Notice: Function _load_textdomain_just_in_time was called incorrectly. Translation loading for the breadcrumb-navxt domain was triggered too early. This is usually an indicator for some code in the plugin or theme running too early. Translations should be loaded at the init action or later. Please see Debugging in WordPress for more information. (This message was added in version 6.7.0.) in /var/www/html/wp-includes/functions.php on line 6121 ZB Bibliotheek van Zeeland

Lies, damned lies and statistics

22 maart 2014

Op donderdagavond 20 maart vond er wederom een KennisCafé plaats in het Leescafé van de Zeeuwse Bibliotheek. De titel van het café luidde “Lies, damned lies and statistics”. Statistiek dus, een vakgebied wat weinig “sexy” lijkt en dat redelijk vaak negatief in het nieuws is.

De gasten deze avond waren Nel Verhoeven (professor statistiek bij het UCR en onderzoekster), Ger Rijkers (departementsleider en professor op het UCR), en Joop Maas (senior adviseur bij BOOM communicatie). De muziek werd verzorgt door Geert van Oorschot, die met veel enthousiasme aan het spelen was.

Nel Verhoeven kreeg als eerste het woord, om de leek het één en ander te vertellen over statistiek. Wat Verhoeven zo mooi vindt aan statistiek is dat je er altijd je nieuwsgierigheid mee kan bevredigen. Veel mensen vinden het echter een immens moeilijk vak, en mevrouw Verhoeven moet dus ook vaak verhalen aanhoren over hoe men “statistiek nooit heeft begrepen”.

KennisCaféStatistiek

Wat statistiek zo moeilijk maakt zijn de vaak lange formules, die vroeger droog werden voorgeschoteld en maar uit het hoofd geleerd moesten worden. Dus, om statistiek behapbaar te maken moeten de lange formules per stukje worden uitgelegd, zodat de formule niet een ding wordt om te onthouden, maar echt wordt begrepen. Dit is dan ook wat Nel Verhoeven doet in haar lessen op het University College Roosevelt.

Statistiek wordt ontzettend veel gebruikt, en we komen het dus vaak tegen in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld onderzoek gedaan door overheidsinstanties, de media die rapporteren over onderzoek (hier later meer over) en ga zo maar door. Bij al deze statistische onderzoeken is het belangrijk om op verschillende dingen te letten; bijvoorbeeld de methode van steekproef trekken. Zo gebruiken veel instanties panels/panelleden. Dit is een probleem omdat het vaak een specifieke groep is, dus moeilijk voor het generaliseren van de onderzoeksresultaten. Ook worden er vaak “willekeurige” mensen op straat aangesproken om mee te doen aan een onderzoek. Echter is dit vaak niet willekeurig, omdat de onderzoekers zich vaak comfortabeler voelen om op de één af te stappen, dan op de ander. Dit hoeft echt niet altijd bewust te zijn, ook onbewuste keuzes beïnvloeden de willekeur van de benaderde mensen.

Dat je op moet passen met statistische onderzoeken of de berichtgeving daarvan, bleek ook uit een voorbeeld dat werd genoemd deze avond. Zo las Nel Verhoeven ooit over een onderzoek waaruit de schijnbare conclusie was dat de kans op borstkanker pér glas wijn per dag met 5% zou stijgen. Mevrouw Verhoeven zag de leuke avondjes al aan haar neus voorbij gaan, en dus zocht ze het originele onderzoek op. Wat bleek? Per wijnglas zou er 0.5% kans op borstkanker bijkomen, bovenop de al bestaande kans op borstkanker die werd beïnvloed door een groot aantal andere factoren. Nel Verhoeven is dus maar gewoon wijn blijven drinken, gezien de bijgekomen kans zo verwaarloosbaar klein was.

Ook professor Ger Rijkers zegt voorzichtig te zijn met de informatie die je krijgt. De heer Rijkers zit zelf meer in de chemie en biologie, waar statistiek ook veel voor wordt gebruikt “statistiek van de kleine getallen”. Hij citeert een professor die zijn colleges altijd begint met “de helft van wat ik jullie ga vertellen is waar, ik weet alleen niet welke helft”. Er worden verschillende voorbeelden gegeven van statistiek in DNA onderzoek. Bijvoorbeeld de vraag van een moeder die een kindje kreeg met een ernstige en zeldzame longziekte, hoe groot de kans was dat het volgende kindje de ziekte ook zou krijgen. Nu bleek bij deze mevrouw dat haar wettelijke echtgenoot niet de vader van het kind kon zijn, omdat zijn genetisch materiaal niet overeen kwam; in dit geval was het dus 100% zeker dat het volgende kindje de longziekte niet zou krijgen, mits ze het kindje kreeg met haar wettelijke echtgenoot. Toch is het vaak zo dat er nagenoeg geen zekerheid bestaat bij vragen als deze. Zelfs al is de kans 25% op een aandoening en 75% kans op een gezond kindje, dan nog is de kans heel erg groot dat het kindje de aandoening krijgt.

Het blijkt dus dat het lezen en interpreteren van statistisch onderzoek om de nodige voorzichtigheid vraagt. Joop Maas bracht hier nog een andere dimensie in; het is zijn taak om de gegevens, uitslagen en conclusies over te brengen naar het grotere publiek. Hierbij komen vaak belangen kijken van de overheid of andere (vaak commerciële) opdrachtgevers. Zo moet Joop Maas nadenken over vragen als ‘wat gaan we vertellen’,  ‘hoe gaan we dat doen’ en ‘wat laten we weg, waar leggen we het accent’? Daar zit natuurlijk ook een stuk moraal in, wat is verantwoord en wat niet meer? Nu is het zeker niet altijd negatief om over deze vragen na te denken, maar het is wel belangrijk om in uw achterhoofd te houden bij het lezen over statistische onderzoeken. Dit is bijvoorbeeld ook erg belangrijk in reclames die gebruik maken van statistische uitkomsten, zoals “als beste getest!” Dit zegt eigenlijk helemaal niets over de kwaliteit van het product, en het is dus niet verkeerd om vraagtekens te zetten bij zulk soort reclameleuzen.

Ook kwamen kwesties als de ING en de AH bonuskaart aan bod. De heer Maas snapt niet zo goed waarom mensen het lastig vinden als een bank winst wil gaan maken uit de waardevolle informatie die ze hebben, als de bank belooft het vetorecht altijd bij de klant te houden (als klant kunt u dus bepalen wat er met uw gegevens gaat gebeuren). Is het namelijk niet bijna onze dagelijkse bezigheid geworden om informatie over onszelf prijs te geven, bijvoorbeeld bij de AH bonuskaart, Facebook, Twitter en dergelijke. We zijn maar weinig bezig met de privacy die we daarvoor opgeven. Een belangrijke motivatie voor het prijsgeven van persoonlijke informatie is wat men er voor terug kan krijgen. Bij de AH bonuskaart is het zo dat er kortingen worden gegeven in ruil voor gegevens. De ING heeft deze mogelijke voordelen te weinig benadrukt, waardoor er verontwaardiging is ontstaan, aldus de heer Maas. De professoren zeggen hier ook mee te maken te hebben in onderzoeken; het is voor onderzoekers verboden om welke informatie dan ook commercieel te gebruiken. Hier moeten ze veel moeite doen in het anonimiseren van de gegevens. Toch zeggen zij ook dat we eigenlijk al zo veel persoonlijke gegevens prijs geven, dat het nauwelijks verschil zou maken.

Als laatste werd er gesproken over het slechte beeld wat mensen hebben over statistiek. De gasten waren het ermee eens dat de media een grote rol spelen in dit slechte beeld. In onderzoeken wordt er geprobeerd fraude zo moeilijk mogelijk te maken; waar een onderzoek eerst alleen werd gelezen als het af was, voordat het gepubliceerd werd, is het nu zo dat onderzoekers een plan moeten inleveren om überhaupt kans te maken op publicatie. Ook moeten zij hun onderzoeksmethoden verantwoorden.

Al met al was het dus een interessante avond, met veel inzichten en achtergronden over statistiek, en wat het nou zo moeilijk maakt. Het advies blijft: wees altijd kritisch op wat u leest.

Tessa van Hoorn, UCR

 

Koppermaandag

13 maart 2014

Elk jaar wordt de Zeeuwse Bibliotheek in januari door diverse drukkers in het land verrast met een Koppermaandaggeschenk. Dit jaar trok vooral het miniatuurboekje van De Althaea Pers van Jos Swiers uit Den Haag de aandacht. En écht niet alleen omdat het een Zeeuws tintje heeft!

Wat betekent Koppermaandag eigenlijk? Een bijzondere maandag? Het lijkt wel op ‘Pinkerster-drie’, de extra derde Pinksterdag, zoals dat in Zeeland en met name op Walcheren bekend is. En wat is er zo bijzonder aan het boekje van De Althaea Pers?

koppermaandaggeschenk

Foto: Koppermaandaggeschenk van De Althaea Pers.

Koppermaandag

Koppermaandag heeft te maken met een traditie die terug gaat tot de late Middeleeuwen. Bedoeld wordt de eerste maandag na Driekoningen. Op die maandag houden ambachtslieden, verenigd in de gilden, een feestdag. Dan worden de gildebrieven en de privileges voorgelezen en vervolgens trekken de gildeleden de stad in om geld in te zamelen dat in de avond wordt verbrast. Een andere naam voor verbrassen of feestvieren is kopperen. Het  woord ‘kop’ staat voor ‘beker’. Na de opheffing van de gilden blijft deze gewoonte bestaan bij de werklieden in de drukkerswereld.

