassenen).

 

Johan Francke

Informatiespecialist, Zeeuwse Bibliotheek

 

Klassieke vormen met nieuwe inhoud

12 maart 2015

In gesprek met Christian Blaha, componist

Christian Blaha (1972) is op de Zeeuwse muziekpodia geen onbekende- een bescheiden verschijning die zich als veelzijdig musicus beweegt tussen popkoor en symfonieorkest.

Deze maand gaat met het Zeeuws Orkest onder leiding van Ivan Meylemans Blaha’s Eerste Symfonie in première. Een goede reden voor een gesprek.

christian-blaha

 Christian Blaha

Blaha studeerde compositie, koordirectie en piano aan het Brabants Conservatorium, en studeerde in Amsterdam orkestdirectie bij Ed Spanjaard. Op zijn website www.christianblaha.nl lees ik meer over de mensen met wie hij werkte, zijn initiatieven en werkgebied. In 2014 nam violist Mathieu van Bellen zijn sonate voor viool solo op. Blaha is tevens docent compositie aan de University College Roosevelt  in Middelburg.

Componeren vormt de kern van zijn muzikale activiteiten; hij is niet voor niets cum laude afgestudeerd en enkele van zijn composities werden bekroond. Maar daarnaast vindt hij het erg prettig om te werken met heel veel soorten muziek en met uiteenlopende muzikanten en zangers. Dat tekent de mens.

Het Zeeuws Orkest voerde al eerder werk van hem uit: tien jaar geleden stond de compositie “Michael en de draak” op het programma onder leiding van dirigent Joan Berkhemer.

Nu dus de Eerste Symfonie, die als titel “Jahreszeiten” heeft meegekregen. Deze symfonie werd in 2009 voltooid. Op mijn vraag of er contact is met het orkest en dirigent over de uitvoering en interpretatie zegt hij: “Ik heb natuurlijk wel contact gehad over de materialen en dergelijke. Ik zal bij de repetities aanwezig zijn, misschien zelfs wat kunnen repeteren. Dat hangt een beetje af van de afspraken die we kunnen maken, maar het zou prettig zijn om direct met het orkest te kunnen communiceren.”

De symfonie heeft als titel “Jahreszeiten”. Ik wil graag weten waarom hij, net als zoveel andere componisten, de seizoenen als inspiratie koos.

“Het is een mooi gegeven. Een symfonie heeft vier delen: er zijn vier seizoenen. Er is de herfst met een wat somberder gedeelte, een uitbundigere winter met bijvoorbeeld schaatstaferelen, de lente met vogelgeluiden. Eigenlijk vind ik het niet zo belangrijk hoe het heet, muziek is natuurlijk abstract en het is niet mijn bedoeling verwachtingen te wekken. Hoe iemand muziek ervaart is zo subjectief. Maar er is thematiek en verbinding in de symfonie, alle delen hebben met elkaar te maken. Bij dit werk kwam in de loop van het componeren bij mijzelf de behoefte om deze titel mee te geven.”

De symfonie als vorm klinkt behoorlijk klassiek. Heeft dit te maken met een bepaalde voorkeur?

“Het symfonieorkest is zelf een organisme dat is voorgekomen uit een lange ontwikkeling in de muziekgeschiedenis. Wanneer je je als hedendaags componist met experimentele zaken bezighoudt, kun je ervoor kiezen om te schrijven voor een modern, flexibel ensemble. Maar je kunt ook gebruik maken van iets wat er al is, en daar nieuwe inhoud aan geven. Voor beide is wat te zeggen en het één sluit het ander niet uit. Ik vind het mooi om een verbinding te zoeken. Het zijn hele goede vormen, vind ik.”

Verbindingen zoeken, leggen. Zou dat ook de reden zijn waarom Blaha zich op zulke uiteenlopende muzikale gebieden beweegt? Van musical tot symfonie, gastdirigent van brassband, docent en onderzoeker bij de UCR.

“Cross-overs zijn zo leuk en interessant om te doen, mensen ontmoeten die hun passie voor muziek vormgeven. Ik geef les aan enkele studenten aan de UCR, dat is heel inspirerend. En het verschil tussen een kamerorkest en een brassband, dat is zo mooi allemaal, al die verschillende culturen. En het enthousiasme van een koor, bijvoorbeeld.  Ik vind het belangrijk om al die dingen af te wisselen. Je interesse moet zo zijn dat je niet zegt “in deze kamer kom ik niet” of “dat milieu spreekt me niet aan”- overal vind je een eigen sfeer en het is prachtig om overal van te proeven.

