Archief van categorie ‘Collecties’

Twee bijzondere Zeeuwse aanwinsten

donderdag, 11 augustus 2016

In een tijd van krimpende budgetten, zijn schenkingen van weldoeners onontbeerlijk om de bijzondere collecties op peil te houden. Dat geldt niet alleen voor de restauratie van kwetsbare materialen, maar ook voor de verrijking van het bezit. Onlangs konden wij, dank zij de gulheid van een ons bevriend echtpaar, weer een tweetal waardevolle historische boekbanden toevoegen.

Middelburgse boekbinders

De achttiende eeuw vormde het hoogtepunt van de boekbinderskunst in Middelburg. Er zijn verschillende binderijen aan te wijzen, met ieder haar eigen stijlkenmerken. Aan de hand van bewaard gebleven exemplaren hebben die achteraf een naam gekregen. In de meeste gevallen is niet met zekerheid te zeggen wat de echte naam van de binder was. Het overgrote deel van de sierbanden is niet in Zeeland gebleven. Vele zijn via de verzameling van prins Willem V in de collectie van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag terecht gekomen.

Rode voorzijde boek met letters C.V.D.P.

Band gemaakt door een Middelburgse boekbinder, in opdracht van Hendrik Souvrijn voor Catharina van der Plassche (C.V.D.P.), 1765
Gefotografeerd door Ester van Dooren

Bloemenrolbinderij
De binders en de boekverkopers zaten in hetzelfde gilde. Zo was er een binderij die later de naam Bloemenrolbinderij gekregen heeft, en die van ca. 1765 tot 1780 gefunctioneerd heeft. Vermoedelijk werden deze banden in opdracht van de uitgevers Pieter Gillissen en Isaac de Winter gemaakt. Alle exemplaren hebben hun weg buiten de provincie gevonden.

Terug in Zeeland
Alle exemplaren? Nee, er is er een die kort geleden na eeuwen naar Middelburg terugkeerde. Hij werd in veilinghuis Bubb Kuyper te Haarlem aangeboden, en kon dank zij de hulp van onze weldoeners aangekocht worden. Er waren serieuze tegenbieders, maar we hebben het voor een redelijke prijs kunnen bemachtigen. De band is van rood marokijn (korrelig geiteleer) gemaakt met gouden opdruk. Markant is, vanzelfsprekend, de bloemenrol. Op het voorplat zijn de letters C.V.D.P. gestempeld. Die verwijzen naar de inhoud.

C.V.D.P.
Die heeft betrekking op de opdrachtgever van de band. Dat was de doopsgezinde heer Hendrik Souvrijn, die in 1759 van Amsterdam naar Middelburg verhuisd was. Hij trouwde met Susanna van Kraeymers, mogelijk een dochter van de ontvanger van kerke- en armegoederen in de doopsgezinde gemeente te Aardenburg. Zij was klaarblijkelijk eerder getrouwd met een Van der Plassche, van wie zij een dochter Catharina had. Souvrijn raakte zodanig gesteld op zijn stiefdochter, dat hij op haar dertiende verjaardag, op 20 december 1765, handmatig een gedicht voor haar opschreef. Hij liet dat bij de Bloemenrolbinderij in een luxe band vatten. De letters op het omslag zijn de initialen van Catharina van der Plassche.

Verjaardagsgedicht
Twee maanden daarvoor, in oktober 1765, had Souvrijn voor de verjaardag van zijn echtgenote ook al een gedicht geschreven. Dat zit als losse bijlage bij de prachtband, maar is zelf in een eenvoudig brokaat papieren omslag gestoken.

Gedicht 25-jarig huwelijk
Tot het kavel behoort ook een handgeschreven gedicht uit 1797, ter gelegenheid van het 25-jarig huwelijk van de zelfde Catharina met Hendrik Winkelman, uit de doopsgezinde gemeente van Vlissingen. Daar zit helemaal geen omslag omheen, maar ontleent zijn betekenis natuurlijk als toevoeging aan de prachtband voor Catharina’s dertiende verjaardag.

Psalmen uitgave

Van Hendrik Souvrijn en zijn vrouw Susanna weten we verder, dat ze rond 1780 samen alle 150 getoonzette psalmen van David opnieuw bewerkt hebben. Dat is in drukvorm uitgegeven, waarschijnlijk ten gebruike van de Doopsgezinde Broederschap, en is uiterst zeldzaam. De ZB bezit helaas geen exemplaar.

Souvrijn
We hebben wel een ander handschrift van Souvrijn, namelijk een gelegenheidsgedicht voor het huwelijk van David van Visvliet en Susanna Elisabeth Sluijmer te Middelburg in 1777. We kunnen aannemen dat hij oog had voor dichtkunst en (kerk)muziek.

Voorzijde band Kinderpligt en zinnebeelden, gemaakt in opdracht van het armweeshuis van Middelburg. Het stempel van het armweeshuys is duidelijk zichtbaar.

Voorzijde band Kinderpligt en zinnebeelden, gemaakt in opdracht van het armweeshuis van Middelburg.
Gefotografeerd door Ester van Dooren
.

Band armweeshuis
Op de zelfde veiling, en dank zij de zelfde gulle gevers, kregen wij nog een andere en kleinere band in handen, waarvoor geen tegenbieders waren. Zodoende bleef het bij een betrekkelijk laag bedrag. Het is een kleine leren band, ook met goudopdruk, vervaardigd in opdracht van het armweeshuis van Middelburg. Het is het derde exemplaar in onze collectie. Bij het eerste aanwezige exemplaar ontbreekt de opdracht, bij het tweede het hele voorplat, maar dit is geheel compleet. Het bevat het opvoedkundige dichtwerk “Kinder-pligt en zinnebeelden” door Johannes Hazeu Corneliszoon. De band werd in 1790 uitgereikt aan Jacobus de Roover, die waarschijnlijk in 1799 of 1800 op 22-jarige leeftijd overleden is. Voor een armweeshuis ziet de band er als extreem luxe uit. Latere prijsbanden uit de 19e eeuw zijn van veel eenvoudiger materiaal gemaakt.

Band gemaakt in opdracht van het armweeshuis Middelburg. Hij bevat: Kinderpligt en zinnebeelden / Johannes Hazeu Corneliszoon.

Band gemaakt in opdracht van het armweeshuis Middelburg. Hij bevat: Kinderpligt en zinnebeelden / Johannes Hazeu Corneliszoon.
Gefotografeerd door Ester van Dooren

Schatkamervitrine
Beide banden zijn de komende maanden te bezichtigen in de schatkamervitrine ‘Recente aanwinsten bijzondere collecties’ op de eerste verdieping van ZB, naast het inlichtingenbureau.