De knechten en gezellen van de boekdrukkers doen nog iets extra’s. Zij drukken voor die dag een speciale prent als proeve van vakbekwaamheid. Deze prent, vaak een gelukwens, wordt op koppermaandag aan de meesterdrukkers of de eigenaar van de drukkerij overhandigd. De drukwerken worden die dag ook verkocht en van de opbrengst wordt feest gevierd.

Drukker Jos Swiers schrijft: “Toen het handmatig drukken werd opgevolgd door de grootschalige mechanische en latere geautomatiseerde en digitale productieprocessen, raakte dit gebruik snel uit de mode. In de wereld van de marginale en ambachtelijke thuisdrukkers heeft het echter in de tweede helft van de twintigste eeuw een nieuw leven gekregen. De Althaea Pers houdt deze traditie mede in stand door jaarlijks op koppermaandag een uitgave te laten verschijnen. Die uitgave betreft altijd een onderwerp dat direct of indirect verband houdt met de boek-, drukkers- of papierwereld.” Daarom heeft de Zeeuwse Bibliotheek ook dit jaar weer een prachtig geschenk gekregen. Swiers drukte zijn geschenk op 13 januari 2014: Koppermaandag.

“Harmonie en Vriendschap” in Middelburg

Het kleine Koppermaandaggeschenk, een boekje van 4,0 x 5,5 cm, van De Althaea Pers bevat de tekst van ‘Het Drukkerslied’. En nu komt de Zeeuwse link: dit lied is door leden van de Typografische Vereeniging “Harmonie en Vriendschap” uit Middelburg in 1854 gemaakt voor hun jaarlijkse feestelijke bijeenkomst.

De Middelburgse vereniging is opgericht in 1847. In de collectie van de Zeeuwse Bibliotheek is ook een gedenkboekje aanwezig dat is uitgegeven bij het vijftigjarig bestaan in 1897). Daarin wordt de geschiedenis van de vereniging verhaald: ”Op een’ Zondag morgen in de Lente van het jaar 1947 stapten eenige vrienden, beoefenaren der typografie, reeds vroegtijdig een der stadspoorten uit, tot het doen van eene wandeling door Walchersche heerlijke dreven […]”. De namen van de eerste leden en die van 1897 staan erbij vermeld.

De typografen vieren hun eerste Koppermaandagfeest op maandag 8 januari 1849 in de Schuttershofzaal. Maar de rest van het jaar zijn ook er gezellige bijeenkomsten met zang, voordrachten en later zelfs toneelvoorstellingen. Elk jaar maken ze een uitstapje, dat ze zelf een ‘landtogt’ noemen.

In de beginjaren wandelt het gezelschap, vaak al om vijf uur ’s morgens, richting Domburg. Later trekken ze naar Tholen, Bergen op Zoom of Gent of naar de collega-typografen in Goes. Daar zetelt de typografenvereniging “Laurens Coster”.

In 1864 worden alle liederen die de leden hebben vervaardigd, uitgegeven in een feestbundel ‘Feestzang-bundel, merendeels vervaardigd door de leden der Typografische Vereeniging “Harmonie en Vriendschap” te Middelburg, uitgegeven ten voordele van hun ziekenfonds’. Het werk is uitgegeven door de Gebroeders Milborn.

feestzangbundel

Foto: titelblad Feestzangbundel

Het blijkt dat de bundel vooral is uitgegeven om geld in te zamelen voor de ondersteuning van de zieke leden. In 1879 wordt, met hetzelfde doel, een tweede feest-zangbundel uitgegeven bij J.C. & W. Altorffer.

Drukker Jos Swiers bezit zelf een opmerkelijk boek waarin beide liederenbundels bijeengebonden zijn in een fraaie band met op de voorplat, in een opdruk van goud, de naam van Gilles Johannes Spierens (1868-1923), boekbinder in Middelburg. Op de foto staat – linksonder – zijn naam.

spierens

De onderwerpen van de liederen in de feestbundels geven een indruk van wat de leden bezig houdt: het werk, odes aan de drukkunst, de jaarlijkse landtochten, het koppermaandagfeest, vriendschap, volksliederen,  tafelzangen, ochtend-, avond- en morgenzangen en afscheidsliederen. Het zijn vooral vrolijke liedjes.

Het Drukkerslied

drukkerslied

Foto: Lied no. 33. Het Drukkerslied in de feestbundel van “Harmonie en Vriendschap”.

Het Drukkerslied, dat opgenomen is in het Koppermaandaggeschenk van De Althaea Pers, is afgedrukt in de eerste feestbundel van “Harmonie en Vriendschap”. De wijs waarop het lied moet worden gezongen is als volgt:

‘Al is ons Prinsje nog zo klein, hoezee!’. Ik moet eerlijk zeggen dat ik de wijs niet ken, maar daar hebben de Middelburgse typografen geen last van gehad.

Zij zingen:

Hier staat de zetter aan de kast, hij zet,

Een drukker daar die vormen wascht, zeer net,

De jongen hier die zet pastei

Op een galei, op een galei,

Ha, ha, ha, ha, ha, ha! (bis)

 

De doek gewreven, goed en knap, dat ’s regt,

De baas komt met ’n proef aan den trap en zegt:

Hier nog een e en daar ’t woord haar,

Dan is het klaar, dan is het klaar,

Ha, ha, enz.

 

Pas aan het eind, er zijn 10 coupletten, komt een verwijzing naar het feest:

Maar nu geeft men van ’t landtogtfeest bewijs,

Ach! Meester wees maar niet bevreesd, want Thijs,

Hij weet zijn maat van flesch en glas,

Zoo juist van pas, zoo juist van pas,

Ha, ha, enz.

 

Lang leven dan elke drukkersbaas, gerust,

Om ’t even ook van Jan en Piet, met lust,

Wij drinken hun gezondheid toe,

Zeer blij te moè,

Ha, ha, enz.

Voor de liefhebbers van bibliofiele drukwerk: de tekst van het Koppermaandaggeschenkje is opgemaakt in de 4 pts Angsana New en afgedrukt op 90 grams Conqueror crème. De band is opgebouwd uit 220 grams Liberty zwart en 100 grams sierpapier.

 

schatkamervitrine

Foto: De tentoonstellingsvitrine op de eerste verdieping van de Zeeuwse Bibliotheek.

Het kleine Koppermaandagboekje en de feestzangbundels van “Harmonie en Vriendschap” zijn te zien in de tentoonstellingsvitrine op de eerste verdieping van de Zeeuwse Bibliotheek. Nee, de ‘kop’ staat er niet bij, maar het lezen van de liederen nodigt wel uit tot feesten!

Liesbeth van der Geest, conservator bijzondere collecties / Zeelandcollectie.

 

*Meer informatie over het Drukkerslied op de website van De Althaea Pers.

 

Zeeland en de Eerste Wereldoorlog

3 maart 2014

Op het moment dat minister Plasterk van Binnenlandse Zaken dreigt de constitutie die het provinciale verband dat Nederland heet door een steek van het bureaucratische zwaard om zeep te helpen, viert de provincie Zeeland geheel ten onrechte haar 200-jarig bestaan.

De provincie als autonoom bestuur bestaat immers al sinds 1574 en als we het grafelijke bestuur bekijken al sinds de 13de eeuw. De Rijksoverheid vond het echter nodig het oranjeblazoen na de inauguratie van Willem IV (die om zijn foute voorgangers niet in herinnering te brengen niet zo mag heten) op te poetsen en kwam met dit lumineuze idee. Eerder al had ik het over de grabbelton die geschiedenis heet en ook in dit geval wordt er dankbaar gebruik gemaakt om zaken naar eigen hand te zetten, want politiek en geschiedenis is een dodelijke combinatie. Als je dit soort blije, door de rijksoverheid geïnitieerde sites ziet, bekruipt mij in ieder geval het gevoel dat de zogenaamde democratische staten die de vrijhandel hoog in het vaandel voeren wel heel erg graag leentjebuur spelen bij de propaganda ministeries van de oude Sovjet-Unie.

De Grote Oorlog

Wat elke Zeeuw echter hoort te weten, is dat het allesbehalve vanzelfsprekend is dat Zeeland in zijn huidige vorm nu nog bestaat. Honderd jaar geleden zat het kleine Nederland ingeklemd tussen oorlogvoerende grootmachten en lag Zeeland pal naast de frontlinie. Niet alleen nu, maar ook honderd jaar geleden moest voor het behoud van de provincie gestreden worden. De Belgen vonden namelijk dat Nederland zich door zijn neutraliteit tijdens de oorlog  pro-Duits had gedragen en wilde compensatie voor de oorlogsschade in de vorm van de annexatie van Zuid-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen. Dit was uiteraard een even ridicule als hypocriete drogreden om de Limburgse steenkolenmijnen de toegang tot Antwerpen in handen te krijgen. De Zeeuws-Vlamingen reageerden dan ook als door een wesp gestoken. J.N. Pattist vond dat het gebied van Hulst tot Cadzand deel van Nederland moest blijven uitmaken en componeerde al in 1917 samen met J. Vreeken de tekst en muziek van het Zeeuws-Vlaamse volkslied. Protestbewegingen van meisjes gestoken in klederdracht togen naar Den Haag en uiteindelijk leverde die actie ook ons Zeeuws Volkslied op, dat in 1919 door hoofdonderwijzer D. A. Poldermans uit ’s-Gravenpolder werd geschreven en van muziek werd voorzien door Jan Morks.