En je leert van elke groep, elk orkest, elk koor. Als je zelf dirigeert, dan kun je, zeker als het je eigen werk betreft, meteen merken dat iets niet loopt en je dan afvragen waarom dat zo is. Met musici werken maakt je ervan bewust dat wat je hebt genoteerd een fysieke kant heeft. Dat is een verbinding die componisten vaak noodgedwongen moeten missen.”

Op de vraag of er iets is wat hij graag zou willen maken, iets waar hij nog niet aan toe is gekomen omdat tijd of opdracht ontbreekt, bijvoorbeeld opera of iets anders, antwoordt hij:

“Ja, een opera is wel heel interessant natuurlijk. Ik ben wel geïnteresseerd in multidisciplinaire zaken: muziek en beeld, muziek en tekst, muziek en geluid. Muziek in bredere context, ik heb al eens iets gedaan. Groter opgezette stukken met een verhaal, daar is opera/muziektheater natuurlijk ideaal voor. En daarbij kijken naar de mogelijkheden voor cross overs. Bij het kamerorkest TY deden we 2 jaar geleden iets met een rapper. Onderzoeken, uitproberen, klassiek met pop-elementen, tango. Proberen uit de voorspelbare hoek te komen; er zijn zoveel mooie elementen in zowel lichte- als klassieke muziek. Vaak worden die grenzen wat scherp getrokken en dat is jammer.”

“Meestal doe ik nu dingen op eigen initiatief. Een opdracht krijgen is de laatste jaren steeds zeldzamer geworden, dat hoor ik ook van collega’s. Tot een jaar of drie geleden liep het nog best goed, maar nu is het minder. Componeren is het belangrijkste voor mij.”

“Momenteel werk ik samen met Peter Slager van Bløf aan een avondvullend muziektheaterstuk, we zijn ongeveer halverwege, het is een mooi nieuw project.”

Ik hoop dat die opdracht voor een opera komt voor Christian Blaha, en ondertussen wachten we met belangstelling op de voltooiing en uitvoering van het nieuwe werk.

Zeeuws-Orkest

Het Zeeuws Orkest

De Eerste Symfonie, “Jahreszeiten” van Christian Blaha wordt uitgevoerd door Het Zeeuws Orkest onder leiding van Ivan Meylemans op donderdag 19 maart in het Scheldetheater in Terneuzen; op vrijdag 20 maart in de Zeeuwse Concertzaal in Middelburg en op zaterdag 21 maart in De Mythe in Goes. Op het programma staat verder de Ouverture Gijsbrecht van Aemstel van Johannes Verhulst en het 2e Pianoconcert van Rachmaninoff met als solist Wibi Soerjadi.

 

Els van de Wijdeven-Millenaar, muziekspecialist

 

Bronnen: 

foto Blaha – www.christianblaha.nl

foto Het Zeeuws Orkest – www.zeeuwsorkest.nl

‘Waanzinnig’ leuke Boekenweek in de Zeeuwse Bibliotheek (7-15 maart 2015)

23 februari 2015

Te gek voor woorden waanzinindewereldliteratuur

‘Te gek voor woorden’, dat is het motto van de Boekenweek 2015, de tachtigste nog wel, een jubileum! Een complete Boekenweek over waanzin in boeken. Als je je eenmaal gaat verdiepen in het onderwerp ontdek je al snel dat héél veel boeken iets met ‘gekte’ behandelen. De literatuur zit vol met mensen met een afwijking. Van lieden met lichte, vrolijke tics tot zware psychopaten met duistere neigingen.

Blijkbaar is het een onderwerp dat veel schrijvers inspiratie biedt. Dat is ook niet zo gek natuurlijk. Van alles wat ‘normaal’ is, valt waarschijnlijk geen boeiend verhaal te maken.  Juist het afwijkende biedt volop kansen en inspiratie om pakkende en gelaagde verhalen te maken, waarin steeds opnieuw zichtbaar wordt hoe ingewikkeld de menselijke geest is.

Vage scheidslijn

Vaak kunnen auteurs zich goed verplaatsen in de wereld van iemand die psychisch ziek is, al was het maar omdat ze zelf ook niet helemaal normaal zijn. Schrijven helpt dan om gedachten te ordenen. Goede romans geven inzicht in een psychiatrische ziekte. Ze laten ook zien hoe dun en vaag de scheidslijn is tussen normaal en niet normaal. Spannend is het ook, lezen over gekte. Psychiatrische ziekten hebben iets engs en onvoorspelbaars.

fallThe Fall 

Bij dit laatste denk ik meteen aan de spannende televisieserie The Fall, waarvan mijn man en ik momenteel elke avond een aflevering kijken. Vanaf de allereerste aflevering is de dader van de gepleegde moorden bekend. Hij is met recht een psychopaat te noemen en tegelijkertijd een heel ‘normale’ man met een huiselijk leven, een nietsvermoedende vrouw en kleine kinderen. Het is fascinerend om te zien hoe zorgvuldig en aandachtig hij bij het plegen van zijn morbide daden te werk gaat. Het is uiteraard ook spannend of en wanneer hij gepakt wordt, maar dat is toch van ondergeschikt belang. De inkijk in een zwaar gestoorde geest, dat is wat de serie zo boeiend maakt, hoe raakt iemand zo ver heen?