Wijze van schenken
Weldoeners kunnen hun gift op diverse manieren voldoen, maar de schenkers van deze banden hebben de volgende werkwijze gekozen. De ZB heeft bij de veiling het bedrag voorgeschoten. De schenkers hebben de exemplaren later persoonlijk aan de directeur overhandigd. Daarbij hebben ze een overeenkomst ‘periodieke gift in natura’ ondertekend, ook al wordt de gift financieel vertaald. Deze is te downloaden van de website van de Belastingdienst. De overeenkomst houdt in, dat de gift uit vaste en gelijkmatige periodieke verstrekkingen bestaat, die een periode van vijf jaar beslaan. Zodoende wordt een vijfde van de gift in die periode ieder jaar in mindering gebracht voor de inkomstenbelasting. Een constructie die zowel voor de schenker als de ontvanger aantrekkelijk is.

Literatuur:
Goud en velijn : Middelburgse boekbanden van de 17de tot de 19de eeuw / inleiding Ronald Rijkse ; door Jan Storm van Leeuwen … [et al]. – Middelburg : Zeeuwse Katernen, 1992. – (Zeeuwse katernen : vol. 9)
Dutch decorated bookbinding in the eighteenth century : vol. IIb / by Jan Storm van Leeuwen. – t’Goy-Houten : HES & De Graaf, 2006

Marinus Bierens, conservator.

Bijvangst

dinsdag, 28 juni 2016

Bijvangst is volgens de Van Dale ‘de vangst van andere vissen dan waarop werd gevist.’ Meestal wordt die bijvangst weer overboord gekieperd, tenminste, als deze niet teveel waarde bezit. Als historicus, of liever als archiefonderzoeker, heb je soms ook zulke bijvangst. Zozeer zelfs dat de bijvangst soms belangrijker wordt dan de hoofdvangst. Graag laat ik hier wat van die vreemde, soms Zeeuwse, vissen zien die ik aan de oevers van de Thames naar boven hengelde.

Heron of Kew

Voor het Zee(uw)post project ben ik al enige malen in the National Archives (TNA) in Kew geweest. Daar wordt onder meer het archief van de High Court of Admiralty bewaard. Onderdeel daarvan zijn de zogenaamde Prize Papers: in oorlogstijd in beslag genomen papieren aan boord van buitenlandse of vijandelijke schepen. Aangezien De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in de 17de en 18de eeuw meerdere oorlogen met Engeland heeft uitgevochten, zijn er heel wat Nederlandse schepen door de Engelsen buitgemaakt. Daarbij werden niet alleen de scheepsjournalen in beslag genomen, maar werkelijk alle papierwerk aan boord: brieven, rekeningen, kasboeken, almanakken, beurzen met inhoud, kranten, romans tot zelfs de ganzenveren pennen aan toe. Voor dit project gaat het vooral om de persoonlijke brieven die mensen van overzee naar Zeeland stuurden of omgekeerd. Anders dan bij normale archiefaanvragen waarbij je doorgaans weet wat je aanvraagt, kom je hierbij ook aardig wat andere verrassingen tegen. Zaken die in Nederland verloren zijn gegaan in de loop van de geschiedenis omdat niemand ze belangrijk vond, maar daar weer opduiken omdat ze samen met al die brieven in een doos zijn gestopt.
Net als wij tegenwoordig onszelf goed informeren over wat er om ons heen gebeurt, wilden de 17de-eeuwers dat ook weten. Daarom werd niet alleen een brief geschreven, maar werden bijvoorbeeld ook de laatste kranten meegestuurd. Zo zaten bij een brief naar de West de bijna volledige maanden oktober en november 1673 van de Opregte Haerlemsche Courant en de Amsterdamsche Courant van 9 november 1673. Die laatste krant is in geen enkel archief of bibliotheek in Nederland meer te vinden.

OHC-7-oktober-1673-pag-2

In de ‘Opregte” van 7 november valt te lezen dat het op 4 oktober stormde voor de Zeeuwse kust en ‘verscheyde avonturiers’ [kaperschepen] naar binnen moesten komen. Aan boord van de Fenix moest al het geschut overboord gezet worden ‘om hem te salveeren’ en bij de Metaelman brak de fokkemast af. Dat is niet alleen voer voor historici maar ook voor meteorologen die zich met weergeschiedenis bezig houden. Op deze wijze kon bijvoorbeeld J. Buisman zijn befaamde zesdelige meteorologische magnum opus Duizend jaar weer, wind en water in de Lage Landen schrijven.

AC-9november1673pag1

In de ‘Amsterdamse’ staat een kleine regel die ons Nederlanders er nog eens op wijst dat we ooit de meest roemruchte stad ter wereld bezaten, want op 3 november 1673 verneemt de redactie uit Engeland dat: ‘Den koningh heeft ordre gegeven voor het equiperen van een considerabel esquader oorlogh schepen … dat men voorheeft, Nieuw Jorck daer mede weder te vermeesteren.

De opnamen van deze kranten konden zodoende doorgegeven worden aan de KB voor hun krantenbank Delpher. Aan de kranten kunnen we al zien dat de mensen van toen, net als die van nu, bekenden graag wilden laten delen in het laatste nieuws, maar dat gold natuurlijk ook voor zeer persoonlijke zaken. Hoe laat je in de 18de eeuw aan iemand overzee weten wat voor nieuwe jurk je hebt gekocht, hoe de laatste mode in Parijs er uitziet of hoe je je eigen ontwerp wilt laten uitvoeren, zonder dat je over telefoon, mail of whatsapp beschikt? Simpel, je stuurt monstertjes op van de textiel, zoals deze jonge juffer uit West-Indië die met deze monsters vertelt wat zij voor het haar gezonden geld gekocht heeft: ‘dit is van de zwarte vouwjapon (het zwart-witte textiel). Dit is een present van Pietje (het blauw en bordeauxrode textiel). Dit is van mijn nieuwen japon die ik gekocht heb voor het geld dat u edele mijn voor een present gesonde heb.’ (het lichtblauwe en oranjerode textiel); zelfs de roestige speldjes zaten er nog bij, al had de Engelse archivaris die er van mij ook uit mogen halen -au.

HCA- 30-719 -katoenmonsters

Wie overzee verbleef wilde geliefden en familieleden natuurlijk ook graag op foto bij zich hebben; alleen zou dat eind 18de eeuw nog ruim een eeuw duren voordat dat wijdverspreid was. Omdat het schilderen van een medaillon ook de nodige centen kostte was er voor de minder gefortuneerden eind 18de eeuw een noviteit bedacht. Het uitknippen van schaduwportretten. Zo kreeg de heer Scheitz, de boekhouder en negotiehandelaar op het VOC kantoor te Cochin op de westkust van India rond 1780 silhouetportretten toegestuurd van zijn verwanten Ludwig, Magdalena, Margretha Gabriëlle, Maria Magdalena en Carl Ludwig.