 

11375

[Zeeuws Volkslied, Affiche, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 11375]

Eigenlijk heb ik het nu nog slechts gehad over de kleinste rimpeling die de Eerste Wereldoorlog in de provinciale vijver veroorzaakte. Vanaf  augustus 1914 had Zeeland namelijk behoorlijk wat te stellen met alle oorlogsproblematiek. Wie ’s avonds op de duinen van Walcheren stond, kon de kanonnen aan het front in België horen bulderen en de horizon rood zien oplichten van het vuur. Bij vergissingsbombardementen op Goes en Zierikzee  in 1917 waren doden te betreuren. Diverse vliegtuigen en schepen werden in beslag genomen, Duitse en geallieerde militairen geïnterneerd, honderden slachtoffers vielen langs de geëlektrificeerde grensafzetting, een miljoen vluchtelingen staken de grens over en tot na de oorlog waren bepaalde producten in Nederland alleen op de bon verkrijgbaar. Over dit alles wordt in Zeeland zelf veel voor het voetlicht gebracht, dat ik hier graag op een rijtje zet.

TE000088

[Prent met Belgische vluchtelingen in 1914, Tekeningen en prenten, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 88]

Boeken en collecties

Lopend door de Drvkkery bent u de stapels boeken over de Eerste Wereldoorlog ongetwijfeld tegengekomen, op de website geeft een zoekactie zelfs 191 resultaten. Voor wat betreft Zeeland zelf moet de geïnteresseerde nog even geduld hebben voordat het oorlogsgeweld in de boekhandel losbarst. Het was niet voor september 1914 dat de oorlog namelijk naar Zeeland kwam, dus voor die tijd -anno 2014- zullen we ons tevreden moeten stellen met wat er nu al te krijgen is in uw eigen Zeeuwse Bibliotheek.

John Keegans’, De Eerste Wereldoorlog 1914-1918 , dat al in 1998 verscheen, is een standaardwerk. Van Lyn MacDonald, verscheen een reeks boeken die de jaren 1914, 1915, 1916, en 1917 beslaan en waar telkens een gebeurtenis of beroemde slag centraal staat in het grotere thema. De Nederlanders zijn natuurlijk vooral benieuwd naar wat er hier in Zeeland zoal gebeurde. Alweer enige jaren geleden werd een groot project onder de titel De Grote Oorlog. Kroniek 1914-1918 gestart waarin in een twintigtal volumedelen een veelvoud aan artikelen over Nederland en de Eerste Wereldoorlog verscheen. Recent verscheen over de grensafscheiding tussen Zeeuws-Vlaanderen en Belgisch Vlaanderen van de hand van Alex Vanneste de doodendraad. In 2001 al werd met Plotseling een vreselijke knal door Hans van Lith aandacht besteed aan de verwoestingen die de oorlog ook in Nederland bracht. Bovenal is daar  natuurlijk de alom geprezen roman Meester Mitraillette van Jan Vantoortelboom die zowel door Omroep Zeeland als in DWDD werd besproken.

Wie na zoveel oorlogsgeschiedenis en romans zelf onderzoek wil gaan doen, bieden de Zeeuwse Bibliotheek en het Zeeuws Archief genoeg materiaal om in te speuren. Zo heeft de bibliotheek een collectie oorlogsdocumentatie van oud-burgemeester Dumon Tak en de collectie G.J. Sprenger. Daarnaast is er de documentatie van H.J.G. Hartman, destijds griffier van de Staten en belast met de opvang van de Belgische vluchtelingen.

afbeelding Een in scene gezet slachtoffer van de dodendraad

Middelburgsche Courant, 13 september 1918: Een in scene gezet slachtoffer van de dodendraad

Websites

Voor wie de gang naar de Kousteensedijk of het Hofplein allemaal te ver is, blijft er genoeg over om lui vanuit de bureaustoel of onderuitgezakt op de bank met de pad door de poppy-fields te surfen.

Binnenkort is er een landelijke lancering over de Eerste Wereldoorlog in Nederland via Europeana 1914-1918. Zoals de sitenaam al doet vermoeden een Europees initiatief. En ja, wie op de internetadressen van Duitsland, Engeland, België en Frankrijk zoekt, vindt op diezelfde site info over die landen, waarbij opvalt dat steeds dezelfde foto van twee zussen met grote vlinderstrikken terugkeert op de homepage. Voor de landelijke activiteiten is er ook een Nederlandse site ingericht, waar je per provincie kunt zien wat waar te doen is. De Zeeuwse geschiedenis kun je vinden op het themaveld Eerste Wereldoorlog van Geschiedenis Zeeland. Natuurlijk kun je ook naar Zeeuwse Ankers gaan, maar waarom zou je? Alles wat daar te vinden is over bombardementen en dodendraad kom je ook al tegen op eerstgenoemde site.

Informatief is het filmpje dat Omroep Zeeland alweer vier jaar geleden, op 10 juni 2010 uitzond in ‘de Zeeuw van Vlaanderen’ over smokkelpraktijken tijdens de oorlog en hoe je met vier houten latjes een stroomstoot van 2.000 Volt ontwijkt.

In de TV-uitzending van Omroep Zeeland over de Zeeuwse geschiedeniscanon wordt op dinsdag 23 september aandacht besteed aan venster 44: over de anti-annexatiebeweging in Zeeuws-Vlaanderen en Zeeland.

 

Afbeelding: Aanleg van de elektrische draad bij de grens van Eede, juli 1915

Aanleg van de elektrische draad bij de grens van Eede, juli 1915

Prent van Albert Hahn over de ‘dodendraad’ in de Notenkraker

Prent van Albert Hahn over de Dodendraad in de Notenkraker van 24 juli 1915

Activiteiten

Op 5 april organiseren het Zeeuws Archief en de Volksuniversiteit Zeeland de eendaagse cursus ‘Zeeland en de Eerste Wereldoorlog – Belgische vluchtelingen in de archieven’. Archivaris Toon Franken zal hier in woord en beeld het verhaal van de opvang van de Belgische vluchtelingen in Zeeland uit de doeken doen. Aanmelden voor deze cursus, die € 25 kost, kan via de Volksuniversiteit.

Ook de Dag van het Zeeuws Archief op 1 november is dit jaar gewijd aan de honderdjarige herdenking van de aanvang van de Eerste Wereldoorlog en de gevolgen daarvan in Zeeland.

In de week van 27 september t/m 4 oktober zal onder de titel ‘Grenzen aan de grenzeloze oorlog’ in Hulst een aantal activiteiten plaatsvinden. Op die 27ste september is er een opening van de herdenkingsweek in de Willibrordusbasiliek van Hulst en later die middag een lezing door professor Alex Vanneste, emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Antwerpen. Hij zal zich in zijn lezing vooral richten op de elektrische draad tussen Sas van Gent en de Schelde. Aan het eind van de middag wordt de tentoonstelling ‘Grenzen aan een grenzeloze oorlog’ geopend in museum ‘De Vier Ambachten’, die tot 4 november van 14.00 tot 17.00 te zien zal zijn. De tentoonstelling wordt opgebouwd als een kennismaking met de wereldoorlog. Aan bod komen de Dodendraad, de vluchtelingen, het leven aan weerszijden van de Rijksgrens, het smokkelen, de grenswacht, neergekomen en neergeschoten oorlogsvliegtuigen en de annexatieperikelen na afloop van de oorlog.

Op 1 oktober wordt in de Truffinozaal van de Blaauwe Hoeve in Hulst (Truffinoweg 2, Hulst) om 20.00 uur door Alphons Kerckhaert een presentatie over de Grote Oorlog gehouden. Tevens een voorbereiding op een excursie naar Ieper die zal plaatsvinden op zaterdag 4 oktober. Daarbij als een bezoek aan het museum ‘In Flanders Fields’ in de Lakenhal op het programma staan en een bezoek aan het Duitse en Geallieerde oorlogskerkhof.

 

58107

[Anti-annexatieprotest in Den Haag van Axelse meisjes, 3 juni 1919, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, foto 58107]

Het onderwerp is zelfs zo groot aangepakt dat er ook theatervoorstellingen te bezoeken zijn. Voor wie het spektakel War Horse van Joop van den Ende iets te vrolijk en niet passend vindt, is er een prima alternatief. Nog tot eind mei kan de voorstelling Buiten schot van Diederik van Vleuten worden bezocht, waarin de acteur een familiekroniek verbindt aan de geschiedenis van Nederland en de Grote Oorlog.

Wie na 2014 nog beweert dat hem of haar niet is opgevallen dat de Eerste Wereldoorlog dit jaar werd herdacht, moet wel in een grot verstoken van enig licht de tijd hebben verbeid.