Menselijk brein

Ook in de poëzie en andere non-fictie verschijnt heel veel op het gebied van de waanzin en het menselijke brein. Hoe voelt het bijvoorbeeld om een psychose te hebben of in een isoleercel te worden opgesloten? Is er een verband tussen waanzin en kunst? Hoe is het als iemand in je nabije omgeving een psychische stoornis heeft?

Dolhuis en boekentips

Het jaarlijkse Boekenweekmagazine dat tijdens de Boekenweek gratis te vinden is op het plein in de Zeeuwse Bibliotheek, staat boordevol boekentips over het thema. Inclusief een aantal interviews met schrijvers en hun verhouding tot de waanzin. Op het plein is in de Boekenweek ook een uitgebreide themapresentatie met boeken te vinden en er is een expositie te zien over ‘Waanzin in de wereldliteratuur’. De expo is gebaseerd op het Boekenweekessay van Pieter Steinz (te koop in de boekhandel voor € 2,50 tijdens de Boekenweek) en is een rondleiding door het dolhuis van de wereldliteratuur. De expo is ontwikkeld door Museum Het Dolhuys in Haarlem en brengt de ‘waanzin’ met tekst en beeld tot leven.

Boeiende lezingen op 10 en 12 maart: Willem Otterspeer en Ranne Hovius

Op 10 maart komt de biograaf van Willem Frederik Hermans, Willem Otterspeer, naar de Zeeuwse Bibliotheek om te praten over het net verschenen tweede deel van zijn biografie De zanger van de wrok. Hierin komt de levensbeschrijving van een van de belangrijkste figuren uit de naoorlogse Nederlandse literatuur tot een even grootse als ontluisterende conclusie. Willem Otterspeer laat zien hoe de rancune zich een weg vreet in het persoonlijke leven van Hermans (1921-1995).

Op 12 maart komt auteur Ranne Hovius vertellen over haar in februari gepubliceerde boek Vogels van Waanzin. Zij praat op fascinerende wijze over het kruispunt van psychiatrie en literatuur. Bestaat er een band tussen creativiteit en waanzin? Hoe zijn ontwikkelingen in de psychiatrie in verhalen en gedichten terug te vinden? Hoe is een psychose te beschrijven?

Talkshow BoekCaféLive! op 12 maart in het Leescafé rannehovius

In het BoekCaféLive! kun je, onder het genot van een drankje, aansluiten bij een feestelijke talkshow over het Boekenweekthema Waanzin, Te gek voor woorden. Onder de enthousiaste leiding van presentatoren Ron Lubbersen en Nellie Oosthoek komen allerlei onderwerpen aan bod en deskundigen aan het woord.

Ranne Hovius wordt geïnterviewd en de boekentop-3 over waanzin wordt besproken. Stadsdichter Karel Leeftink maakte een gedicht over ‘waanzin’ en pianist Rien Balkenende treedt op. Hij komt bovendien vertellen over waanzinnige componisten en er wordt een korte film vertoond over De idioot in het bad, een gedicht van Vasalis. Kortom een interessante en boeiende talkshow met een verscheidenheid aan onderwerpen.

Boekenweekbundel en schrijfwedstrijd

Tot slot wijs ik nog graag op de bij de uitleenbalie gratis af te halen Boekenweekbundel Te gek voor woorden, een cadeautje van de Zeeuwse Bibliotheek voor haar trouwe leden. Prominente Nederlanders zoals Ronald Giphart, Christine Otten en Heleen van Royen, nemen je mee op reis naar hun meest waanzinnige ervaring. Bovendien is er een schrijfwedstrijd: schrijf een verhaal van maximaal 1000 woorden over het thema waanzin. Inzenden kan nog tot 31 maart. De hoofdprijs bestaat uit een waanzinnige reis naar het prachtige IJsland, samen met de bekende auteur Ronald Giphart.

Programma

Het complete programma van de Boekenweek 2015 in de Zeeuwse Bibliotheek is te vinden op de website.
Ik hoop je te ontmoeten bij één van bovenstaande feestelijke activiteiten, die ongetwijfeld ‘waanzinnig’ leuk gaan worden!

Februari 2015
Anya Marinissen
Bibliothecaris en webredacteur