HCA-30-722-portretten-Cochin

Of hij er ook van heeft kunnen genieten weten we natuurlijk niet, want op de heen- of terugreis werden de portretten in beslag genomen. Dat is natuurlijk het sneue verhaal van al deze brieven en paperassen: ze zijn allemaal verloren gegaan voor de eigenaar of degene voor wie het bestemd was.
Enigszins mysterieus zijn de sleutels die rond 1770 werden verstuurd. Een brief met sleutels…daar hoort ongetwijfeld een kist bij. En wat zat er dan in die kist dat die op slot gedaan werd? Deze sleutels werden natuurlijk separaat verzonden zodat tijdens transport de kist niet geopend kon worden. Of moeten we de fantasie de vrije loop laten en gaat het hier om een schat van een vrijbuiter waarbij de ontvanger van de sleutels naar een ander werelddeel of andere plaats moest reizen om de bijbehorende kist te kunnen openen? We zullen het nooit meer weten. Wat ik wel zeker weet is dat er tientallen portefeuilles zijn verstopt in de archieven van het TNA, maar ik daar nooit ofte nimmer geld in terug gevonden heb. Hooguit wisselbrieven; de voorloper van de cheque.

HCA 30-719 portefeuille HCA 30-719 sleutels

Aangezien veel post uit West-Indië komt zitten daar ook de nodige paperassen tussen die ons herinneren aan de plantage-economie en de slavernij. Plantages waren vaak in eigendom bij Zeeuwse of Amsterdamse eigenaren die zelf nooit een stap in Suriname zouden zetten. De plantages werden gerund door een directeur die er enkele jaren zat en die werd bijgestaan door een boekhouder, of hij deed het secretariële werk zelf. Deze boekhouding werd ter controle naar de Republiek teruggezonden. Daardoor is het archief van de High Court of Admiralty een goudschat voor onderzoekers naar de plantagesamenleving en slavernij in Suriname in de 17de en 18de eeuw. In een archiefdoos zat bijvoorbeeld de complete boekhouding van de plantage Geertruijdenberg uit 1778-1779. De zwarte bladzijden van onze geschiedenis komen dan wel heel dichtbij. Tegelijkertijd besef je dat zo een plantage door de achttiende-eeuwse boekhouder zuiver bedrijfsmatig werd bezien, zelfs de slaven die er werkten werden op de balans gezet. Hij noteerde in het kasboek aan de debetzijde alle geboorten en aan de creditzijde alle overledenen onderverdeeld in ‘Mans, Weijven, Jongens en Meisjes.’ Zo lezen we op 30 januari 1779 ‘de neegerin Susanna gekraamt van een neegerjong genaamt Daniël’ en aan de creditzijde op 4 januari van datzelfde jaar ‘de neegerin Theresa aan een langduurende siekte, obiit [gestorven].

kasboek-plantage-geertruijdenberg HCA 30 725
Tot zover het rariteitenkabinet, want daar was je als visser niet naar op zoek. Naast de garnalen en de krabben in het net waar je platvis in vangen wilt hoop je bijvoorbeeld ook eens een mammoetkies aan te treffen. In dit geval drukwerk uit Zeeland wat nog onbekend is, want dat zijn items waar ZB voor de collectie Zelandica altijd naar op zoek is. Zoiets trof ik in mei aan.

Het is het welbekend dat er in de 17de en 18de eeuw in de Republiek al levensverzekeringen afgesloten konden worden, maar bij wie dat was en waar deze maatschappijen zaten is nog slecht bekend. Tijdens werkzaamheden voor Krantenbank Zeeland was ik enige tijd geleden al op de Vlissingse Lyfrete Sociëteit gestuit. In de Middelburgsche Courant van 27 juni 1776 valt te lezen dat een dergelijke maatschappij ook in Vlissingen was opgericht. Tenminste, een afdeling, want zoals uit de oprichtingsartikelen blijkt zat het hoofdbestuur in Amsterdam. Groot was dan ook de verrassing toen tussen enkele scheepspapieren uit 1780 de artikelen van deze maatschappij zaten. In Nederlandse archieven is slechts één aandeel in een dergelijke levensverzekeringsmaatschappij bekend die ouder is dan die van Lyfrente Sociëteit de Zekere Verwagting uit Vlissingen van 1776 en hier lag de volledige oprichtingsakte van de onderneming met intekenlijsten en al! De Vlissingse afdeling had sinds 17 juni 1776 haar obligaties opengesteld voor intekenaars. Opmerkelijk was dat werkelijk iedereen deel kon nemen aan levensverzekeringsmaatschappij de Zekere Verwagting. Nu moeten we dat niet te letterlijk nemen, want de inleg van honderd Pond Vlaams (€ 271,50) was natuurlijk voor de gewone man ruim een jaarinkomen, maar daaruit werd wel intrest en dividend genoten. Hoe vaak en wanneer er uitgekeerd werd, welke voorwaarden er aan verbonden waren en wie behalve de boekhouder Johannes Nortier allemaal bij deze levensverzekeringsmaatschappij betrokken waren is nu dus bekend. Het is natuurlijk archiefmateriaal, dus het origineel moet in Kew blijven, maar ZB heeft dit boekwerkje nu in ieder geval digitaal tot haar beschikking.

lyfrente-societeit

Het werd bij de Vlissingse uitgeversfamilie Corbeleyn uitgebracht. In Middelburg waren nog veel meer drukkers actief dan in Vlissingen, al was het alleen in verband met tal van officiële uitgaven die hier vandaan kwamen. Zo trof ik ook drukwerk van Pieter Gillissen uit Middelburg die het drukwerk voor de VOC kamer Zeeland verzorgde. Daaronder bevinden zich een ‘Artykel-brief’ en een ‘Extract uit de Ordre en reglement van de Vergadering van de Zeventiene, de Generale Geoctroyeerde Oost-Indische Compagnie representerende…’ uit 1771 die nog niet in bezit van ZB waren. Dat leert ons weer meer over de productie en bezigheden van de drukkers die hier actief waren.

HCA 30-722 Extract_Orde_en_ReglementVOC_Pieter_Gillissen_Middelburg_1771

Zo blijkt maar weer dat elk nadeel zijn voordeel heeft. Want hoewel uit oorlogshandelingen doorgaans weinig goeds voorkomt is door het massaal in beslag nemen van Nederlandse papieren door de Engelsen in de zeventiende en achttiende eeuw een belangrijke culturele schat bewaard gebleven die anders vrijwel zeker was verdwenen. Hoewel in dit blog de gewone vangst, de vele honderden brieven van en aan Zeeuwen, onbesproken bleven, gaat ZB met vele vrijwilligers hard werken om al die brieven die óók in Kew gevonden zijn te ontsluiten ín het project Zee(uw)post. Waarover later meer.

Johan Francke,

Informatiespecialist

Goed Fout: Grafische vormgeving in de oorlog

dinsdag, 17 mei 2016

Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam, NBD Biblion en het NIOD hebben een banierententoonstelling ontwikkeld, bedoeld voor leerlingen uit het voorgezet onderwijs. De tentoonstelling bestaat uit vijf sets van vijftien banieren en reist sinds mei 2015 langs openbare bibliotheken in Nederland. Van 18 april tot en met 14 mei 2016 was deze tentoonstelling te zien in de ZB op het Plein.