Johan Francke, Informatiespecialist Zeeuwse Bibliotheek

Drie werkjes van Louis Lombard in de Zeeuwse Bibliotheek

11 februari 2014

Lombardzelf1

Louis Lombard  (Lyon, Frankrijk, 15-12-1861 – Genua, Italië,  1-11-1927)         

Lombard werd geboren in Lyon, Frankrijk. Hij begon zijn muzikale studie in 1870 aan het conservatorium te Marseille. Hij sloot zijn studies viool, zang en harmonieleer af aan het Conservatoire de Paris. In 1876 vertrok hij voor een tournee naar de Verenigde Staten en zou er blijven tot de eeuwwisseling. Hij ging er talen studeren -hij beheerste in totaal acht talen-  en begon tevens te componeren en te dirigeren.

In 1886 werd hij genaturaliseerd tot Amerikaans staatsburger, waarna hij zich vervolgens in de staat New York vestigde.

partitLombard

De drie werkjes van Louis Lombard

Drie jaar later richtte hij naar het model van het Conservatoire de Paris het Utica Conservatory of Music op en gaf leiding aan dit nieuwe instituut.

In 1892 schreef Louis Lombard een pleidooi voor het oprichten van meer conservatoria in de grotere steden van de Verenigde Staten. Hij richtte dit pleidooi aan de leden van de New York State Music Teachers Association. In 1893 publiceerde hij deze tekst in zijn succesvolle boek The Art Melodious: Observations of a Musician.

In 1896 stopte hij korte tijd met zijn muziekcarrière. Hij studeerde een tijdje rechten aan de Universiteit van Columbia en investeerde op Wall Street, wat hem binnen de kortste keren een aardig fortuin opleverde.

Enkele jaren later trouwde hij met Alice Maud Allen, de dochter van een spoorwegmagnaat. Hij kocht spoedig daarna voor 2,5 miljoen dollar het beroemde Castello di Trevano in Lugano, Zwitserland.

Castello

Castello di Trevano

Castello di Trevano werd gebouwd door de privésecretaris van de Russische tsaar Alexander III, Baron Paul (Pavel) von Derwies, die schatrijk was geworden door de aanleg van het Russische spoorwegnet. In 1870 begon de bouw  en over de jaren ontstond een kasteel, volledig gewijd aan de kunsten. Het gebouw werd opgetrokken in Franse stijl met twee vleugels, waarvan de linkervleugel werd ingericht met een theater, concertzaal en kapel. Veel kunst uit beroemde Franse landhuizen en paleizen werd aangekocht. Lang kon de baron echter niet genieten van dit bezit. Hij overleed in 1881 onder onduidelijke omstandigheden na een val van zijn paard. Zijn zoon Sergei had geen belangstelling voor het kasteel en verkocht het in 1889 aan een andere Russische hoogwaardigheidsbekleder, Aleksandr Heinz. Hij had ook niet veel geluk, want ook hij overleed zonder er zelfs maar voet binnen te hebben gezet. In 1890 kwam het tenslotte in bezit van Louis Lombard. Er begon een nieuwe periode met concerten en voorstellingen voor hoge gasten en een kring van bevriende kunstenaars.

Rond dezelfde tijd dat dit Castello werd ontworpen en gebouwd, was Richard Wagner bezig met het Festspielhaus te Bayreuth. Deze operatempel werd tussen 1872 en 1876  gebouwd speciaal voor Wagner’s grote opera’s. Bayreuth heeft de tand des tijds overleefd. Castello di Trevano helaas niet. Het werd in 1961 met de grond gelijkgemaakt om plaats te maken voor een opleidingsinstituut voor architectuur.

Het Castello zag beroemde gasten als Koningin Victoria, Tsaar Alexander III en Keizerin Eugénie van Oostenrijk. Gevierde contemporaine componisten ontmoetten er elkaar. Lombard ontving er Fauré, Leoncavallo, Massenet, Saint-Saëns, om er enkele te noemen. Hij bracht zijn tijd op het Castello door met het componeren van werken voor orkest, harmonie-orkest, strijkkwartet en piano, en het organiseren van concerten met zijn huisorkest en gastsolisten.

De Eerste Wereldoorlog zorgde ervoor dat aan deze periode definitief een einde kwam. Lombard verloor namelijk een groot gedeelte van zijn fortuin. Hij werd tussen 1916 en 1920 vice-consul voor de Verenigde Staten, eerst te Zürich, en later in Lugano. Na zijn dood raakte hij in de vergetelheid. Hij was een markant en excentriek persoon die model stond voor een klasse van entrepreneurs in de muziekwereld en hierop grote invloed uitoefenden in de decennia rond de eeuwwisseling.

Hij nam actief deel aan de ontwikkeling van professionele scholing van musici in de Verenigde Staten. Hij toonde aan dat het mogelijk was om het uit te voeren, en liet zien dat de subsidie van de regering onontbeerlijk is voor de culturele vorming en het cultureel gezicht van een land. Hij schreef zijn essays ruim 120 jaar geleden.

Een citaat uit zijn pleidooi: …No one caring for the moral and intellectual improvements of mankind can overlook the civilizing influence of musical culture; yet, while we ought to do much for musical education, we have done but little…Now, although we can we have the self-made business man, we mustnot expect the phenomenon of the self-made musician. The art of music can neither be acquired intuitively nor by haphazard experience. Besides aptitude and study, good teachers with a sound educational system are needed to develop artists.”

Hij geeft hier uiting aan zijn zienswijze dat muziek mensen ontwikkelt, en dat meer aandacht zou moeten worden besteed aan de muzikale ontwikkeling. Hij zegt verder dat het wel mogelijk is om een selfmade zakenman te worden, maar dat een autodidact op het gebied van muziek een fenomeen is dat men niet vaak zal tegenkomen. Hij twijfelt aan de mogelijkheid voor iemand om op basis van intuïtie en ervaring zich te ontwikkelen tot een goede muzikant.

Toen Lombard zich sterk maakte voor een beroepsopleiding in Amerika, was er eigenlijk niets. Er waren weinig privédocenten, die niet allemaal even serieus omgingen met de scholing van hun pupillen.

Van overzee werden beroemde orkesten, dirigenten en solisten uitgenodigd voor concerten en tournees in de grotere steden van de Verenigde Staten. Dat waren dure operaties en de concerten waren daarom alleen toegankelijk voor bemiddelden. Lombard pleitte voor een systeem dat de muziekeducatie voor iedereen toegankelijk zou maken en een kweekvijver zou zijn voor goede musici van eigen, Amerikaanse bodem. Want dat mes snijdt aan twee kanten- goede muziek zou niet langer hoeven te worden geïmporteerd, maar zou algemeen beschikbaar komen in de steden van het jonge land.

 The-Voice-NL-2013

 The Voice of Holland

De ontwikkelingen staan niet stil. Informatie en kennis werd 100 jaar later algemeen beschikbaar en zette een tendens in gang. Deze zorgt ervoor dat men tegenwoordig op bestuurlijk niveau aanneemt dat selfmade vakmanschap géén fenomeen meer hoeft te zijn. De selfmade muzikant, die Lombard niet zag zitten, verschijnt bijna dagelijks op radio, tv en YouTube. En ‘peer-to-peer’ educatie is tegenwoordig eerder de norm dan uitzondering.

Dat dit ervoor zorgt dat er veranderingen optreden in wat we nog kunnen begrijpen, aanvaarden en waarderen, hoeft geen betoog. Steeds vaker horen we van populistische kringen de opmerking dat gesubsidieerde kunst ‘elitekunst’ zou zijn. Heeft dit eigenlijk niet méér te maken met de liberalisering van de smaakontwikkeling- of met andere woorden “Wat de boer niet kent….”? En onmiskenbaar een verarming van de algemene ontwikkeling die op school wordt aangeboden aan onze kinderen?

Er ontstaat door vroegtijdige manifestatie van een potentieel talent (talentenshows) en de commercie hieromheen een grote vervlakking op. Het gebrek aan diepgang wordt overschitterd door glamour en ‘bling’, het spat van de schermen in een continue stroom van zoethouders en bonkt ons in de straten voorbij met boomboxen.

Toch gebeurt er in de niches nog steeds ontzettend veel, er is heel veel te ontdekken aan muziek in alle genres. Dat hebben we te danken aan het klimaat dat er ooit in Nederland was. Aan bijvoorbeeld de muziekscholen, waar een groot gedeelte van de ouders van nu hun toonladders en Clementi-sonatines repeteerden, met knarsende tanden misschien wel. Diezelfde mensen groeiden op, leerden naast oude meesters ook een beetje Boogiewoogie spelen. Ze ontdekten dat het spelen met concentratie je even in een andere wereld brengt. Dat andere mensen luisteren en genieten van een live muziek, dat ze inhaken en opmerken ‘dat ze die kans ook wel gehad zouden willen hebben’. Ook de volwassenen die hun pianolessen haatten, komen op latere leeftijd heel vaak terug op het muziekmaken zelf- en vinden het meestal jammer dat ze zijn gestopt. Ze kopen dan een keyboard via een webshop, omdat het eigenlijk ook wel fijn was, muziekmaken.

De kans om een instrument te leren spelen, om in het koor met een goed onderbouwde techniek te kunnen zingen. Natuurlijk is er heel veel zelf te leren, via het  internet, via dvd’s van de bibliotheek, Skypelessen, van een andere autodidact of van een bevoegde docent; er is alle keus.

Er gaat echter niets boven de persoonlijke aandacht van een gemotiveerde docent, die een pak aan ervaring en inzicht meeneemt naar elke les. Luisteren en kijken- begrijpend lezen, observeren, horen, ontdekken,  het is te leren.

Het begint op de plek waar je als kind de meeste tijd doorbrengt: op school. In die omgeving cultuur aangeboden krijgen omdat het net zo bepalend is voor de toekomst als de vaardigheid om te rekenen, of te weten waar Parijs ligt.

Lombard pleitte niet voor niets voor muziekeducatie in Amerika- hij besefte dat cultuur en kunst bepalende factoren zijn voor de identiteit van een land. Dat je wel grote namen kunt uitnodigen van overzee ter inspiratie, maar dat het voor een gezond kunstklimaat onontbeerlijk is om zelf aan de slag te gaan. Zodat de identiteit zijn neerslag vindt in wat een volk bindt: de klank van de mensen en de klank van het landschap: Aaron Copland – Appalachian Spring.

Leuk eigenlijk, hoe drie mapjes met bladmuziek op mijn bureau zo een pleidooi vormden voor het behoud van kunst- en muziekeducatie. De Zeeuwse Bibliotheek heeft een uitgebreide collectie bladmuziek, informatieve boeken over muziek en andere materialen. Sinds de verbouwing, nu ruim een jaar geleden, zijn we de trotse bezitter van een elektrische piano op de afdeling. Mét hoofdtelefoon, dus er kan stiekem toch even worden gekeken of die gewraakte Clementi er nog een beetje inzit.

Els van de Wijdeven-Millenaar, muziekafdeling

Bronnen:

* University of Illinois Press: American Music Vol. 3, No. 3, Autumn 1985- Louis Lombards’ “Our conservatories” by Irving Lowens

* http://www.geocaching.com (foto Castello di Trevano)

* Wikipedia

* Youtube

* www.scirptgirl.nl (foto Voice of Holland)

 

Bibliotheek van de toekomst: quo vadis?

4 februari 2014

Er waart een spookbeeld van de bibliotheek van de toekomst door de wereld van de liefhebbers van het gedrukte boek. De boekenverkoop en de uitleen bij bibliotheken zijn de laatste jaren sterk verminderd. Niet alleen bibliotheken verkeren in een moeilijke positie, de problemen bij boekhandelketen Polare heeft andermaal de aandacht gericht op de crisis van de hele boekenketen. Waar Polare failliet dreigt te gaan zijn vele boekhandels reeds verdwenen.

Uitgevers reorganiseren en bibliotheken sluiten. Er wordt in de media stevig geklaagd over ‘ontlezing’ en cultuurpessimisten wijzen op de kwalijke gevolgen in de vorm van toenemende oppervlakkigheid en het inspelen op onmiddellijke bevrediging van consumenten. Het apocalyptische beeld van de ‘laatste’ overblijvende lezer doemt op. Een scenario dat de beklemmende sfeer weerspiegelt van rolprenten als “The Omega Man” en “The Book of Eli”. Tot zover het minder goede nieuws.

De vraag is of we zo pessimistisch naar de toekomst moeten kijken aangaande het veronderstelde lot van openbare bibliotheken. De twee-eenheid boek en bibliotheek staat weliswaar onder druk, maar dit betekent niet dat de bibliotheek als vanzelf in een zwart gat verdwijnt. Evenmin dienen we tegelijkertijd digitalisering en Internet als het panacee voor alle problemen te beschouwen.

Er is een ander wenkend perspectief. Nieuwe bestaansmogelijkheden kunnen worden verkend en vervolgens worden geïntegreerd in de bestaande dienstverlening. Uit de praktijk is gebleken dat bibliotheken daadwerkelijk een nieuwe plek kunnen veroveren in de samenleving. Niet alleen als een plaats waar je nog steeds boeken kunt lenen, maar ook als ontmoetingsplaats voor debat en culturele activiteiten. Een plek waar studenten terecht kunnen om in stilte te studeren, en waar tegelijkertijd een zekere mate van ‘reuring’ aanwezig is op basis van publieksgerichte activiteiten.

We kunnen daarbij denken aan verschillende mogelijkheden zoals de inzet en ontwikkeling van een Fablab, een experimenteeromgeving, waar met digitale machines zoals 3D printers veel gerealiseerd kan worden op het gebied van kunst en techniek. Op fablab.nl vind je een overzicht van in Nederland bestaande Fablabs.

chattanooga public library

Chattanooga Public Library (4e verdieping)

Ook de Zeeuwse Bibliotheek ziet voor zichzelf een opdracht om ‘future proof’ te zijn in samenwerking met derden. Er zijn genoeg voorbeelden van bibliotheken die zichzelf succesvol, ondanks bezuinigingen, al dan niet in samenwerking, in een andere setting kunnen presenteren. In Chattanooga, Tennessee werd een hele verdieping van de lokale bibliotheek van 4.000 m2 omgetoverd tot een werkplaats. De bibliotheek was niet langer een ‘read only’ omgeving, maar werd multifunctioneel.

Het uitlenen van boeken blijft een kernactiviteit. Digitalisering speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling, maar we dienen bestaande gegevens genuanceerd te interpreteren. Het percentage Amerikanen dat e-books leest is volgens het Pew Research Center in de periode 2012-2013 weliswaar met vijf procent gestegen van 23% naar 28%. Een groot deel is en blijft echter verknocht aan het lezen van ‘gewone’ gedrukte boeken.

Een dergelijk beeld zien we ook terug in Nederland. Het blijft dus voorlopig noodzaak om oude en nieuwe media naast elkaar te handhaven. Tegelijkertijd moeten ook nieuwe initiatieven ontwikkeld worden om een centrale en zinvolle plaats in de lokale samenleving in te nemen en voortdurend te anticiperen op veranderingen in de maatschappij. Een bibliotheek kan ook kan functioneren als makelaar tussen vraag en aanbod van informatie. Daarbij horen uitgeefactiviteiten waarvoor diverse platforms kunnen worden ontwikkeld met behulp van de eigen collectie ter ondersteuning van het onderwijs en het benutten van leesbevordering.

Cees de Blaaij, vakreferent

‘Poëzie lezen behoort tot het cement van de samenleving’

28 januari 2014

Nationale gedichtendag

Op 30 januari 2014 is het Nationale Gedichtendag. Ook de Zeeuwse Bibliotheek doet mee. ‘Lezen is het cement van de samenleving. Het lezen van verhalen en gedichten helpt ons om sociaal te functioneren. Door fictie te lezen, kunnen we ons beter inleven, meer begrip opbrengen voor anderen en gemakkelijker nieuwe contacten leggen. De interactie met taal en tekst op zich heeft ook een positief effect. Wie in zijn vrije tijd voor het plezier leest – en dat kan óók non-fictie zijn – ziet zijn woordenschat en taalvaardigheid groeien en gaat daardoor weer vaker lezen.’

Bovenstaande tekst is te lezen op de website van de Stichting Lezen. Blijkbaar zit er aan het lezen in het algemeen een opvoedkundig kantje. Dat geloof ik ook meteen. Wie heeft niet ooit een roman, een gedicht of een andere tekst gelezen, waarbij hij het gevoel had dat het hem rechtstreeks uit het hart gegrepen was? Waarbij hij zich moeiteloos kon verplaatsen in de beschreven situatie en/of de hoofdpersoon. Of waarbij hij op zijn minst heeft gedacht: ‘Nu ik dit lees, begrijp ik toch beter waarom deze persoon doet wat hij doet, waarom deze versregels mij zo raken. Waarom deze woorden mij zo aanspreken.’

Logo liz

Poëzie

Poëzie kan een feest van inhoud, taal en ritme zijn, voedend voor de ziel en voor onze ontwikkeling. Niet iedereen houdt ervan, dat is bekend. Veel mensen, en zeker jongeren op de middelbare school, vinden poëzie nodeloos saai en ingewikkeld. Ze kunnen er niet goed mee overweg dat niet alles wat er staat eenduidige betekenissen heeft. Dat is jammer, want eigenlijk kan alles poëzie zijn, in gedichten bestaat er een enorme vrijheid. Zo zou het op school moeten gaan: eerst zelf schrijven en dan pas andermans gedichten lezen. Ik denk dat dan veel meer jongeren poëzie leuk gaan vinden. Als je eerst zelf hersengymnastiek hebt gedaan tijdens het werken aan een gedicht, krijg je vanzelf interesse voor echte dichters. Het is net zoals voetbal: als je zelf voetbalt, ga je ook meer en beter kijken naar hoe professionele voetballers het doen. In Middelburg wordt aan bovenstaande vaardigheden in ieder geval goed gewerkt:

AnneVegter

Dichter des vaderlands, Anne Vegter

Sinds jaar en dag bestaat de Nationale Gedichtendag, altijd op de laatste donderdag van januari. De afgelopen twee jaar zelfs gevolgd door een complete Poëzieweek. Bibliotheken, boekhandels en scholen in Nederland storten zich in deze dagen op de poëzie.