Zeventig jaar na de bevrijding speelt de Tweede Wereldoorlog nog steeds een grote rol in onze herinneringscultuur. Hoe kijken wij anno 2016 terug op de mensen die in de oorlog hebben geleefd? Waarom ging iemand mee met het regime, waarom ging iemand in het verzet? Wat is ‘goed of ‘fout’ en welke betekenis hebben deze begrippen in onze huidige samenleving?

goed fout plein

De tentoonstelling op het Plein stelt een onderbelicht aspect van de bezettingsgeschiedenis aan de orde: de grafische vormgeving in Nederland in en rondom de Tweede Wereldoorlog. Zowel aan de goede als aan de foute kant waren- artistiek gezien- uitstekende ontwerpers aan het werk. De expositie brengt deze tegenstellingen helder en kleurrijk in beeld.

Het accent van de tentoonstelling ligt duidelijk op affiches, het communicatiemiddel bij uitstek om de bevolking destijds te informeren. Alle partijen gebruikten deze middelen: de bezettende Duitse autoriteiten; de met hen sympathiserende Nederlandse Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) en het departement van Volksvoorlichting en Kunsten en niet te vergeten: het verzet.

banieren goed fout

Voor alle partijen gold: goede vormgeving is van groot belang. De boodschap moet in één oogopslag duidelijk zijn. Bezetter en Verzet maakten beiden gebruik van grafische wapens. De eerste om de Nederlanders zijn wil op te leggen, de tweede om hen te mobiliseren.

Goed Fout

De Nationaal-Socialistische Beweging en de Duitse bezetter gebruikten affiches en propaganda om de bevolking naar hun hand te zetten; het verzet en de ondergrondse pers streden met verzetskunst en illegaal drukwerk. Naast objecten uit de Bijzondere Collecties bevat de tentoonstelling voorwerpen uit andere erfgoedinstellingen zoals het Stedelijk Museum, het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies en het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. Ook de unieke afficheverzameling van het NIOD, in beheer bij de Koninklijke Bibliotheek, is ruim vertegenwoordigd in deze expositie.

goed fout banier

Een boeiend thema dus: vormgeving aan weerszijden van de scheidslijn tussen goed en fout. Deze tweedeling geeft een indruk van de dilemma’s waarvoor alle Nederlanders maar in het bijzonder vormgevers zich tijdens de bezettingsjaren gesteld zagen. En aan beide kanten zien we vanuit zowel artistiek als ideologisch standpunt ‘goede’ en ‘foute’ ontwerpers aan het werk. Naar aanleiding van dit onderwerp is ook een boek verschenen dat ook te leen is bij ZB| Bibliotheek.

Goed-Fout-Purvis

Goed fout : grafische vormgeving in Nederland 1940-1945 / Alston W. Purvis ; Erik Somers, René Kok, Gerard Groeneveld ; redactie: Sytze van der Veen
[Nijmegen] : Uitgeverij Vantilt, ©2015
255 pagina’s : illustraties ; 28 cm. – Met literatuuropgave
ISBN 978-94-6004213-3 gebonden.

 

Janette Zuydweg,

Europe Direct Middelburg

In memoriam Wim Brands

woensdag, 6 april 2016

Maandagavond, vlak voordat ik ging slapen, bereikte me via het late NOS-journaal het droevige bericht dat dichter, programmamaker en journalist Wim Brands in zijn woonplaats Amsterdam is overleden. Hij had al een paar weken eerder zijn televisietaken neergelegd. Karin de Bok, hoofdredacteur VPRO televisie, waarvoor hij al elf jaar het programma Brands met Boeken maakte, meldde: “Wim kampte sinds kort met een depressie, die hem totaal onverwacht naar een zelfgekozen einde dreef”.

Wim_Brands-1

Essentie
Ik werd er verdrietig van. Als literatuurliefhebber ga ik hem vreselijk missen, ik keek wekelijks op zondagmorgen naar zijn boekenprogramma en genoot ervan. Wat een respect voor boek en auteur, wat een warme liefde voor het vak. Steeds mild en constructief, altijd op zoek naar verheldering. Hij wist dat de potentiële lezer daar behoefte aan had. Ruim tijd makend om de diepgaande essentie van een boek gezegd te krijgen.

Poëzie
Brands was al sinds de jaren tachtig verbonden aan de VPRO en maakte er vele radio-uitzendingen over literatuur en filosofie. Samen met Wim Noordhoek richtte hij het programma De Avonden op. Op Radio 1 maakte hij lange tijd het wekelijkse interviewprogramma Brands met Boeken, dat vanaf 2005 op televisie werd uitgezonden.
Brands begon zijn journalistieke loopbaan bij het Leidsch Dagblad en was behalve omroepman ook dichter. Al toen hij 19 jaar was, werd er werk van hem gepubliceerd door K.L. Poll van Hollands Maandblad. Zijn laatste, prachtige bundel ’s Middags zwem ik in de Noordzee, kwam uit in 2014.

s-middags-zwem-ik-in-de-noordzee

Ode aan Vlissingen in Zeeuws Tijdschrift
Afgelopen jaar was hij nog in Vlissingen. Tijdens Film by the Sea interviewde hij prominente schrijvers in een literair café. En hij schreef nog een artikel, misschien zijn laatste, in het themanummer ‘Vlissingen 700’ van het Zeeuws Tijdschrift, dat onlangs verscheen. Ode aan Vlissingen; het licht van voor de schepping heet dat artikel (pagina 54). Toen ik het bericht van Brands dood hoorde, moest ik er meteen aan denken. Ik las het opnieuw en verwonderde me. De tekst lijkt wel een vooraf aangekondigde dood.

Het licht van voor de schepping
Brands beschrijft onder andere hoe de filosoof Elders ooit een monnik sprak met wie hij samen naar de overweldigende sterrenhemel keek. Ze hadden het over het licht dat zich maar moeilijk liet beschrijven. “Misschien”, zei de monnik, “is dit wel het licht dat je ziet als je sterft. Zo mooi was het licht wel”. “Wat bedoel je?”, vroeg Elders. En toen zei de monnik: “als je sterft zie je het licht van voor de schepping”. Het artikel eindigt zo:

Nu (…) weet ik waarom ik sinds die ochtend nog vaak terug wil
naar Vlissingen: om dat schip nog een keer te
zien wegvaren, in dat westelijk zonlicht aan scherven,
schitterend gebroken op Vlissingens rede. Terwijl ik
(…) weet dat het tevergeefs is want het is van een lieflijkheid die wij
niet bereiken kunnen.
Maar ik heb het gezien, op een ochtend in september,
in Vlissingen:
het licht van voor de schepping.

Aan Paul van der Velde, hoofdredacteur van het Zeeuws Tijdschrift, heb ik toestemming gevraagd om het artikel van Brands te mogen publiceren in dit blog. Dat vond hij gelukkig goed. En zo kan ik het delen met jullie, de lezers van dit blog. Het licht van voor de schepping… Laten we hopen dat Wim Brands het nu opnieuw heeft gezien.