Ook de Zeeuwse Bibliotheek draagt haar steentje bij, dit jaar met een klinkend programma waarbij de Middelburgse scholen nauw betrokken zijn. In samenwerking met de School der Poëzie  is begin januari al begonnen met een posterwedstrijd. Leerlingen mochten een gedicht schrijven over het thema van Gedichtendag 2014: verwondering. Deze poster mocht mooi en passend worden versierd. Onlangs heeft een deskundige jury, bestaande uit de Middelburgse stadsdichter Theo Raats en beeldend kunstenaar Femke Gerestein, zich van de moeilijke taak gekweten om de posters de beoordelen. De prijsuitreiking vindt plaats op 30 januari 2014 tussen 16.00 en 17.00 uur in de Aula van de Zeeuwse Bibliotheek door burgemeester Harald Bergmann, tijdens een spetterende talkshow. Dichteres des Vaderlands, Anne Vegter treedt op met muziek van de Eef van Breen Group, Stadsdichter Theo Raats geeft de aftrap van een Haikuwedstrijd die de Zeeuwse Bibliotheek organiseert en van 14.00 tot 15.30 uur kan er door volwassenen en jeugd een Workshop poëzie+ worden gevolgd, waarbij Anne Vegter optreedt als ‘poëziedokter’. Kortom, een programma dat ‘staat’!

golven

Poster ‘Golven’ voor de posterwedstrijd

Wil je meemaken hoe leuk, spannend en zinvol poëzie kan zijn? Kom dan op Nationale Gedichtendag naar de Zeeuwse Bibliotheek. Je zult er geen spijt van krijgen. Overigens worden de vaak prachtige poëzieposters niet alleen in de bibliotheek tentoongesteld. Inmiddels hangen ze ook in het Stadskantoor, in de etalage van de Hema, bij Boekhandel de Drvkkery en in het Zeeuws Archief. Ga kijken en verwonder je over de poëtische vaardigheden van kinderen en jongeren. Iedereen kan dichten!

Anya Marinissen

Romanteam Zeeuwse Bibliotheek, webredacteur www.literatuurinzeeland.nl

 

Gezond 100 jaar worden!

21 januari 2014

Op vrijdag 20 november 2013 stond er weer een KennisCafé op het programma, met als onderwerp Gezond 100 jaar worden! Er zijn steeds meer mensen die een dieet volgen en extra sporten met als publiek doel er beter uit te zien. Het dieperliggende doel is vaak ook om gezonder te gaan leven. De sprekers (Prof. Dr. Ger Rijkers, afdelingshoofd Science op UCR, en Kris Verburgh, schrijver van bestseller “De Voedselzandloper”) toonden ons hoe iemand gezond 100 jaar zou kunnen worden.

Een langer leven

Ger Rijkers nam ons mee naar wat het probleem nou eigenlijk inhoudt. Ook al wordt de gemiddelde Zeeuw ouder – ongeveer 81 jaar – dan de gemiddelde Nederlander, uit onderzoek blijkt dat de Zeeuw ongeveer 20 jaar van die tijd in slechte gezondheid verkeert. Een onaangename bijkomstigheid. Volgens de levenstrap leef je van 0 tot 100 jaar, waarbij je op je 50e je hoogtepunt bereikt zou hebben. Vanaf je 50e gaat het allemaal langzaam bergafwaarts. En ook al is het niet zo erg dat dit hoogtepunt bereikt is bij 50, de mate waarin het afneemt op dit moment gaat volgens wetenschappers té snel. Dit zouden we moeten kunnen vertragen.

Kenniscafe 20 dec 003

Gelukkig er is hoop! Meisjes die nu geboren worden hebben al maar liefst 50% kans om 100 te worden. Opmerkelijk is overigens dat er een halve eeuw geleden al geadverteerd werd met de potentie om 100 te bereiken.

Verouderen brengt nou eenmaal het een en ander met zich mee. Hoe ouder je bent, des te vatbaarder je bent voor infecties. Je huid veroudert ook mee, en je verliest spiermassa. Dit werkt helaas niet bevorderlijk voor het gezond ouder worden.

Zijn er dan plekken op aarde waar de leeftijdsgrens hoger ligt? Ja, die zijn er, en zij worden de Blue Zones genoemd. Deze vijf zones bevinden zich in Griekenland, Japan, Italie (Sicilie), Costa Rica en Californie. Het geheim van deze mensen is dat zij op een natuurlijke manier bewegen, dat zij tot de juiste genetische stam behoren, dat ze een positieve blik op de wereld hebben en dat ze verstandig eten.

Vervolgens gaf Ger Rijkers enkele adviezen om de kans te vergroten 100 jaar te mogen worden:

  1. Niet roken. Als er al gerookt wordt: stop met roken!
  2. Drink, maar met mate. Max. 1 glas per dag, en het liefst rode wijn.
  3. Beweeg. En ga eens staan in plaats van te zitten.

 

Dit zijn slechts voorbeelden. Een publiekslid in een rolstoel vroeg zich af hoe hij met dit schema nou een hoog MET* kon bereiken. Ger Rijkers stelde hem gerust: voortbewegen op een andere inspannende manier (stevig rolstoelrijden) heeft dezelfde potenties als bijvoorbeeld hardlopen.

*De MET-waarde ofwel het metabool equivalent is een meeteenheid binnen de fysiologie voor de hoeveelheid energie die een bepaalde fysieke inspanning kost ten opzichte van de hoeveelheid benodigde energie in rust.
  1. 4.      Eet goed, eet “Mediterraans”. Mediterranen eten minder verzadigde vetten doordat zij vele gezonde olijfolieën gebruiken in plaats van bijvoorbeeld boter waar veel verzadigde vetten in zitten. Daarnaast bevat dit dieet erg veel salades waardoor je genoeg groentes binnenkrijgt. Hierdoor krijgen ze dus ook voldoende antioxidanten binnen.

Behalve op fysiek gebied wil men ook op mentaal gebied gezond blijven, natuurlijk. Het brein veroudert namelijk ook mee, en niemand wil een mentale aandoening oplopen zoals Parkinson of Alzheimer. Dit domein is moeilijker te tackelen, maar ook hier kan men regressie tegengaan door actief te blijven. Het maken van een dagelijkse kruiswoordpuzzel of sudoku helpt al een heleboel. Onderzoek heeft namelijk uitgewezen, aan de hand van een racespel, dat spellen zelfs de cognitieve capaciteiten kunnen verbeteren, ook op de zeer lange duur.

De Voedselzandloper

Kenniscafe 20 dec 005

Vervolgens gingen we door met blok 2. Hierin nam de schrijver van de voedselzandloper, Kris Verburgh, het woord. Volgens Kris Verburgh zouden we met alle hedendaagse dieetadviezen weg moeten doen, omdat de meeste diëten niet op de lange termijn blijken te werken en sommige zelfs helemaal niet werken! Biogerontologie (de wetenschap van het verouderen) speelt een steeds grotere rol in de geneeskunde, en dit is de tak van wetenschap die “De Voedselzandloper” heeft geïnspireerd. Waarom worden wij dus ouder? Kris Verburgh legt het uit:

  1. 1.      Suiker-metabolisme. Het suiker-metabolisme is belangrijk om de glucosespiegel op peil te houden. Vooral oude mensen hebben een slechte suiker-metabolisme. Wanneer suiker in het lichaam komt, bindt dit aan receptoren zodat het in het bloed kan worden opgenomen. Suiker kan echter ook crosslinks vormen waarbij het suiker zich tussen 2 eiwitten (bijvoorbeeld in collageen) verbindt. De eiwitten zijn hierdoor minder rekbaar en minder flexibel. Dit veroorzaakt rimpels. Dit kan vergeleken worden met het roosteren van brood. Dit wordt namelijk ook minder flexibel. Crosslinks kunnen ook verouderingsziekten introduceren. Een goed voorbeeld van dit is Cataract (staar). Crosslinks kunnen ook een hoge bloeddruk veroorzaken en atherosclerose (aderverkalking) bevorderen. Daarom is het dus belangrijk om niet al te veel suikers in het dieet op te nemen, om deze cross-link vorming te voorkomen.
  2. 2.      Eiwit-samenklontering (Proteine-neerslag). Proteinen zijn de bouwstenen van de cel. Als dit gaat samenklonteren veroorzaakt dit veroudering. Dit kan bijvoorbeeld een rol spelen in de verzwakking van het hart (Cardiac Muscle lipofuscin). Bij de ziekte van Alzheimer gaan proteinen binnen en buiten de hersencellen samenklonteren en vormen plaques, waardoor alzheimer wordt bevordert en dit veroorzaakt vergeetachtigheid. Dit zorgt ervoor dat hersencellen afsterven. Daarom wordt er dus aanbevolen om voorzichtig te zijn met de ingenomen eiwitten. De eiwitten in wit vlees zijn beter dan eiwitten in rood vlees omdat deze minder snel zullen gaan samenklonteren met de lichaamseigen eiwitten.

 

Met deze twee feiten kunnen we twee principes ontdekken om ouderdom tegen te gaan:

  1. 1.      Minder (snelle) suikers à Minder suiker-crosslinks, minder IGF-1
  2. 2.      Minder (dierlijke) proteinen à Minder proteïne-samenklontering

–          Model geeft weer wat patienten meer en minder moeten eten.

–          Vermijd brood, aardappelen, pasta en rijst, want hier zitten de “verborgen koolhydraten” in!

Het is daarom belangrijk om te kijken naar de glycemische indices van voedingsmiddelen die we consumeren boven alle andere factoren. Een dieet met een lage glycemische index is veel beter dan een dieet dat, bijvoorbeeld, vetarm is.