Anya Marinissen

Neue Ausgabe sämmtlicher Werke

maandag, 21 maart 2016

De muziekafdeling van ZB| Planbureau en Bibliotheek van Zeeland is in het bezit van zeer kostbare series, genaamd Neue Ausgabe sämmtlicher Werke. ZB bezit de uitgaven van  Johann Sebastian Bach, Georg Friedrich Händel, Wolfgang Amadeus Mozart en Franz Schubert.

De series bevatten de volledige uitgaven van deze componisten en zijn gepubliceerd door de uitgeverij Bärenreiter. Een aantal delen is uitgebreid met de uitgave van Kritische Berichte. Het zijn historisch-kritische wetenschappelijke edities en zeer betrouwbaar voor zowel wetenschappers als voor performers.

IMG_4089 (2)

De boeken zijn belangrijke bronnen  voor muziekstudenten en docenten, musicologen en uitvoerende musici. De Bach-serie staat sinds jaren in de open opstelling in een speciale ‘Bach-kast’ terwijl de Gesammtausgaben van de andere componisten tot op heden in het magazijn geplaatst werden.

Echter de ervaring heeft ons geleerd dat ‘muziekmensen’ niet vaak zoeken via de catalogus en dat daarom de boeken die in het magazijn geplaatst waren, nauwelijks geraadpleegd werden. Bovendien is het zonde om zulke prachtige exemplaren in het magazijn weg te stoppen.

Mozart

Eén van de onderdelen van het ZB beleid is om de samenwerking met UCR te intensiveren. Hieronder bevinden zich ook musicologiestudenten die zeker baat kunnen hebben bij het gebruik van de Gesammtausgaben.

Neue Ausgabe handel

Het idee is ontstaan een projectje op te starten om de boeken te kunnen plaatsen op de muziekafdeling zodat ze voor het publiek direct zichtbaar zijn. Op de muziekafdeling is vervolgens ruimte gemaakt voor deze series.

Neue Ausgabe Mozart

Mijn collega’s van de catalogusafdeling zijn voortvarend aan de slag gegaan met het omwerken van de boeken. Inmiddels zijn de Gesammtausgaben van Mozart en Händel omgewerkt en geplaatst op de muziekafdeling. De Schubertcollectie zal binnenkort volgen. Ik hoop dat onze verwachting waargemaakt wordt en dat deze collecties meer gebruikt gaan worden.

Rea Bensch,

Domeinspecialist muziek

 

Een aardige aanwinst

donderdag, 25 februari 2016

Bij beperkte middelen voor aanschaf, komen er gelukkig ook schenkingen van weldoeners binnen die de bijzondere collecties van ZB verrijken. Een van deze verzamelingen zijn de zogenaamde prijsbanden. In het verleden kregen leerlingen, die goed hun best gedaan hadden, een boek aangeboden door de onderwijsinstelling waar ze op school zaten. De leerkrachten lieten dat boek in een speciale luxe omslag inbinden. In het boek werd een inlegvel bijgebonden waar de opdracht aan de leerling en de handtekening van het hoofd der school op stonden.

OmslagZB heeft een behoorlijke collectie Zeeuwse, maar vooral Middelburgse prijsbanden. De oudste dateert van 1698. Het gebruik is in de tweede helft van de 19e eeuw verdwenen. Er waren verschillende instellingen die ze toekenden. De meest prestigieuze was de Latijnse School, die later gymnasium genoemd werd. De beste leerlingen uit een klas kregen dikwijls een klassiek Latijns literair werk aangeboden, gevat in een kalfsleren band, aan de voor- en achterzijde voorzien van het Middelburgse stadswapen in goudopdruk. Het waren lang niet altijd gloednieuwe boeken die geschonken werden. Wel liet men bij een boekbinder een nieuwe band om een kaal of tijdelijk ingebonden boekblok vervaardigen.
Maar er waren ook andere instellingen die goedkopere banden van halfleer, perkament of zelfs alleen maar papier lieten maken: bijvoorbeeld de (tegenwoordig zouden we zeggen openbare) scholen der stad, de doopsgezinde gemeente en armenscholen. Het gymnasium was alleen voor jongens toegankelijk, maar andere scholen stelden zich gaandeweg open voor meisjes. Er was een Franstalig instituut dat zich zelfs uitsluitend op de vorming van meisjes toelegde. Zeer fraaie prijsbanden, voorzien van een zegel, werden uitgereikt op de Tekenacademie: voor zover bekend, alleen aan jongens.
In de loop van de tijd heeft een deel van deze prijsbanden hun weg naar ZB gevonden, soms door aankoop, soms door schenking. Sommige banden zijn heel hun bestaan in Middelburg gebleven, andere zijn na tientallen jaren of zelfs eeuwen afwezigheid teruggekeerd naar de stad waar ze ooit uitgereikt werden. In veel gevallen is de opdracht eruit verdwenen, hetgeen het exemplaar als onderzoeksobject aanzienlijk minder waardevol maakt.

Onlangs kreeg ik van een mevrouw uit Den Haag een drietal prijsbanden geschonken, die nauw bij elkaar horen. Het eerste exemplaar bestaat uit een Franstalig leesboek, in 1805 door de “Écoles de la ville de Middelbourg” geschonken aan de toen elfjarige Petrus Ketner. Ofschoon het indertijd als jeugdboek beschouwd werd, is het niveau voor hedendaagse begrippen dat van een gevorderde student Frans. Ook in die tijd zal het boek eerder als aanmoediging bedoeld geweest zijn dan vanuit het idee dat dit kind het meteen zou kunnen lezen en bevatten. Petrus Ketner was de zoon van een Boheemse marktkoopman, die op een handelsreis verliefd was geworden op een Nederlands meisje, en zich in Middelburg vestigde.
Het tweede boek, dat Nederlandse korte verhalen bevat met bijbehorende moralistische vragen, werd in 1806 als prijs van naarstigheid door de “opzienders der schoolen der stad Middelburg” toegekend aan Maria Johanna van der Meer, nog maar zeven jaar oud. Nu treft het zo, dat de jonge heer Ketner en de jonge dame Van der Meer in 1825 met elkaar getrouwd zijn. De derde prijsband, eveneens een verzameling korte verhalen, werd in 1816 aan de dertienjarige Sara van der Meer, een zuster van Maria Johanna en altijd ongehuwd gebleven, overhandigd.

 

Inlegvellen in prijsbanden

Inlegvellen in prijsbanden

 

De familie Ketner heeft deze drie prijsbanden van vader op zoon overgedragen. De familie is later naar Rotterdam verhuisd. Nu heeft de achter-achterkleindochter van het echtpaar Ketner-Van der Meer dit dierbare familiebezit teruggebracht naar Middelburg en aan de bibliotheek geschonken. Haar overweging was, dat haar eigen nabestaanden wellicht de waarde van deze werken niet zouden inzien. ZB wordt daarmee nog sterker tot een schatkamer van de stad Middelburg. De prijzen voor de ijverige jongen, zijn (latere) vrouw en hun (schoon)zuster worden nu voor altijd naast elkaar in de kluis alhier bewaard.