De Schijf van Vijf en De Voedingsdriehoek zijn verouderde concepten, aldus Kris Verburgh. De Harvard Food Pyramid, of de Mayo Clinic, is een geschikt alternatief. De basis hoort niet meer te bestaan uit aardappelen, brood, pasta en rijst. Groente en fruit zijn veel belangrijker voor ons. Enkele tekortkomingen van de klassieke voedingsaanbevelingen: teveel nadruk op koolhydraten, geen onderscheid tussen rood vlees en gevogelte of vis, geen onderscheid tussen gezonde en ongezonde vetten, en tot slot, en wellicht het belangrijkst, deze diagrammen geven geen alternatieven! De voedselzandloper, daarentegen, laat zien welk product minder goed is én wat het juiste alternatief is qua voedingswaarden.

Kris Verburgh geeft toe dat het Mediterrane dieet dat Ger Rijkers voorschreef veel beter is dan het westerse dieet, maar zelfs het Mediterrane dieet kan beter. Vervang de pasta en aardappelen maar eens door peulvruchten en champignons, en je komt al een heel eind verder!

Kenniscafe 20 dec 007

Discussie

In blok 3 werd er vervolgens antwoord gegeven op een aantal vragen. Zo waren de meningen verdeeld over de vraag of men wel zou moeten willen 100 te worden. Ger Rijkers vindt dat we dit niet zonder meer zouden moeten willen, kijkend naar de gemiddelde conditie van 100-jarigen. Kris Verburgh denkt dat we dit wel zouden moeten willen als we nog gezond zijn en er nog goed uit zouden zien.

Vervolgens werd er gekeken naar wat de levensverwachting over 100 jaar ongeveer zal zijn. Beiden waren het hier over eens dat we waarschijnlijk ouder zullen worden, maar dat het moeilijk is om dit nu in te kunnen schatten. Een gemiddelde leeftijdsverhoging van 10 jaar behoort tot de mogelijkheden.

Kenniscafe 20 dec 006

De laatste vraag betrof biologische producten. Zijn biologische producten nou echt gezonder? Ger Rijkers vertelt ons dat gezondheidsclaims toegekend door de EFSA. Water en Vitamine D kennen een gezondheidsclaim, maar voor de rest zijn alle claims afgewezen. “Biologisch” wil niet gelijk zeggen dat een product gezonder is, het zegt alleen maar iets over hoe het geproduceerd is. Daarentegen valt wel te stellen dat als je biologisch eet, je je bewust toont over wat je naar binnen werkt, en dit feit is alleen maar te prijzen. Kris Verburgh is het hier helemaal mee eens. Hij sluit af met een vraag voor het publiek, de vraag die volgens hem het meest belangrijk is hier: “Eet ik nu wel gezond genoeg?”

Kenniscafe 29 nov 004

Impliciet vraagt hij hier gezond genoeg om ouder te worden. En diezelfde vraag stel ik nu aan u. Laat het ons weten in de commentaarsectie onder deze blog, wij zijn benieuwd. Bedankt voor het lezen, en tot het volgende KennisCafé!

Jeanine Naerebout

Inbreken met behulp van Facebook?

16 januari 2014

Tips voor inbraakpreventie

Via Facebook en Twitter speuren woninginbrekers naar geschikte doelwitten. Het is een wijdverspreid beeld. Maar wat hebben inbrekers eigenlijk aan sociale media? Linda Nagelhout zegt in haar winnende bijdrage aan de schrijfwedstrijd van Secondant dat het effect anders is dan verwacht.

Uit haar onderzoek blijken de geënquêteerden zich meestal bewust te zijn van de risico’s van sociale media. Vermeldingen in het telefoonboek zijn misschien wel riskanter.(1)

Toch is verstandige omgang met privacy op bijvoorbeeld Facebook, LinkedIn en Twitter aan te bevelen. De Open Universiteit heeft handige tips voor bescherming van de persoonlijke gegevens op een rijtje gezet op de website.(2)

burglar

Het belangrijkste preventieve middel  heeft (vooralsnog) te maken met de situatie in en rond de woning. Denk aan het huis goed afsluiten en zorgen voor een levendige indruk. Bekende preventieve maatregelen, zoals hang- en sluitwerkmaterialen gebruiken met het Politiekeurmerk Veilig Wonen en het waarschuwen van de politie bij verdachte situaties, zullen nog altijd meer effect hebben dan het achterwege laten van gevoelige tweets.

De campagne ‘Laat de inbreker in de kou staan’(4) zet drie deelboodschappen in:

  • Doe ramen en deuren op slot.
  • Laat verlichting aan, ook als u er niet bent.
  • Doe nooit zomaar open voor onbekenden.

 

Dus als je nog op wintersportvakantie gaat of verre zonnige oorden gaat bezoeken doe dan je voordeel met deze tips.

 

Adriënne Withagen,

SCOOP & Zeeuwse Bibliotheek

 

Bronnen:

1.Nagelhout, L. Sociale media voor doelwitselectie bij woninginbraak: de mythe van de vakantietweet

Secondant (2103) 6 p. 28-31

http://www.hetccv.nl/binaries/content/assets/ccv/secondant/2013/secondant_6_2013_vakantietweet.pdf

2. Cursus van de Open Universititeit http://www.ou.nl/web/cursus-social-media/basis-privacy-algemeen

3. Tips van de politie http://www.politie.nl/onderwerpen/woninginbraak.html

4.  Campagne van Politiekeurmerk veilig wonen http://www.politiekeurmerk.nl/gemeente/campagne-laat-de-inbreker-in-de-kou-staan-

5. Infosheet Trends woninginbraak 2013 van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) http://www.hetccv.nl/binaries/content/assets/ccv/trends/infosheet_trends_woninginbraak_2013.pdf

De kroniek van de familie Radaeus : mooiste aanwinst van 2013 voor de Zeeuwse Bibliotheek

23 december 2013

Aan het einde van een turbulent jaar kijk ik met veel plezier terug naar de schenking van een uniek werk aan Zeeuwse Bibliotheek.

Het was midden in de zomer en de zon scheen uitbundig toen het boek, of moet ik zeggen het manuscript, gerestaureerd en in een beschermende zuurvrije omslag aan de directeur van de bibliotheek werd aangeboden. De aanwinst betrof een zeventiende-eeuws aantekeningenboek van de familie Radaeus. Het was eerder geveild bij het Zeeuws Veilinghuis in Middelburg. De aanwinst voor de collectie werd gefinancierd door anonieme schenkers, die het manuscript lieten restaureren door Boekrestauratie-Marijn de Valk.

Het Radaeus-manuscript in een zuurvrije doos. Manuscript Johannes Radaeus.

Het Radaeus-manuscript in een zuurvrije doos

Johannes Radaeus
Het manuscript is afkomstig van Johannes Radaeus (1638-1712). In de tweede helft van de zeventiende eeuw pakt Radaeus perkament en papier en schrijft alles op wat hij weet over zijn familie. Hij begint met het huwelijk van zijn ouders in 1633 in Goedereede. Vanaf die tijd houdt hij bij wat er in zijn eigen leven en dat van zijn familie gebeurt. Hij registreert namen, plaatsen, geboorte- en sterfdata, begraafplaatsen en het beroep van de familieleden.

Uit de aantekeningen blijkt dat Johannes in 1658 begint aan zijn eerste baan als klerk bij de Zeeuwse Admiraliteit en woont in Middelburg. Het is de start van een grote carrière. Hij trouwt in 1661 met de Thoolse Adriana Rolle *) en na haar dood hertrouwt hij in 1669 met Anna Wilhelmii uit Middelburg.

Opengeslagen en beschreven pagina’s uit het manuscript familie Radaeus

Opengeslagen en beschreven pagina’s uit het manuscript

Zeeuwse geschiedenis
Radaeus noteert opmerkelijke zaken, zoals de blijdschap van de mennonieten in Ouddorp bij het overlijden van zijn vader, die daar predikant was. Hij vult regelmatig de lijst met de opsomming van al zijn functies aan en beschrijft de opleidingen van zijn zonen. Het wordt duidelijk dat bepaalde bestuurlijke functies binnen de familie blijven. Ze worden van vader op zoon of van broer op broer overgenomen. De familie Radaeus wordt steeds belangrijker binnen Zeeland en de banden met bekende Zeeuwse families Evertse, Boddaert, Macaré en De Cliever, enzovoorts worden nauwer. Uit het boek van M. van der Bijl, Idee en Interest (Groningen, 1981) blijkt dat de familie Radaeus in de periode 1650-1750 opklimt tot een invloedrijke familie.

Na de dood van Johannes worden de aantekeningen aangevuld door zijn zonen. Zij noteren vooral genealogische gegevens. De laatste aantekening stamt uit 1754 en is van Maria Gerlag, de weduwe van David Radaeus (1690-1741), schepen van Middelburg. Maria vermeldt het overlijden van haar tweede echtgenoot Daniel Beukelaer.