Marinus Bierens
Conservator

Toekomst en bibliotheekscenario’s

dinsdag, 2 februari 2016

Veel openbare bibliotheken worden uitgedaagd om zich opnieuw in de samenleving te positioneren. Een duurzame verankering is geen gemakkelijke opgave omwille van de snel veranderende sociale, politieke en technologische veranderingen. De vraag ‘waar moet het heen met de bibliotheek’ is dan ook logisch.

WCS_extreme_covers2.indd

In 2014 publiceerde de Koninklijke Bibliotheek vier mogelijke scenario’s voor de ontwikkeling van de bibliotheek in 2025. Met deze scenario’s wordt de rol van bibliotheek in de samenleving opnieuw gedefinieerd. In alle deze scenario’s spelen overheid en private en andere publieke partijen een rol.

Het eerste scenario is transformatie. In dit scenario financiert de overheid de bibliotheek weliswaar maar neemt de concurrentie van private partijen toe. In enkele Nederlandse gemeenten zoals Buren en Waterland wordt de bibliotheekvoorziening privaat geëxploiteerd, aangezien de lokale overheden deze dienstverlening hebben uitbesteed aan een commercieel bedrijf. Een niet gering probleem  in deze specifieke gevallen is  dat dergelijke bibliotheekvoorzieningen geen deel uitmaken van het  landelijk bibliotheekstelsel en er dus geen interbibliothecair leenverkeer met de rest van Nederland mogelijk is.

In het tweede  scenario -evolutie- blijft de overheid  subsidiëren en zijn er geen andere concurrenten. In dit scenario is geen sprake van een snelle ontwikkelingen of radicale wijzigingen. De vraag is of bibliotheken op deze wijze  voldoende snel kunnen anticiperen op maatschappelijke  ontwikkelingen. Het derde scenario is het integratie-scenario. De functies van de bibliotheek worden geïntegreerd met die van een andere organisatie. De nieuwe organisatie krijgt een multifunctioneel karakter. De ontwikkeling in Middelburg door de integratie van de eerdere Stichting Scoop en de Zeeuwse Bibliotheek  is hiervan een goed voorbeeld.

In het vierde scenario houdt de openbare bibliotheek op te bestaan. Dit is de zogenaamde sterfhuisconstructie, waarbij financiële ondersteuning van bibliotheken door de overheid wordt beëindigd. Meerdere functies van de bibliotheek komen te vervallen en andere partijen zorgen voor nieuwe (goede?) alternatieven. Daarnaast kunnen burgers hun informatie uit andere bronnen halen. De landelijke overheid werkt daar aan mee.

De Koninklijke Bibliotheek  introduceerde per 1 januari  j.l. het afzonderlijke digitale lidmaatschap speciaal bedoeld voor de steeds grotere groep lezers die geïnteresseerd is in het lezen van e-books. Het tarief van €42  is aan de relatief hoge kant en het praktische probleem blijft dat verschillende tarieven voor het lenen van fysieke en digitale boeken langs elkaar blijven bestaan. Er wordt door de branche echter gewerkt aan een harmonisatie. Het is even afwachten hoe dit zich ontwikkelt.

openingstijden bibliotheek

De vraag is interessant in hoeverre een bibliotheek die volledig steunt op private middelen succesvol kan zijn. In de 18e eeuw bestonden al winkelbibliotheken, gedreven door boekhandelaren die boeken gingen uitlenen als nevenactiviteit. Het doel was geld verdienen en het uitlenen zelf had verder geen ideële achtergrond. De Groningense boekverkoper E. Artel rekende in 1841 f 5,50 voor een lidmaatschap van een jaar. Precieze aantallen van winkelbibliotheken zijn niet bekend. Alleen al in Amsterdam bestonden kort na de oorlog nog ruim 100 winkelbibliotheken, maar deze verdwenen daarna snel.

In Engeland is de London Library  een voorbeeld van een goed functionerende, geoutilleerde bibliotheek zonder overheidssteun. Deze wetenschappelijke bibliotheek bestaat reeds sinds 1841 en beschikt intussen over een collectie van 1.000.000 titels. De leden kunnen tevens een ruime digitale collectie raadplegen.

london-library

De instandhouding van de London Library gaat gepaard met hoge kosten en de prijs van een individueel lidmaatschap bedraagt daarom 495 Pond per jaar (ca. € 655). Hoe het ook zij, blijkbaar is de tariefstelling geen belemmering voor het functioneren van de bibliotheek. Nieuwsgiering: je kunt een hier kijkje nemen in de London Library. De vraag is vervolgens: kan iets dergelijks ook in Nederland? Wellicht wil een durfkapitalist wel investeren…

Cees de Blaaij, vakreferent

Zeeuwse boeken in CTV Cultuur en de samenwerking met ZB

donderdag, 21 januari 2016

Al een aantal jaren, eigenlijk al sinds de financiële crisis die begon in 2008, zit het onderwerp kunst en cultuur in Nederland in het verdomhoekje. Rijk, provincies en gemeenten grepen in met grote bezuinigingen op culturele instellingen en activiteiten, van bibliotheken tot musea, van toneel- en dansgezelschappen tot theaters en orkesten. Subsidies werden teruggeschroefd of zelfs helemaal niet meer verstrekt. Sponsors deden en doen het zuiniger aan vanwege de economische malaise.

Begrijpen en spiegelen
Het belang van kunst en cultuur, de betrokkenheid daarbij en een actieve deelname eraan is duidelijk. Actieve kunstbeoefening die ondersteunt bij de individuele ontwikkeling van jong en oud, zoals dit met dans, muziek, toneel, beeldende kunst, film en literatuur aan de orde is. Het belang van kunsteducatie en kunstbeoefening voor de samenleving, voor de bijdragen die dit levert aan sociale samenhang, leefbaarheid in buurten en wijken, creatieve economie en vestigingsklimaat. Maar ook aan de mogelijkheid om een ingewikkelde samenleving als de onze te kunnen begrijpen en spiegelen.

CTV-cultuur-logo

Cultuurprogramma bij CTV Zeeland
Aandacht voor kunst en cultuur in de media is eveneens teruggelopen. Omdat er minder wordt georganiseerd, maar ook omdat deze aandacht bij veel media (gedeeltelijk) is wegbezuinigd. Des te verrassender is het dat de Zeeuwse omroep CTV Zeeland, die uitzendt vanuit de studio’s in het CineCity-complex in Vlissingen, in november begon met een wekelijks cultuurprogramma op de dinsdagavond.

Verbazend
Cultuur in Zeeland… als je de uitzendingen volgt ben je verbaasd over de hoeveelheid activiteiten en initiatieven die er toch nog in onze dunbevolkte provincie spelen. Op het gebied van beeldende kunst, toneel, muziek en film, maar ook op boekengebied. Zeeland is een provincie waar heel veel wordt geschreven en uitgegeven. En als er geen uitgever voor te vinden is, dan maar in eigen beheer. Fictie, poëzie en non-fictie. Toeristische uitgaven, maar ook heel veel goed gedocumenteerde Zeeuwse geschiedenis, geschreven door historici. Van VOC tot Wereldoorlog I en II, van literaire brieven en (jeugd)romans tot prachtige, landelijk gewaardeerde gedichtenbundels.

Intensieve samenwerking met ZB
Tussen CTV Zeeland en ZB is voor dit programma een inspirerende samenwerking ontstaan. De presentatie van CTV Cultuur is in handen van mijn ZB collega Ron Lubbersen. Hij neemt interviews af met theater- en filmmakers, kunstenaars, schrijvers en dichters. Bovendien praat hij de programmaonderdelen vaardig aan elkaar.

ctv cultuur

Filmpjes met boekbesprekingen

Zoals gezegd: wekelijks is er een interview met een Zeeuwse schrijver of dichter over zijn of haar nieuwste boek. Vooraf aan deze interviews wordt telkens een filmpje getoond, door ZB collega’s gemaakt en met een boekbespreking door ondergetekende. Erg leuk om voor te bereiden en op te nemen. Er is al een grote verscheidenheid aan thema’s en onderwerpen langsgekomen. Bijvoorbeeld John Brosens met zijn spannende jeugdboek Bloedbroeder 1618 en het winnende boek van de Zeeuwse Boekenprijs 2015 De man die haast had van Jan Vantoortelboom. Ook Beveland, hart van Zeeland!, met interessante bijdragen van zeventien bekende Bevelanders die hun mooiste of dierbaarste plekje delen, werd besproken. Inmiddels zijn er al tien uitzendingen geweest en er komen er nog veertien. In de planning zit in ieder geval Wim Hofman, die dit jaar 75 wordt, en het leuke boekje Mensen kijken van Wim Phaff.

bloedbroeder1618bevelandmandiehaasthad

Kijken op dinsdagavond!
Bekijk eens zo’n uitzending en word ook verrast door de grote hoeveelheid culturele activiteiten en uitingen die in Zeeland plaatsvinden. Vaak tegen de klippen op neergezet en ontwikkeld, zonder overheidssteun, net als de CTV-uitzending zelf. Maar wel gemaakt door bevlogen mensen met passie voor kunst en cultuur. Zonder hen zou onze samenleving een stuk saaier en eenduidiger zijn.

CTV Cultuur is elke dinsdagavond te zien vanaf 18.15 uur op het digitale kanaal 11. De uitzending wordt elk uur herhaald en is ook terug te bekijken op CTV Uitzending Gemist.

Anya Marinissen,

Bibliothecaris ZB

FabLab Zeeland: Jaaroverzicht 2015

maandag, 11 januari 2016

Het jaar 2015 gaat voor FabLab Zeeland de boeken in als een veelbewogen jaar met ’trial and error’. Maar laat dat nou net zijn waar het om gaat binnen een leer- werkplaats waar alles draait om het (leren) maken van prototypes. Wat hebben we veel gedaan het afgelopen jaar! En veel ook nog niet. In 2015 is de basis gelegd. Het jaar 2016 staat in het teken van het verder uitbouwen van FabLab Zeeland. Meer workshops, meer activiteiten en meer samenwerking.

Wij kijken in elk geval terug op een geslaagd eerste FabLab jaar. Het hoogtepunt was toch wel het winnen van de aanmoedigingsprijs 2015 samen met Frysklab, het mobiele FabLab van Friesland. Deze werd op 15 december j.l. feestelijk aan ons uitgereikt door Mediawijzer.net. Een mooie prijs die we samen met Frysklab gaan inzetten ten behoeve van het maakonderwijs in Nederland.

fabLab Stimuleringsprijs 2015

FabLab Zeeland: jaaroverzicht in cijfers

Sinds de opening op 13 februari 2015 hebben we in totaal 1820 actieve bezoekers mogen ontvangen. Met actieve bezoekers bedoelen we de bezoeker die daadwerkelijk iets in het FabLab of op locatie is komen doen. Meegeteld zijn niet de bezoekers die buiten de openingstijden van het FabLab ook een kijkje kwamen nemen of om informatie kwamen vragen.

Introductiecursussen

Elke dinsdagavond en vrijdagochtend boden we gratis introductiecursussen
3D-printen, lasersnijden en vinylsnijden aan. Per introductiecursus was er plaats voor maximaal 6 personen. In totaal hebben 286 bezoekers kennis laten maken met de machines. En zijn er 97 cursussen gegeven. De 3D-printer was veruit het meest populair (201) gevolgd door de lasersnijder (67) en de vinylsnijder (18).

weblog4 open inloop

weblog7 maatwerk bibliotheek zierikzee

Open inloop

Op dinsdagmiddag/avond en vrijdagmiddag konden bezoekers tijdens de open inloop vrij gebruik maken van de machines voor hun eigen projecten. In totaal hebben 119 bezoekers hier gebruik van gemaakt. Op de website vind je een aantal van deze projecten.

weblog11 fablab junior

FabLab Junior

Vanaf mei zijn we gestart met het organiseren van FabLab Junior; één keer in de maand op woensdagmiddag en tijdens de schoolvakanties. In totaal 12 keer. Maximaal 8 deelnemers per keer. Door middel van FabLab Junior laten we kinderen vanaf 8 jaar kennis maken met techniek en digitale fabricage. Thema’s die aan bod kwamen waren: moederdagkado’s maken, raketten bouwen, sparebots solderen, tangrams 3D-printen, spiekbroches maken, spookmandarijnen laseren met Halloween, kerstdecoraties maken en Oud & Nieuw. In totaal hebben 82 kinderen meegedaan.

weblog7 maatwerk bibliotheek zierikzee

Maatwerk

Buiten de reguliere openingstijden van FabLab Zeeland om, kregen we veel verzoeken binnen met betrekking tot maatwerkactiviteiten zowel in het FabLab zelf als op locatie. Denk hierbij aan:

• Workshops en demonstraties voor diverse instanties zoals Kunsteducatie Walcheren, Zeeuws Museum, Stichting Blokje bij Blokje, Innovatiecongres Scalda college Techniek & Design, Toonbeeld Terneuzen, Bibliotheek Oosterschelde, Bibliotheek Vlissingen, X Uit-Markt Scalda College Commerciële en zakelijke dienstverlening, Polderhuis Westkapelle, Kunstbende
• Klassenbezoeken Scalda, CSW, Nehalennia
• Buitenschoolse activiteiten voor de BSO en de brede scholen
• Kinderfeestjes
• Verhuur van onze printers aan o.a Lumileds en Provincie Zeeland
• Evenementen zoals Techniektoernooi Zeeland, Jour du Tour, de Wetenschapsdag en André Kuipers College Tour

Al deze (maatwerk)activiteiten bij elkaar leverden een totaal aantal op van 1333 bezoekers.

weblog7 BSO

Projecten 2016
In 2016 gaan we dan ook zeker door met Zeeland op laagdrempelige wijze kennis laten maken met digitale fabricage. Het aanbod van workshops en activiteiten voor jong en oud zal worden uitgebreid met:

  • Leren ontwerpen in 2D en 3D
  • 3D- scannen
  • Leren programmeren
  • Open Inloop Junior
  • Organiseren van bijeenkomsten waarin kennisdeling en ontmoeting rondom ‘maken’ centraal staan

Er komt een open source FabLab Zeeland databank beschikbaar. Hierin zal alle kennis verzameld worden van de machines en materialen die in FabLab Zeeland te vinden zijn. Een soort naslagwerk dat straks ook vanuit huis te raadplegen is. Handig voor als je wat wilt weten als je met je eigen project bezig bent.

weblog2 maatwerkactiviteit Andre kuipers

Wil je een indruk krijgen wat makers zoal maken in het FabLab tijdens een open inloop? Kijk dan op eens deze website. Hier delen onze bezoekers hun eigen ontwerpen en ervaringen die gemaakt zijn door middel van een FabMoment.