Van manuscript naar boek-manuscript
Rond het jaar 1700 of misschien wel bij het overlijden van Johannes Radaeus in 1712 heeft iemand uit de familie een prachtige band om het schrift laten maken en de bladzijden op maat laten snijden. De band getuigd van rijkdom door de bijzondere goudstempeling op de voor- en achterkant van de band. Het lijkt daardoor een boekband. Vooral het maken van de lintpatronen vereist vakmanschap. De boekband moet vervaardigd zijn bij een Middelburgse drukker c.q. boekbinder. Het is een prachtig voorbeeld van de typische Middelburgse waaierband: uniek binnen Nederland. Het opschrift op de voorkant luidt: “Geslagt rekening van Johannes Radaeus, anno 1638”. Aan de achterkant staan de namen van zijn vrouwen met het jaartal 1648, het geboortejaar van Anna Wilhelmii.

Detail van de goudstempeling aantekeningenboek familie Radaeus

Detail van de goudstempeling

Top aanwinst 2013
Naast de bijzonderheden die in de aantekeningen te vinden zijn, is zeker de buitenkant van het werk zeer interessant.

Met het standaardwerk Dutch decorated bookbinding in the eighteenth century (Den Haag, 2006) van Jan Storm van Leeuwen in de hand kan de Radaeus-boekband niet alleen gedateerd worden, maar is ook te ontdekken welke boekbinderij in Middelburg de band gemaakt moet hebben.

De luxe band kan door de grote hoeveelheid van motieven vergeleken worden met andere boekbanden in de collectie van de Zeeuwse Bibliotheek die uit de dezelfde tijd stammen, zoals een prachtband van de Zeeuwse Admiraliteit. Het detailonderzoek moet nog beginnen. Welke overeenkomsten zijn er in de vorm en het gebruik van de stempels? Dat betekent dat het medaillon, de verschillende bloemmotieven, het vogeltje, het mannetje en het vrouwtje, de hoekversieringen en de opgetreden slijtages in het gereedschap waarmee de motieven in de boekband werden gedrukt nauwkeurig bekeken moeten worden.

Boekband van de Zeeuwse Admiraliteit (ZB, 1074 B 11)

Boekband van de Zeeuwse Admiraliteit (ZB, 1074 B 11)

Dankzij de sponsoren blijft dit historisch belangrijke boek-manuscript in Zeeland bewaard en is het in een openbare collectie terecht gekomen. Iedereen die geïnteresseerd is of nader onderzoek wil doen kan het komen bekijken in de Zeeuwse Bibliotheek.

Liesbeth van der Geest,
conservator bijzondere collecties Zeeuwse Bibliotheek.

*) In de collectie van de Universiteitsbibliotheek van Leiden zijn twee gelegenheidsgedichten te vinden over het huwelijk van Johannes Radaeus en Adriana Rolle: “Brvlofts-koets voor monsr. Johannes Radaeus, en juffrouw Adriana Rolle, verheerlijct doe sy t’samen in trouw vergaderden binnen Tholen, op den xxxj. van Oughst-maent, MDCLXI”, ondertekend door Boudery en “Bruylofts-rym, ter eeren den […] bruydegom sr. Joannes Radaeus, en […] juffr. Adriana Rolle. Te samen vereenigt door den bant der houwelijcx, binnen Tholen, op den 31 augustus. Anno 1661”, ondertekend door D.R. Beide gedichten zijn in Middelburg gedrukt voor Jacobus Noenaert. In de landelijke bibliotheek-catalogus Picarta zijn meerdere publicaties te vinden van leden van de familie Radaeus en de vraag duikt op of er een link is met de Friese familie Radaeus?

Herman Koch en zijn nieuwe roman: “Graauw is op een goede manier ver weg”

20 december 2013

Met zijn zesde roman Het Diner uit 2009 heeft Herman Koch een ware bestseller te pakken. Het boek van de auteur, die de meesten van ons toch kennen van zijn bijdragen aan Jiskefet, won de NS Publieksprijs, is in meer dan dertig landen uitgegeven en daarmee één van de succesvolste Nederlandse romans aller tijden. Inmiddels is er een nieuwe roman “Geachte heer M” in de maak die zich deels zal afspelen in Zeeuws Vlaanderen, waar Koch grotendeels zijn vrije tijd spendeert. Dit alles vertelt hij 17 december in helaas nauwelijks gevulde aula van de Zeeuwse bibliotheek in een door SLAZ georganiseerd vraaggesprek.

Het diner / Herman Koch

Al tijdens de aankondiging krijg ik het gevoel in een Jiskefet aflevering te zijn beland. Johan de Koning promoot in bijna archaïsche taal een evenement rondom het veilinghuis alsof het marmotten uit de dierenwinkel zijn en verbeeld ik me het of doet hij extra zijn best met zijn sonore stem de lijzige dierenverkoper (http://www.youtube.com/watch?v=nOYCCRffnbM) na te bootsen? Rolf Bosboom, journalist Kunst & Cultuur bij de PZC, neemt het roer na de inleiding over en start het interview met een voor de hand liggende vraag over Kochs jeugd in Zeeuws Vlaanderen, althans, de vakanties die hij daar doorbracht met name in de buurt van Retranchement. Koch beschrijft zijn groeiende genegenheid voor het Zeeuws Vlaamse landschap en leven en verteld het geboeide publiek dat de aantrekkingskracht nog volop aanwezig is, al huist hij tegenwoordig in een dijkhuis in Graauw.” Ver van Amsterdam, maar op een goeie manier ver weg. Niemand komt vanuit de randstad namelijk op het idee hem in Graauw op te zoeken tijdens zijn vakantie en/of schrijfmomenten”. En dat bevalt Koch eigenlijk wel.

Als kind had Koch al de ambitie om schrijver te worden, dat wil zeggen, hij was zeer bedreven in het verzinnen van fantastische verhalen. Toch legt hij zich in eerste instantie toe op televisiewerk. Jarenlang zien we Herman Koch als achtereenvolgens Tampert, Jos, en Kerstens en we lachen ons een bult alvorens we kennismaken met Koch als romanschrijver en in het bijzonder het Diner. Toch heeft Koch achter de coulissen van de VRPO ook naarstig boeken geschreven, zoals bijvoorbeeld Red ons Maria Montanelli (1989), alleen kreeg dit boek destijds veel minder media-aandacht. Hoe dat komt? Koch kan het niet precies verklaren, wel weet hij dat het Diner niet per se zijn beste boek is ondanks het feit dat het de bestsellerlijst van de New York Times heeft gehaald en inmiddels in 33 talen vertaald is. Zelfs in de Ethiopische boekhandel ligt het Diner in moedertaal in de schappen. Ook zijn overige oeuvre , onder andere Zomerhuis met Zwembad (2011) krijgt over de grens volop aandacht en wordt aan de lopende band vertaald.

Op de vraag van Bosboom wat de grootste succesfactor van het Diner is, antwoordt Koch dat het boek een mondiaal onderwerp betreft. “Het verhaal handelt over een universele angst over wat je kind uitvoert als jij als ouder niet in de buurt bent. Dat is de zenuw die in het boek zit”. Een nadeel aan het bestsellerschap is er ook. Volgens Koch is het grote publiek namelijk van mening dat elke auteur van een succesvol boek bij voorbaat een knieval heeft gemaakt naar het grote publiek. En dat betekent dat er getwijfeld wordt aan het literaire gehalte: “als een boek niet onleesbaar is, is het waarschijnlijk ook geen literatuur.”

Bemoeienis met de Nederlandse verfilming van het Diner (Menno Meyjes, 2013) heeft Koch nagenoeg niet gehad. Behalve dan misschien een lichte sturing wat de cast betreft (“geen Paul de Leeuw, zelfs niet als ober!”). Inmiddels is er een internationale remake in ontwikkeling waarin niemand minder dan Cate Blanchett de regisseur is. Koch blijft er vrij onbewogen onder. Hij bezoekt de première en verder gelooft hij het wel. Dat zijn roman in elke willekeurige boekhandel in Buenos Aires te koop is, vindt hij een stuk indrukwekkender, zegt hij.

Of het zijn nieuwste roman :” Geachte heer M” (mei 2014) ook zo zal vergaan, is de vraag want volgens Koch wordt met dit boek, dat zich dus gedeeltelijk in Zeeuws Vlaanderen afspeelt, een nieuwe weg ingeslagen. Het klassieke gezinsleven, in zijn vorige romans nadrukkelijk aanwezig, heeft hij achterwege gelaten en bovendien wordt de eeuwige (enigszins onsympathieke) ik-persoon grotendeels vervangen door verschillende personages in de derde persoon enkelvoud. Bij wijze van voorproeve en omdat het tenslotte ook een literaire avond betreft, leest de auteur een kort fragment uit zijn nieuwe werk.

Vroeg of laat herkent het publiek zichzelf in zijn verhalen. Van tijd tot tijd melden aanvankelijk argeloze lezers zich met de vraag of hij wellicht aan hen dacht bij het creëren van zijn personages. Zoals ook wij als lezerspubliek tijdens het slotcitaat van Koch. Daarin mijmert een schrijver op leeftijd over het publiek in de zaal waarvoor hij na afloop tot vervelens toe boeken moet signeren en verfoeit hij de bibliothecaresse die hem straks gaat uitnodigen voor een borrel na afloop in het buurtcafé, waar hij vooral verhalen zal moeten aanhoren over de wilde avonturen van zijn collega-schrijvers in datzelfde etablissement. Hij gruwt bij de gedachte. Herkenning of niet, de signeerrij na afloop van de lezing is verdacht kort.

Janette Zuydweg
Vakreferent Zeeuwse Bibliotheek