Vanaf januari wordt gestart met de bouw van een eigen 3D-printer en prototype V-plotter samen met onze vrijwilligers.

En met Frysklab, het mobiele FabLab van Friesland, gaan we aan de slag met MediaWijzerMakers, een project waarbij we in eerste instantie docenten in aanraking brengen met nieuwe technologie, gekoppeld aan het maakonderwijs.

weblog 9 kinderfeestje

Nieuwe Openingstijden
Per 1 januari zijn er ook een aantal wijzigingen in de openingstijden van FabLab Zeeland.

Maandag:
17.00 – 20.00 uur: Open Inloop en vaste vrijwilligersavond, waar gebouwd zal gaan worden aan de FabLab 3Dprinter.

Dinsdag:
13.00 – 17.00 uur Open Inloop
18.00 – 20.00 uur Introductiecursus 3D-printen / lasersnijden / vinylsnijden

Woensdag:
14.00 – 16.30 uur FabLab Junior

Elke 1e woensdag van de maand (per februari)

Vrijdag:
10.00 – 12.00 uur Introductie-cursus 3D-printen / lasersnijden / vinylsnijden
13.00 – 17.00 uur Open inloop

Nieuwsgierig geworden en wil je meer weten over wat FabLab Zeeland voor jou kan betekenen? Kom langs en maak kennis! Je vindt ons in het souterrain van ZB| Planbureau en Bibliotheek van Zeeland. Kijk voor actuele informatie en wijzigingen in het menu van de website www.dezb.nl onder ‘wat we doen’.

Volg ons op:
Twitter: @fablabzeeland
Facebook: www.facebook.com/fablabzeeland

Namens team FabLab zeeland wens ik jullie een gezond en creatief 2016 toe!

Alinda Mastenbroek,

Informatiespecialist Digitale Bibliotheek / FabLab Zeeland

Maestro

dinsdag, 22 december 2015

Maestro komt weer op de buis en wat is Maestro nu precies? Maestro is een van oorsprong Brits amusementsprogramma van de BBC. Het programma wordt sinds 2012 ook in Nederland uitgezonden en is een grote tv-hit geworden.

In dit programma gaat een groep bekende Nederlanders zonder dirigeerervaring in acht weken leren om een symfonieorkest te dirigeren. De kandidaten worden begeleid door het Balletorkest, ze worden gecoacht door professionele dirigenten en een jury beoordeelt het eindresultaat.

Maestro 2

Onlangs las ik in de nieuwsbrief voor muziekbibliothecarissen een interessant betoog van een collega uit het land die nauw betrokken is geweest bij dit programma. Hieruit bleek dat het welslagen van een uitzending voor een groot deel afhankelijk is van de bibliothecaris.

Begin 2016 wordt seizoen drie uitgezonden op NPO 1 en het zal ongetwijfeld weer 8 weken lang mooie televisie opleveren. Ik heb in ieder geval met veel plezier gekeken naar de voorgaande seizoenen en ga zeker weer kijken naar seizoen 2016!

Maestro

De rol van de bibliothecaris
Wat is dan die belangrijke bijdrage van de muziekbibliothecaris?
Achter de schermen van een dergelijke uitzending gebeurt er heel veel waar de bibliothecaris aan bijdraagt. Omdat alle kandidaten aan de beurt komen worden er maar korte stukjes muziek gebruikt.

Het is daarom zaak om de oorspronkelijke composities in te korten en dit gebeurt onder leiding van de orkestbibliothecaris. Fragmenten van ca. 60 muziekstukken moeten bewerkt worden. Dit neemt heel veel werk met zich mee waarbij de tijdsdruk hoog is omdat de orkestleden hun partij op tijd moeten hebben om te oefenen.

Maestro1

Iedere aflevering heeft een thema en een bijbehorende repertoirelijst. Gemiddeld mag elke stuk ca. 1.30 minuut duren. Dit is kort maar tv-technisch nodig omdat de lengte van het programma gelimiteerd is en de aandachtsboog van de kijker kort. Bovendien is vertraging één van de valkuilen bij amateurdirigenten. Tv-technisch is er dan nog ruimte voor wat uitloop. Als de repertoirelijst bekend is, gaat de bibliothecaris ervoor zorgen dat de oorspronkelijke muziek in “huis” komt.

Wanneer het orkestmateriaal gearriveerd is begint het grote knip- en plakwerk. Alles wat niet gebruikt wordt, wordt uit de partij geknipt. De noten die gespeeld gaan worden, worden weer achter elkaar geplakt. Gemiddeld kost het ca. 7 uur werk voor één stukje muziek van anderhalve minuut.
Per uitzending moeten er acht muziekstukken klaar zijn. Tijdens de enige repetitie wordt duidelijk of het knip en plakwerk goed is uitgevoerd of dat er nog wat aan veranderd moet worden…

Een repetitie

Per uitzending is er één orkestrepetitie van drie uur gepland. Het kan zijn dat er minder tijd nodig is, het gaat tenslotte maar om 12 minuten muziek, maar musici hebben hun beroepseer om het geheel zo goed mogelijk te laten klinken. Dit wringt wel met het principe van Maestro waarbij als gevolg van de onervaren dirigent wanklank kan ontstaan… (wat wel vermakelijk kan zijn). Het is een zeer sympathiek orkest. De spelers vinden dat alles moet staan als een huis.

maestro_medium

Voor veel kijkers geeft het programma een hele nieuwe kijk op het symfonie-orkest.
Waar welke instrumenten zich bevinden, het belang van tempo en inzetten, waarom de rol van een dirigent zo cruciaal is. Het programma vervult ook een belangrijke functie voor de promotie van de klassieke muziek.

Waarschijnlijk heeft de producent van dit programma niet in de gaten hoeveel werk de bibliothecarissen hebben verricht en hoe belangrijk hun rol in deze is. Hiervoor zou een “the making of Maestro” erg goed zijn.

Rea Bensch,
Domeinspecialist muziek
Bron: Nieuwsbrief NVMB (februari 2015)